Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Diverse > Archief > Usenet > nl.politiek
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

nl.politiek Via dit forum kun je alle berichten lezen die worden gepost op de nieuwsgroep nl.politiek. Je kunt hier ook reageren op deze berichten, reacties worden dan ook in deze nieuwsgroep gepost. Vergeet niet om dit te lezen.

 
 
Discussietools
Oud 28 maart 2007, 19:49   #1
B55
 
Berichten: n/a
Standaard Iran en de dreiging van een oorlog

Het mooie weer en de verlokking van een avondje in het park konden de rond
veertig Broeinest bezoekers er niet van weerhouden om na drie spannende
inleidingen, verzorgd door Karel Koster, Phyllis Bennis en Behnam Taebi in
debat te gaan over de achtergronden van het conflict rond het nucleaire
programma van Iran.

Om te beginnen, morrelde Karel Koster van het antimilitaristisch
onderzoekscollectief VDAmok aan het beeld dat door de media gecreëerd wordt
over de context van de nucleaire casus in Iran. Daarbij ging hij in op drie
dimensies die nauwelijks worden belicht door de media. In de eerste plaats
zijn dat de wereldwijde nucleaire krachtsverhoudingen, waarbij vooral de
voortrekkersrol van de VS en de NAVO opvalt. De media beweert echter ook
vaak dat Nederland geen kernwapenstaat zou zijn en Karel Koster laat zien
dat hier geen sprake van kan zijn omdat er wel degelijk kernwapens
gestationeerd zijn op Nederlands grondgebied en bovendien Nederlandse
militairen worden opgeleid om kernwapens te vliegen. De tweede dimensie die
onderbelicht blijft in de media is de geopolitieke realiteit. Iran is
omsingeld door staten die in bezit zijn van kernwapens (zoals Israël en
India). Dat Iran zich hierbij niet echt prettig bij voelt, lijkt logisch. De
derde dimensie die uitvoerig wordt besproken door Koster is de geschiedenis
van het Iraanse nucleaire programma die geenszins pas afgelopen jaar is
begonnen. Reeds in de jaren zestig onder de Sjah werd aan het nucleaire
programma voor de opwekking van kernenergie begonnen, met steun uit het
Westen. Na de oliecrisis in de jaren zeventig werd het programma in de jaren
tachtig eerst ingeperkt, onder andere omdat Ayatollah Khomeiny zich ertegen
verzette, totdat het in de jaren negentig weer nieuw leven werd ingeblazen.

Belangrijk is, volgens Koster, om een onderscheid te maken tussen het
vreedzaam gebruik van nucleaire technologie en de verrijking van uranium om
kernwapens te produceren.
Het verrijkingsproces is onderdeel van beide processen, met dien verstande
dat een bom een zeer hoge verrijkingsgraad vergt. Het duurt jaren om dat
laatste te bereiken en er is ook veel verrijkt uranium nodig voor een
atoombom. Daarbij komt dat, mocht je zo'n bom willen inzetten, je ook moet
beschikken over een werkend draagsysteem. Iran heeft raketten maar daar
kunnen ze geen kernkoppen op monteren.

Het conflict rond het Iraanse nucleaire programma draait vooralsnog om het
feit dat Iran niet genoeg informatie wil verstrekken over zijn programma.
Dat heeft te maken met de Amerikaanse sanctiepolitiek van de laatste 36
jaar, die ervoor zorgde dat Iran geen nucleaire technologie legaal kon
importeren. Gezien Egypte, Zuid-Korea en Brazilië allemaal overhoop hebben
gelegen met de IAEA, heeft de nadruk van de VS en de Westerse wereld op Iran
iets hypocriets. Koster stelt dat de druk op Iran in feite poogt een
uitzondering te creëren voor het non-proliferatieverdrag. Dit verdrag, dat
in 1970 tot stand kwam en door bijna de gehele wereld inclusief Iran is
ondertekend, geeft elke lidstaat het recht op toegang tot nucleaire
technologie - dat staat zo in artikel IV. De Internationale Atoomenergie
Commissie (IAEA), al eerder opgericht in 1957, waakt over het vreedzaam
gebruik van nucleair materiaal en heeft eigenlijk een puur technische
functie - namelijk zorgen door inspecties dat er geen nucleair materiaal
omgeleid wordt naar kernwapenproductie. Iran heeft zich het laatste jaar
volledig aan dit inspectieproces onderworpen, tot de onderhandelingen dit
voorjaar misliepen. Maar het besluitvormingsproces van de IAEA is
gepolitiseerd door een westerse lobby die de kwestie Iran naar de
veiligheidsraad heeft weten over te hevelen. Nog steeds is het formeel zo
dat het bestuursorgaan van de IAEA de zaak heeft 'gerapporteerd' en niet
'gerefereerd', dat wil zeggen nog steeds in eigen handen heeft. Maar in de
praktijk is de kwestie nu een confrontatiepunt in de veiligheidsraad
geworden. Dat betekent dat een proces vergelijkbaar met de aanloop naar de
Irak-oorlog kan worden ingezet.

Er is een aantal ontwikkelingen die tegelijkertijd plaats vinden en die de
escalatie rondom Iran ongeloofwaardig maken. Zo heeft Pakistan bijvoorbeeld
juist door Westerse hulp een atoombom, wordt er niets gedaan aan Israëls
atoomwapens en is in het Cardiff-verdrag uit 2005 (waarbij Nederland
betrokken is) vastgelegd dat geavanceerde verrijkingstechnologie - waar het
Iran-conflict dus om draait - aan Frankrijk ter beschikking wordt gesteld.
Karel Koster stelt ten slotte dat er duidelijke alternatieven zijn voor de
escalatie in het conflict rond het Iraanse nucleaire programma.

Phyllis Bennis, vredesactiviste uit de VS en als onderzoeker verbonden aan
het Trans National Institute gaat uitvoerig in op de geopolitieke belangen
van de VS en stelt dat de crisis rond Iran meer te maken heeft met Bush dan
met de nucleaire capaciteit van Iran. In die zin is het ook interessant om
te zien dat de VS onderhandelingen aanbiedt aan Iran precies op het moment
dat duidelijk wordt dat Bush de president is met de minste steun in de
afgelopen zestig jaar in de VS. De situatie is dus even wat meer ontspannen,
maar Bennis waarschuwt ervoor om te vroeg optimistisch te worden. De wind
zou even snel weer richting oorlog kunnen draaien en de anti-oorlogsbeweging
moet daarom ook nu al actief zijn. Volgens Bennis moeten vredesactivisten
vooral artikel 6 van het Non-proliferatieverdrag gaan gebruiken. Hier staat
namelijk dat nucleaire staten de verplichting hebben om gaandeweg hun
nucleaire programma's terug te draaien en uiteindelijk af te schaffen. De VS
hebben al laten blijken dat ze daar niets van willen weten en dat laat de
hypocrisie van hun argumentatie tegen de Iran zien. Bennis stelt dat het de
VS helemaal niet gaat om non-proliferatie maar om het indammen van Irans
machtspositie in het Midden-Oosten (vanwege diens olie- en gasvoorraden en
geostrategische controle over het vervoer ervan). Deze positie weerspiegelt
het isolement van de VS in de internationale arena. Iran is wel degelijk
bereid tot onderhandelingen, maar dan alleen als het gaat om
onderhandelingen tussen gelijke partners waar niet de VS de voorwaarden
mogen bepalen (namelijk dat ze een oorlog beginnen mocht de Iran niet doen
wat de VS graag wil).

De internationale vredesbeweging moet daarom ook laten zien dat de dreiging
met een oorlog geen legitiem middel is voor diplomatieke onderhandelingen.
Bennis onderstreept de rol die Europa en Europese vredesbewegingen hebben.
Ze kunnen aan de VS laten voelen dat die geïsoleerd staan met hun
unilaterale aanpak.

In het tweede gedeelte van de avond legt Behnam Taebi van het platform Geen
Oorlog Tegen iran uit hoe de interne situatie in Iran eruit ziet. Na het
achtjarige bewind van de hervormings-georiënteerde president Khatami,
waarbij echter nauwelijks resultaten werden geboekt, was het resultaat van
de verkiezingen van afgelopen jaar dat de religieus-conservatieve
Ahmadinejad tot president maakten misschien verassend. Taebi laat echter
zien dat de nieuwe president wel degelijk 'progressieve' beloftes maakte
meer gelijkheid te beloven en een einde van de corruptie. Het probleem is
dat hij na de verkiezingen opeens met een hele conservatieve agenda aan kwam
zetten, waaronder spierballentaal tegen Israël en het loochenen van de
Holocaust, waarmee hij bijdroeg aan de verscherping van het conflict met het
Westen en de VS. De crisis die hierop volgde was misschien zelfs enigszins
gewenst, aangezien Ahmadinejad daarmee de aandacht af kon leiden van zijn
oorspronkelijke verkiezingsbeloftes. Tegelijkertijd maakte zijn duidelijke
oppositie jegens de VS hem alleen maar populairder in de rest van de
Arabische wereld.

De nucleaire crisis werd zodoende door hem verheven tot kwestie van
nationale trots. Taebi laat ook zien dat de voortdurend wisselende
argumentatie van de VS erop wijst dat het niet gaat om het nucleaire
programma van de Iran maar eigenlijk om een regime-verandering. Er worden
dan ook al plannen gemaakt hoe om te gaan met de verschillende etnische
groeperingen in Iran. De oppositionele groeperingen zouden na een mogelijke
inval door de VS de strijd over moeten nemen. De VS lijken daarbij echter te
vergeten dat het anti-Amerikanisme brede aanhang heeft onder alle lagen van
de Iraanse maatschappij, mede omdat de VS al in 1953 hielpen om de
toenmalige progressieve president van de troon te stoten (ook toen speelden
oliebelangen al een rol).

Op de vraag of de Moedjaheddin spioneren voor de VS antwoordt Taebi dat
informatievoorziening waarschijnlijk niet het grootste probleem is van de
VS. Wat veel erger zou kunnen uitpakken is als de Moedjaheddins meevechten
in een mogelijke oorlog tegen de Iran. Hierna barst een korte discussie los
over de vraag wie men zou moeten steunen in Iran vanuit Europa. Taebi stelt
dat er oppositiegroepen genoeg zijn waarmee men samen zou kunnen werken
(zoals studenten en de vrouwenbeweging). Het probleem is echter dat de VS
elke mislukte poging tot samenwerking zal gebruiken om een oorlog te
rechtvaardigen. Phyllis Bennis merkt in dit verband op dat een oppositie
tegen een mogelijke oorlog in Iran in het belang van de hele wereld zou zijn
en je die oppositie niet gelijk moet koppelen aan het steunen van een
bepaalde groep in Iran.

De vredesbeweging moet zich met haar alliantiepolitiek zo breed mogelijk
opstellen en niet proberen om het over alles eens te worden met haar
bondgenoten. Ze doet een appel op onze verantwoordelijkheid als mondiale
burgers. Tenslotte werd nog de vraag opgeworpen of de vredesbeweging
überhaupt wel een rol van betekenis zou kunnen spelen, aangezien dit
conflict lijkt op een spel dat geheel door de VS gecontroleerd wordt. Bennis
antwoord hierop dat hoe meer we de VS isoleren des te minder speelruimte ze
hebben voor een agressieve agenda. Taebi onderstreept dat ook in Nederland
veel gedaan kan worden door de publieke opinie, de media, en daardoor
uiteindelijk de regering te beïnvloeden. Daardoor kan het isolement van de
internationale positie van de VS verder worden uitgebouwd. Een van de
bijdragen uit het publiek wijst ook nog op de rol van de Nederlandse
bijdrage aan de oorlog in Afghanistan. De inzet in Uruzgan heeft mede ten
doel om het Amerikaanse leger aldaar af te lossen, zodat dat zich kan beter
kan richten op een mogelijke aanval op Iran.

Er lag een optie om een vervolgavond te organiseren, ook weer in het
Broeinest-programma, op 3 juli. Hoewel sommige deelnemers aangaven hier wel
oren naar te hebben, besloten we uiteindelijk om dit nog niet snel op die
datum te organiseren, maar beter voorbereid na de zomer te doen.

Aanstaande maandag 26 maart zetten we de lijn voort. Eerst zal Karel
Koster (van Vd/Amok) een update geven van de ontwikkelingen sinds vorig
jaar juni. Vervolgens vindt er een gesprek plaats met Behnam Taebi, dat
met name zal gaan over de gevolgen van een aanval/oorlog voor de bewoners
in Iran zelf en hun politieke mogelijkheden. En we willen eindigen met een
debat over wat een vredesbeweging of anti-oorlogsbeweging zou kunnen
ondernemen. De rituele massademonstraties helpen immers weinig. Zijn er
misschien andere manieren om verzet te organiseren en protest te tonen?

Dit alles aanstaande maandag 26 maart vanaf 20.00 uur in het Broeinest,
Plantage Doklaan 10-12 Amsterdam (vlakbij Artis). De deur gaat om 19.30
open
Website: http://www.broeinest.info


 
Oud 28 maart 2007, 20:19   #2
De Joker ©
 
Berichten: n/a
Standaard Re: Iran en de dreiging van een oorlog

B55 wrote:

...
> Belangrijk is, volgens Koster, om een onderscheid te maken tussen het
> vreedzaam gebruik van nucleaire technologie en de verrijking van uranium om
> kernwapens te produceren.


Prcies! Wij gaan toch ook een tweede centrale bij Borselle bouwen?!

> Het verrijkingsproces is onderdeel van beide processen, met dien verstande
> dat een bom een zeer hoge verrijkingsgraad vergt.


Onze ultra-centrifuges in Almelo zijn ook nooit voor iets anders dan
vreedzaam gebruik ingezet? Koster heeft gewoon gelijk! Kerncentrales
zijn hele nuttige voorzieningen, daar moeten de media niet over zeuren.

> Website: http://www.broeinest.info


Nu je erover begint, voor een broedreactor heb je trouwens wel een
wat hogere verrijking nodig...

(J)

 
 



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:32.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be