Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Diverse > Over koetjes en kalfjes...
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Over koetjes en kalfjes... Op verzoek van de gebruikers van dit forum: een hoekje waarin je over vanalles en nog wat kan praten... De boog moet namelijk niet altijd gespannen staan hé.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 8 juli 2025, 01:40   #201
bedrijven docter
Minister
 
bedrijven docter's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 30 april 2016
Locatie: Knokke-Heist
Berichten: 3.760
Stuur een bericht via Skype™ naar bedrijven docter
Standaard

???? Hoofdstuk X: Wanneer gelijkheid moet wachten – over opportuniteit, uitgestelde toetsing en procedurele inertie


---

1. Inleiding: Twee fronten van juridische frustratie

In veel strafzaken stoot de verdediging op twee samenhangende obstakels:

Enerzijds een selectieve vervolging, waarbij alleen sommige betrokkenen worden gedagvaard (bijv. enkel de uitvoerders, niet de begunstigden);

Anderzijds de onwil van de rechter om onmiddellijk te oordelen over een vordering tot onontvankelijkheid van de strafvordering, ondanks dat die vordering reeds bij de inleidende zitting (schriftelijk) is neergelegd.


Deze twee vormen van juridische inertie versterken elkaar: de eerste weigert rekenschap af te leggen over vervolgingskeuzes; de tweede weigert tijdig te controleren of dat juridisch houdbaar is.


---

2. Procespositie: Onontvankelijkheidsvordering bij aanvang

Volgens vaste cassatierechtspraak (Cass. 28 april 1998, P.97.0961.F en Cass. 13 januari 2015, P.14.0950.N) heeft de beklaagde het recht om bij het begin van het debat procedurele excepties of onontvankelijkheden aan te voeren. Artikel 152 Sv. vereist dat de rechter daar “zonder uitstel” over moet oordelen, tenzij het nuttig of noodzakelijk is de beoordeling op te schorten.

In onze zaak:

De vordering tot onontvankelijkheid werd schriftelijk bij de inleidende zitting neergelegd;

De rechter stelde echter dat hij pas zou oordelen in het eindvonnis — zonder motivering waarom uitstel noodzakelijk was;

Deze werkwijze is op zijn minst problematisch en mogelijk in strijd met artikel 152 Sv.


???? Juridische kernvraag:

> Mag een rechter een tijdig aangevoerde onontvankelijkheid zonder motief voor zich uitschuiven?



Volgens Cass. 12 februari 2013 (P.12.1517.N) mag dat enkel indien het voorwerp van de exceptie verweven is met de beoordeling van de tenlastelegging. In ons geval (gelijke behandeling, selectie vervolging) is dat niet het geval.


---

3. Rechtsvergelijking en doctrine

In de Franse en Duitse rechtspraktijk geldt het immediacy-principe voor procedurele vorderingen: ze moeten vooraf beoordeeld worden om de geldigheid van de procedure te vrijwaren (Nullum judicium sine processu valido).

Ook het EHRM ziet in het negeren of uitstellen van excepties zonder motief een schending van het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) en het recht op effectieve rechtsmiddelen (art. 13 EVRM).


---

4. Bewijstheorie en asymmetrie

4.1. Asymmetrie van timing en bewijs

De verdachte wordt verplicht om zijn bezwaren vroeg aan te voeren, maar de rechter bewaart zich het recht om daar pas na bewijsvoering over te oordelen. Hierdoor ontstaat een bewijstechnisch nadeel:

Tijdens het debat kan de rechter die bezwaren gewoon negeren, zonder toetsing van legaliteit;

De beoordeling in het eindvonnis is gekleurd door het bewijsdebat, en verliest de zuiver procedurele aard.


4.2. Categorie-theorie en afgeleid proces

Stel dat de procedure het object is in categorie Proc, en de inhoudelijke beoordeling in categorie Bew, dan verwachten we een functoriële overdracht van geldigheid: als iets ongeldig is in Proc, moet het niet kunnen verdervloeien in Bew.

Door pas in het eindvonnis te oordelen, werkt men omgekeerd: inhoud primeert op proces, terwijl logisch het omgekeerde hoort.


---

5. Synthetische case: Vervolging zonder evenwicht en de rechter die zwijgt

Actor Gevolg Commentaar

Vervalser facturen Wél vervolgd Medeplichtigheid bewezen
Klanten/begunstigden Niet vervolgd Geen motivering OM
Beklaagde Voert onontvankelijkheid aan op inleiding Schriftelijk onderbouwd
Rechter “Ik beslis op het einde” Geen motief tot uitstel opgegeven


? Gelijkheidsbeginsel ondergraven, controle op vervolgingsbeleid uitgesteld, juridische correctie onmogelijk gemaakt.


---

6. Voorstel tot juridische herformulering

De verdediging had kunnen:

Aanhouden bij de zitting op een onmiddellijke uitspraak conform art. 152 Sv.;

De uitgestelde beslissing aanvechten via wrakingsverzoek (art. 828, 5° Ger.W.);

Of na eindvonnis cassatie aanvoeren wegens schending van art. 152 Sv. en motiveringsplicht (art. 149 Gw.).



---

7. Besluit

De combinatie van selectieve vervolging zonder motief en uitgestelde rechterlijke toetsing zonder motief creëert een dubbele bewijsblindheid in het strafproces:

Men kan de vervolgingsbeslissing niet aanvechten, omdat ze ondoorzichtig is;

Men kan de procedure niet doen stoppen, omdat de rechter de toetsing uitstelt.


De logica van het recht wordt ondergeschikt aan de opportuniteit van het beleid. Beweren is niet bewijzen wordt hier: Verwijten is vervolgen, en verdedigen is wachten.
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven

Laatst gewijzigd door bedrijven docter : 8 juli 2025 om 01:43.
bedrijven docter is offline   Met citaat antwoorden
Oud 8 juli 2025, 03:06   #202
bedrijven docter
Minister
 
bedrijven docter's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 30 april 2016
Locatie: Knokke-Heist
Berichten: 3.760
Stuur een bericht via Skype™ naar bedrijven docter
Standaard

Waarom ik mijn klanten aanraad niet in beroep te gaan:
De toepasselijkheid van de unavida-regel bij gecombineerde fiscale en vermogensrechtelijke fraude

In de onderhavige casus stelt de rechtbank vast dat er een fraudeschema werd opgezet via valse facturatie, waarbij enerzijds belastingontduiking werd beoogd, en anderzijds wederrechtelijke vermogensvoordelen werden gecreëerd en verdeeld onder de betrokkenen. De valse facturen, opgesteld door de vennootschappen PRO CONSULT en AEO & CE, werden via een netwerk van zogenaamde onderaannemers gefactureerd en doorgefactureerd, met als finaal doel het creëren van cash geldstromen die slechts gedeeltelijk werden terugbezorgd aan de “klanten”, terwijl het overige deel door de tussenpersonen zelf werd behouden. Deze modus operandi had niet enkel tot gevolg dat vennootschapsbelasting en btw ontdoken werden, maar leidde eveneens tot illegale vermogensverschuivingen en concurrentievervalsing.

De rechtbank kwalificeert deze werkwijze terecht als zowel een fiscaal misdrijf als een gemeenrechtelijke valsheid, wat volledig spoort met de rechtspraak van het Hof van Cassatie, inzonderheid met wat men in de doctrine de unavida-regel is gaan noemen.

Cassatierechtspraak: de unavida-regel

In een belangrijke uitspraak van het Hof van Cassatie op 22 maart 2011 (P.10.1901.N) werd geoordeeld dat:

> “Wanneer een vals geschrift uitsluitend tot doel heeft fiscale verplichtingen te ontlopen, dan volstaat dat niet om een gemeenrechtelijk strafbaar feit van valsheid uit te maken. Is er echter sprake van een bijkomend oogmerk, zoals een wederrechtelijk vermogensvoordeel, dan is er wél sprake van strafbare valsheid in geschrifte.”



Deze rechtspraak heeft geleid tot een vaste lijn waarbij het oogmerk van de valse handeling bepalend is voor de kwalificatie. Een louter fiscaal oogmerk volstaat niet voor de toepassing van de artikelen 193 e.v. Sw., tenzij het geschrift tevens tot doel heeft een vermogensvoordeel te bekomen of schade te berokkenen aan een derde (bv. de fiscus of concurrenten).

Toepassing in de onderhavige zaak

De rechtbank stelt in casu niet alleen vast dat er sprake is van valse facturen — wat overigens door geen van de partijen wordt betwist — maar dat deze valse documenten structureel werden aangewend om:

1. De winst van klanten kunstmatig te reduceren, teneinde belastingontduiking mogelijk te maken;


2. Via cash geldstromen wederrechtelijke voordelen te creëren die deels werden behouden door de beklaagden zelf;


3. Een marktverstorend effect teweeg te brengen, wat de eerlijke mededinging ondermijnt.



De verklaringen van onder meer V. en K. bevestigen dat 10 ?* 20% van de overfacturatie (excl. btw) niet werd teruggegeven aan de klanten, maar binnen het fraudecircuit achterbleef bij de tussenpersonen. Dit bevestigt de aanwezigheid van een persoonlijk oogmerk tot verrijking, en overstijgt dus het louter fiscale aspect.

Doctrine en rechtsvergelijking

De Belgische doctrine onderschrijft dit onderscheid. Zo stelt Van den Wyngaert dat:

> “Een valse factuur die uitsluitend tot doel heeft om de belastingdruk te verminderen, moet strikt onderscheiden worden van een geschrift dat ook dient om middelen uit het economische verkeer weg te halen ten voordele van de opsteller of derden. In dat laatste geval is er een bijkomend wederrechtelijk oogmerk en is de gemeenrechtelijke valsheid wél aanwezig.”<sup>1</sup>



In Nederland wordt een soortgelijk onderscheid gemaakt tussen belastingontduiking (belastingfraude) en valsheid in geschrift met oplichtingskarakter, waarbij het laatste veel zwaarder wordt bestraft wegens het bedrieglijk karakter van het gedrag ten aanzien van meerdere actoren in het economische verkeer.

Conclusie

De redenering van de rechtbank is dan ook juridisch correct en goed gemotiveerd in het licht van de unavida-regel. Door het gecombineerde oogmerk — het fiscaal ontduiken van heffingen én het behouden van illegale vermogenswinsten — is de kwalificatie als zowel fiscale als gemeenrechtelijke valsheid niet alleen gerechtvaardigd, maar ook vereist om de volledige draagwijdte van het strafrechtelijk onrecht te vatten. Er is geen sprake van een louter administratief inbreukdossier, maar van een doordacht mechanisme van economische en fiscale criminaliteit, waarin de valse geschriften het middel vormen voor zowel belastingontduiking als vermogenscriminaliteit.


---

<sup>1</sup> C. Van den Wyngaert, Strafrecht – Strafprocesrecht, Antwerpen: Intersentia 2014, p. 603. Zie ook: D. Flache, Vervalste geschriften in fiscale context: tussen administratieve fout en strafrechtelijke valsheid, T.F.R. 2020, afl. 603, 45-58.
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven
bedrijven docter is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:49.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be