Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 26 februari 2004
Berichten: 18.625
|
Een interessante analyse van de raadsels en paradoxen in onze geschiedenis aan de hand van de archeologische vondsten en de wetenschap.
Citaat:
maandag, 18 juli 2005
Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld Deel 2
In het eerste deel van dit artikel, dat u hier op deze site kunt vinden, heb ik laten zien dat er in het dogma over de oorsprong van de Amerikaanse bewoners enkele flinke scheuren zitten. Zo zagen we hoe DNA onderzoek aantoonde dat bij een deel van de oorspronkelijke bewoners in de genen sporen van Europese oorsprong werden gevonden. Men bleek in staat om deze sporen tot minimaal 9000 jaar gelden terug te voeren. Archeologische vondsten van nederzettingen in Zuid-Peru wijzen erop dat men daar, meer dan 13.000 jaar geleden, een gedegen nautische kennis moet hebben gehad. In dit deel verlaten we de nog relatieve veilige binnenkant van de uiterste grenzen van de wetenschap en steken we definitief de grens over. Vanuit de grenswetenschap gaan we op zoek naar het antwoord op de vraag hoe het kon dat er kennelijk duizenden jaren geleden uitwisseling plaats kon vinden tussen Europa en Amerika. En waarom. In dit stuk zal ik een paar prikkelende theorieën naar voren schuiven.
Intro: oude kennis en oude kaarten..
In 1929 werd in Istanbul, Turkije, een oude zeekaart herontdekt. Het was een kaart van admiraal Piri Reis Ibn Haji Mehmed (1470-1554). Op deze wonderlijke kaart die in het jaar 1513 opgetekend werd 'op basis van 20 verschillende kaarten', zoals Piri Reis zelf aangaf en waarvan de oudste dateerde uit de tijd van Alexander de Grote. De Piri Reis-kaart toont de kusten van Frankrijk, Spanje en West-Afrika met ongelooflijke precisie, voorts Midden- en Zuid-Amerika, inclusief het Andesgebergte, dat pas in 1530 door Francisco Pizarro werd ontdekt. Het bijzonderste is wel dat beneden Vuurland naar de Zuidpool (Antartica) een landbrug is getekend, die eveneens buitengewoon gedetailleerd is. De kaart toont namelijk de precieze details van de sinds 11.000 jaar onder 'eeuwig' ijs bedolven noordkust van Antartica, waaronder de landbrug die inderdaad voor de IJstijd bestond.
In 1956 kwam de kaart voor nader onderzoek in handen van M.J. Walters, officier bij de hydrografische dienst van de Amerikaanse marine. Hij onderzocht de kaart en kwam tot inzicht dat de kaart gebaseerd moest zijn op informatie die wel duizenden jaren terug ging. Die opmerkelijke conclusie bereikte ook Charles Hapgood, professor verbonden aan het Keene State College van New Hampshire. Hapgood besloot de kaart verder te bestuderen. Uit dit onderzoek kwam onder andere naar voren dat een deel van de kustlijn van Antartica exact was weergeven zoals die eruit gezien moest hebben zonder ijskap. Buiten dat die kustdelen van Antartica pas in 1818 formeel werden ontdekt was het ijsvrij zijn daarvan voor het laatst enkele duizenden jaren voor Christus. Maar ook de correcte afstand tussen Zuid-Amerika en Antartica stond op de kaart weergegeven. De sensatie en verwarring was helemaal kompleet toen werd vastgesteld dat de makers van de kaart, of voorlopers daarvan, zich bediend hadden van correcte lengtegraden. Lengtegraden kon men pas na 1800 met behulp van mechanische middelen exact bepalen. Hier kunt u meer over Hapgood en de oude zeekaarten lezen>.
In grenswetenschappelijke kringen wordt vaak het bestaan van technologische vergevorderde vorige of verloren geraakte beschavingen bepleit. Buiten de mythologische verhalen over bijvoorbeeld Atlantis worden er telkens weer vondsten gedaan die dat beeld versterken. Bijvoorbeeld in maart 1998 ontdekten archeologen in Rome bij de ruïne van de villa van keizer Nero (Domus Aurea) een 2000 jaar oude fresco waarop het eerste grote stadsplan uit de oudheid op staat afgebeeld. Opvallend is dat het stadsplan nadrukkelijk niet Rome uitbeeld. Volgens leidinggevend archeoloog Eugenio La Rocca lijkt het nog het meest op Londen, maar is het niet. Grote gebouwen weerspiegelen zich in het water en er zijn stadsmuren, bruggen en theaters te herkennen. Maar het vreemdste is misschien wel het feit dat de afgebeelde stad vanuit vogelperspectief is weergegeven, alsof de tekenaar boven de stadstoren zweefde. De grote vraag is of de kunstenaar een overmaat aan fantasie aan architectonische vaardigheden heeft gekoppeld of dat het een getrouwe kopie is van een nog veel ouder stadsplan dat al bestond?
Maar wie denkt dat de fresco bijzonder is zal helemaal verbluft staan bij de kaart die men vond in het graf van de Chinese aristocraat Ma Wang Dui (150 v.Chr.) De kaart, die dus meer dan 2000 jaar oud is, toont het gebied van Doaxin (provincie Hunan), de Xiao rivier en de omgeving van Nanhai (provincie Guangdong). De kaart is topografisch gezien helemaal correct en op een exacte schaal van 1:180.000. Maar het meest tot de fantasie sprekend is misschien wel de uitspraak van professor Wang Shiping van het historisch museum te Xian. Professor Shiping zei in 1996 over de kaart het volgende;”Als het niet zo ongeloofwaardig zou klinken zou men moeten aannemen dat een satellietbeeld als voorbeeld voor deze kaart gediend moet hebben. Stel je voor, een opname gemaakt vanuit de ruimte door een vreemde satelliet duizenden jaren geleden”.
Maar ik dwaal af. Het moge in ieder geval duidelijk zijn dat men in oeroude tijden kennelijk goed wisten te scoren voor aardrijkskunde en dat hun wereldbeeld niet beperkt was. Maar als dat zo zou zijn welke sporen wijzen dan nog meer die richting op? Misschien kan de bijzondere visie van drs. Reinoud de Jonge nieuw licht op de materie doen schijnen.
De stenen spreken.
Een paar jaar geleden bezocht ik een symposium van het Frontier Science Foundation te Amsterdam en met name één spreker wist mijn aandacht te vangen. Het was drs. Reinoud de Jonge, opgeleid tot chemicus en autodidactisch archeoloog. De bescheiden ogende man had een compleet nieuwe visie ontwikkeld op de tekens en inscripties die waren achter gebleven op Europese megalithische bouwwerken zoals Stonehenge. Deze bouwwerken zijn allemaal opgericht gedurende een periode van minimaal 7000 tot 3500 jaar geleden en je kan ze overal langs de Europese kuststreken vinden. Van Noord Afrika via Portugal langs Frankrijk over Engeland en Nederland omhoog naar Scandinavië. Soms gaat om een enkele Menhir, je weet wel zo een steen waar stripfiguur Obelix mee rond placht te zeulen, tot complete tempels zoals op Scara Brae en in Newgrange in Ierland. Zie ook hier op deze site.
Archeologen schrijven de megalithische bouwwerken toe aan de volkjes die sporen van hun cultuur in de directe omgeving hebben achtergelaten. Zo neemt men aan dat onze eigen hunebedden zijn opgericht door het trechterbekervolk, verwijzend naar de typische trechtervormige bekers die men in de omgeving vond, en Skara Brae en Newgrange wordt toegeschreven aan de Grooved Ware people, inderdaad, naar het gegroefde aardewerk dat daar werd gevonden. Onderzoek naar de bouwwerken toont aan dat de meeste precies zijn gericht op de zomer of winter zonnewende of zelfs een oriëntatie hebben op de omloop van de planeet Venus. Maar buiten dat; op veel van de megalithische bouwwerken zijn inscripties te zien. Golvende lijnen, spiralen en rechte lijnen. En natuurlijk bestaan er over de betekenis van die inscripties vele interpretaties. De klassieke archeologie ging er aanvankelijk vanuit dat het om primitieve decoraties ging. Later kwamen er andere ideeën uiteenlopend van sterrenkaarten tot occulte formules. De interpretatie die Reinoud de Jonge aan de inscripties geeft wijkt daar flink van af en is in ieder geval verbluffend.
( Megalieten )
De visie van De Jonge.
In een Frontier Magazine uit 2001 komt de Jonge uitgebreid aan het woord en om zijn visie te verduidelijken zei hij over de inscripties het volgende;” het meest kenmerkende monument uit de Megalithische periode is het ‘ganggraf’.Een kerk heeft in onze cultuur altijd centraal gestaan. Misschien dat je alleen daarom al kunt speculeren dat de ganggraven een combinatie van (voor-christelijke) kerken en kerkhoven waren. Een wezenlijk kenmerk van de al die ganggraven is dat de belangrijkste grafkamers daarin altijd op het westen gericht zijn, terwijl de ingang op het oosten ligt. Bovendien zijn al deze monumenten te vinden langs de kust van West Europa en West Afrika. Daaruit kan volgens mij geconcludeerd worden dat het eigenlijk gaat om een soort zendingskerken ter verspreiding van het geloof van de bouwers van de monumenten”.
(Zendingskerken of niet de megalietenbouwers waren gek op bouwen, alleen al in Groot Brittannië zijn er meer dan 40.000 geregistreerde megalithische bouwwerken. FsC)
Fig.1. Gestileerde tekening in rode oker op een menhir van Sallas, Orense, Noord Portugal, ca. 2300 v. Chr. Bovenaan de Zuidelijke oversteek van de Atlantische oceaan (met wind en stroming in de rug) vanaf de westkust van Afrika (Kaap Verdische Eilanden, rechts) naar de noordoost punt van Zuid-Amerika, links). De verticale lijn halverwege wijst naar de magnetische noordpool (ca.10 NNW), omdat men op het kompas vaart. De golflijn laat zien dat het water nu helemaal bekend is tot de overkant van de oceaan (links), wat maar 10 ‘breedtegraden’(=1111 km) naar het westen is.
“Wil men een geloof verspreiden, dan dient gereisd te worden en daarbij is geografische kennis onontbeerlijk. Naast religie moet geografie dus bij deze monumenten een belangrijke rol spelen. En beide zaken vindt men inderdaad terug in de monumenten. Zo valt bij bestudering ven elk groot megalithisch monument het getal 23 op. Dat getal komt op verschillende manieren terug: 23 stenen, 23 inscripties, hoeken van 23 graden, enz. Iets anders dat bij de monumenten opvalt is hun schijnbare oriëntatie op de opkomst van de midzomer- en midwinterzon. Zo staat de midzomerzon boven de kreeftskeerkring, die op 23 graden noorderbreedte ligt. Deze combinatie lijkt te duidden op het bestaan van een monotheistische zonnegodsdienst. De extreme positie van de zon op de kreeftskeerkring (23 graden) is in deze oude cultuur een symbool te vergelijken met een symbool zoals het kruis waaraan Christus stierf. Bovendien, en dat is zeer frappant, lijkt het erop dat de bouwers van de monumenten zich bewust waren van de breedtegraad waarop ze zich bevonden. Ook dat verwerkten ze in de monumenten.
Fig.2. Inscriptie op een menhir van Pola de Alanda, noordwest Spanje, ca.2100 v.Chr. We kijken langs het oppervlak van de steen vanaf het Iberisch Schiereiland naar het westen. Het is de noordelijke oversteek (met wind en stroming in de rug) vanaf Amerika naar Europa. De halve rondjes zijn eilanden. De Azoren midden op de oceaan bestaan uit de 2 eilanden van de oost Azoren (rechts), de 5 eilanden van de centrale Azoren (linksonder), en de 2 eilanden van de wast Azoren (boven). Ook zien we de 2 eilanden van Madeira (midden, enkele lijn), en Bermuda (boven , enkele lijn). De open uiteinden betekenen: “het land loopt door!”, niet het land van de eilanden, maar van de continenten natuurlijk. Het aantal lijnen geeft de afstanden:
Bermuda is 1AL vanaf de Bahamas en de Amerikaanse kust, de west Azoren zijn 3AL vanaf Bermuda, Madeira is 1AL vanaf de Azoren, en Iberië is ongeveer 2AL vanf de Azoren. (1AL = 1 afstandslijn = 10 “breedtegraden” = 1111 km). Rechtsonder de kust van NW Spanje met de 6 zee-inhammen. De meest zuidelijke is de monding van de rivier de Minho (met stip), dicht bij de plaats waar deze menhir staat.
Het blijkt volgens De Jonge steeds weer dat elk monument een verhaal met een begin en een eind is: “Het verhaal gaat over ontdekkingsreizen en de resultaten ervan wordt met behulp van getallen verteld”.
De Jonge, gek of genie?
Toen De Jonge zijn bevindingen voor het eerst in 1993 publiceerde in het blad Bres kwamen ook de contacten met gevestigde archeologen. Wat niet wil zeggen dat men zich kon vinden in de theorieën van De Jonge. Integendeel, men bleek nauwelijks geïnteresseerd. Er was zelfs een hoogleraar archeologie die De Jonge belde en zei: “meneer De Jonge, u hebt geen idee hoe primitief deze mensen waren!” Toch stond De Jonge niet alleen en een andere hoogleraar archeologie, de heer IJzerneef, nam wel de moeite om zich te verdiepen in het materiaal dat De Jonge had verzameld. Er ontstond een innige samenwerking tussen De Jonge en IJzerneef waarbij ze een reconstructie van de ontdekkingsreizen konden maken en een verfijning van de interpretaties van de vreemde tekens op megalithische bouwwerken. Uiteindelijk verscheen er in 1996 een boek van beide heren over het onderwerp (De stenen spreken. Het geheimschrift van de megalieten ontcijfert. Jhr.Drs. Reinoud de Jonge en Prof.Dr. Gerard IJzerneef, Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen 1996). Ondanks de steun van IJzerneef hoor je nog niemand binnen de archeologie over de ontdekkingen. Wat op zich geheel in de lijn der verwachting lag, het was immers IJzerneef die bij de presentatie van het boek zei: “het kan nog zeker wel10 jaar duren voordat onze ideeën een ingang in de archeologie vinden’.
De reconstructie.
Op basis van de bevindingen van De Jonge en IJzerneef is volgens de megalieten onze wereld in deze volgorde ontdekt;
5500 v.Chr.: ontdekking Canarische Eilanden
4500 v.Chr.: ontdekking Kaap Verdische Eilanden
4100 v.Chr.: ontdekking Madeira en Rockall (piepklein verzonken eilandje ten westen van Schotland.)
3600 v.Chr.: ontdekking Azoren
3400 v.Chr.: ontdekking Färoër en Ijsland
3300 v.Chr.: ontdekking Groenland
3200 v.Chr.: ontdekking Kaap Farvel
2900 v.Chr.: ontdekking eilandjes Ascension en St. Helena in de Zuidelijke Oceaan.
2800 v.Chr.: ontdekking Madagascar
2700 v.Chr.: ontdekking Australië
2600 v.Chr.: ontdekking Amerika.
Van deze laatste drie tochten is het volgens het duo aannemelijk dat die zijn uitgevoerd door de oude Egyptenaren al dan niet met behulp van de megalietenbouwers.
Het gat in de tijd.
De oplettende lezer had het al gezien. De vroegste sporen van Europeanen in Amerika zijn beslist veel ouder dan 9000 jaar geleden terwijl de megalietenbouwers ‘zeggen’ pas 4600 jaar geleden daar voet aan wal gezet te hebben. Ik heb er geen pasklaar antwoord op. Misschien ontbreken er stenen met inscripties of misschien hadden de megalietenbouwers hun informatie wel weer van een nog vroegere beschaving. Hoe dan ook op basis van dit en het vorige deel wordt het steeds meer aannemelijk dat Europees Amerikaanse uitwisseling al duizenden jaren vroeger plaats vond dan men denkt.
Daar waar De Jonge uitgaat van zendingsdrang van de megalietenbouwers om hun religie te verspreiden, zijn er anderen die een heel andere motivatie zien. Handel. Was botte commercie de reden om in de oudheid de oceanen te trotseren? We zullen het zien in deel 3 van Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld?
Samenstelling, vertaling en commentaar FsC.
Bronnen:
Fresco Rome (Eng)
Kaart Ma Wang. Mystica. Fiebag, Gruber en Holbe isbn 3 8289 0804 7 (blz.823)
Reinoud de Jonge, Frontier Magazine 11/12-2001, artikel: Megalietenbouwers als ontdekkingsreizigers, auteur N. Brummelman.
Grooved Ware people/Scara Brae (NL)
Smithsonian Kennewick man (Eng)
http://66.249.93.104/search?q=cache:...+amerika&hl=nl
|
Boeiend, jammer dat de afbeeldingen niet mee te 'pasten' zijn. Maar jullie kunnen altijd even kijken op de website.[edit]
[size=1] Edit:[/size] [size=1]After edit by Groentje-18 on 02-08-2005 at 19:49
Reason:
--------------------------------
Een interessante analyse van de raadsels en paradoxen in onze geschiedenis aan de hand van de archeologische vondsten en de wetenschap.
Citaat:
maandag, 18 juli 2005
Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld Deel 2
In het eerste deel van dit artikel, dat u hier op deze site kunt vinden, heb ik laten zien dat er in het dogma over de oorsprong van de Amerikaanse bewoners enkele flinke scheuren zitten. Zo zagen we hoe DNA onderzoek aantoonde dat bij een deel van de oorspronkelijke bewoners in de genen sporen van Europese oorsprong werden gevonden. Men bleek in staat om deze sporen tot minimaal 9000 jaar gelden terug te voeren. Archeologische vondsten van nederzettingen in Zuid-Peru wijzen erop dat men daar, meer dan 13.000 jaar geleden, een gedegen nautische kennis moet hebben gehad. In dit deel verlaten we de nog relatieve veilige binnenkant van de uiterste grenzen van de wetenschap en steken we definitief de grens over. Vanuit de grenswetenschap gaan we op zoek naar het antwoord op de vraag hoe het kon dat er kennelijk duizenden jaren geleden uitwisseling plaats kon vinden tussen Europa en Amerika. En waarom. In dit stuk zal ik een paar prikkelende theorieën naar voren schuiven.
Intro: oude kennis en oude kaarten..
In 1929 werd in Istanbul, Turkije, een oude zeekaart herontdekt. Het was een kaart van admiraal Piri Reis Ibn Haji Mehmed (1470-1554). Op deze wonderlijke kaart die in het jaar 1513 opgetekend werd 'op basis van 20 verschillende kaarten', zoals Piri Reis zelf aangaf en waarvan de oudste dateerde uit de tijd van Alexander de Grote. De Piri Reis-kaart toont de kusten van Frankrijk, Spanje en West-Afrika met ongelooflijke precisie, voorts Midden- en Zuid-Amerika, inclusief het Andesgebergte, dat pas in 1530 door Francisco Pizarro werd ontdekt. Het bijzonderste is wel dat beneden Vuurland naar de Zuidpool (Antartica) een landbrug is getekend, die eveneens buitengewoon gedetailleerd is. De kaart toont namelijk de precieze details van de sinds 11.000 jaar onder 'eeuwig' ijs bedolven noordkust van Antartica, waaronder de landbrug die inderdaad voor de IJstijd bestond.
In 1956 kwam de kaart voor nader onderzoek in handen van M.J. Walters, officier bij de hydrografische dienst van de Amerikaanse marine. Hij onderzocht de kaart en kwam tot inzicht dat de kaart gebaseerd moest zijn op informatie die wel duizenden jaren terug ging. Die opmerkelijke conclusie bereikte ook Charles Hapgood, professor verbonden aan het Keene State College van New Hampshire. Hapgood besloot de kaart verder te bestuderen. Uit dit onderzoek kwam onder andere naar voren dat een deel van de kustlijn van Antartica exact was weergeven zoals die eruit gezien moest hebben zonder ijskap. Buiten dat die kustdelen van Antartica pas in 1818 formeel werden ontdekt was het ijsvrij zijn daarvan voor het laatst enkele duizenden jaren voor Christus. Maar ook de correcte afstand tussen Zuid-Amerika en Antartica stond op de kaart weergegeven. De sensatie en verwarring was helemaal kompleet toen werd vastgesteld dat de makers van de kaart, of voorlopers daarvan, zich bediend hadden van correcte lengtegraden. Lengtegraden kon men pas na 1800 met behulp van mechanische middelen exact bepalen. Hier kunt u meer over Hapgood en de oude zeekaarten lezen>.
In grenswetenschappelijke kringen wordt vaak het bestaan van technologische vergevorderde vorige of verloren geraakte beschavingen bepleit. Buiten de mythologische verhalen over bijvoorbeeld Atlantis worden er telkens weer vondsten gedaan die dat beeld versterken. Bijvoorbeeld in maart 1998 ontdekten archeologen in Rome bij de ruïne van de villa van keizer Nero (Domus Aurea) een 2000 jaar oude fresco waarop het eerste grote stadsplan uit de oudheid op staat afgebeeld. Opvallend is dat het stadsplan nadrukkelijk niet Rome uitbeeld. Volgens leidinggevend archeoloog Eugenio La Rocca lijkt het nog het meest op Londen, maar is het niet. Grote gebouwen weerspiegelen zich in het water en er zijn stadsmuren, bruggen en theaters te herkennen. Maar het vreemdste is misschien wel het feit dat de afgebeelde stad vanuit vogelperspectief is weergegeven, alsof de tekenaar boven de stadstoren zweefde. De grote vraag is of de kunstenaar een overmaat aan fantasie aan architectonische vaardigheden heeft gekoppeld of dat het een getrouwe kopie is van een nog veel ouder stadsplan dat al bestond?
Maar wie denkt dat de fresco bijzonder is zal helemaal verbluft staan bij de kaart die men vond in het graf van de Chinese aristocraat Ma Wang Dui (150 v.Chr.) De kaart, die dus meer dan 2000 jaar oud is, toont het gebied van Doaxin (provincie Hunan), de Xiao rivier en de omgeving van Nanhai (provincie Guangdong). De kaart is topografisch gezien helemaal correct en op een exacte schaal van 1:180.000. Maar het meest tot de fantasie sprekend is misschien wel de uitspraak van professor Wang Shiping van het historisch museum te Xian. Professor Shiping zei in 1996 over de kaart het volgende;”Als het niet zo ongeloofwaardig zou klinken zou men moeten aannemen dat een satellietbeeld als voorbeeld voor deze kaart gediend moet hebben. Stel je voor, een opname gemaakt vanuit de ruimte door een vreemde satelliet duizenden jaren geleden”.
Maar ik dwaal af. Het moge in ieder geval duidelijk zijn dat men in oeroude tijden kennelijk goed wisten te scoren voor aardrijkskunde en dat hun wereldbeeld niet beperkt was. Maar als dat zo zou zijn welke sporen wijzen dan nog meer die richting op? Misschien kan de bijzondere visie van drs. Reinoud de Jonge nieuw licht op de materie doen schijnen.
De stenen spreken.
Een paar jaar geleden bezocht ik een symposium van het Frontier Science Foundation te Amsterdam en met name één spreker wist mijn aandacht te vangen. Het was drs. Reinoud de Jonge, opgeleid tot chemicus en autodidactisch archeoloog. De bescheiden ogende man had een compleet nieuwe visie ontwikkeld op de tekens en inscripties die waren achter gebleven op Europese megalithische bouwwerken zoals Stonehenge. Deze bouwwerken zijn allemaal opgericht gedurende een periode van minimaal 7000 tot 3500 jaar geleden en je kan ze overal langs de Europese kuststreken vinden. Van Noord Afrika via Portugal langs Frankrijk over Engeland en Nederland omhoog naar Scandinavië. Soms gaat om een enkele Menhir, je weet wel zo een steen waar stripfiguur Obelix mee rond placht te zeulen, tot complete tempels zoals op Scara Brae en in Newgrange in Ierland. Zie ook hier op deze site.
Archeologen schrijven de megalithische bouwwerken toe aan de volkjes die sporen van hun cultuur in de directe omgeving hebben achtergelaten. Zo neemt men aan dat onze eigen hunebedden zijn opgericht door het trechterbekervolk, verwijzend naar de typische trechtervormige bekers die men in de omgeving vond, en Skara Brae en Newgrange wordt toegeschreven aan de Grooved Ware people, inderdaad, naar het gegroefde aardewerk dat daar werd gevonden. Onderzoek naar de bouwwerken toont aan dat de meeste precies zijn gericht op de zomer of winter zonnewende of zelfs een oriëntatie hebben op de omloop van de planeet Venus. Maar buiten dat; op veel van de megalithische bouwwerken zijn inscripties te zien. Golvende lijnen, spiralen en rechte lijnen. En natuurlijk bestaan er over de betekenis van die inscripties vele interpretaties. De klassieke archeologie ging er aanvankelijk vanuit dat het om primitieve decoraties ging. Later kwamen er andere ideeën uiteenlopend van sterrenkaarten tot occulte formules. De interpretatie die Reinoud de Jonge aan de inscripties geeft wijkt daar flink van af en is in ieder geval verbluffend.
( Megalieten )
De visie van De Jonge.
In een Frontier Magazine uit 2001 komt de Jonge uitgebreid aan het woord en om zijn visie te verduidelijken zei hij over de inscripties het volgende;” het meest kenmerkende monument uit de Megalithische periode is het ‘ganggraf’.Een kerk heeft in onze cultuur altijd centraal gestaan. Misschien dat je alleen daarom al kunt speculeren dat de ganggraven een combinatie van (voor-christelijke) kerken en kerkhoven waren. Een wezenlijk kenmerk van de al die ganggraven is dat de belangrijkste grafkamers daarin altijd op het westen gericht zijn, terwijl de ingang op het oosten ligt. Bovendien zijn al deze monumenten te vinden langs de kust van West Europa en West Afrika. Daaruit kan volgens mij geconcludeerd worden dat het eigenlijk gaat om een soort zendingskerken ter verspreiding van het geloof van de bouwers van de monumenten”.
(Zendingskerken of niet de megalietenbouwers waren gek op bouwen, alleen al in Groot Brittannië zijn er meer dan 40.000 geregistreerde megalithische bouwwerken. FsC)
Fig.1. Gestileerde tekening in rode oker op een menhir van Sallas, Orense, Noord Portugal, ca. 2300 v. Chr. Bovenaan de Zuidelijke oversteek van de Atlantische oceaan (met wind en stroming in de rug) vanaf de westkust van Afrika (Kaap Verdische Eilanden, rechts) naar de noordoost punt van Zuid-Amerika, links). De verticale lijn halverwege wijst naar de magnetische noordpool (ca.10 NNW), omdat men op het kompas vaart. De golflijn laat zien dat het water nu helemaal bekend is tot de overkant van de oceaan (links), wat maar 10 ‘breedtegraden’(=1111 km) naar het westen is.
“Wil men een geloof verspreiden, dan dient gereisd te worden en daarbij is geografische kennis onontbeerlijk. Naast religie moet geografie dus bij deze monumenten een belangrijke rol spelen. En beide zaken vindt men inderdaad terug in de monumenten. Zo valt bij bestudering ven elk groot megalithisch monument het getal 23 op. Dat getal komt op verschillende manieren terug: 23 stenen, 23 inscripties, hoeken van 23 graden, enz. Iets anders dat bij de monumenten opvalt is hun schijnbare oriëntatie op de opkomst van de midzomer- en midwinterzon. Zo staat de midzomerzon boven de kreeftskeerkring, die op 23 graden noorderbreedte ligt. Deze combinatie lijkt te duidden op het bestaan van een monotheistische zonnegodsdienst. De extreme positie van de zon op de kreeftskeerkring (23 graden) is in deze oude cultuur een symbool te vergelijken met een symbool zoals het kruis waaraan Christus stierf. Bovendien, en dat is zeer frappant, lijkt het erop dat de bouwers van de monumenten zich bewust waren van de breedtegraad waarop ze zich bevonden. Ook dat verwerkten ze in de monumenten.
Fig.2. Inscriptie op een menhir van Pola de Alanda, noordwest Spanje, ca.2100 v.Chr. We kijken langs het oppervlak van de steen vanaf het Iberisch Schiereiland naar het westen. Het is de noordelijke oversteek (met wind en stroming in de rug) vanaf Amerika naar Europa. De halve rondjes zijn eilanden. De Azoren midden op de oceaan bestaan uit de 2 eilanden van de oost Azoren (rechts), de 5 eilanden van de centrale Azoren (linksonder), en de 2 eilanden van de wast Azoren (boven). Ook zien we de 2 eilanden van Madeira (midden, enkele lijn), en Bermuda (boven , enkele lijn). De open uiteinden betekenen: “het land loopt door!”, niet het land van de eilanden, maar van de continenten natuurlijk. Het aantal lijnen geeft de afstanden:
Bermuda is 1AL vanaf de Bahamas en de Amerikaanse kust, de west Azoren zijn 3AL vanaf Bermuda, Madeira is 1AL vanaf de Azoren, en Iberië is ongeveer 2AL vanf de Azoren. (1AL = 1 afstandslijn = 10 “breedtegraden” = 1111 km). Rechtsonder de kust van NW Spanje met de 6 zee-inhammen. De meest zuidelijke is de monding van de rivier de Minho (met stip), dicht bij de plaats waar deze menhir staat.
Het blijkt volgens De Jonge steeds weer dat elk monument een verhaal met een begin en een eind is: “Het verhaal gaat over ontdekkingsreizen en de resultaten ervan wordt met behulp van getallen verteld”.
De Jonge, gek of genie?
Toen De Jonge zijn bevindingen voor het eerst in 1993 publiceerde in het blad Bres kwamen ook de contacten met gevestigde archeologen. Wat niet wil zeggen dat men zich kon vinden in de theorieën van De Jonge. Integendeel, men bleek nauwelijks geïnteresseerd. Er was zelfs een hoogleraar archeologie die De Jonge belde en zei: “meneer De Jonge, u hebt geen idee hoe primitief deze mensen waren!” Toch stond De Jonge niet alleen en een andere hoogleraar archeologie, de heer IJzerneef, nam wel de moeite om zich te verdiepen in het materiaal dat De Jonge had verzameld. Er ontstond een innige samenwerking tussen De Jonge en IJzerneef waarbij ze een reconstructie van de ontdekkingsreizen konden maken en een verfijning van de interpretaties van de vreemde tekens op megalithische bouwwerken. Uiteindelijk verscheen er in 1996 een boek van beide heren over het onderwerp (De stenen spreken. Het geheimschrift van de megalieten ontcijfert. Jhr.Drs. Reinoud de Jonge en Prof.Dr. Gerard IJzerneef, Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen 1996). Ondanks de steun van IJzerneef hoor je nog niemand binnen de archeologie over de ontdekkingen. Wat op zich geheel in de lijn der verwachting lag, het was immers IJzerneef die bij de presentatie van het boek zei: “het kan nog zeker wel10 jaar duren voordat onze ideeën een ingang in de archeologie vinden’.
De reconstructie.
Op basis van de bevindingen van De Jonge en IJzerneef is volgens de megalieten onze wereld in deze volgorde ontdekt;
5500 v.Chr.: ontdekking Canarische Eilanden
4500 v.Chr.: ontdekking Kaap Verdische Eilanden
4100 v.Chr.: ontdekking Madeira en Rockall (piepklein verzonken eilandje ten westen van Schotland.)
3600 v.Chr.: ontdekking Azoren
3400 v.Chr.: ontdekking Färoër en Ijsland
3300 v.Chr.: ontdekking Groenland
3200 v.Chr.: ontdekking Kaap Farvel
2900 v.Chr.: ontdekking eilandjes Ascension en St. Helena in de Zuidelijke Oceaan.
2800 v.Chr.: ontdekking Madagascar
2700 v.Chr.: ontdekking Australië
2600 v.Chr.: ontdekking Amerika.
Van deze laatste drie tochten is het volgens het duo aannemelijk dat die zijn uitgevoerd door de oude Egyptenaren al dan niet met behulp van de megalietenbouwers.
Het gat in de tijd.
De oplettende lezer had het al gezien. De vroegste sporen van Europeanen in Amerika zijn beslist veel ouder dan 9000 jaar geleden terwijl de megalietenbouwers ‘zeggen’ pas 4600 jaar geleden daar voet aan wal gezet te hebben. Ik heb er geen pasklaar antwoord op. Misschien ontbreken er stenen met inscripties of misschien hadden de megalietenbouwers hun informatie wel weer van een nog vroegere beschaving. Hoe dan ook op basis van dit en het vorige deel wordt het steeds meer aannemelijk dat Europees Amerikaanse uitwisseling al duizenden jaren vroeger plaats vond dan men denkt.
Daar waar De Jonge uitgaat van zendingsdrang van de megalietenbouwers om hun religie te verspreiden, zijn er anderen die een heel andere motivatie zien. Handel. Was botte commercie de reden om in de oudheid de oceanen te trotseren? We zullen het zien in deel 3 van Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld?
Samenstelling, vertaling en commentaar FsC.
Bronnen:
Fresco Rome (Eng)
Kaart Ma Wang. Mystica. Fiebag, Gruber en Holbe isbn 3 8289 0804 7 (blz.823)
Reinoud de Jonge, Frontier Magazine 11/12-2001, artikel: Megalietenbouwers als ontdekkingsreizigers, auteur N. Brummelman.
Grooved Ware people/Scara Brae (NL)
Smithsonian Kennewick man (Eng)
http://66.249.93.104/search?q=cache:...+amerika&hl=nl
|
Boeiend, jammer dat de afbeeldingen niet mee te 'pasten' zijn. Maar jullie kunnen altijd even kijken op de website.[/size] |
[size=1]Before any edits, post was:
--------------------------------
Citaat:
maandag, 18 juli 2005
Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld Deel 2
In het eerste deel van dit artikel, dat u hier op deze site kunt vinden, heb ik laten zien dat er in het dogma over de oorsprong van de Amerikaanse bewoners enkele flinke scheuren zitten. Zo zagen we hoe DNA onderzoek aantoonde dat bij een deel van de oorspronkelijke bewoners in de genen sporen van Europese oorsprong werden gevonden. Men bleek in staat om deze sporen tot minimaal 9000 jaar gelden terug te voeren. Archeologische vondsten van nederzettingen in Zuid-Peru wijzen erop dat men daar, meer dan 13.000 jaar geleden, een gedegen nautische kennis moet hebben gehad. In dit deel verlaten we de nog relatieve veilige binnenkant van de uiterste grenzen van de wetenschap en steken we definitief de grens over. Vanuit de grenswetenschap gaan we op zoek naar het antwoord op de vraag hoe het kon dat er kennelijk duizenden jaren geleden uitwisseling plaats kon vinden tussen Europa en Amerika. En waarom. In dit stuk zal ik een paar prikkelende theorieën naar voren schuiven.
Intro: oude kennis en oude kaarten..
In 1929 werd in Istanbul, Turkije, een oude zeekaart herontdekt. Het was een kaart van admiraal Piri Reis Ibn Haji Mehmed (1470-1554). Op deze wonderlijke kaart die in het jaar 1513 opgetekend werd 'op basis van 20 verschillende kaarten', zoals Piri Reis zelf aangaf en waarvan de oudste dateerde uit de tijd van Alexander de Grote. De Piri Reis-kaart toont de kusten van Frankrijk, Spanje en West-Afrika met ongelooflijke precisie, voorts Midden- en Zuid-Amerika, inclusief het Andesgebergte, dat pas in 1530 door Francisco Pizarro werd ontdekt. Het bijzonderste is wel dat beneden Vuurland naar de Zuidpool (Antartica) een landbrug is getekend, die eveneens buitengewoon gedetailleerd is. De kaart toont namelijk de precieze details van de sinds 11.000 jaar onder 'eeuwig' ijs bedolven noordkust van Antartica, waaronder de landbrug die inderdaad voor de IJstijd bestond.
In 1956 kwam de kaart voor nader onderzoek in handen van M.J. Walters, officier bij de hydrografische dienst van de Amerikaanse marine. Hij onderzocht de kaart en kwam tot inzicht dat de kaart gebaseerd moest zijn op informatie die wel duizenden jaren terug ging. Die opmerkelijke conclusie bereikte ook Charles Hapgood, professor verbonden aan het Keene State College van New Hampshire. Hapgood besloot de kaart verder te bestuderen. Uit dit onderzoek kwam onder andere naar voren dat een deel van de kustlijn van Antartica exact was weergeven zoals die eruit gezien moest hebben zonder ijskap. Buiten dat die kustdelen van Antartica pas in 1818 formeel werden ontdekt was het ijsvrij zijn daarvan voor het laatst enkele duizenden jaren voor Christus. Maar ook de correcte afstand tussen Zuid-Amerika en Antartica stond op de kaart weergegeven. De sensatie en verwarring was helemaal kompleet toen werd vastgesteld dat de makers van de kaart, of voorlopers daarvan, zich bediend hadden van correcte lengtegraden. Lengtegraden kon men pas na 1800 met behulp van mechanische middelen exact bepalen. Hier kunt u meer over Hapgood en de oude zeekaarten lezen>.
In grenswetenschappelijke kringen wordt vaak het bestaan van technologische vergevorderde vorige of verloren geraakte beschavingen bepleit. Buiten de mythologische verhalen over bijvoorbeeld Atlantis worden er telkens weer vondsten gedaan die dat beeld versterken. Bijvoorbeeld in maart 1998 ontdekten archeologen in Rome bij de ruïne van de villa van keizer Nero (Domus Aurea) een 2000 jaar oude fresco waarop het eerste grote stadsplan uit de oudheid op staat afgebeeld. Opvallend is dat het stadsplan nadrukkelijk niet Rome uitbeeld. Volgens leidinggevend archeoloog Eugenio La Rocca lijkt het nog het meest op Londen, maar is het niet. Grote gebouwen weerspiegelen zich in het water en er zijn stadsmuren, bruggen en theaters te herkennen. Maar het vreemdste is misschien wel het feit dat de afgebeelde stad vanuit vogelperspectief is weergegeven, alsof de tekenaar boven de stadstoren zweefde. De grote vraag is of de kunstenaar een overmaat aan fantasie aan architectonische vaardigheden heeft gekoppeld of dat het een getrouwe kopie is van een nog veel ouder stadsplan dat al bestond?
Maar wie denkt dat de fresco bijzonder is zal helemaal verbluft staan bij de kaart die men vond in het graf van de Chinese aristocraat Ma Wang Dui (150 v.Chr.) De kaart, die dus meer dan 2000 jaar oud is, toont het gebied van Doaxin (provincie Hunan), de Xiao rivier en de omgeving van Nanhai (provincie Guangdong). De kaart is topografisch gezien helemaal correct en op een exacte schaal van 1:180.000. Maar het meest tot de fantasie sprekend is misschien wel de uitspraak van professor Wang Shiping van het historisch museum te Xian. Professor Shiping zei in 1996 over de kaart het volgende;”Als het niet zo ongeloofwaardig zou klinken zou men moeten aannemen dat een satellietbeeld als voorbeeld voor deze kaart gediend moet hebben. Stel je voor, een opname gemaakt vanuit de ruimte door een vreemde satelliet duizenden jaren geleden”.
Maar ik dwaal af. Het moge in ieder geval duidelijk zijn dat men in oeroude tijden kennelijk goed wisten te scoren voor aardrijkskunde en dat hun wereldbeeld niet beperkt was. Maar als dat zo zou zijn welke sporen wijzen dan nog meer die richting op? Misschien kan de bijzondere visie van drs. Reinoud de Jonge nieuw licht op de materie doen schijnen.
De stenen spreken.
Een paar jaar geleden bezocht ik een symposium van het Frontier Science Foundation te Amsterdam en met name één spreker wist mijn aandacht te vangen. Het was drs. Reinoud de Jonge, opgeleid tot chemicus en autodidactisch archeoloog. De bescheiden ogende man had een compleet nieuwe visie ontwikkeld op de tekens en inscripties die waren achter gebleven op Europese megalithische bouwwerken zoals Stonehenge. Deze bouwwerken zijn allemaal opgericht gedurende een periode van minimaal 7000 tot 3500 jaar geleden en je kan ze overal langs de Europese kuststreken vinden. Van Noord Afrika via Portugal langs Frankrijk over Engeland en Nederland omhoog naar Scandinavië. Soms gaat om een enkele Menhir, je weet wel zo een steen waar stripfiguur Obelix mee rond placht te zeulen, tot complete tempels zoals op Scara Brae en in Newgrange in Ierland. Zie ook hier op deze site.
Archeologen schrijven de megalithische bouwwerken toe aan de volkjes die sporen van hun cultuur in de directe omgeving hebben achtergelaten. Zo neemt men aan dat onze eigen hunebedden zijn opgericht door het trechterbekervolk, verwijzend naar de typische trechtervormige bekers die men in de omgeving vond, en Skara Brae en Newgrange wordt toegeschreven aan de Grooved Ware people, inderdaad, naar het gegroefde aardewerk dat daar werd gevonden. Onderzoek naar de bouwwerken toont aan dat de meeste precies zijn gericht op de zomer of winter zonnewende of zelfs een oriëntatie hebben op de omloop van de planeet Venus. Maar buiten dat; op veel van de megalithische bouwwerken zijn inscripties te zien. Golvende lijnen, spiralen en rechte lijnen. En natuurlijk bestaan er over de betekenis van die inscripties vele interpretaties. De klassieke archeologie ging er aanvankelijk vanuit dat het om primitieve decoraties ging. Later kwamen er andere ideeën uiteenlopend van sterrenkaarten tot occulte formules. De interpretatie die Reinoud de Jonge aan de inscripties geeft wijkt daar flink van af en is in ieder geval verbluffend.
( Megalieten )
De visie van De Jonge.
In een Frontier Magazine uit 2001 komt de Jonge uitgebreid aan het woord en om zijn visie te verduidelijken zei hij over de inscripties het volgende;” het meest kenmerkende monument uit de Megalithische periode is het ‘ganggraf’.Een kerk heeft in onze cultuur altijd centraal gestaan. Misschien dat je alleen daarom al kunt speculeren dat de ganggraven een combinatie van (voor-christelijke) kerken en kerkhoven waren. Een wezenlijk kenmerk van de al die ganggraven is dat de belangrijkste grafkamers daarin altijd op het westen gericht zijn, terwijl de ingang op het oosten ligt. Bovendien zijn al deze monumenten te vinden langs de kust van West Europa en West Afrika. Daaruit kan volgens mij geconcludeerd worden dat het eigenlijk gaat om een soort zendingskerken ter verspreiding van het geloof van de bouwers van de monumenten”.
(Zendingskerken of niet de megalietenbouwers waren gek op bouwen, alleen al in Groot Brittannië zijn er meer dan 40.000 geregistreerde megalithische bouwwerken. FsC)
Fig.1. Gestileerde tekening in rode oker op een menhir van Sallas, Orense, Noord Portugal, ca. 2300 v. Chr. Bovenaan de Zuidelijke oversteek van de Atlantische oceaan (met wind en stroming in de rug) vanaf de westkust van Afrika (Kaap Verdische Eilanden, rechts) naar de noordoost punt van Zuid-Amerika, links). De verticale lijn halverwege wijst naar de magnetische noordpool (ca.10 NNW), omdat men op het kompas vaart. De golflijn laat zien dat het water nu helemaal bekend is tot de overkant van de oceaan (links), wat maar 10 ‘breedtegraden’(=1111 km) naar het westen is.
“Wil men een geloof verspreiden, dan dient gereisd te worden en daarbij is geografische kennis onontbeerlijk. Naast religie moet geografie dus bij deze monumenten een belangrijke rol spelen. En beide zaken vindt men inderdaad terug in de monumenten. Zo valt bij bestudering ven elk groot megalithisch monument het getal 23 op. Dat getal komt op verschillende manieren terug: 23 stenen, 23 inscripties, hoeken van 23 graden, enz. Iets anders dat bij de monumenten opvalt is hun schijnbare oriëntatie op de opkomst van de midzomer- en midwinterzon. Zo staat de midzomerzon boven de kreeftskeerkring, die op 23 graden noorderbreedte ligt. Deze combinatie lijkt te duidden op het bestaan van een monotheistische zonnegodsdienst. De extreme positie van de zon op de kreeftskeerkring (23 graden) is in deze oude cultuur een symbool te vergelijken met een symbool zoals het kruis waaraan Christus stierf. Bovendien, en dat is zeer frappant, lijkt het erop dat de bouwers van de monumenten zich bewust waren van de breedtegraad waarop ze zich bevonden. Ook dat verwerkten ze in de monumenten.
Fig.2. Inscriptie op een menhir van Pola de Alanda, noordwest Spanje, ca.2100 v.Chr. We kijken langs het oppervlak van de steen vanaf het Iberisch Schiereiland naar het westen. Het is de noordelijke oversteek (met wind en stroming in de rug) vanaf Amerika naar Europa. De halve rondjes zijn eilanden. De Azoren midden op de oceaan bestaan uit de 2 eilanden van de oost Azoren (rechts), de 5 eilanden van de centrale Azoren (linksonder), en de 2 eilanden van de wast Azoren (boven). Ook zien we de 2 eilanden van Madeira (midden, enkele lijn), en Bermuda (boven , enkele lijn). De open uiteinden betekenen: “het land loopt door!”, niet het land van de eilanden, maar van de continenten natuurlijk. Het aantal lijnen geeft de afstanden:
Bermuda is 1AL vanaf de Bahamas en de Amerikaanse kust, de west Azoren zijn 3AL vanaf Bermuda, Madeira is 1AL vanaf de Azoren, en Iberië is ongeveer 2AL vanf de Azoren. (1AL = 1 afstandslijn = 10 “breedtegraden” = 1111 km). Rechtsonder de kust van NW Spanje met de 6 zee-inhammen. De meest zuidelijke is de monding van de rivier de Minho (met stip), dicht bij de plaats waar deze menhir staat.
Het blijkt volgens De Jonge steeds weer dat elk monument een verhaal met een begin en een eind is: “Het verhaal gaat over ontdekkingsreizen en de resultaten ervan wordt met behulp van getallen verteld”.
De Jonge, gek of genie?
Toen De Jonge zijn bevindingen voor het eerst in 1993 publiceerde in het blad Bres kwamen ook de contacten met gevestigde archeologen. Wat niet wil zeggen dat men zich kon vinden in de theorieën van De Jonge. Integendeel, men bleek nauwelijks geïnteresseerd. Er was zelfs een hoogleraar archeologie die De Jonge belde en zei: “meneer De Jonge, u hebt geen idee hoe primitief deze mensen waren!” Toch stond De Jonge niet alleen en een andere hoogleraar archeologie, de heer IJzerneef, nam wel de moeite om zich te verdiepen in het materiaal dat De Jonge had verzameld. Er ontstond een innige samenwerking tussen De Jonge en IJzerneef waarbij ze een reconstructie van de ontdekkingsreizen konden maken en een verfijning van de interpretaties van de vreemde tekens op megalithische bouwwerken. Uiteindelijk verscheen er in 1996 een boek van beide heren over het onderwerp (De stenen spreken. Het geheimschrift van de megalieten ontcijfert. Jhr.Drs. Reinoud de Jonge en Prof.Dr. Gerard IJzerneef, Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht/Antwerpen 1996). Ondanks de steun van IJzerneef hoor je nog niemand binnen de archeologie over de ontdekkingen. Wat op zich geheel in de lijn der verwachting lag, het was immers IJzerneef die bij de presentatie van het boek zei: “het kan nog zeker wel10 jaar duren voordat onze ideeën een ingang in de archeologie vinden’.
De reconstructie.
Op basis van de bevindingen van De Jonge en IJzerneef is volgens de megalieten onze wereld in deze volgorde ontdekt;
5500 v.Chr.: ontdekking Canarische Eilanden
4500 v.Chr.: ontdekking Kaap Verdische Eilanden
4100 v.Chr.: ontdekking Madeira en Rockall (piepklein verzonken eilandje ten westen van Schotland.)
3600 v.Chr.: ontdekking Azoren
3400 v.Chr.: ontdekking Färoër en Ijsland
3300 v.Chr.: ontdekking Groenland
3200 v.Chr.: ontdekking Kaap Farvel
2900 v.Chr.: ontdekking eilandjes Ascension en St. Helena in de Zuidelijke Oceaan.
2800 v.Chr.: ontdekking Madagascar
2700 v.Chr.: ontdekking Australië
2600 v.Chr.: ontdekking Amerika.
Van deze laatste drie tochten is het volgens het duo aannemelijk dat die zijn uitgevoerd door de oude Egyptenaren al dan niet met behulp van de megalietenbouwers.
Het gat in de tijd.
De oplettende lezer had het al gezien. De vroegste sporen van Europeanen in Amerika zijn beslist veel ouder dan 9000 jaar geleden terwijl de megalietenbouwers ‘zeggen’ pas 4600 jaar geleden daar voet aan wal gezet te hebben. Ik heb er geen pasklaar antwoord op. Misschien ontbreken er stenen met inscripties of misschien hadden de megalietenbouwers hun informatie wel weer van een nog vroegere beschaving. Hoe dan ook op basis van dit en het vorige deel wordt het steeds meer aannemelijk dat Europees Amerikaanse uitwisseling al duizenden jaren vroeger plaats vond dan men denkt.
Daar waar De Jonge uitgaat van zendingsdrang van de megalietenbouwers om hun religie te verspreiden, zijn er anderen die een heel andere motivatie zien. Handel. Was botte commercie de reden om in de oudheid de oceanen te trotseren? We zullen het zien in deel 3 van Hoe nieuw is de Nieuwe Wereld?
Samenstelling, vertaling en commentaar FsC.
Bronnen:
Fresco Rome (Eng)
Kaart Ma Wang. Mystica. Fiebag, Gruber en Holbe isbn 3 8289 0804 7 (blz.823)
Reinoud de Jonge, Frontier Magazine 11/12-2001, artikel: Megalietenbouwers als ontdekkingsreizigers, auteur N. Brummelman.
Grooved Ware people/Scara Brae (NL)
Smithsonian Kennewick man (Eng)
http://66.249.93.104/search?q=cache:...+amerika&hl=nl
|
Boeiend, jammer dat de afbeeldingen niet mee te 'pasten' zijn. Maar jullie kunnen altijd even kijken op de website.[/size] |
[/edit]
__________________
Bedankt!
Laatst gewijzigd door Groentje-18 : 2 augustus 2005 om 18:49.
|