Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 20 augustus 2002
Locatie: Antwerpen, 't Stad van Alleman
Berichten: 18.175
|
[size=6]Op het antwoord van De Knut, onze locale vertegenwoordiger van de haatpartij van Vlaanderen het Vlaams Blok, die beweert dat het 70-puntenprogramma nooit werd opgenomen in het programma, druk ik hier het hele ding af zoals het in het Programma van 1999 stond vermeld.
De Knut heeft mij persoonlijk beloofd om de volgende keer zeker met een andere leugen af te komen.[/size]
- Het 70-punten plan
Het programma van het Vlaams Blok inzake vreemdelingen wil een oplossing van de problemen die belangrijke groepen vreemdelin-gen kunnen veroor-zaken, omdat hun cultuur en gewoonten te zeer afwijken van de onze. Het programma is samen te vatten in drie punten. Illega-len en criminele vreem-delingen uitwij-zen. Politieke vluchte-lin-gen beperken. Voor grote groepen van de gastarbei-ders een terugkeerpoli-tiek ont-wikke-len, menselijk en begeleid, maar kordaat.
Het spreekt vanzelf dat dit uitgangspunt op zich geen antwoord is op de diverse vragen die zich in dit verband stellen. Omdat heel wat tegenstanders het deden voorkomen alsof het Vlaams Blok niets anders te vertellen had dan ‘vreemdelingen buiten’, heeft het Vlaams Blok zijn concrete voorstellen gebundeld in het bekende 70-punten plan.
De bevolking informeren
Het volk heeft het recht geïnformeerd te worden over het vreemdelingenprobleem. Momenteel worden we voortdurend om de tuin geleid met valse cijfers en gegevens of worden de cijfers gewoonweg geheim gehouden. Het Vlaams Blok eist dan ook dat de statistieken in verband met de vreemdelingencriminaliteit worden bekendgemaakt. Bovendien moet er een objectieve kosten/baten-analyse komen van de aanwezigheid van vreemdelingen en moet er een volksraadpleging worden georganiseerd over het immigratieprobleem.
Tevens moet er een parlementaire commissie worden opgericht die zich buigt over dit probleem. Daarnaast moet er een staatssecretariaat voor immigratiezaken in het leven worden geroepen, dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met het organiseren van de begeleide terugkeer.
De bevoegdheden centraliseren
De bevoegdheden omtrent het vreemdelingenbeleid blijven gespreid over meer dan tien verschillende instanties. Deze versnippering van bevoegdheden en het gebrek aan coördinatie leiden tot chaos. Bovendien vloeien jaarlijks tientallen miljoenen aan overheidssubsidies naar verenigingen die de immigratie en het permanent verblijf van vreemdelingen verdedigen. Het Vlaams Blok is van mening dat de belastinggelden beter kunnen besteed worden en eist dan ook dat de subsidiekraan resoluut wordt toegedraaid.
Het Vlaams Blok pleit in deze context nogmaals voor het opdoeken van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.
De eigenheid van ons volk beschermen
De massale toevloed van vreemdelingen en de integratiepolitiek van de overheid zullen volgens ons niet leiden naar een multiculturele maatschappij, maar naar steeds meer etnische conflicten. Indien wij onze eigenheid en onze culturele identiteit willen behouden, dan moeten wij het huidige integratiebeleid een halt toe roepen.
Het Vlaams Blok zal daarom ook strijd blijven voeren tegen het vreemdelingenstemrecht. Het stemrecht moet onverbrekelijk gekoppeld blijven aan de nationaliteit. Niet alleen bij het stemrecht, moet het bezitten van de nationaliteit een absolute voorwaarde blijven. Dit moet ook gelden bij een benoeming in sociale overlegorganen die invloed kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming, en bij een benoeming in de door de overheid samengestelde adviesraden of publiekrechtelijke beheersorganen.
Wij eisen ook een strenge controle op de politieke vreemdelingenorganisaties, omdat vele van deze verenigingen belangen verdedigen die haaks staan op de waarden en de normen die aan de basis liggen van onze samenleving. Dergelijke organisaties kunnen onder geen beding subsidies of andere materiële voordelen van de overheid krijgen.
Tevens dringt zich een streng beleid op ten overstaan van de verschillende aanwezige fundamentalistische organisaties. Groeperingen met een terroristische inslag mogen op ons grondgebied niet langer activiteiten ontplooien.
Het Vlaams Blok is van oordeel dat de erkenning en de daaraan gekoppelde betoelaging van de islamitische eredienst onmiddellijk moet worden ingetrokken, omdat de islamitische godsdienst een anti-Europese en onverdraagzame godsdienst is en daarom onverzoenbaar is met de Europese waarden. Daarbij moeten de door de islamitische godsdienst opgelegde rituele slachtingen verboden worden. De intrekking van de erkenning van de islamitische godsdienst houdt echter geen aantasting in van de godsdienstvrijheid, omdat een niet-erkende godsdienst nog altijd in volle vrijheid kan beleefd worden.
Tevens moet de wildgroei van moskeeën gestopt worden. De inplanting van een moskee in een wijk of gemeente is immers een belangrijke factor van vervreemding en een aanzet tot gettovorming. Deze getto’s verworden tot zones die haast ontoegankelijk zijn voor politie en rijkswacht. Het Vlaams Blok eist dan ook dat in de bestaande getto’s het recht en de orde worden hersteld door middel van een verhoogde politie-aanwezigheid en verscherpte identiteitscontroles.
Het Vlaams Blok eist ook dat de mondialistische en multiculturele indoctrinatie van de Vlaamse jeugd via het onderwijs wordt stopgezet. Bovendien moet het non-discriminatiepact (dat de spreiding beoogt van vreemdelingenkinderen over de onderwijsnetten) en de non-discriminatiecode (die de scholen verplicht zich aan te passen aan de leefcultuur van de vreemdelingen) worden afgeschaft. Zij tasten immers de schoolvrijheid aan en zetten de deur open voor politieke onverdraagzaamheid en indoctrinatie.
Omdat de aanwezigheid van vreemdelingenkinderen in het onderwijs heel wat problemen met zich mee brengt omwille van de cultuurkloof, de ontworteling en de leerachterstand, pleit het Vlaams Blok voor de oprichting van een apart onderwijsnet voor islamitische vreemdelingenkinderen.
Het ‘eigen volk eerst’ -principe toepassen
Via positieve discriminatie probeert de overheid de integratie van de niet-Europese vreemdelingen in de hand te werken. Deze bevoordeling van de vreemdelingen wekt heel wat wrevel op bij de eigen bevolking. Het Vlaams Blok streeft er naar dat het ‘eigen volk eerst’-principe waar mogelijk dient toegepast te worden.
Zo moet de tewerkstelling in het openbaar ambt gereserveerd blijven voor wie over onze nationaliteit beschikt. De politiek van positieve discriminatie van vreemdelingen met betrekking tot de tewerkstelling in het algemeen, moet ophouden. Met een werkloosheidscijfer dat tot de top van Europa behoort, is het niet meer dan normaal dat het eigen volk primeert. Ook wat betreft de sociale huisvesting moet, gezien het grote aantal aanvragen, voorrang gegeven worden aan het eigen volk.
De nationaliteitswetgeving verstrakken
Het Vlaams Blok eist een verstrakking van de sinds 1991 versoepelde nationaliteitswetgeving. Het verkrijgen van de nationaliteit is een voorrecht dat men moet verdienen. De meeste niet-Europese vreemdelingen beschouwen de nationaliteit enkel als een vodje papier met daarop een aantal stempels en handtekeningen, om toegang te krijgen tot een aantal bijkomende faciliteiten.
Het Vlaams Blok wil dat de nationaliteit enkel toegekend wordt aan degene die geboren wordt uit een ouder die reeds over onze nationaliteit beschikt. De mogelijkheden om de nationaliteit te verwerven, zoals die voorzien zijn in de nationaliteitswetgeving sinds 1991, moeten dan ook worden afgeschaft. De sinds 1991 bekomen nationaliteitsverwervingen moeten worden herzien.
Wie de naturalisatie wil aanvragen, moet aan een aantal strenge voorwaarden voldoen. Een van de voorwaarden is het succesvol afleggen van een burgerschapsproef, waarmee men bewijst dat men de actieve kennis van onze taal, geschiedenis en cultuur onder de knie heeft en dat men vertrouwd is met onze wetten en instellingen. De nationaliteit wordt bovendien onder voorbehoud toegekend: wie gedurende de eerste vijf jaar na het bekomen van de nationaliteit een veroordeling tot een effectieve gevangenisstraf van meer dan drie maanden oploopt, verliest de nationaliteit. Ook moet men bij de nationaliteitsverwerving verzaken aan zijn vorige nationaliteit. Tenslotte moeten alle sinds 1974 genaturaliseerde vreemdelingen geëvalueerd worden op basis van hun assimilatie in onze volksgemeenschap, met een eventuele herziening van het dossier als mogelijke sanctie.
De immigratiestop waterdicht maken
De sinds 1974 afgekondigde immigratiestop is verre van waterdicht. Via het systeem van familiehereniging, schijnhuwelijken, politiek asiel en ook via illegale weg zijn er sindsdien meer dan 500.000 nieuwe vreemdelingen zich hier komen vestigen.
In eerste instantie wil het Vlaams Blok het systeem van familiehereniging opheffen. Daarbij moeten de na 1974 afgesloten bilaterale akkoorden (met Turkije, Marokko, Tunesië en Algerije) die de familiehereniging mogelijk maakten en aanmoedigden, worden opgeheven. Ten tweede moet de wetgeving ter beteugeling van de schijnhuwelijken worden verstrakt en moeten de schijnhuwelijken strenger worden bestraft. Ten derde wijst het Vlaams Blok de akkoorden van Schengen en Dublin - die de binnengrenzen van de Europese Unie afschaffen - af, omdat de bepalingen in verband met de immigratie zo laks zijn, dat men de toevloed van niet-Europese vreemdelingen niet kan afremmen, laat staan tegenhouden. Wij eisen dan ook dat er strenge controles voorzien worden aan de grenzen van ons land. Ten vierde moet de overheid het initiatief nemen opdat het territorialiteitsprincipe in de Conventie van Genève ingeschreven zou worden. Het statuut van politiek vluchteling kan dan in regel enkel nog toegekend worden aan Europeanen. In afwachting van de inschrijving, moet er een lijst opgesteld worden van politiek onveilige landen. Aanvragen voor het bekomen van politiek asiel uit landen die niet op deze lijst voorkomen, zijn automatisch niet ontvankelijk. Asielzoekers moeten geplaatst worden in gesloten opvangcentra tot ze het statuut van politiek vluchteling hebben verkregen. Ten vijfde moeten vreemde studenten na het beëindigen van hun studies terugkeren naar hun land van herkomst. Zij krijgen tevens maar een beperkte tijd om hun studie te voltooien. De tijd die ze hier verblijven, kan bovendien niet in aanmerking komen voor de termijn ter verkrijging van onze nationaliteit.
Uitwijzen van criminelen en illegalen
Officiële cijfers spreken van een aanwezigheid van méér dan 100.000 illegale vreemdelingen. Het ‘Steunpunt Begeleiders Uitgeprocedeerden’ schat het aantal op maar liefst 150.000. Alleen een doortastende aanpak kan het probleem van de vreemdelingencriminaliteit en de toevloed van illegalen oplossen.
Bijna 40% van de gevangenispopulatie bestaat uit vreemdelingen, terwijl ze ‘slechts’ 9% van de bevolking uitmaken.
Wie als vreemdeling een veroordeling oploopt voor een misdrijf, waarop tenminste 6 maanden gevangenisstraf staat, moet onmiddellijk uitgewezen worden. Hij wordt ook definitief de toegang tot het grondgebied van ons land ontzegd. Ook vreemdelingen die in het buitenland wegens criminele feiten veroordeeld werden, mogen het land niet binnen.
Geweigerde kandidaat-politieke vluchtelingen en illegalen moeten daadwerkelijk uitgewezen en gerepatrieerd worden naar hun landen van herkomst. Dit betekent eveneens dat het niet-verwijderingsprincipe moet worden afgeschaft. Dit principe houdt in dat het illegale verblijf van zowel ouders als kinderen via een individuele beoordeling wordt geregulariseerd in een wettig verblijf, indien de kinderen hier school lopen.
Gezien de omvang van het probleem is het echter noodzakelijk dat de vreemdelingenpolitie zich systematisch bezighoudt met het opsporen van illegalen, de controle op de tewerkstelling van clandestienen, het oprollen van netwerken,… Bovendien moet het helpen onderduiken van illegalen en uitgeprocedeerden, alsook het weigeren van het bekendmaken van de identiteit door de illegale vreemdeling (als truc om de uitwijzing te vermijden) streng bestraft worden.
Om de repatriëring op een efficiënte en georganiseerde manier te laten verlopen, moeten de nodige gesloten opvangcentra - ook in Wallonië! - opgericht worden en moet het repatriëringsbudget verhoogd worden.
De terugkeer bespoedigen
De terugkeer van de niet-Europese vreemdelingen dient bespoedigd te worden via de oprichting van een specifiek voor hen bedoeld sociaal zekerheidssysteem. Dit betekent meteen ook dat onze bevolking niet langer moet opdraaien voor een al te grote groep niet-actieve vreemdelingen. Een belangrijk deel van de sociale zekerheidsbijdragen van de vreemdelingen zal dienen om het terugkeerfonds te financieren. Werkloosheidssteun en kinderbijslag kunnen worden beperkt.
Het terugkeerfonds zal instaan voor de financiering van huisvestings-, tewerkstellings- en andere reïntegratieprojecten in het land van herkomst. Bovendien krijgen de vreemdelingen die terugkeren een premie van het fonds, waarvan de hoogte afhangt van de duur van tewerkstelling, het aantal kinderen en familieleden die mee terugkeren en het totale bedrag aan gestorte sociale bijdragen.
Een tweede manier om de terugkeer aan te moedigen, is het heffen van een belasting op de tewerkstelling van niet-Europese vreemdelingen. Werkgevers die niet-Europese vreemdelingen aanwerven in plaats van onze eigen mensen, worden op die manier fiscaal gestraft. Het alzo verworven geld moet ten bate komen van de werklozen van het eigen volk.
Een ontmoedigingspolitiek voeren
Vreemdelingen komen naar hier omdat het hier financieel aantrekkelijker is voor hen. De terugkeer kan dan ook pas georganiseerd worden, wanneer de vreemdelingen worden ontmoedigd om hier te blijven.
Er moet een arbeidskaart worden ingevoerd, die beperkt is tot één bedrijfstak en die om de twee jaar moet vernieuwd worden.
Niet-Europese vreemdelingen die langer dan vijf maanden werkloos zijn, komen als eersten in aanmerking voor de terugkeermaatregelen. Daarbij kan de werkloosheidsvergoeding verminderd worden. Voor niet-Europese vreemdelingen die werkloos worden, moet men de intersectoriële immobiliteit invoeren.
Niet-Europese vreemdelingen zullen slechts van een kinderbijslag kunnen genieten voor de eerste drie kinderen. Voor kinderen opgevoed in het buitenland, wordt de kinderbijslag afgeschaft.
Niet-Europese vreemdelingen kunnen in ons land slechts een eigendom verwerven na een verblijf van minimum vijf jaar in ons land. Zij kunnen die eigendom enkel verkopen aan personen van onze nationaliteit.
De terugkeer organiseren
De terugkeer dient te gebeuren op een georganiseerde, begeleide en humane manier. Het Vlaams Blok voorziet verschillende fases waarbij de illegalen, criminelen en werklozen het eerst aan de beurt komen.
Het is evident dat een deel van de tweede en derde generatie vreemdelingen hun lot en hun toekomst zullen verbinden met dat van onze volksgemeenschap. Degenen die niet kiezen voor de reïntegratie in hun eigen samenleving, moeten beseffen dat dit betekent dat zij zich volledig moeten assimileren en aanpassen aan onze manier van leven, aan onze waarden en normen en aan onze taal en cultuur.
De terugkeer zal slechts kunnen geschieden na het opstellen en ondertekenen van een aantal bilaterale akkoorden tussen ons land en de landen van herkomst, die alle voorgaande akkoorden ongedaan maken en een concrete regeling inhouden in verband met de terugkeer.
De terugkeer van de niet-Europese vreemdelingen naar hun land van herkomst zal vlotter verlopen als hij gekoppeld wordt aan concrete ontwikkelingsprojecten. Via de reorganisatie van de ontwikkelingshulp aan de Derde Wereld (zo’n 32 miljard BEF per jaar) kunnen we de economische en structurele uitbouw van deze projecten helpen financieren. Deze fondsen van ontwikkelingshulp laten ons niet alleen toe te investeren in tewerkstelling, zodat de terugkerende vreemdelingen zonder probleem werk kunnen vinden, maar ook in huisvesting, die momenteel te wensen overlaat. Bovendien zullen de jonge vreemdelingen die hier naar school zijn geweest en een specifieke opleiding hebben gevolgd, met hun kennis hun land een grote dienst bewijzen. Ook deze opleiding kadert in de ontwikkelingshulp die we aan deze landen willen geven.
Het vreemdelingenstemrecht en de versoepeling van de naturalisatie
In het hoofdstuk “Vlaamse onafhankelijkheid” wezen we reeds op de nefaste invloed die het eurostemrecht zal hebben op de positie van de Vlamingen. Ook in dit hoofdstuk kunnen wij niet voorbijgaan aan het vreemdelingenstemrecht en aan de versoepeling van de naturalisatie. Met de recente invoering van het vreemdelingenstemrecht geven wij een belangrijk deel van onze soevereiniteit prijs, van onze zeggenschap over onze eigen steden en gemeenten.
In het parlement stond het Vlaams Blok alleen met zijn standpunt dat stemrecht in alle omstandigheden aan de nationaliteit gekoppeld moet blijven, hoewel een ruime meerderheid van de Vlamingen dit standpunt onderschrijft. Wij wisten dan ook dat het eurostemrecht op zich niet tegen te houden zou zijn. Maar wij hadden nooit gedacht, nooit durven vrezen dat het in zo’n dramatische omstandigheden zou gebeuren en dat dit dossier uiteindelijk zou uitdraaien op een nachtmerrie voor Vlaanderen.
De Vlamingen, en zij alleen, betalen tot viermaal toe het gelag.
Ten eerste door de invoering van het eurostemrecht zelf, ten tweede door het straal negeren van de eisen van het Vlaams Parlement, ten derde door de invoering, op termijn, van het algemeen vreemdelingenstemrecht en ten vierde door de zwaar versoepelde nationaliteitswetgeving.
Dat de gematigde voorwaarden van het Vlaams Parlement niet allemaal zouden worden ingewilligd, dat hadden we wel verwacht. Maar dat uiteindelijk niets daarvan zou worden ingewilligd en dat de Vlamingen integendeel voor de invoering van dit eurostemrecht een bijkomende, loodzware prijs zouden moeten betalen aan de Franstaligen, dat had geen enkele doemdenker durven vrezen. Niemand had namelijk verwacht dat de CVP zich zo lankmoedig zou opstellen en dat ze op een dergelijke manier over zich heen zou laten walsen door de verzamelde francofonie. Het gedrag van die partij tart inderdaad iedere verbeelding.
De Franstalige partijen hebben het spel meesterlijk gespeeld. Zij zijn erin geslaagd alles wat ze verlangden binnen te rijven, zonder ook maar een duimbreed te moeten toegeven:
· het eurostemrecht is binnen zonder een gewaarborgde Vlaamse aanwezigheid in de Brusselse instellingen;
· de goedkeuring van het stemrecht voor de niet-Europeanen vanaf 2006 is eveneens zo goed als rond;
· door de automatisering van de naturalisaties zal het overgrote deel van de niet-Europeanen reeds stemrecht gekregen hebben én voor de gemeente én voor het Brussels Gewest én voor de Kamer.
Als men dan weet dat 99% van alle Brusselse naturalisatiedossiers Franstalig zijn, dan is de rekening meteen gemaakt: de Franstaligen krijgen er op korte termijn een gigantisch stemmenreservoir bij, waarmee ze de Vlamingen meer dan ooit zullen kunnen marginaliseren in hun eigen hoofdstad.
Deze sublieme strategie is natuurlijk niet het werk van één dag geweest. De Franstalige partijen zijn hier jaren mee bezig geweest en hebben geduldig aan de weg getimmerd.
Maar dit kon natuurlijk niet zonder de fatale medeplichtigheid van Dehaene zelf, die zich in het Parlement steeds meer, steeds openlijker is gaan gedragen als de typische leliaard, die altijd opnieuw klaar staat om voor de francofone belangen in de bres te springen en er desnoods zijn eigen mensen voor in de grond wil boren. Het Vlaams Blok denkt dat Vlaanderen veel beter af zou zijn met een rabiate francofoon aan het hoofd van dit land dan met deze Brugse, francofiele slippendrager. Want een rabiate francofoon biedt het voordeel dat iedereen weet wat men aan hem heeft. Een geografische Vlaming daarentegen die meeheult met de Franstaligen, maar voor de schone schijn aan guldensporenvieringen deelneemt, die voortdurend het Vlaamse belang opzijschuift of ondergeschikt maakt aan de Franstalige desiderata, zo iemand is stukken gevaarlijker, stukken nefaster voor Vlaanderen dan de meest haatdragende FDF’er.
De francofone strategie is hiermee duidelijk geschetst. Naar een Vlaamse strategie daarentegen, moeten we vandaag nog altijd zoeken. Aanvankelijk hadden de Vlaamse partijen in het Parlement inzake dit dossier niet eens door welke belangen er op het spel stonden. Bij de allereerste bespreking van het wetsvoorstel Clerfayt stond het Vlaams Blok zelfs moederziel alleen. De Volksunie vond het gesprek over waarborgen voor de Brusselse Vlamingen pas nuttig in het kader van het algemeen vreemdelingenstemrecht en de VLD stemde zelfs mee met de meerderheid. Pas nadat bleek dat het Vlaams Blok erin geslaagd was het debat te blokkeren, pas na zware druk vanuit de Vlaamse Beweging en mede dank zij de voorzitterswissel bij de VLD kwam er eindelijk een ommezwaai en werd het klimaat rijp voor de noodmotie van het Vlaams Parlement.
En ook in het naturalisatiedossier zag men niet wat er aan de hand was. Het Vlaams Blok was opnieuw de enige partij die alarm had geslagen. De VLD was niet geïnteresseerd in het debat, zij bleef afwezig tijdens de commissiebesprekingen en de Volksunie diende tot overmaat van ramp amendementen in die qua versoepeling zelfs nog verder gingen dan wat de PRL en de PS hadden voorgesteld. Het was pas nadat FDF en PRL de blunder begingen om de kwestie van het stemrecht en die van de nationaliteitswijziging openlijk aan mekaar te koppelen en de CVP begonnen af te dreigen, dat bij VU en VLD de schellen van de ogen vielen en dat men de francofone strategie doorzag.
Uiteraard heeft Dehaene altijd getracht iedereen gerust te stellen. Want het is nu eenmaal zo dat de invoering van vreemdelingenstemrecht nergens tot opvallende politieke verschuivingen heeft geleid. Brussel zal volgens hem geen uitzondering maken op deze vaststelling. En dus zouden wij ons druk maken om niets. Het Vlaams Blok weigert mee te stappen in deze redenering. Wij blijven uitdrukkelijk stellen dat de situatie van Brussel uniek is en dus met geen enkele andere stad in Europa te vergelijken is.
De situatie is in Brussel wel degelijk uniek en dit om volgende redenen.
Nergens anders in Europa hebben we te maken met zo’n hoge concentratie van internationale ambtenaren. Brussel is inderdaad uitgegroeid tot de zeer centralistische hoofdstad van Europa, waar 70% van alle Euro-ambtenaren gehuisvest zijn. 20 000 van de 28 000 Euro-ambtenaren zitten in Brussel en dan hebben we het nog niet gehad over de vele duizenden buitenlandse ambtenaren die rechtstreeks of onrechtstreeks omwille van andere internationale functies in Brussel zijn neergestreken. In geen enkel ander Europese stad, vormt deze groep zo’n groot aandeel van de bevolking.
30 % van de bevolking van Brussel (zonder de 100 000 illegalen) is vreemdeling. Als we de genaturaliseerden erbij tellen, zitten we al ruim over de 40%. Daarbij zijn nog niet eens de illegalen gerekend. En deze situatie is allerminst onder controle: elk jaar stijgt de vreemde bevolking van Brussel met ruim 10 000 mensen en daalt de autochtone bevolking even massaal. Die razendsnelle evolutie wordt in de statistieken handig gecamoufleerd door massale naturalisaties, maar niemand kan om de aanhoudende invasie heen. In Brussel voltrekt zich in ijltempo een bevolkingsvervanging die al over enkele jaren, ten laatste in 2006, zal leiden tot een buitenlandse meerderheid. Nergens anders in Europa gaat het aan dit tempo.
Om de situatie nog dramatischer te maken, zijn het dan nog in hoofdzaak Vlamingen die wegtrekken uit hun eigen hoofdstad. Ook dat is uniek in Europa. Ook dat doet zich in geen enkele andere hoofdstad voor: de oorspronkelijke bevolkingsgroep van deze hoofdstad, die op zich al zo’n kleine gemeenschap uitmaakt, smelt bijzonder snel weg. Eigenlijk is het correcter te zeggen dat de Vlamingen uit hun eigen hoofdstad worden buitengepest. Getuige daarvan waren de jongste gemeenteraadsverkiezingen (1994), waar we van 80 naar 69 Vlaamse zetels daalden, en de jongste gewestraadsverkiezingen (1995), waar we van 67 000 Vlaamse stemmen zakten tot onder de 57 000.
Er wordt in Brussel met ongelijke wapens gestreden. De Franstaligen lanceren namelijk ook hun charme-offensief en kunnen met het grootste gemak tientallen verkiesbare plaatsen aanbieden aan de buitenlanders. De Vlamingen van Jette en Schaarbeek daarentegen zitten met amper drie op een gemeenteraad van respectievelijk 33 en van 47. Voor hen is het onmogelijk op hun lijsten een verkiesbare plaats te geven aan de buitenlanders of ze zijn hun zetel kwijt; voor de Vlamingen van Sint-Lambrechts-Woluwe en Ukkel is dat nog moeilijker want die zijn nog maar met z’n tweeën. Om dan nog maar te zwijgen van de plaatsen waar de situatie nog zorgwekkender is.
Het is dus een illusie, het is zelfbedrog te geloven dat de Nederlandstalige lijsten en verkozenen een belangrijk aantal buitenlanders achter zich zullen krijgen. Er zullen natuurlijk altijd wel witte raven zijn. Noch in Brussel, noch in de faciliteitengemeenten zullen de buitenlandse kiezers in groten getale de Vlaamse lijsten komen steunen, want wij hebben ze niets te bieden, wij hebben er geen macht. Dat blijkt trouwens uit de uitspraken van de buitenlanders zelf én uit de peilingen die daarover verricht zijn; de buitenlanders zijn inderdaad, zowel in de faciliteitengemeenten als in Brussel, de objectieve bondgenoten van de Franstaligen.
Er is één ding dat de Vlamingen onmogelijk kan verweten worden: dat is dat ze zich in zichzelf opsluiten, dat ze niet open zouden staan voor de rest van de wereld. Als er één volk is dat openstaat voor de hele wereld, dat meertalig is, dat zich overal weet aan te passen, dat buitengewoon soepel is en open van geest, dan zijn het de Vlamingen. Wij vinden dat niet alleen Antwerpen, maar ook Brussel ons venster op de wereld is en dus ook in de toekomst best een aantal internationale taken op zich kan blijven nemen.
Maar aan alles zijn grenzen. De totale overspoeling die we vandaag meemaken, is voor de zwakste gemeenschap in Brussel noodlottig. Het is die overspoeling, die oncontroleerbare internationalisering, die moet worden omgebogen, zodat er in Brussel opnieuw plaats kan komen voor onze eigen mensen die vandaag wegvluchten. Geen woord is hier dan ook beter toepasselijk dan dat van Mahatma Ghandi: “Ik wil niet dat mijn huis aan alle kanten ommuurd en mijn ramen dichtgestopt zijn. Ik wil de culturen van alle landen zo vrij mogelijk rond mijn huis laten waaien. Maar ik weiger om mij door één daarvan omver te laten blazen.”
De recent goedgekeurde versoepeling van de naturalisatie maakt het ongeveer voor iedereen die hier vertoeft mogelijk de Belgische nationaliteit te verwerven. Het vragenformulier van het parket is in feite vrijwel waardeloos. Uiteindelijk vond rond de versoepeling van de naturalisatie weer eens een verschrikkelijke politieke koehandel plaats. Om het stemrecht van EU-onderdanen erdoor te drukken, had Dehaene een twee-derde meerderheid nodig voor de wijziging van artikel 8 van de grondwet. Hij vond deze bij het FDF-PRL, dat uiteraard compensaties wilde, in de vorm van een soepeler naturalisatieprocedure. Dehaene weet heel goed dat beide wijzigingen in het nadeel van de Vlamingen zullen zijn. Als klap op de vuurpijl zoekt hij steun bij de meest rabiate Vlamingenhaters, het FDF. De oorspronkelijke bedoeling van het wetsvoorstel was dus de vereenvoudiging van de naturalisatie. We komen in een situatie waar alleen al het aanvragen van de nationaliteit als het betonen van voldoende integratiewil zal uitgelegd worden.
Het Vlaams Blok stelt zeer duidelijk dat de naturalisatieprocedure nu zodanig versoepeld is dat er van een procedure nog nauwelijks sprake is. Volgens het Vlaams Blok moet de naturalisatieprocedure strenger worden in plaats van soepeler. Uiteraard liggen de echte bedoelingen van het FDF-PRL op het electorale vlak. Het gaat hem natuurlijk niet om de migranten maar om de machtspositie tegenover de Vlamingen.
Toch stelt het Vlaams Blok dat de strijd om het vreemdelingenstemrecht nog niet is gestreden. De schandelijke manier waarop het vreemdelingenstemrecht door het Parlement werd gejaagd vormt niet het einde van een proces, maar het begin, de aanzet van de verkiezingen van 1999, waarin het vreemdelingenstemrecht centraal staat en waarin de bevolking haar eindoordeel mag uitspreken over deze beschamende uitverkoop van Brussel en Vlaams-Brabant, over deze vernederende knieval van de CVP en de SP voor het FDF.
Onze voorstellen
1. Het Vlaams Blok wijst de multiculturele samenleving af zoals ze door pater Leman van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding wordt gepromoot en opgedrongen.
2. De eigenheid van onze cultuur mag geen gevaar lopen overspoeld te worden door massale niet-Europese immigratie of door het ontstaan van grote culturele minderheden op het Europese grondgebied.
3. Criminelen, illegalen en niet-erkende politieke vluchtelingen moeten onmiddellijk terugkeren naar hun landen van herkomst.
4. De regering dient werk te maken van een strak asielbeleid. Enkel hiervan kan het signaal uitgaan dat dit land niet het OCMW van de hele wereld is. Politieke vluchtelingen moeten in de eerste plaats opgevangen worden in hun eigen cultuurgebied opdat het huidige asieltoerisme zijn aantrekkelijkheid verliest.
5. Door het splitsen van de sociale zekerheid, nadien het kapitaliseren van de sociale-zekerheidsbijdragen van de niet-Europese vreemdelingen alsmede door het heroriënteren van de ontwikkelingsgelden wil het Vlaams Blok een terugkeerpolitiek betaalbaar maken, die erop gericht is deze mensen een toekomst te geven in hun herkomstlanden.
6. Het openbaar ambt moet voorbehouden blijven aan wie over onze nationaliteit beschikt.
7. Zonder afbreuk te doen aan de godsdienstvrijheid, intrekken van de erkenning van de islamitische eredienst.
8. Strengere naturalisatiewetgeving: herinvoering van het ius sanguinis, afschaffen van de dubbele nationaliteit, strengere voorwaarden voor het verkrijgen van de nationaliteit.
9. Het Vlaams Blok eist een strenge controle op de politieke vreemdelingenorganisaties en een streng beleid ten overstaan van de verschillende aanwezige fundamentalistische organisaties.
10. De mondialistische en multiculturele indoctrinatie in het Vlaams onderwijs moet stopgezet worden door de afschaffing van het non-discriminatiepact( dat de spreiding beoogt van vreemdelingen kinderen over de onderwijsnetten) en de non-discriminatiecode (die de scholen verplicht zich aan te passen aan de leefcultuur van de vreemdelingen).
__________________
"Ik bewandel het rechte pad dat, zoals u weet, niet bestaat en ook niet recht is."
(Fred Vargas in 'Un lieu incertain' - 2008)
|