VVS+G :Decreten ruimtelijke ordening en grond- en pandenbeleid: meer aandacht nodig v

[Politics.be]

De Vlaamse gemeenten, verzameld op de Algemene Vergadering van de Vereniging van Vlaamse Steden en gemeenten vzw van 18 juni, vragen aan de nieuwe Vlaamse regering meer rekening te houden met de opmerkingen en vragen van de gemeenten bij de invoering en toepassing van het decreet ruimtelijke ordening en het decreet grond- en pandenbeleid.

Achtergrond

In het Vlaams regeerakkoord van 2004 staat opgenomen dat de regelgeving op het vlak van ruimtelijke ordening zal worden aangepakt met het oog op het vergroten van de rechtszekerheid. Tevens worden maatregelen op het vlak van betaalbaar wonen voorgesteld.



Begin 2008 werd in het zg. Afsprakenkader de grote lijnen van de decreetswijziging aangekondigd. De uiteindelijke teksten werden in maart 2009 door het Vlaams parlement bekrachtigd en het Aanpassings- en Aanvullingsdecreet en het Decreet Grond en Pandenbeleid werden op 15 mei j.l. in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.



De wijzigingen van het Decreet RO hebben betrekking op alle onderdelen van het ruimtelijk ordeningsbeleid, maar vooral op het vlak van vergunningverlening, handhaving en de wijze van inventarisatie van een aantal gegevens. De wijzigingen hebben daardoor belangrijke organisatorische gevolgen voor de gemeenten.



Het nieuwe Decreet Grond- en Pandenbeleid heeft eveneens een belangrijke impact op de lokale besturen, doordat verschillende inventarisaties moeten worden opgemaakt (leegstand, onbebouwde percelen), op een andere manier dan de gemeenten tot nu toe gewoon waren. Bovendien moet elke gemeente vóór 2020 een bepaalde taakstelling aan bijkomende sociale en bescheiden woningen realiseren. Hiervoor moet de gemeente zo snel mogelijk een aantal gegevens verzamelen en overleg met diverse woonpartners in gang zetten.



De VVSG reageerde zowel op het Afsprakenkader als op de decreten. Momenteel wordt door de Vlaamse regering nog volop gewerkt aan de tientallen uitvoeringsbesluiten.



De decreten treden grotendeels in werking op 1 september 2009.



Gelet op het feit dat

- de werklast van de gemeenten door de decreten ontegensprekelijk toeneemt, maar dat er onvoldoende tijd is om zich daarop te organiseren;

- van gemeenten niet verwacht kan worden dat zij zich reeds voorbereiden op mogelijke nieuwe regelgeving als de uitvoeringsbesluiten nog ontbreken;.

- er nog tal van vragen leven over de wijze van toepassing;

- daardoor de voorbereidingstijd erg kort is (maximum drie maanden én in vakantietijd);

- de burger niet de dupe mag worden van de lange voorbereidingstijd die de decreetgever zich zelf geeft en de korte voorbereidingstijd voor de gemeenten om zich voor te bereiden;

- er een tekort is aan stedenbouwkundige ambtenaren met het geschikte diploma;

- beslissingen over vergunningen belangrijke financiële gevolgen kunnen hebben: dit is een extra argument om de toepassing van de regelgeving zorgvuldig voor te bereiden door de gemeenten.




Motie



De steden en gemeenten roepen de nieuwe Vlaamse regering op om:

- Nieuwe of gewijzigde regelgeving die een belangrijke organisatorische impact heeft op de gemeenten maar van toepassing wordt als aan de lokale besturen een realistische voorbereidingstijd wordt gegeven.

- Een degelijke impactstudie te maken van beide decreten en de diverse uitvoeringsbesluiten én de nodige maatregelen te treffen om de bijkomende lasten die hieruit blijken, effectief te compenseren.

- Nieuwe regelgeving goed met de gemeenten communiceren. De gemeenten nemen hun eerstelijnsrol in het deskundig informeren van hun inwoners graag op, maar moeten dan wel over voldoende informatie beschikken.

- Als Vlaamse overheid nog meer werk te maken van een adequaat en vlot antwoord op vragen in het kader van de gewijzigde regelgeving.

- De invoering van de wijziging van het Decreet RO en het Decreet Grond- en Pandenbeleid met zes maanden uit te stellen.



Bron: politics.be