Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora. |
|
Discussietools |
23 april 2004, 11:55 | #1 |
Parlementslid
Geregistreerd: 4 april 2002
Berichten: 1.549
|
om dit ook eens te lezen. Voor alle duidelijkheid!! Het dateert van vóór het arrest.
België gebruikt „allochtonisering” tegen Vlaanderen Sedert het aantreden van de eerste paarsgroene regering Verhofstadt I in juli 1999 hebben we, voortgezet tot vandaag onder het paarse kabinet Verhofstadt II, een vreemdelingenbeleid gekend dat wordt gekenmerkt door massale naturalisaties en regularisaties en dat, gekoppeld aan een zeer uitgebreid systeem van gezinshereniging, zorgt voor een waar sneeuwbaleffect, eerder een lawine die reeds op middellange termijn onze eigen Vlaamse identiteit en zelfontplooiing als natie zal ondergraven. Het Belgische regime heeft de jongste jaren hét systeem bij uitstek ontdekt om de Vlaamse drang naar zelfbestuur af te remmen en te fnuiken: de massale inzet van vreemdelingen. Het is deze stelling die ik reeds een eerste keer poneerde tijdens het debat in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 16 juli 2003 over de regeringsverklaring van Verhofstadt II, en die ik verder in deze bijdrage wens uit te werken. Door de massale immigratie van de jongste jaren in haar vele vormen (gezinsvormingen met buitenlandse partner, gezinsherenigingen, naturalisaties, regularisaties, toeloop van illegalen, relatief zeer weinig effectieve uitwijzingen) en door de demografische explosie onder de allochtone bevolking waar zes en meer kinderen per vrouw eerder de regel zijn dan de uitzondering (een Vlaamse vrouw heeft gemiddeld nog 1,3 tot 1,4 kinderen) wordt het steeds meer vergrijzende Vlaamse volk op middellange termijn in zijn eigenheid, identiteit én voortbestaan bedreigd. Het betreft een voor ons volk fundamentele problematiek waar de Vlaamse Beweging meestal in een grote boog omheen trekt omwille van de taboes en de geldende dictatuur van de politieke correctheid. Voor deze problematiek vraag ik dan ook uitdrukkelijk de aandacht van de Vlaamsgezinden in de N-VA, CD&V en de VLD. Het kartel SP.a-Spirit heeft ondanks het nationalistische verleden van een aantal „spiritisten” afkomstig uit de vernietigde Volksunie, uit puur electorale berekening juist gekozen voor de „allochtonisering” van Vlaanderen, en trekt daarbij aan één zeel met het Franstalig-Belgische establishment. Daarover straks meer. In een aantal wijken in Brussel, Antwerpen, Gent, Mechelen enz. is deze allochtonisering al zo ver gevorderd dat er zich in de praktijk een gettovorming aan het voltrekken is waarbij de autochtonen hun oorspronkelijke wijken verlaten als ze het zich materieel en financieel kunnen veroorloven. Enkel de kansarme ouderen en de werklozen die niet weg kunnen, blijven verweesd achter. Als ze al een eigen huis hebben, kunnen de autochtonen het door de enorme waardedaling meestal niet verkopen. Dit fenomeen van dramatische verloedering werd op een schrijnende wijze beschreven in een speciale bijlage op 15 juli 2003 van Gazet van Antwerpen over „Antwerpen-Noord” met wijken als de Seefhoek, de Dam, Stuivenberg. Deze memorabele reportage zou verplichte lectuur moeten zijn voor al wie hieromtrent verantwoordelijkheid draagt. Over enkele jaren zullen al onze grotere steden en uiteindelijk heel Vlaanderen geconfronteerd worden met deze problematiek van een te massale aanwezigheid van allochtonen, waardoor het absorptievermogen van onze maatschappij ver wordt overschreden en er van integratie nauwelijks nog sprake kan zijn, laat staan van assimilatie, en waarbij de gettovorming en de segregatie hand in hand gaan met het daarmee gepaard gaande fenomeen van een sterk toenemende criminaliteit. Uiteindelijk leidt deze allochtonisering tot een conflictvol maatschappijmodel, een multiculturele puinhoop, het tegendeel van een harmonieuze samenleving en wij moeten het dan ook als onze ethische plicht beschouwen om daartegen te waarschuwen. Tot juli 1999… Toen Karel Dillen zowat 25 jaar geleden het Vlaams Blok oprichtte, met als prioritaire doelstelling een onafhankelijk Vlaanderen, had hij reeds aandacht voor het probleem van wat men toen de gastarbeiders noemde. Dillen suggereerde dat ze na verloop van tijd zouden terugkeren naar hun landen van herkomst. Men had deze gastarbeiders inderdaad, het woord zegt het zelf, een contract van tijdelijke duur moeten aanbieden, om ze na het beëindigen van hun contract te laten terugkeren. Maar de overheid stond toe dat ze hun gezinsleden lieten overkomen. Zelfs werkloze gastarbeiders mochten blijven, kregen steun van de RVA of het OCMW, wat een hemelsbreed verschil was met hun thuisland waar er meestal geen sociale voorzieningen waren. De zogenaamde immigratiestop die in 1974 werd ingevoerd, werd en wordt meer dan ooit massaal omzeild door de gezinsvorming en de familiehereniging, door de schijn- en gearrangeerde huwelijken, door toe te laten dat de asielprocedures op grote schaal worden misbruikt als een middel om het land binnen te komen, en door het al te lakse optreden tegen de illegalen op ons grondgebied. Degenen die nu grote voorstanders zijn van de zogenaamde multiculturele samenleving, van de „snel-Belgwet,” van het stemrecht voor vreemdelingen, van de regularisatie van illegalen enz. zijn dat niet altijd geweest. Neem nu de Franstalige liberalen, de vroegere PRL, nu MR, die in de jaren 80 van de vorige eeuw, tot midden de jaren 90, hevige tegenstanders waren van de multiculturele samenleving. Zo liet hun voorman Jean Gol een wet goedkeuren die gemeenten het recht gaf om de inschrijving van vreemdelingen te weigeren, wanneer men vond dat er al voldoende aanwezig waren. Het was ook de PRL die de eerst Vlamingen- en daarna vreemdelingenhater Roger Nols binnenhaalde, de burgemeester van Schaarbeek. Nols maakte in 1991 nog publiciteit met affiches waarop enkele berijders van kamelen te zien waren met de tekst: „En Charter ou en C130 avec Nols ils y seraient déj�*!” Andere vooraanstaande PRL’ers spraken zich uit voor een terugkeerbeleid, zoals de heer Armand De Decker, thans voorzitter van de Senaat, die ondermeer op 22 mei 1991 in Le Soir verklaarde: „L’important est de créer des infrastructures au Maroc, pour inviter les immigrés �* y retourner.” Op 11 juli 1995 verklaarde de heer Jacques Simonet in La Dernière Heure dat er tegen de illegale en clandestiene immigratie moest worden gestreden, „ainsi qu’�* encourager le départ de ceux qui ne pourront pas s’integrer.” De PRL gaf brochures en pamfletten uit van een vulgariteit die het Vlaams Blok zich nooit durfde te permitteren, maar toch trad het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR), het zogenaamde centrum-Leman, daar nooit tegen op. De strijd is enkel gericht tegen het Vlaams Blok. We komen erop terug. Zelfs een PS-kopstuk als Philippe Moureaux, burgemeester van Molenbeek, verklaarde op 16 mei 1992 in De Morgen dat „zijn gemeente met al de aanwezige vreemdelingen al genoeg problemen heeft, zodat er niet nog eens zoveel moeten bijkomen.” In de aanloop naar de verkiezingen van 1999 hadden de socialisten en de groenen de allochtonen reeds ontdekt als een mogelijke bron voor electoraal gewin en werden ze met mondjesmaat op hun lijsten gezet, voorzichtig nog, want de weerstand bij de achterban was soms vrij groot. Vooral in Brussel zag men steeds meer allochtone verkozenen hun plaats innemen, in 1999 in de Hoofdstedelijke Gewestraad, en vooral vanaf 2000 in de gemeenteraden. In de gemeenteraad van Sint-Joost-ten-Node bijvoorbeeld, zijn reeds 13 van de 27 raadsleden allochtoon, bijna een meerderheid, en zetelt er nog één Vlaming! Aan Vlaamse kant was er de invloed van het Vlaams Blok op de andere politieke partijen, wat vooral de VLD, die uit de oppositie wilde, stoere taal deed spreken. Zo was er de gewezen voorzitter van de Dutroux-commissie, de „witte ridder” Marc Verwilghen, die in een ophefmakend interview op 25 mei 1999 in De Morgen, enkele dagen voor de verkiezingen, nog stelde: „Zo hebben we misschien veel te lang en te veel gekozen voor positieve discriminatie. Wel, ik ben tegen elke vorm van discriminatie. Ik vind ook dat er veel te veel genaturaliseerd is. Men heeft op een bepaald ogenblik met de Belgische nationaliteit gesmeten.” Verder wilde Verwilghen dat men naturalisaties ongedaan zou kunnen maken als de „nieuwe Belg” ernstige misdrijven pleegde: „Waarom zou je die nationaliteit niet opnieuw afnemen? De wetgever kan alles, als hij er maar de moed voor heeft. Als je ziet hoe er de voorbije jaren met de Belgische nationaliteit is gesmeten, dan stel ik mij daar vragen bij. Wilden die mensen zich echt integreren? Indien blijkt dat dat niet het geval is en ze leiden hier een cowboybestaan, moeten ze niet langer van een uitgesproken gastvrijheid genieten.” Andere VLD-kopstukken zoals Hugo Coveliers deden gelijkaardige uitspraken. Toen Coveliers in 2002 door twee allochtonen werd overvallen in zijn garage, ging hij zelfs de xenofobe toer op. Maar pater Leman zweeg. Zelfs Guy Verhofstadt stelde zich in zijn Tweede Burgermanifest (1992) grote vragen bij de inpasbaarheid van de islam in onze samenleving, en meende dat personen die zich niet wensen aan te passen, zouden moeten uitgenodigd worden om terug te keren. Het is ironisch dat het juist Marc Verwilghen was, die enkele maanden later als minister van Justitie de „snel-Belgwet” zou doen goedkeuren, die precies het tegenovergestelde zou bewerkstelligen van zijn hierboven geciteerde uitspraken. Ook iemand als Louis Tobback had zich in de jaren ’90 niet onbetuigd gelaten. Zo schreef Tobback in zijn boek Zwart op Wit: „Die vluchtelingen die hier als meeuwen op een stort komen zitten omdat dat makkelijker is dan thuis te vissen of de grond te verbouwen, dienen systematisch uitgewezen te worden.” Hoewel Tobback hier een hele bevolkingsgroep stigmatiseerde, werd hij daar nooit voor vervolgd. Het dient gezegd dat in de jaren ’90 onder de ministers van Binnenlandse Zaken Louis Tobback en Johan Vande Lanotte er een vrij streng vreemdelingenbeleid werd gevoerd, zeker in vergelijking met wat we te zien kregen vanaf juli 1999. Na juli 1999… Wat is er in juli 1999 dan zo plotseling veranderd in de benadering van de vreemdelingenproblematiek in België? Na de dood door verstikking van de asielzoekster Semira Adamu op 22 september 1998, wat het ontslag van minister Tobback had veroorzaakt, was het uitwijzingsbeleid zo goed als stil gevallen, en ook de instroom van asielzoekers nam gevoelig toe. Laksheid was troef. De verkiezingen van 13 juni 1999, met de dioxine-crisis en de nederlaag van de CVP, boden de kans om een paarsgroene regeringstrein op de sporen te zetten. Aan de groenen moest men grote toegevingen doen, want zij hadden de verkiezingen gewonnen en ze waren broodnodig in de Vlaamse regering. Als echte multiculturalisten brachten zij zaken als het vreemdelingenstemrecht en de regularisatie van illegalen naar voren, aangepord door hun achterban. De socialisten hadden daar weinig problemen mee, want zij hadden de electorale mogelijkheden van de migrantenpopulatie ook al ontdekt. Hoewel Tobback een hele bevolkingsgroep stigmatiseerde, werd hij daar nooit voor vervolgd. Na de dood van Jean Gol was de PRL onder Louis Michel ook stilaan de vreemdelingenbocht gaan nemen, al was er nog grote weerstand in Brussel. Maar Michel wist dat hij wel moest volgen, wilde hij de migrantenstemmen niet uitsluitend aan de PS en Ecolo laten. De VLD stond dus in 1999 vrij geïsoleerd, en met de hete adem van het Vlaams Blok in de nek, sprak men tijdens de regeringsonderhandelingen af om niet het vreemdelingenstemrecht in te voeren, maar wel de „snel-Belgwet,” een veel groter gevaar dan het migrantenstemrecht, want het Belgische staatsburgerschap leidt niet enkel tot stemrecht voor �*lle verkiezingen, dus niet alleen voor de gemeenteraden, maar ook tot allerlei materiële voordelen én tot de uitgebreide mogelijkheden van gezinshereniging. Tevens werd afgesproken om begin 2000 een regularisatie van illegalen door te voeren, en zou er als „tegenprestatie” een strenger uitwijzingsbeleid volgen. Om het voor zijn VLD nog wat verteerbaarder te maken, zei voorzitter Karel De Gucht dat er voor de geregulariseerde illegalen (die dus een verblijfsvergunning kregen) geen recht op gezinshereniging zou zijn, maar dat is wel degelijk het geval, net zoals zij momenteel ook massaal aanvragen indienen om Belg te worden. Van die periode dateert ook de uitspraak van Hugo Coveliers dat men per maand 3.000 illegalen zou repatriëren. Het werden er hooguit 500 per maand, terwijl de illegalen en de asielzoekers bij bosjes toekwamen als nooit tevoren. Het aankondigen in juli 1999 van de „snel-Belgwet” en van de regularisatiecampagne ging immers als een lopend vuurtje heel de wereld rond in kringen van economische gelukzoekers, en de asielcijfers begonnen meteen vanaf augustus 1999 te pieken. Men sloot het jaar af met zowat 35.000 asielaanvragen, een record. Het jaar daarop, in 2000, was het hek helemaal van de dam, en registreerden we 42.691 asielaanvragen, goed voor meer dan 55.000 personen (men moet er flink één derde bijtellen voor de kinderen), dat was het allerhoogste cijfer in de Westerse wereld, meer dan 4 asielaanvragen per 1000 inwoners. Het gemiddelde in Europa lag toen rond één per 1000 inwoners. Zelfs Verhofstadt moest in de Kamer deemoedig erkennen dat het de spuigaten uitliep en dat er maatregelen zouden komen. Daarop werd vanaf 2001 het zogenaamde LIFO-systeem ingevoerd (last in, first out) waarbij de procedures werden verkort en enkel de nieuwe aanvragen werden behandeld. Ook kregen de asielzoekers geen financiële steun meer in de beginfase van de ontvankelijkheid van hun aanvraag. Dat hielp en de cijfers, althans de officiële cijfers, daalden (24.549 aanvragen in 2001, 18.805 in 2002, en voor 2003 verwacht men er zowat 15.000, toch nog altijd het dubbele van het Europese gemiddelde). Ter vergelijking en tussen haakjes: het onmetelijke Australië, een immigratieland bij uitstek, ontving in 2002 zowat 6.000 asielzoekers! Allerlei organisaties in de sector maken sedertdien echter gewag van een grote toename van het aantal illegalen, die niet meer de moeite nemen om een asielaanvraag in te dienen, en meteen in de illegaliteit duiken, erop hopend dat er wel weer een regularisatie zal volgen. Want intussen liep ook de regularisatiecampagne waardoor begin van het jaar 2000 zowat 52.000 illegalen een aanvraag indienden, en van wie de overgrote meerderheid (bijna 90 procent) werd erkend. Zij dienen momenteel massaal hun aanvragen in om via de snel- Belgwet onze nationaliteit aan te nemen, met bijbehorende gezinshereniging. Door de invoering van het LIFO-systeem bleven de „oude” asieldossiers van voor 1 januari 2000 natuurlijk onaangeroerd liggen, meer dan 40.000 dossiers voor meer dan 50.000 personen. Volgens de regering zullen deze niet collectief worden geregulariseerd, maar ze worden momenteel in het geheim door minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael individueel geregulariseerd op basis van het artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 1980, die aan de minister, bij hoge uitzondering, de mogelijkheid geeft tot regularisatie om humanitaire redenen. Die clausule werd vroeger slechts heel uitzonderlijk gebruikt, hooguit voor enkele honderden personen per jaar, momenteel zijn er al duizenden aanvragen. Er is zelfs een speciale afdeling, cynisch „Artikel 9, §3” genoemd, opgericht bij de Dienst Vreemdelingenzaken, met 24 personeelsleden, om deze massale aanvragen te behandelen! Het aantal illegalen, dat op 150.000 werd geschat, verminderde in 2000 met 50.000 door de regularisatiecampagne, maar intussen is dat cijfer vermoedelijk opnieuw boven de 150.000 gestegen. Alleen al in de Antwerpse wijk „Noord” zouden er 12 tot 15.000 verdoken zitten. Aangezien zij geen officieel inkomen kunnen hebben, leven zij in het allerbeste geval van zwartwerk, de rest laat zich raden… De TV-show van Dewael... De snel-Belgwet, waardoor men zomaar na 3 jaar verblijf Belg kan worden, zonder enige voorwaarde wat kennis van taal, inkomen, werk, kennis van onze instellingen enz. betreft, heeft intussen een ware ravage aangericht. De parketten, de Dienst Vreemdelingenzaken en de Staatsveiligheid krijgen niet de tijd om de massale aanvragen na te kijken, en zo kon het gebeuren dat ook criminelen Belg konden worden. Het parket viel op zeker ogenblik zelfs binnen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar verdachte dossiers in beslag werden genomen. Het massaal en ongecontroleerd Belg maken van verdachte personen betekent ook een groot veiligheidsrisico na de gebeurtenissen van 11 september 2001 in New York en Washington, want deze personen krijgen toegang tot de gehele Europese Unie, kunnen een visum voor Amerika krijgen enz. De „nieuwe Belgen” worden ook superburgers, want in de meeste gevallen mogen zij tevens hun oorspronkelijke nationaliteit behouden, zodat zij van twee rechtssystemen kunnen profiteren, een discriminatie van onze eigen bevolking, en zo hun herkomstland trouw kunnen blijven, wat in het licht van het moslimfundamentalisme geen geruststellende gedachte is. Nooit heeft men het meegemaakt dat er in de geschiedenis van dit koninkrijk zo massaal veel mensen onze nationaliteit konden aannemen. België heeft de meest soepele nationaliteitswetgeving ter wereld ingevoerd. Het aantal naturalisaties nam dan ook op grote schaal toe. Van 1 juli 1999 tot 31 december 1999 kregen 9.573 personen onze nationaliteit, dat is vóór de snel-Belgwet van kracht werd op 1 mei 2000. In de eerste helft van 2000 steeg dat cijfer al tot 29.042, in de tweede helft tot 41.136. In de eerste helft van 2001 waren er 39.553 naturalisaties, in de tweede helft 31.199, om in de eerste helft van 2002 weer te stijgen tot 34.037. Dat zijn de laatste officiële cijfers die we hebben. Als we deze cijfers extrapoleren tot einde 2003, dan betekent dit dat de snel-Belgwet tot nog toe aan meer dan 250.000 personen Belgische papieren heeft opgeleverd, met bijhorend stemrecht voor �*lle verkiezingen en mét het recht op gezinshereniging. Intussen blijft het aantal uitwijzingen van illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers aan de erg lage kant, met bijvoorbeeld 5.722 uitwijzingen in 2001 en 7.500 personen in 2002, altijd in de veronderstelling dat die uitgewezenen ook echt weg zijn, wat zeer de vraag is. De TV-show die Patrick Dewael in Zeebrugge liet opvoeren begin november 2003 met het oppakken van een 50-tal illegalen, was enkel een nummertje window dressing, bedoeld om de eigen achterban de indruk te geven van een krachtdadig optreden, terwijl men in werkelijkheid zo goed als niets doet. De totale capaciteit van de Belgische gesloten centra voor illegalen bedraagt immers nog geen 600 plaatsen. Aan dit tempo zou het tientallen jaren duren om alle illegalen uit België te verwijderen en er komen er nog voortdurend bij. Bovendien komen heel wat illegalen uit voormalige Oostblok-landen, waarvan er op 1 mei 2004 een aantal lid worden van de Europese Unie, zoals het arme Polen met zijn 40 miljoen inwoners, van wie in opiniepeilingen een derde te kennen gaf naar het Westen te willen zo gauw Polen lid is van de EU. Uit een recent rapport van Europol blijkt dat men samen met tienduizenden Oost-Europeanen ook honderden criminele bendes verwacht (De Standaard, 18 november 2003). De verborgen agenda tegen Vlaanderen De balans van de paarsgroene regering Verhofstadt I die onder de paarse variant Verhofstadt II wordt voortgezet is dan ook ronduit dramatisch en leverde tot einde 2003 op: • een regularisatie van zowat 50.000 illegalen; • de naturalisatie van meer dan 250.000 personen; • een illegalenleger van meer dan 150.000 personen; • zowat 120.000 asielaanvragen, goed voor 160.000 personen. Nooit in de geschiedenis van België kwamen er op zo’n korte periode zoveel personen het land binnen en nooit verkregen er zoveel personen de Belgische nationaliteit. Dat is onuitgegeven in de Westerse wereld. Zelfs in de Verenigde Staten van Amerika, een immigratieland, is dit ondenkbaar. Door het in België zeer uitgebreide systeem van het recht op gezinshereniging, dat in andere landen zoals Denemarken en Nederland draconisch wordt ingeperkt, en door de gearrangeerde huwelijken met partners uit de thuislanden (zo blijven meer dan twee derde van de Marokkaanse en Turkse allochtonen hun huwelijkspartners in het land van herkomst halen) komen er jaarlijks nog eens 25.000 tot 30.000 vreemdelingen het land binnen. Na drie jaar verblijf kunnen zij Belg worden, en op hun beurt hun verwanten laten overkomen. Koppel daaraan de grote kinderrijkdom van de allochtone moeders, die 16 jaar later huwbare kinderen hebben die opnieuw bruid of bruidegom laten overkomen, en men spreekt in dit opzicht niet meer van een sneeuwbaleffect maar van een heuse allochtonenlawine, die juist gewild is door het Belgische regime, met als doel, en hier komen we tot de kern van mijn betoog, het afremmen en fnuiken van de Vlaamse drang naar een eigen identiteit en zelfontplooiing. Het is namelijk rond de periode van de vorming van het kabinet Verhofstadt I en daarna, dat men in Franstalig-Belgicistische kringen tot het besef is gekomen dat de „allochtonisering” van Vlaanderen hét wapen bij uitstek is om de Vlaamse zelfstandigheidsgedachte op vrij korte termijn de pas af te snijden en de Vlaamse identiteit te ondergraven, en precies in dat concept kadert ook de hardnekkige strijd tegen het Vlaams Blok die door het establishment meer dan ooit wordt gevoerd (processen, dreiging afnemen partijfinanciering, cordon sanitaire). Pater Leman, de ex-directeur van het CGKR, ging er op 20 juni 2003 in een interview in De Standaard prat op dat er van 1984 tot 2002 zo maar eventjes 538.571 buitenlanders een Belgische identiteitskaart verwierven, van wie meer dan 200.000 de voorbije vier jaar. Let wel: al deze genaturaliseerden genieten van het recht op gezinshereniging. „Dat is geen detail,” zegt Leman terecht. En hij vervolgt: „Ik kan in Brussel aan mijn stembureau de resultaten van de snel-Belgwet zien. In heel wat stadswijken, ook in Antwerpen – met veel allochtone bewoners – was een opvallende groei van gekleurde Belgen in de rij wachtenden merkbaar. Als in sommige steden minder extreem-rechts werd gestemd, dan heeft dat te maken met de snel-Belgwet.” Leman was met die uitspraak niet aan zijn proefstuk toe. Begin 2000 had hij al voorspeld dat de snel-Belgwet gericht was tegen het Vlaams Blok en dus ook tegen de Vlaamse secessiedrang. Op 15 januari 2000 zei hij in De Standaard: „Het Vlaams Blok moet dringend nieuwe leuzen bedenken, want de demografische evolutie haalt hen in. Wat betekent ‘eigen volk eerst’ over vijftien jaar nog? Met de versoepelde naturalisatiewet krijgen we zoveel nieuwe Belgen dat die slogan niets meer voorstelt. Ik denk dat het Blok zijn beste tijd heeft gehad.” Duidelijker kon Johan Leman moeilijk in zijn kaarten laten kijken… Mag de immigratie dan al historisch zijn gegroeid, nu zit er een systeem in tegen Vlaanderen en de Vlamingen. Ook MR-kopstuk Louis Michel begon rond 1999-2000 ten volle de impact van de allochtone factor te begrijpen. In De Morgen van 2 september 2000, toen hij nog niet kon weten wat de snel- Belgwet, ingegaan op 1 mei van dat jaar, zou teweeg brengen, brak hij opnieuw een lans voor gemeentelijk stemrecht. Op dat ogenblik moet hij geweten hebben dat het om een groep van zowat 400.000 personen ging (wat veel is op iets meer dan 7 miljoen kiezers), van wie er intussen 250.000 Belg zijn geworden. Volgens cijfers van Binnenlandse Zaken (Het Laatste Nieuws, 9 november 2003) slaat het stemrecht voor migranten momenteel nog op 154.094 personen: 56.535 in Vlaanderen, 33.453 in Wallonië en 64.106 in Brussel. Michel eiste stemrecht op, want dan „kunnen we het Blok in één legislatuur verslaan, daar ben ik van overtuigd.” Hij kon zoals gezegd toen nog niet weten dat de snel-Belgwet zo’n succes zou zijn. Nu hij dat wel weet, wil hij de ultieme kers op de taart plaatsen en einde 2003 forceert hij opnieuw het vreemdelingenstemrecht, samen met alle Franstaligen en het kartel SP.a-Spirit, dat vooral hoopt op allochtone stemmen, want onderzoek wees uit dat allochtonen die voor het eerst gaan stemmen in zowat 50 procent van de gevallen een progressieve stem uitbrengen. De vooruitgang van de SP.a in mei 2003 bij de kamerverkiezingen heeft hiermee rechtstreeks te maken, denken we maar aan de verkiezing van Anissa Temsamani in de provincie Antwerpen op een quasi onverkiesbare plaats. De eerste Turkse imam werd in 2003 Kamerlid voor de SP.a. In Duitsland bleek uit onderzoek dat van de Turkse Duitsers er 60 procent voor de SPD kiezen en 17 procent voor de Grünen, dat zijn er 8 op de 10 die een progressieve stem uitbrengen. Dat is dus electoraal kassa voor SP.a-voorzitter Stevaert, met principes heeft dat niets te maken. In Antwerpen rekent burgemeester Patrick Janssens in 2006 massaal op de stemmen van de allochtonen in de strijd tegen het Vlaams Blok. Wie ook ten volle begon te beseffen wat het allochtonenleger kan aanrichten, was de fractieleider van de Parti Socialiste in de Kamer, de flamboyante Claude Eerdekens. Als voorzitter van de kamercommissie voor de naturalisaties, heeft hij duizenden dossiers een zetje gegeven. Op 9 februari 2001 gaf Eerdekens in Le Soir toe dat zijn commissie „meer voor de verfransing van Brussel heeft gedaan dan alles wat de Vlaamse overheid in het werk heeft gesteld om zich daartegen te verzetten.” Hij wees erop dat in 99 procent van de naturalisatiegevallen de taalkeuze van de betrokkenen het Frans is… Met het vreemdelingenstemrecht er straks bovenop, kunnen de Vlamingen wellicht in Brussel in 2006 bij de gemeenteraadsverkiezingen de boeken sluiten. Enkel het Vlaams Blok zal in staat zijn, zoals in Schaarbeek met Johan Demol, om nog enkele Vlaamse zetels te redden, overigens deels met Franstalige stemmen. Ook in Antwerpen kan het vreemdelingenstemrecht belangrijke gevolgen hebben en kan het een paar gemeenteraadszetels, misschien het verschil tussen winst en verlies, doen verschuiven, wat ook het geval kan zijn in de districten van de havenstad. De SP.a weet wat ze doet… Het koninklijk hof had al snel begrepen, sneller dan wie ook, dat de allochtonen bondgenoten zijn van België. In vele gevallen zijn allochtonen cultureel ontworteld, en met de Vlaamse identiteit hebben zij geen affiniteiten. Zij noemen zich dan maar „nieuwe Belgen.” Koning Boudewijn begreep dat al, en zocht toenadering, onder meer door met toenmalig koninklijk commissaris Paula D’Hondt bezoeken te brengen aan migrantengemeenschappen en door in zijn toespraken de multiculturele samenleving aan te prijzen, wat ook sedert 1993 zijn broer Albert blijft doen die er bovendien niet voor terugschrikt om „extreem-rechts,” het codewoord voor het Vlaams Blok, openlijk aan te vallen, wat nog gebeurde enkele maanden voor de verkiezingen van mei 2003. Een strijd voor culturele overleving Intussen rolt de allochtone lawine verder, en mag er niemand iets ondernemen, tenzij de VLD die enkel wat verbaal weerwerk mag bieden om de ongeruste achterban te sussen. Het vreemdelingenstemrecht komt er, en hoewel zij voor de verkiezingen beloofden de snel-Belgwet te zullen terugschroeven, doen VLD en SP.a er nu het zwijgen toe, want de PS en de MR laten aan die allochtoniserende wet niet meer raken. In een tijd dat overal in Europa – van Noorwegen over Denemarken tot Zwitserland en Spanje – de migratiekraan wordt dichtgedraaid en de regels voor gezinshereniging drastisch worden verstrakt, en zelfs de gezinsvorming met buitenlanders actief wordt tegengegaan, doet enkel België niet mee, en blijft dit land de deuren wijd open houden. Het mag in deze bijdrage voldoende aangetoond zijn welke Vlaamsvijandige strategie daarachter zit. Voor de Vlamingen wordt het inmiddels, in de eerste plaats in Brussel, maar op termijn ook in Antwerpen en in heel Vlaanderen, een strijd voor culturele overleving. De demografische lawine zorgt op relatief korte termijn voor enorme effecten, daar kunnen ze bijv. in de Nederlandse steden van meespreken. Neem nu Rotterdam, waar tegen het jaar 2017 zowat 57 procent van de totale bevolking allochtoon zal zijn, en dan worden de allochtonen van de derde generatie niet eens meer meegerekend. In Brussel is weldra 50 procent van de bevolking allochtoon, in 2010 zowat 60 procent. Maar ook de allochtonisering van Vlaanderen en Antwerpen rukt snel op. Tegen 2030-2040 kan de helft van Vlaanderen uit allochtonen bestaan, bij gelijklopend beleid. Als men in Antwerpen asielzoekers, illegalen, regularisatieaanvragers, Belgen van vreemde origine en vreemdelingen samentelt, komt men nu reeds aan 132.314 allochtonen of 29,3 procent van de bevolking (cijfers uit Antwerps Nieuws, 3 oktober 2003). Dat cijfer loop op tot 35 procent allochtongen in 2007 en 40 procent in 2012. Op korte termijn verandert onze samenleving diepgaand van samenstelling. In Vlaanderen zijn er in de basisscholen nu al 13 procent allochtone leerlingen (cijfers van het Lokaal Overleg Platform voor het Basisonderwijs). In Antwerpen is dat reeds 34 procent voor de hele stad en maar liefst 58 procent in het centrum. De nieuwe burgemeester Patrick Janssens was onlangs heel duidelijk: van een actieve opsporing van illegalen, „een jacht op illegalen,” kan geen sprake zijn, en dat beaamde ook politiechef Baelemans in een nota van 3 september 2003, hoewel illegaliteit een misdrijf is en volgens de wet op het politieambt actief moet worden opgespoord. Maar dat gebeurt niet, en over afzienbare tijd worden die duizenden illegalen geregulariseerd en wat later kunnen ze Belg worden, om dan het kiesreservoir te leveren voor het kartel SP.a.-Spirit dat Groen! (de opvolger van Agalev) zal oppeuzelen. Er is misschien één klein lichtpuntje en dat heet Europa. Nu steeds meer Europese landen aandringen op strakkere immigratieregels zullen die voor een deel door Europa worden opgelegd, en zal ook België die moeten toepassen. Maar van harte zal het Belgische regime dat niet doen. Als ik met deze bijdrage heb bereikt dat ook Vlaamsgezinden in andere partijen over deze problematiek ernstig gaan nadenken, is er wellicht nog wat aan te doen. Maar de tijd dringt! Guido Tastenhoye* * Guido Tastenhoye is kamerlid voor het Vlaams Blok sinds 1999. Hij is reeds bijna 20 jaar gehuwd met een allochtone van Aziatische afkomst. Hij was redacteur bij Gazet van Antwerpen van 1983 tot 1999, en is auteur van de boeken Vlaams-Brabant in de wurggreep van Europa (Leuven: Davidsfonds, 1991), Naar een multiculturele samenleving (Leuven: Davidsfonds, 1993) en Vlaams-Brabant ingelijfd bij Brussel? (Leuven: Davidsfonds, 1997).
__________________
http://janice-laureyssens-visie.skynetblogs.be |
23 april 2004, 11:58 | #2 |
Banneling
Geregistreerd: 23 april 2004
Berichten: 217
|
Kan u niet gewoon de link plaatsen ?
|
23 april 2004, 12:00 | #3 |
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 20 augustus 2002
Locatie: Antwerpen, 't Stad van Alleman
Berichten: 18.172
|
[size=6]SPAM![/size]
Zal ik hier even het arrest plaatsen? Da's toch ook maar 1.500 lijnen lang!?
__________________
"Ik bewandel het rechte pad dat, zoals u weet, niet bestaat en ook niet recht is." (Fred Vargas in 'Un lieu incertain' - 2008) |
23 april 2004, 12:01 | #4 | |
Banneling
Geregistreerd: 17 april 2004
Berichten: 2.666
|
Citaat:
|
|
23 april 2004, 12:09 | #5 | ||
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 20 augustus 2002
Locatie: Antwerpen, 't Stad van Alleman
Berichten: 18.172
|
Citaat:
__________________
"Ik bewandel het rechte pad dat, zoals u weet, niet bestaat en ook niet recht is." (Fred Vargas in 'Un lieu incertain' - 2008) |
||