Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Staatsinrichting Vlaanderen versus Wallonië? Een unitaire, federale, confederale staat of meteen Vlaanderen onafhankelijk. Dit is het forum bij uitstek voor discussies over de Belgische staatsinrichting. |
|
Discussietools |
17 december 2002, 23:40 | #1 |
Berichten: n/a
|
Een federale staatsstructuur met Brussel als hoofdstad van Vlaanderen,
het beginsel van subsidiariteit, het overleg met de georganiseerde samenleving Een democratisch en open federalisme (de eigenlijke artikels staan in het vet. De schuingedrukte tekst is uitleg) [size=6]Een federale staatsstructuur met Brussel als hoofdstad van Vlaanderen[/size] 2. De Vlaamse overheid drukt haar gehechtheid uit aan de federale staatsstructuur waarvan het samen met de andere gemeenschappen en gewesten deel uitmaakt. De Vlaamse overheid erkent de bijzondere belangen en noden van de Nederlandstalige bevolking van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Deze bevolking maakt integraal deel uit van de Vlaamse Gemeenschap. De basisverantwoordelijkheid voor het Vlaams beleid te Brussel ligt bij de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschapscommissie vervult als gedecentraliseerde instelling een eerstelijnsfunctie bij de uitbouw van de Vlaamse voorzieningen in Brussel en een brugfunctie naar de gewestelijke instellingen. De stad Brussel is de hoofdstad van Vlaanderen en de zetel van het Vlaams Parlement en van de Vlaamse Regering. Voor de Vlaamse overheid staat federalisme op basis van culturele verscheidenheid model voor een vreedzame emancipatie van culturen en volkeren in Europa en in de wereld. Voor de Vlaamse overheid is federalisme gekoppeld aan internationalisme en gaat het uit van het democratisch basisbeginsel om zo dicht mogelijk bij de bevolking te handelen. Binnen haar bevoegdheden hanteert de Vlaamse overheid het beginsel van subsidiariteit. Overeenkomstig dit beginsel treedt de Vlaamse overheid slechts op indien de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de gemeenten en de provincies kunnen worden verwezenlijkt. De Vlaamse overheid bevordert in alle domeinen van het beleid het overleg met de georganiseerde samenleving, zonder afstand te doen van de eigen beleidsverantwoordelijkheid. Toelichting: De tweede inleidende bepaling heeft betrekking op de institutionele positie van Vlaanderen. Vooreerst wordt de gehechtheid uitgedrukt aan een federale staatsordening. Elke andere staatskundige keuze van de Vlaamse overheid zou strijdig zijn met de federale Grondwet en wordt ook beleidsmatig verworpen. Het Belgische federaliseringsproces wordt hierbij niet als een vastliggende staatskundige theorie beschouwd. Dit is niet mogelijk. Een staatsvorm is immers het product van een lang historisch proces van politieke compromissen, internationale gebeurtenissen, oorlogen (zo speelde het congres van Wenen van 1815 bijvoorbeeld een voorname rol in het ontstaan van België), internationale tendensen (vb. Europese integratie) en toevalligheden. Een staatsstructuur ontstaat m.a.w. niet uit het luchtledige. Ons federalisme kent een dynamiek en staat model voor een evolutie waarin deelgebieden bevoegd worden voor meerdere aangelegenheden omdat het beleid hierdoor beter kan inspelen op de behoeften en de bekommernissen die bij de mensen in de diverse regio’s van ons land leven. In het tweede lid worden de belangen en noden van de Nederlandstalige bevolking van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad uitdrukkelijk erkend. De grondslag van deze bevoegdheid is het recht van de decreetgever in zijn regelingen onderscheid te maken dat een wettig doel nastreeft, redelijk en objectief verantwoord is en waarvan het gevolg evenredig blijft in het licht van het nagestreefde doel. Meer in het bijzonder heeft het Vlaams Parlement de bevoegdheid bij decreet aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie verordeningsbevoegdheden toe te kennen, zodat algemene bepalingen kunnen worden ingevuld, rekening houdend met specifieke situaties in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, volgens de inzichten van de meerderheid van de vertegenwoordigers van de Nederlandstalige bevolking van Brussel. In het derde lid wordt de keuze voor een federale staatsordening verder ingevuld: federalisme respecteert de culturele verscheidenheid en staat model voor een vreedzame emancipatie van culturen en volkeren in Europa en in de wereld. Aldus wordt ook het internationale karakter van onze staatsordening benadrukt. Federalisme blijft voor de Vlaamse overheid immers gekoppeld aan internationalisme zonder hierbij afbreuk te doen aan het democratische leidmotief om zo dicht mogelijk bij de bevolking te handelen. Dit betekent dat men de besluitvorming zo dicht mogelijk bij de mensen moet brengen zonder dat de doelmatigheid van het beleid hierdoor gehypothekeerd wordt. Deze beleidskeuze sluit aan bij de bepaling m.b.t. het beginsel van de subsidiariteit. Dit is een beleidsintentie. In de aangelegenheden, waarvoor Vlaanderen als gemeenschap of als gewest bevoegd is, is de decreetgever staatsrechtelijk niet verplicht tot het nakomen van het beginsel van subsidiariteit. De bevoegdheid van de lokale besturen voor de uitsluitend provinciale en gemeentelijke belangen (artikel 41 van de federale Grondwet) is een open bepaling. De regeling van een aangelegenheid bij wet of decreet heeft tot gevolg dat deze aangelegenheid niet langer van exclusief lokaal belang is. Deze bepaling bevestigt een ruime eerbiediging van het beginsel van de gemeentelijke en de provinciale autonomie die nog wordt versterkt door spaarzaam gebruik te maken van de verschillende vormen van bestuurlijk toezicht. In het laatste lid van deze inleidende bepaling drukt de Vlaamse overheid de beleidsintentie uit om in alle beleidsdomeinen het overleg met de georganiseerde samenleving te bevorderen. Het georganiseerde middenveld kan een duidelijke meerwaarde en verrijking inhouden voor de democratie. Zo is het essentieel voor de democratie dat organisaties uit het zogenaamde middenveld de individuele belangen van burgers kunnen vertalen in collectieve belangen. Door deze belangen van het grotere geheel te verdedigen en kenbaar te maken aan de overheid vervullen de organisaties uit het middenveld een belangrijke functie in ons democratisch bestel. Bovendien is niet elke burger voldoende mondig en geïnformeerd om een actieve bijdrage te leveren aan de democratische samenleving. Het middenveld bewerkstelligt daardoor een aanvulling van de democratie in het algemeen en de vertegenwoordigende democratie in het bijzonder. De democratische burger dient, voor zijn verschillende zorgen, organisaties te hebben die zijn belangen verdedigen en wensen vertolken en die dat doen op basis van samenwerking en overleg. Vandaar het grote belang van het maatschappelijk middenveld, het geheel van organisaties die optreden als vertegenwoordigers en belangenbehartigers van vele individuele burgers. Dit kan en moet het klassieke middenveld zijn maar ook nieuwere vormen van georganiseerd burgerschap: een buurtcomité, een actiegroep, een adviescomité, een oudervereniging. Al deze organisaties spreken in het belang van meerderen. Daardoor hebben beleidsbeslissingen die in overleg of na advies met het maatschappelijk middenveld worden genomen, een groter democratisch draagvlak. De Vlaamse overheid wil dan ook expliciet aangeven dat zij in al haar beleidsdomeinen het overleg met deze georganiseerde samenleving organiseert. De overheid mag hierbij echter geen afstand doen van de eigen beleidsverantwoordelijkheid. Het maatschappelijk middenveld kan dus niet in de plaats treden van de politiek. Het is aan de politici om de uiteindelijke beslissingen te nemen. Maar wie actief is in het betrokken beleidssegment moet het politieke debat kunnen voeden. En daarvoor is structureel overleg met de georganiseerde samenleving noodzakelijk. |