![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Staatsinrichting Vlaanderen versus Wallonië? Een unitaire, federale, confederale staat of meteen Vlaanderen onafhankelijk. Dit is het forum bij uitstek voor discussies over de Belgische staatsinrichting. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#221 | |
Perm. Vertegenwoordiger VN
|
![]() Citaat:
![]() Belgicisten: gewoon wandelende complexen. Dat we de schuld leggen bij het gebrek aan Belgisch samenhorigheidsgevoel, dat ontgaat hun altijd. Neen, "nazi" roepen, en liefst zonder enige aanleiding, d�*t kunnen ze, eenmaal als blijkt dat hun feitenkennis 0,0 blijkt. Ewel, ik ben voor een kwart Waal. Haat ik mijn eigen familie? Neen hoor, we komen goed overeen, maar niet over politiek. C'est tout. Kleine, ik hoop dat je goed beseft dat je arrogantie geen substituut kan zijn voor je armzalige gebrek aan kennis. Voor de rest bent u een ideaal speeltje: arrogant, dom, totaal gebrek aan kennis en visie, en belgicistisch. ![]()
__________________
Ik distantieer me van al wat ik vroeger heb geschreven |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#222 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 30 mei 2004
Berichten: 28
|
![]() Ja hoor zeker en vast, natuurlijk, de mannen van NVA hebben ook een degelijk beleid
![]() NVA krijgt ineens de allures van de sterpartij, het schijnhuwelijk heeft ook de NVA die steeds de spuugbak van de meerderheidspartijen ook een dikke nek bezorgd. Wacht maar tot het tot de zoveelste scheiding komt binnen deze politieke groep en ze staan weer op straat te bleiten! Als de CD&V toch de wijsheid heeft om alle problemen op te lossen, waarom hebben ze dat dan de afgelopen jaren niet gedaan!? Tijd genoeg gehad! Trouwens is dit hier geen forum om op een volwassen wijze met elkaar te discutiëren over politiek, in plaats van uw kinderachtig gedoe over haar onder de oksels en kleuters van 12 jaar? Ik ben er niet door geschokt, maar dit getuigt dat u weinig diepgang heeft. Het volstaat niet om een stukje geschiedenis over te typen met intelligent aandoende jaartallen. Maar dit bewijst dat er bij de NVA debatcultuur in het algemeen niet op inhoud wordt gedebateert. |
![]() |
![]() |
![]() |
#223 | |
Perm. Vertegenwoordiger VN
|
![]() Citaat:
![]() [size=6]Onderwijs[/size] A. ANALYSE Onderwijs in Vlaanderen… Het is een zeer uitgebreid en fascinerend gegeven. Van het instapklasje tot het doctoraat, van de basiseducatie tot de lerarenopleiding. Er valt ontzettend veel over te zeggen, over te lezen en over te denken. Vlaanderen beschikt over een kwaliteitsvol onderwijs waarop we met recht en reden fier mogen zijn. De schitterende scores op het vlak van wetenschappelijk en wiskundig inzicht enerzijds en van lees- en taalvaardigheid anderzijds bevestigen dit. Het is echter de uitdaging om dit ook naar de toekomst toe te blijven garanderen, binnen een maatschappelijke context die almaar complexer wordt en die het onderwijsveld bovendien met een overbevraging dreigt te confronteren. Naast onderwijzende taken krijgen leerkrachten ook steeds meer opvoedkundige taken toegeschoven, die ze wel moeten opnemen. Verder komt het principe van de kosteloosheid van onderwijs steeds meer onder druk te staan. In het hoger onderwijs maar zeker ook in het leerplichtonderwijs vormt de hoge kostprijs van ons onderwijs een financiële én een sociale drempel. Ondanks de vele beloftes stellen we immers vast dat de schoolkosten in Vlaanderen blijven stijgen. Een goede leraar heeft nood aan een goede opleiding en bijscholing. Niettegenstaande de lerarenopleidingen recentelijk hervormd werden, staat hun een nieuwe hervorming te wachten, met name de Bologna-hervorming van ons gehele hoger onderwijs. Vlaanderen wil kost wat kost voorloper zijn en blijven in deze Europese operatie die tegen 2010 afgerond moet zijn. Toch getuigt dit eerder van roekeloosheid dan van goed bestuurlijk beleid. Als wij ons niet dringend wapenen tegen de 'vermarkting' en 'verengelsing' van ons hoger onderwijs, dan zullen noch de toegankelijkheid noch de kwaliteit gegarandeerd kunnen blijven. Waakzaam en voorzichtig vooruitkijken blijft de boodschap. "De enige grondstof van Vlaanderen zijn onze hersenen!", is een vaak gehoorde boutade. De kennismaatschappij is een feit, de nieuwe technologieën (ICT) evenmin als de wetenschappelijke innovaties zijn nog weg te denken uit onze maatschappij. Toch hinkt Vlaanderen al jaren achterop inzake investeringen in wetenschaps- en innovatiebeleid (Onderzoek en Ontwikkeling). Met 0.6% van het BRP ten opzichte van een OESO-gemiddelde van 0.78% van het BRP presteert Vlaanderen benedenmaats. De tweede peiler van de kennismaatschappij is het levenslang en levensbreed leren. Uit het rapport van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid over 2002 blijkt dat België goed scoort voor het onderwijsniveau bij de jeugd, maar lang niet de beste leerling van de Europese klas voor levenslang leren is. 6.5% van de volwassenen volgt opleidingen. Europa eist evenwel een score van 10% tot 12,5% (Pact van Vilvoorde). De cijfers voor Vlaanderen zijn enigszins verschillend. In Vlaanderen volgt circa 8% van de volwassen Vlamingen permanente vorming. Het levenslang leren zit in Vlaanderen in de lift, maar blijft wel net onder het Europees gemiddelde van 8.3%. Juist daarom is het extra verontrustend dat de vormingsinspanningen bij de bedrijven teruglopen. We zien ook dat, niettegenstaande quasi iedereen er de noodzaak van inziet, toch zeer veel mensen sceptisch staan tegenover levenslang leren. Positief is wel het grote succes van de opleidingscheques van de Vlaamse overheid. Een stevige inhaaloperatie is dus aan de orde opdat Vlaanderen haar welvaarts- en welzijnspeil kan behouden én verhogen. Hierbij moeten we wel steeds oog hebben voor de vermenging tussen de marktbenadering en de culturele verrijking van het levenslang leren. B. VISIE In ons streven naar een optimale onderwijssituatie in Vlaanderen eist de N-VA de regionalisering van de laatste federale bevoegdheden inzake onderwijs en vorming, met name: de vastlegging van het begin en het einde van de leerplicht, de minimumvereisten inzake het uitreiken van diploma's en de pensioenregeling. Hiervoor dient artikel 127 van de grondwet te worden herzien. a) Kwaliteitsvol onderwijs en vorming moeten de waarden overbrengen en ontwikkelen, die de uitbouw verzekeren van een tolerante, zorgzame en menslievende samenleving. Het onderwijs helpt de ouders de jongeren opvoeden tot verdraagzaamheid, Vlaamse burgerzin en internationale solidariteit. Iedereen, ook de jongeren moeten worden gestimuleerd tot kritisch denken, tot deelname aan de maatschappelijke discussies en tot het opnemen van hun verantwoordelijkheid in de samenleving. b) De vier pijlers van het onderwijs - 'leren te weten', 'leren te doen', 'leren om samen te leven' en 'leren te zijn' - gecombineerd met een uitdrukkelijke aandacht voor het welbevinden van de leerlingen én leerkrachten in de klas vormen de basis van elk goed onderwijs(beleid) en van een pluralistisch, humanistisch vormingsideaal. c) Het leerplichtonderwijs moet volledig kosteloos zijn. Enkel zo kunnen sociale achterstelling en schoolse kansarmoede bestreden worden. Daarnaast is het correct aanleren van de Nederlandse standaardtaal een belangrijke hefboom voor verdere maatschappelijke democratisering. d) Het Vlaams hoger onderwijs moet in de toekomst kwaliteitsvol én toegankelijk blijven zonder zich over te leveren aan de vercommercialisering van het (hoger) onderwijs. e) Een goed ondersteund wetenschappelijk onderzoeks- & ontwikkelingsbeleid en een ambitieus beleid inzake levenslang en levensbreed leren, vormen de basis voor een gezonde, dynamische én duurzame economie in de kennismaatschappij van de 21ste eeuw. C. OP WEG NAAR DE TOEKOMST C.1. Ruimte voor de leerkracht en de directie a) Het doorbreken van de vlakke loopbaan is een must Vanuit de vrees dat loondifferentiatie het teamgevoel tussen leerkrachten aantast, is de N-VA zeer terughoudend ten opzichte van dit idee. De N-VA is wel gewonnen voor taak- en functiedifferentiatie. Hierbij blijven de lonen gelijk, maar afhankelijk van de taken krijgt de leerkracht vermindering in lesuren. Voorbeelden zijn: de klastitularis, de leerkracht in grote klassen, deelname aan werkgroepen, taken in verschillende scholen (IT-leerkracht),… In dit kader moet ook de vraag naar een efficiënt middenkader in elke school gezien worden. Het middenkader bestaat uit de meest gemotiveerde leerkrachten in combinatie met een lesgevercoördinator. Het middenkader helpt de directie, ondersteunt jonge leerkrachten, maar moet ook nog een aantal uren lesgeven. Hierdoor vormen zij de brug tussen directie, leerkrachten en leerlingen. b) Heterogene expertise De N-VA is voorstander van het uitbouwen van een heterogene expertisegroep in alle geledingen van de administratie en het beleid. Concreet betekent dit dat er mensen uit alle onderwijsvormen (BaO, ASO, TSO, BSO, KSO, BuO) moeten participeren aan het onderwijsbeleid. Momenteel beperkt het beleid zich nog al te vaak tot de expertise in en uit het ASO. c) Meer ruimte voor de leerkrachten Met het doel het leerkrachtenberoep aantrekkelijker te maken, vragen wij meer loon voor de leerkrachten. De keuze tot uitstap uit het onderwijs is veelal gebonden aan de afweging loon - verantwoordelijkheid en werksfeer. Daarnaast is de N-VA sterk vragende partij voor de afname van de taaklast en de toename van het lescomfort van de leerkrachten. d) De N-VA vraagt extra administratieve omkadering Vooral in het BaO is het fenomeen van extra vergaderingen na de klasuren een algemene regel. Van hen uit komt de vraag om deze activiteiten (vergaderen e.d.) uit te voeren tijdens vrijgekomen uren in het lestijdenpakket. Daarnaast vraagt de N-VA dat er extra omkadering komt om de vorming van de scholengemeenschappen verder in goede banen te leiden. Op dit moment is dit een taak die als te belastend wordt beschouwd. e) De directies herwaarderen en verder professionaliseren De directie van het basisonderwijs moet zich ten volle op haar veelzijdige taak kunnen toeleggen. Zij moet volledig ontheven worden van de taak 'lesgeven' en hun loon moet omhoog getrokken worden. Daarnaast is het voor de N-VA vanzelfsprekend dat een functieomschrijving niet langer kan uitblijven indien men aan kwaliteitsbewaking wil doen, net zoals een verplichte opleiding noodzakelijk is. Een fundamentele verhoging van de directiewedde op alle niveaus is hiervan een logische consequentie, een noodzakelijke eerste stap is de gelijkschakeling van de wedde van de directeur basisonderwijs (diploma regent) aan de wedde van de directeur van een middenschool (diploma regent). f) De nascholing moet eindelijk de aandacht krijgen die ze verdient De N-VA wil paal en perk stellen aan de wildgroei in het nascholingsaanbod enerzijds door een databank aan te leggen van zowel de vraag als het aanbod, anderzijds door een kwaliteitslabel aan de nascholingen toe te kennen. Criteria voor dat label zijn o.a. mate van efficiëntie, doelgerichtheid en probleemoplossing. Daarnaast wil de N-VA dat nascholingen netoverstijgend georganiseerd worden om de versnippering van middelen en energie te vermijden. De onkosten die voortvloeien uit navorming moeten gedragen worden door de school en niet door de leerkracht. g) Beginnende leerkrachten zijn essentieel voor een school Om onze beginnende leerkrachten in het onderwijs te houden pleit de N-VA ervoor om ze onder de begeleiding van het middenkader en van de persoonlijke mentor te laten starten in één school. Daarnaast zou het voor de beginnende leerkracht interessant zijn om echt les te geven en minder of geen resttaken te geven. Het zou eveneens interessant zijn om hen kennis te laten maken met de verschillende onderwijstypes en -vormen. h) De lerarenopleiding, dé cruciale factor De N-VA vindt dat de eerste opdracht van de lerarenopleidingen op alle niveaus het garanderen van de vakkennis is. Daarnaast is de N-VA gewonnen voor een stagesysteem geïnspireerd op de LIO's (Leraar-In-Opleiding) in Nederland. Hierbij sluiten de studenten van alle lerarenopleidingen, ook de academische, af met een periode als leraar-in-opleiding. Tijdens deze periode wordt een student op basis van een leerwerkovereenkomst (met vergoeding) actief ingeschakeld in een school. De student geeft les, is aanwezig bij rapport- en leerlingbesprekingen en oudercontacten,… Hierdoor is hij écht betrokken bij het complete school- en lesgebeuren en wordt de praktijkschok opgevangen. Voor de N-VA is het tevens belangrijk dat er in de lerarenopleidingen extra aandacht besteed wordt aan een correct Nederlands taalgebruik. i) neven- en zij-instroom en Elders Verworven Competenties bevorderen De N-VA wil een kwaliteitsvol lerarenkorps. Zij vindt het daarom belangrijk dat er een optimale wisselwerking ontstaat tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. Voor de scholen is het belangrijk dat er - naast jonge leerkrachten - ook leerkrachten te werk gesteld zijn die ervaring opdeden in andere werkkringen, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. Toch stuiten deze ervaren beroepskrachten op financiële drempels om de overstap te maken. Zo wordt hun anciënniteit niet volledig in rekening gebracht. De N-VA wil de neven- en zij-instromers bevorderen en wil daarom dat mensen met een pedagogisch diploma hun anciënniteit buiten het onderwijs volledig moeten kunnen laten meetellen bij de berekening van hun wedde als ze na een eerdere carrière voor het eerst of opnieuw in het onderwijs stappen. Daarnaast is de N-VA voorstander voor het volwaardig valideren van de Elders Verworven Competenties (EVC) en Elders Verworven Kwalificaties (EVK) in het onderwijs. C.2. Ruimte voor de leerling en de ouders a) Kosteloos onderwijs De N-VA is de partij die de kosteloosheid van het onderwijs op de politieke agenda heeft gezet. We stellen immers vast dat het leerplichtonderwijs alles behalve kosteloos is, nochtans is dit internationaal verdragsmatig en grondwettelijk verplicht. Alhoewel de kosteloosheid van het basisonderwijs letterlijk in het regeerakkoord staat, gebeurt er op dat vlak niets. De N-VA klaagt dit aan en eist een volledig kosteloos Vlaams leerplichtonderwijs! b) Respect voor de vrijheid van onderwijs Voor de N-VA heeft elke leerling recht op inschrijving in de school gekozen door zijn ouders, mits aanvaarding van het pedagogisch project. Wij opteren voor een spreidingsbeleid en vinden een 75 - 25 verhouding tussen autochtone en allochtone kinderen in een school maximaal. c) Ieder kind is gelijk ongeacht het net De N-VA kiest voor een leerlinggebonden onderwijsfinanciering en stapt af van het starre netgebonden denken. Dit houdt in dat we ervan uitgaan dat sowieso elk kind 100% gesteund moet worden, sommige kinderen hebben echter extra aandacht, begeleiding en middelen nodig (120% - 145% - 180% - …). Zo kan men leerlingen met minder gunstige uitgangsposities de weg naar een succesvolle schoolloopbaan tonen. d) Een engagementsverklaring in alle Vlaamse scholen Er moet een verplichte en bindende engagementsverklaring komen in alle Vlaamse scholen, dus zowel in Brussel als in de Rand en de taalgrensgebieden. In de engagementsverklaring verklaren de ouders en de leerling zich bereid het Nederlandstalig karakter van de school te eerbiedigen en te bevorderen. Dit is in het belang van het kind, de school, de leerkrachten en de ouders. e) Inclusief onderwijs: Ja, maar! De N-VA schaart zich achter het principe van het inclusief onderwijs maar gaat niet akkoord met het besparingsbeleid van de minister ter zake. De N-VA vindt dat het buitengewoon onderwijs behouden moet blijven, omdat elk kind recht heeft op onderwijs volgens de eigen mogelijkheden. Daarnaast moet het wel mogelijk zijn te kiezen voor inclusief onderwijs, mits voldoende draagkracht én een goede toegankelijkheid. Dit betekent onder andere dat er in het lager onderwijs minstens 1 voltijdse leerkracht per 120 lagere schoolkinderen aangesteld wordt (nu krijgt met 10u per week en pas vanaf 300 leerlingen krijgt men enkele uren bij). f) De herwaardering van het TSO, BSO en DBSO, een eerste stap Een opwaardering van TSO en BSO en het teniet doen van het "watervalsysteem" is meer dan ooit noodzakelijk. De N-VA pleit voor een gelijkschakeling van het statuut van arbeiders en bedienden en doet hiermee een eerste stap in de goede richting. Daarnaast pleit de N-VA ervoor om cultuur, talen en maatschappelijke vorming zo ruim mogelijk aan bod te laten komen in die studierichtingen en moeten er een daadwerkelijke ondersteuning van de promotiecampagnes voor het TSO en BSO komen. Tenslotte vraagt de N-VA beleidsaandacht voor de conclusies van het onderzoeksrapport 'Accent op Talent' en dient het deeltijds beroepsonderwijs eindelijk als volwaardige onderwijsvorm te worden aanzien. Het alternerend leren principe van halftijds leren op school en halftijds leren op de werkvloer dient meer dan ooit centraal te staan. g) Het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) in Vlaanderen Sinds de hervorming van het DKO in 1990 bestaat er geen twijfel meer over dat deze sector tot het onderwijs behoort en niet tot de artistieke vorming. Niettemin zijn er nog steeds inhoudelijke onduidelijkheden over de positionering en doelstellingen van het DKO. Dit is bijvoorbeeld te merken aan de beperkte juridische waarde van de getuigschriften die het DKO uitreikt, de onduidelijke decretale bepalingen over het onderwijsniveau, de langdurige programmatiestop, de strenge programmatienormen en de onduidelijke bepalingen over kwaliteitsbewaking. Daarnaast zien we dat de participatie aan en het aanbod van DKO per gemeente sterk varieert: van minder dan 0.5% tot meer dan 5%. De gemiddelde participatiegraad in Vlaanderen bedraagt 2.28%. In 75% van de gemeenten is er een aanbod van DKO. De aanwezigheid van dit aanbod heeft een doorslaggevende invloed op de participatie. Voor de gemeenten met aanbod ligt de gemiddelde participatie 70% hoger dan voor de andere. Voor de N-VA is het alvast duidelijk dat de minister dit dossier tijdens haar ambtstermijn volledig links heeft laten liggen. Wij pleiten voor een duidelijke decretale basis voor het DKO maar ook voor een geactualiseerd studieaanbod, aangepaste leertrajecten en een vernieuwd personeelsbeleid. Tenslotte pleit de N-VA voor een andere aanpak van de DKO-vorming. Bij jongeren dient de klemtoon voornamelijk te liggen op het praktische gedeelte van de opleiding, de volwassenen kunnen dan dieper ingaan op de theoretische aspecten. De talentvolle jongeren worden best aangemoedigd om door te stromen naar het KSO of het conservatorium. Dit met de bedoeling om de jongeren op een eerde praktijkgericht wijze DKO te laten volgen. De theoretische aanpak schrikt immers veel jongeren af of demotiveert hen. h) De onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) De N-VA is tevreden met de eerste evaluatieresultaten van de OKAN-klassen. Toch verdienen de aanbevelingen opvolging. Zo zou er de mogelijkheid moeten zijn om de OKAN-leerlingen langer dan 1 jaar intensief te begeleiden. Daarnaast moet het voor de OKAN-leerkrachten mogelijk zijn om vast benoemd én beter begeleid te worden. Tenslotte is een verdere uitbreiding van het OKAN-onderwijs absoluut opportuun. i) Het Brussels Nederlandstalig onderwijs in de kijker Dat het rommelt in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is algemeen bekend. De oorzaken van de onvrede op het terrein zijn legio. Er is de sterke aantrekkingskracht van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel op Franstalige ouders en de (terechte) vrees voor kwaliteitsverlies, er is het acuut leerkrachtentekort, er is de beperkte Vlaamse aandacht voor de specifieke Brusselse situatie, enz. De N-VA onderkent deze probleemsituatie en wil het Nederlandstalig onderwijs in onze hoofdstad uitdrukkelijk in de kijker zetten. Een volledig onderwijsactieplan werd uitgewerkt en zeer positief onthaald. Hoofdlijnen hierin zijn het invoeren van een engagementsverklaring inzake taalgebruik en -attitude evenals het invoeren van taalvaardigheidstesten op regelmatige tijdstippen tijdens de schoolloopbaan. Daarnaast vragen we meer aandacht voor het schoolopbouwwerk, de cultuuroverdracht en -uitwisseling en het acuut leerkrachtentekort. j) De levenskwaliteit in de scholen verhogen De N-VA is een partij die levenskwaliteit hoog in het vaandel draagt. Recente gegevens tonen aan dat steeds meer kinderen, scholieren en studenten op steeds jongere leeftijd te kampen hebben met stress en depressies en in een stijgend aantal gevallen zelfs (een) zelfmoordpoging(en) ondernemen. Voor de N-VA is dit een zorgwekkende vaststelling waaraan we niet kunnen voorbijgaan. Zowel projecten tegen pesten en anti-sociaal gedrag op school, als een goede medische voorlichting van leerkrachten- en CLB-staf lijken voor de hand liggende maatregelen. Daarnaast pleit de N-VA voor méér sport en spel op school, voor een doordacht omgaan met huiswerk zonder het te willen afschaffen alsook voor een meer comfortabele en betere schoolinfrastructuur. De N-VA is tevens voorstander van de verdere implementatie van een meer formatieve, tussentijdse evaluatiemethode waardoor de school een plek wordt waar 'onthaasting', spel en vriendschap hand in hand gaan met leren, studeren en karaktervorming. Uiteraard beseffen wij hierbij ook dat het welbevinden op school slechts één factor is in het geheel van factoren die stress en depressies doen veroorzaken. k) Het nijverheidsonderwijs: samenwerking onderwijs - bedrijfsleven De N-VA pleit voor een intensieve samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Dit gaat zowel over de samenstelling van machineparken, het aanbieden van stageplaatsen als het uitleveren van kennis en expertise. Voor de N-VA dient het nijverheidsonderwijs de (financiële) aandacht te krijgen die het verdient. De Regionale Technologische Centra (RTC) zijn een stap in de goede richting maar mogen niets afdoen aan de noodzaak van het beschikken over een voldoende uitgebouwde en moderne technische basisuitrusting in de scholen. l) Nederlands Tweede Taal (NT2) en de huizen van het Nederlands De N-VA wil dat er extra middelen worden vrijgemaakt voor het taalonderricht aan allochtone nieuwkomers én aan oudkomers. Alle opleidingsinstanties (VDAB, de centra voor basiseducatie, de centra voor volwassenenvorming, de syntra's en de talencentra van de universiteiten) zijn hiervoor vragende partij. Voor de huizen van het Nederlands ziet de N-VA een spilfunctie weggelegd maar enkel indien dit gebeurt in samenspraak met alle actoren. C.3. Ruimte voor de school en de onderwijsstructuur a) De N-VA kiest voor een pluralistisch onderwijs De N-VA kiest voor het pluralistisch onderwijs. Wij ijveren voor netoverschrijdende samenwerking op vrijwillige basis, zowel sociaal, materieel als financieel. Actief intern pluralisme betekent een positieve waardering van de verschillen van de participanten: sociaal, economisch, cultureel, politiek en levensbeschouwelijk. b) Twee onderwijsnetten per niveau De N-VA is voorstander van een tweeledige nettenstructuur voor zowel het basis- als het secundair onderwijs. Het officieel basisonderwijs moet uitsluitend ingericht worden door de steden en de gemeenten (Officieel Gesubsidieerd Onderwijs). Het officieel secundair onderwijs moet volledig de bevoegdheid van het Gemeenschapsonderwijs worden. Dit betekent concreet dat het gemeenschapsonderwijs op basisonderwijsniveau en het gemeentelijk, stedelijk en provinciaal op secundair onderwijsniveau ophouden te bestaan of overgeheveld worden. c) Meertaligheid in Vlaanderen als troef maar geen tweetalig onderwijs Voor de N-VA is het duidelijk dat de meertaligheid van de Vlaming een internationale troef is. Niet alleen het correct aanleren van de Nederlandse standaardtaal is belangrijk, maar ook het vreemdetalenonderwijs verdient alle respect en ondersteuning. Zo bepleit de N-VA de verplichte invoering van taalonderricht in alle bachelor- en meesteropleidingen. Al te vaak gaat de opgedane kennis van het leerplichtonderwijs immers verloren tijdens de hogere studies. Dit stevig pleidooi voor meertalig onderwijs doet niets af aan het N-VA standpunt dat tweetalig onderwijs in Vlaanderen niet kan. Los van de historische ontwikkelingen zijn er argumenten genoeg die tegen tweetalig onderwijs pleiten: kwaliteitsverlies, discriminatie van de zwakke leerlingen, de vorming van elitaire scholen, extra belasting voor de kinderen en nefaste invloed op hun taal- en psychische ontwikkeling,… Tenslotte pleit de N-VA voor meer uitwisseling en overleg met de Europese scholen in Vlaanderen. d) Faciliteitenonderwijs afschaffen De N-VA is absoluut pleitbezorger voor de onmiddellijke afschaffing van het faciliteitenonderwijs in Vlaanderen. e) Méér geld voor schoolinfrastructuur en voor de Vlaamse internaten De N-VA vindt het hallucinant te moeten vaststellen dat de wachtlijst bij de DIGO (Dienst Infrastructuur voor het Gesubsidieerd Onderwijs) reeds méér dan 800 miljoen Euro bedraagt, een vertienvoudiging op 10 jaar! In investeringsjaren gaat het over een wachttijd van meer dan 6 jaar vooraleer de werken aanvatten. De N-VA wil dringend méér geld vrijmaken voor infrastructuurwerken aan en in scholen. Enkel op die manier is het mogelijk om het hoge aantal pedagogisch onverantwoorde 'containerklassen' terug te dringen. De privaatpublieke samenwerking (PPS) kan hier soelaas bieden. Daarnaast pleit de N-VA voor een herwaardering, zowel financieel als maatschappelijk van het internaatswezen in Vlaanderen. Tenslotte is de N-VA voorstander voor een verdere samenwerking tussen de scholen en het verenigingsleven inzake het openstellen van de infrastructuur voor naschoolse activiteiten. f) Het onderwijsbudget moet dringend én drastisch omhoog 'Koken kost geld' om al onze eisen in te willigen is een jaarlijkse begrotingsinspanning van (minimaal) 6% t.o.v. het Bruto Regionaal Product noodzakelijk. Concreet betekent dit een optrekken van het huidige onderwijsbudget met om en bij 2 miljard Euro. Als uitgesproken 'onderwijspartij' stelt de N-VA deze verhouding met ingang van de volgende zittingsperiode (2004) voorop. C.4. Ruimte voor hoger onderwijs, levenslang leren en wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen en Europa a) Kwaliteitsvol én toegankelijk Voor de N-VA is het van primordiaal belang dat zowel de kwaliteit als de toegankelijkheid van ons hoger onderwijs gegarandeerd blijven. Dat dit geen vrijblijvende stelling is bewijzen de grote internationale tendensen inzake hoger onderwijs. Door allerhande internationale verdragen en akkoorden, met GATS op kop, komt ons hoger onderwijs immers steeds meer onder druk te staan van 'de markt' en van louter economische principes. Voor de N-VA heeft het hoger en universitair onderwijs nog steeds een belangrijke sociaal-maatschappelijke, educatieve en algemeen vormende ('Bildung') taak te vervullen. De N-VA verzet zich met andere woorden ten stelligste tegen een Europese hoger onderwijsruimte indien die niets meer biedt dan een (exclusieve) kopie van het Angelsaksisch model. De N-VA pleit sterk voor een betaalbaar (hoger) onderwijs voor iedereen. Dit betekent dat de studiebeurzen in het hoger onderwijs maar ook in het secundair onderwijs omhoog moeten worden getrokken. b) "Bologna: Ja, Vlaamse Bologna: Neen!" Voor de N-VA is de Bologna-verklaring een goed uitgangspunt om ons hoger onderwijs te optimaliseren in de zin van transparanter en efficiënter maken. Daarnaast geeft de Europese gedachte het Bolognaproces de juiste dimensie. Van de andere kant kunnen we niet gelukkig zijn met het Vlaamse structuurdecreet dat de Bolognaverklaring in een juridisch kader giet. De N-VA verwerpt de taalregeling die de deur openzet voor een toenemende verengelsing van ons hoger onderwijs. Wij zijn ook niet te spreken over het feit dat er geen echte oplossing is voor de accreditatieproblematiek en de lerarenopleiding (zie C.1. onder paragraaf g). Met andere woorden : de N-VA is uiterst kritisch ten opzichte van het Bolognadecreet dat het Vlaams hoger onderwijs bloot stelt aan de steeds toenemende druk tot vermarkting en verengelsing. c) Meer geld in de enveloppe! De N-VA stelt een dringende aanpassing van de enveloppenfinanciering van de hogescholen voor, rekening houdend met de sterke stijging van hogeschoolstudenten en de eisen die de hoger onderwijsdecreten inzake onderzoek, kwaliteit, infrastructuur, … aan de Vlaamse hogescholen stellen. Door de jarenlange onderfinanciering van de hogescholen geraken ze stilaan in een uitzichtloze en deprimerende situatie. d) Studiekeuzebegeleiding en thesisjaar Voor de N-VA is het uiterst belangrijk dat er meer aandacht gaat naar het degelijk informeren van onze leerlingen en studenten. Het hoge aantal 'drop-outs' en bissers in het eerste jaar hoger onderwijs kan volgens ons wel degelijk ingedijkt worden door een intense en efficiënte studiekeuzebegeleiding. Hiervoor dragen zowel de secundaire school, het CLB, de hoger onderwijsinstelling, als de ouders en natuurlijk ook de leerling een verpletterende verantwoordelijkheid. Daarnaast moet er dringend iets gedaan worden aan het zeer grote (en steeds stijgende) aantal studenten met een thesisjaar (in sommige richtingen tot 1 op 3). Dit kan door de studenten tijdig goed en uitgebreid te informeren, door de promotoren op hun verantwoordelijkheid te wijzen maar ook door in het curriculum de nodige tijd en ruimte vrij te houden voor deze tijdsintensieve opdracht. e) Het Vlaams wetenschaps- en innovatiebeleid versterken De versterking (zowel inhoudelijk als financieel) van het Vlaamse wetenschappelijke en technologische potentieel dat gericht is op een duurzame samenleving en economie is een van de permanente aandachtspunten van de N-VA. Internationaal gezien doen we het immers niet goed, Vlaanderen investeert 0.6% van haar BRP in Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) terwijl het OESO gemiddelde 0.78% bedraagt (vgl. Nederland: 0.93%, Frankrijk: 0.83%, Duitsland: 0.74%). Daarbij komt dat Europa tegen 2010 een inspanning van 3% van het BRP vooropstelt. Met andere woorden, de eerder ingezette inhaaloperatie inzake publieke middelen voor zowel fundamenteel als toegepast onderzoek en ontwikkeling van 4 keer 50 miljoen Euro per jaar (periode 1995-1999) moet opnieuw opgestart en zelfs geïntensifieerd worden (7 x 60 miljoen euro per jaar). Dit vereist een uitgewerkt meerjarenplan. f) Een écht personeelsbeleid Minister Vanderpoorten bestelde al meerdere studies en belooft al van in 1999 dat ze een personeelsbeleid zal uitstippelen met de blik op 2010-2020, tot dusver zonder gevolg. De N-VA pleit voor een echt personeelsbeleid dat ervoor zorgt dat het wetenschappelijk onderzoek opnieuw aantrekkelijk wordt voor pas afgestudeerde studenten maar dat ook de zeer hoge uitval van doctoraatsstudenten tegengaat (slechts 1 op 3 behaalt de titel). Een betere begeleiding, langere contracten en transparante, beloftevolle carrièremogelijkheden zijn hierbij de essentiële factoren. Daarnaast moet het aantal FWO en IWT-onderzoeksbeurzen dringend opgetrokken te worden. Elk jaar worden er immers honderden bekwame kandidaat-onderzoekers afgewezen bij een gebrek aan beurzen. g) Beleidsvoorbereidend onderzoek Een kwantitatieve analyse toont aan dat ongeveer 15% van al de Vlaamse middelen voor O&O naar beleidsvoorbereidend onderzoek gaan. Spijtig genoeg wordt dit onderzoek nog veel te weinig gecoördineerd en op elkaar afgestemd. Daarom wil de N-VA een coördinatiecentrum en steunpuntenconcept invoeren dat zowel de onderzoeksonderwerpen als de onderzoeksresultaten en hun resp. impact in kaart brengen. Niet alleen (politiek bruikbaar) kortlopend onderzoek maar ook langlopend, longitudinaal onderzoek (en dus politiek minder interessant) moet hierbij een kans krijgen. h) Levenslang leren en permanente vorming in Vlaanderen Het levenslang leren in Vlaanderen lijkt voor de modale burger een ondoorgrondelijk kluwen van opleidingen en opleidingsinstanties: van (hoger) onderwijs voor sociale promotie en tweedekans onderwijs in de centra voor volwassenenonderwijs over basiseducatie in de centra voor basiseducatie tot het begeleid individueel studeren en de talrijke opleidingen van de VDAB, het VIZO en het sociaal-cultureel werk. Daarnaast zijn er nog de duizenden opleidingen op de werkvloer, ingericht door de bedrijven zelf. Kortom het volwassenenonderwijs in Vlaanderen is zeer versnipperd en verscheiden. Vooreerst wil de N-VA meer coördinatie en transparantie in het levenslang leren in Vlaanderen. Er moet niet alleen meer coördinatie komen op het niveau van de intake en op het niveau van het opleidingsaanbod, maar ook op het niveau van de output (de certificering). Het is hierbij duidelijk dat ook de Elders Verworven Competenties (EVC) in rekening gebracht dienen te worden. De N-VA kijkt dan ook met belangstelling uit naar de eerste evaluatie van de op 31 maart 2003 opgerichte Dienst voor Informatie over Vorming en Afstemming (DIVA). Deze dienst is hét instrument van de Vlaamse Regering om tot een transparanter vormingsbeleid te komen en permanente vorming te stimuleren. Daarnaast pleit de N-VA voor een correct valideren van de opleidingen hoger onderwijs voor sociale promotie (HOSP). Deze opleidingen dienen niet alleen te worden geïntegreerd in de hogeschoolwerking, ze dienen ook te worden gevalideerd met een volwaardig bachelordiploma. Tenslotte is een stevige inhaaloperatie inzake levenslang leren opdat Vlaanderen haar welvaarts- en welzijnspeil kan behouden én verhogen absoluut prioritair. We zitten met 8% onder het Europees gemiddelde (8.3%) inzake permanente vorming en blijven ver verwijderd van de 12.5% die tegen 2010 werd vooropgesteld in het Pact van Vilvoorde. Hierbij moeten we wel steeds oog hebben voor de vermenging tussen de marktbenadering en de culturele verrijking van het levenslang leren. [size=6]Gezin[/size] 1. Het gezin Analyse * Het familiale en maatschappelijke weefsel, waarin onze kinderen opgroeien en waarin mensen dag aan dag relaties met elkaar opbouwen, raakt ernstig verzwakt. Onze samenleving ziet een steeds verdere ontrafeling van sociale verbanden, met gevolgen als de toename van vereenzaming en depressies (met hoge zelfmoordcijfers), het steeds vaker uiteenvallen van gezinnen (met 30.000 echtscheidingen voor 40.000 huwelijken het voorbije jaar), vervreemding tussen ouders en kinderen… Op dit ogenblik bestaat al 1 op 3 gezinnen in Vlaanderen uit alleenstaanden, in vele gevallen niet als gevolg van een bewuste keuze. Een groot aantal adolescenten leeft met slechts één van de ouders en heeft ten gevolge van breuken in het gezin vaak geen contact meer met de andere ouder. Jonge gezinnen staan bovendien vaak onder zware stress door de verhouding tussen arbeid en vrije tijd. * Europa in het algemeen, en Vlaanderen in het bijzonder, "zit op de grootste economische en sociale tijdbom uit zijn geschiedenis(1)" : de drastische vergrijzing van onze bevolking. Met de huidige geboortecijfers en bij ongewijzigd arbeidsmarktbeleid is er over 30 jaar maar anderhalve werkende per gepensioneerde meer; lang voordien wordt ons pensioenstelsel onbetaalbaar. De betaalbaarheid van onze sociale zekerheid in zijn geheel komt onder steeds grotere druk te staan. Nu al betalen we op enkele landen na de hoogste belastingen ter wereld. Een toekomstgericht gezinsbeleid zal mede een oplossing bieden voor deze steeds ernstiger wordende problemen. * Wie vandaag kiest om zorg te dragen voor anderen, wordt daarvoor zeker niet beloond. Zwangerschappen worden, zeker in kleinere bedrijven, vaak niet gewaardeerd door de werkgever. De kosten van de opvoeding lopen veel hoger op dan de gezinstoelagen. Eén van de partners thuis zorg laten dragen, bijvoorbeeld voor kinderen of inwonende ouders, is voor de meeste gezinnen financieel moeilijk haalbaar. De partner die thuis blijft, bouwt bovendien geen sociale rechten op. Kinderopvang buitenshuis is niet gemakkelijk te vinden en kost handenvol geld, net als verzorgingsinstellingen voor ouderen of personen met een handicap. * Als Vlaamse samenhorigheidspartij is de N-VA ervan overtuigd dat het antwoord op deze uitdagingen niet uitsluitend kan komen van een steeds groter overheidsinitiatief in de welzijnssector, net zo min als van de privatisering (vermarkting) ervan. Verregaande verstaatsing en/of commercialisering wijst de N-VA uitdrukkelijk van de hand. Het is aan de overheid om een referentiekader te bepalen met oog op de betaalbaarheid, de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg, opvoeding en onderwijs. Daarbinnen moet maximaal ruimte gegeven worden aan gezinnen en aan spontane initiatieven van onderuit. Daarom stelt de N-VA een reeks maatregelen voor die het familiale leven, in de breedste betekenis van het woord, aanzienlijk zullen ondersteunen. Kiezen voor de maximale ondersteuning van wie verantwoordelijkheid draagt voor anderen, zal uiteindelijk het maatschappelijke weefsel weer versterken en de sociale draagkracht van onze samenleving opkrikken. Het is dus de beste keuze voor de toekomst. * Concreet vraagt de N-VA een fiscale hervorming die ten goede komt aan iedereen die zorg draagt voor (financieel) zwakkeren: de invoering van het gezinsquotiënt. Dezelfde solidaire logica moet gelden tussen partners voor de opbouw van pensioenrechten. Betreffende erfenisrecht wil de N-VA een vrijstelling tot 500.000 euro voor nakomelingen in rechte lijn. De kinderbijslagen moeten omhoog en worden voor iedereen gelijk. Wie kinderen thuis opvoedt of beroep doet op kinderopvang, wordt via trekkingsrechten (opvoedings- of opvangpremie) gecompenseerd voor de kosten hiervan. Zwangerschap en geboorte moeten sociaal veel sterker beschermd en beloond worden. Wie zich gedeeltelijk of volledig terugtrekt uit de arbeidsmarkt om thuis zorg te dragen, behoudt gedurende twee jaar de opbouw van sociale zekerheidsrechten. Het leerplichtonderwijs moet daadwerkelijk kosteloos worden. Ten slotte vraagt de N-VA een aantal hervormingen van het familierecht, vooral met het oog op een betere bescherming van de belangen van kinderen, bijvoorbeeld op het gebied van zorgouderschap, bezoekrecht en onderhoudsgeld. * Voor de N-VA is het ook evident dat alle betrokken bevoegdheden als persoonsgebonden materies bevoegdheden moeten zijn van de Vlaamse Gemeenschap en dat het op dat niveau is dat een gezinsbeleid kan en moet worden gevoerd. De N-VA is er niet over te spreken dat de huidige meerderheid voortdurend probeert Vlaamse bevoegdheden te recupereren voor de federale overheid en dat de al jaren goedgekeurde overdrachten van bevoegdheden en middelen in sommige van deze domeinen nog steeds niet zijn uitgevoerd. Op weg naar de toekomst 1. De N-VA kiest voor een gezinsfiscaliteit door de invoering van het GEZINSQUOTIËNT 1.1. Wat is het gezinsquotiënt? * Bij elke samenlevingsvorm met een zeker engagement tegenover elkaar, of met kinderen of ouderen, worden voor de berekening van de belasting alle gezinsinkomsten samengeteld en gedeeld door het aantal personen dat ervan moeten leven. Op elk van deze inkomsten (het quotiënt) wordt de belasting berekend volgens het opklimmend of progressief tarief. Een dergelijk systeem bestaat onder meer in Frankrijk. 1.2. Wie telt er allemaal mee? * Onder gezinnen verstaan wij alle gezinsverbanden waarbinnen personen tegenover elkaar een zéker engagement opnemen en de inkomens gedeeld worden met het hele gezin(2). Dit slaat dus niet alleen op de samenwonende partners (gehuwd of niet), maar ook op: - personen met kinderen (ongeacht of ze alleenstaand zijn, gehuwd of samenwonend); - personen die zorg dragen voor inwonende ouderen met wie er een familiale of gemeenschappelijke band bestaat; - personen die zorg dragen voor pleeg- of zorgkinderen; - personen die zorg dragen voor inwonende personen met een handicap. * In beginsel telt elk gezinslid voor 1. Ook (kleine) kinderen tellen voor 1, omdat wij willen dat onze maatschappij meer kiest voor wie kinderen grootbrengt(3). Personen met een handicap tellen voor meer dan 1. Een getrapt systeem met een waardering tussen 1 en 2 is aangewezen naargelang de zwaarte van de handicap (op basis van een globale en multidisciplinaire evaluatie). Op dit ogenblik is het een alles of niets-systeem. Verandert de samenstelling van het gezin in de loop van het jaar, dan wordt dit verrekend op maandbasis, in plaats van nu op jaarbasis(4). 1.3. Waarom een gezinsquotiënt? * Vandaag worden gezinnen fiscaal benadeeld telkens wanneer één of meerdere gezinsleden geen inkomsten hebben of minder dan de andere. De solidariteit tussen feitelijk samenwonenden wordt fiscaal niet weerspiegeld. Het huidige huwelijksquotiënt geldt enkel voor gehuwden of wettelijke samenwonenden en deelt het inkomen tussen diegenen die ervan moeten leven op een zeer beperkte manier. Daarentegen benadrukt het gezinsquotiënt de solidariteit binnen een gezin ten volle. * Doel van het gezinsquotiënt is: - het bevorderen van zorg en verantwoordelijkheid voor elkaar, in de meest spontaan gekozen kleinste vorm van samen-leven, het gezin; - met een oplossing die neutraal is ten aanzien van de gezinsvorm en de taakverdeling binnen het gezin. De solidariteit tussen gezinnen in de belastingen wil de N-VA realiseren door het behoud van het opklimmend of progressief tarief. De financieel sterkste gezinnen met een hoger inkomen kunnen meer belastingen betalen. Maar de N-VA aanvaardt niet langer dat tussen gezinnen met eenzelfde inkomen de belastingdruk verschilt naargelang hoe die inkomsten verdeeld zijn tussen de gezinsleden(5). Zo is het onbegrijpelijk dat gepensioneerden met een gezinspensioen meer belastingen moeten betalen dan gepensioneerden met twee aparte pensioenen. 1.4. Een fundamentele beleidskeuze voor gezinnen * De N-VA wil de bestaande middelen (ge-)zin(s)vol besteden in plaats van een lineaire belastingvermindering voor iedereen, die enkel maar de bestaande onrechtvaardigheden vergroot. * De N-VA is overtuigd dat deze hervorming ten gunste van solidaire gezinnen haalbaar is omdat: - meer verantwoordelijkheid geven aan de gezinnen voor de zorg voor zorgkinderen, personen met een handicap of ouderen een aanzienlijke vermindering van sociale kosten betekent; - deze hervorming een administratieve vereenvoudiging betekent. Het gezinsquotiënt betekent een grote vereenvoudiging en transparantie van het fiscaal systeem. Een stelsel van gezinsquotiënt vervangt immers de belastingvermindering voor kinderen ten laste (als belasting (krediet) en in de bedrijfsvoorheffing (denk aan gehuwden die het nieuwe formulier mogen invullen)), de belastingaftrek of belastingvermindering voor kinderen minder dan drie jaar (kinderopvang), de vermindering onroerende voorheffing vanaf twee kinderen, het huwelijksquotïent en allerlei andere ingewikkelde fiscale regelingen. Let wel: de N-VA behoudt naast het gezinsquotiënt wel een forfaitaire kinderbijslag als recht van het kind, zoals verder wordt uiteengezet. Meer Vlaamse fiscale autonomie - zoals de N-VA vraagt - zal nog meer kansen geven aan een Vlaamse fiscale politiek die gezinsvriendelijker is. 2. Pensioenrechten voor beide partners * De N-VA vindt dat personen die samenwonen als gezinspartners tijdens die periode van samenwoning gelijke pensioenrechten dienen op te bouwen. Nu zijn er vaak grote verschillen in pensioenrechten ook bij personen die dezelfde bijdragen hebben betaald. Zo is de opbouw van het wettelijk pensioen per jaar begrensd (ongeveer 38.000 euro per jaar) terwijl de bijdrage onbegrensd is. Dit heeft volgend discriminerend gevolg: wanneer beide partners elk 38.000 euro verdienen bouwen zij beiden een volledig pensioen(jaar) op. Wanneer één van beide partners 76.000 euro verdient en de andere geen inkomen heeft, is het pensioen niet veel meer dan de helft daarvan(6). * Een ander probleem vloeit voort uit de pensioenrechten opgebouwd tijdens een huwelijk of samenwoning dat later stukgaat. Ook hiervoor is het zinvoller de pensioenrechten die opgebouwd worden door bijdragen van gezinsleden samen te tellen en in twee gelijke delen te verdelen. De partner zonder inkomen blijft dus tijdens de duur van de samenwoning gelijke pensioenrechten opbouwen als deze met inkomen. 3. Wijzigingen aan het erfrecht die alle gezinnen, en in het bijzonder gezinnen zonder kinderen, ten goede komen * De afschaffing van het voorbehouden erfdeel ("reserve") van de ouders bij overlijden van personen zonder kinderen. Deze maatregel komt voornamelijk ten goede aan ongehuwd samenwonenden, en maakt dat elk van hen bij schenking en testament ten gunste van de ander kan beschikken over het deel van hun nalatenschap dat anders naar de ouders gaat. Kiezen zij daar niet voor, dan blijft het erfrecht van de ouders (en dus van ieders familie) behouden. Wel wenst de N-VA een intestaaterfrecht betreffende de gezinswoning en huisraad ook voor ongehuwde samenwonenden. * Wanneer twee personen die van elkaar kunnen erven door eenzelfde ongeval overlijden, maar niet tegelijkertijd, gaat die erfenis naar de familie van de langstlevende. In dergelijk geval zou het nochtans beter zijn de regel van de "commoriëntes" toe te passen, d.w.z. dat zij niet van elkaar erven omdat ze geacht worden gelijktijdig te zijn gestorven. Die regel dient daarom te worden uitgebreid tot het geval waarin de langstlevende niet meer bij bewustzijn is op het ogenblik dat de eerststervende overlijdt. 4. Een gelijke kinderbijslag voor iedereen, verrekend door de belastingen * Een ernstige tegemoetkoming in de kosten voor kinderen die men opvoedt, moet een recht zijn voor elke ouder, zonder onderscheid naar sociaal statuut of gezinsvorm. * Op de eerste plaats moet het kindergeld meer in verhouding gebracht worden met de reële opvoedingskosten. Voor de N-VA moet dit bestaan uit: - enerzijds het eigenlijke kindergeld, verhoogd tot 300 euro per maand voor het eerste kind, 400 euro per maand voor het tweede en volgende (geld dat zoals nu betaald wordt op een rekening op naam van die persoon in het gezin die het grootste aandeel heeft in de opvoeding van het kind). Voor kinderen met een handicap wordt een getrapte verhoging toegekend (vgl. hoger). - anderzijds trekkingsrechten voor kinderopvang (zie verder). * Ook moet het kindergeld, nu het voor ieder geldt ongeacht zijn sociaal statuut, betaald worden met algemene middelen in plaats van werkgevers- en werknemersbijdragen en geïntegreerd worden in de personenbelasting. De kinderbijslagfondsen dienen aldus geïntegreerd te worden in de Vlaamse belastingdienst. Indien naast de kinderbijslag ook de ziekteverzekering uit algemene (fiscale) middelen betaald zou worden in plaats van via sociale bijdragen, zou dit de sociale lasten op arbeid aanzienlijk verlagen en de werkgelegenheid aanzienlijk doen stijgen. * Het verhoogde kindergeld samen met het gezinsquotiënt zullen er voor zorgen dat alle gezinnen met kinderen erop vooruitgaan ten opzichte van vandaag. 5. Aanpassingen van erfrecht en successierechten ten voordele van gezinnen met kinderen * De N-VA is voorstander van een volledige afschaffing van de erfenisrechten voor nakomelingen in rechte lijn, minstens tot een bedrag van 500.000 euro. * Een volledige afschaffing van de successierechten in rechte lijn lost ook het probleem van de vrijwillige zgn. erfenissprong op (d.w.z. dat personen die van hun ouders erven, daarvan afstand doen ten voordele van hun kinderen, d.i. de kleinkinderen); deze sprong wordt nu immers fiscaal bestraft. Voor zover de successierechten niet volledig worden afgeschaft, dient in ieder geval de wet te worden aangepast om de erfenissprong niet langer dubbel te belasten (wijziging van art. 68, § 2 Wetboek Successierechten). * Om mensen meer mogelijkheden te geven het vermogen binnen het gezin te verdelen op een gepaste wijze, wil de N-VA het voorbehouden erfdeel van de kinderen onverkort bewaren, maar wel als een recht op een aandeel in waarde, en niet noodzakelijk "in natura" (dit maakt het bvb. mogelijk om een bedrijf door één van de kinderen te laten voortzetten met uitbetaling van de anderen in geld in plaats van in aandelen). 6. Een werkelijke keuze geven om de kinderen al dan niet thuis op te voeden * De N-VA wenst een gelijkwaardige behandeling voor enerzijds ouders die hun kinderen dagelijks thuis opvoeden en anderzijds zij die dit niet wensen te doen om buitenhuis te kunnen werken, zonder daartussen een voorkeur uit te spreken. In beide gevallen moet de geldelijke last daarvan in redelijke mate door de gemeenschap worden gedragen(7). Ouders krijgen daarom voor een bedrag dat de reële kost van opvang van kinderen van die leeftijd benadert trekkingsrechten (opvoedings- en opvangpremie) die ze ofwel kunnen gebruiken voor betaalde kinderopvang, ofwel anders aanwenden indien de kinderen daadwerkelijk thuis worden opgevangen. Het bedrag zal een stuk hoger liggen bij kinderen onder de 3 jaar en de cheques blijven voor een lager bedrag bestaan tot de leeftijd van 12 jaar. Indien deze trekkingsrechten de reële kosten van kinderopvang benaderen, wordt het ook eindelijk mogelijk om een werknemersstatuut te geven aan die onthaalouders die voor zo'n statuut kiezen. 7. Bijkomende steun bij zwangerschap en geboorte * Met het oog op een betere opvang van risicogroepen in de samenleving, is er regelmatige medische begeleiding tijdens de zwangerschap. Tijdens het eerste levensjaar wordt gezorgd voor regelmatige medische consultaties. * Terugbetaling van medische kosten voor een vruchtbaarheidsbehandeling, wanneer zich vóór de leeftijd van 40 jaar medisch vastgestelde vruchtbaarheidsstoornissen voordoen. * Bij de geboorte van tweelingen wordt net zoals bij de geboorte van andere meerlingen gedurende een bepaalde periode sociale hulp georganiseerd. * Ouderschapsverlof (d.i. zwangerschaps-, bevallings- en zorgverlof - dit laatste ook bij adoptie) wordt uitgebreid tot 7 maanden als volgt verdeeld over vader en moeder: - Aan de moeder wordt het recht gegeven het zwangerschaps- en bevallingsverlof uit te breiden tot 4 maanden in totaal, waarvan maximum 3 na de geboorte; - Voor de vader wordt in een zorgverlof voorzien van 1 maand, op te nemen tijdens de eerste 6 maanden na de bevalling; - Twee bijkomende maanden zorgverlof kunnen naar onderling te bepalen keuze door vader of moeder worden opgenomen. * Voor de laatste 6 maanden van de zwangerschap en op het gewaarborgd inkomen bij ziekte van een zwangere vrouw zijn geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd door de werkgever (en de werknemer). 8. Compensatie in opbouw sociale zekerheidsrechten De ouder(8) die zich tijdelijk (geheel of deeltijds) uit het arbeidsproces terugtrekt om zijn/haar kind op te voeden, ontvangt een compensatie voor de sociale-zekerheidsrechten die hij/zij daardoor niet kon opbouwen. De periode waarin die ouder tijdens de minderjarigheid niet heeft gewerkt, wordt - en dit tot een bepaald maximum, nl. 2 jaren per kind - geteld als actieve jaren: - voor de berekening van het pensioen; - voor de werkloosheid indien men zich hierna opnieuw aanbiedt op de arbeidsmarkt (zodat men dadelijk recht heeft op een werkloosheidsvergoeding). De begeleiding voor ouders die na inactiviteit omwille van kinderzorg weer in de arbeidsmarkt willen intreden, moet beter uitgebouwd worden. Dit moet het mogelijk maken dat heringetreden ouders een gelijkwaardige job aan een gelijkwaardig loon verkrijgen(9). In de mate waarin de zwangerschapsvergoeding minder bedraagt dan het normale loon, worden de pensioenrechten toch opgebouwd op basis van het loon dat de moeder anders zou gekregen hebben. 9. Gezinsmaatregelen betreffende het onderwijs * Leerplichtonderwijs moet daadwerkelijk kosteloos worden voor alle kinderen. * Gratis openbaar vervoer naar en van school voor kinderen in het leerplichtonderwijs, waar dit nog niet zou bestaan. * Optimalisatie van het stelsel van studiebeurzen voor het hoger (inbegrepen het universitair) onderwijs. Dat betekent het welvaartvast maken van de beurzen, een verlaging van de instapdrempel met 20 procent, en een verhoging van de toegekende enveloppe met 10 procent. Hiernaast moet er een systeem van renteloze studieleningen uitgewerkt worden (die uiteraard zoals elke lening moeten worden terugbetaald). Studiebeurzen moeten niet aangevraagd worden, maar worden automatisch toegekend aan de rechthebbenden. Alle vereiste gegevens hiervoor zijn gekend bij de overheid. 10. Juridische versterking van familiale verbanden; maatregelen bij familiale problemen * Ouders en scholen moeten meer ondersteuning en begeleiding kunnen krijgen in de opvoeding van kinderen en jongeren (onder meer tegen antisociaal gedrag). Zowel kinderen als ouders moet meer weerbaarheid worden bijgebracht tegenover de druk van de mode, de straat, de toenemende normvervaging. Ook de school en de socio-culturele sector (waaronder jeugdbeweging en jeugdwerk) hebben daarin een rol te spelen. * Gebroken gezinnen blijven een belangrijke oorzaak van zowel materiële als immateriële problemen. Familiale problemen moeten zoveel mogelijk uit de gerechtelijke sfeer gehaald of gehouden worden. De N-VA wil daartoe bemiddeling vanuit de samenleving bevorderen bij alle familiale problemen, in het bijzonder echtscheiding (scheidingsbemiddeling, en dit ook bij ongehuwde paren). * Is een gezin onherstelbaar gebroken, dan heeft het anderzijds weinig zin de juridische scheiding van de betrokkenen moeilijker te maken dan nodig. Zo is de N-VA voorstander dat de echtscheiding wordt uitgesproken bij onherstelbare breuk, zonder schuldvraag. De schuld van de partijen bij de breuk kan wel een rol blijven spelen bij de vermogensrechtelijke gevolgen van de scheiding (onderhoudsgeld e.d.m.). * De N-VA is er niet voor te vinden om de verplichtingen tegenover elkaar die bestaan voor gehuwden en wettelijk samenwonenden ook op te leggen aan mensen die er bewust voor kiezen om niet te huwen. De huwelijksvrijheid houdt ook de vrijheid in om niet te huwen en dus ook niet door de verplichtingen van het huwelijk gebonden te zijn (wat vergoedingsplichten bij misbruik of uitbuiting van een partner natuurlijk niet mag uitsluiten). Verplichtingen tegenover kinderen moeten natuurlijk gelden voor alle ouders, ongeacht de verplichtingen die zij tegenover elkaar zijn aangegaan. * Kinderen zijn nog te vaak het slachtoffer van echtscheidingen. Wat ook de verdeling van ouderlijke macht na een scheiding mag zijn, de daarover gemaakte afspraken moeten nageleefd worden en de ouders moeten hun verantwoordelijkheid daarvoor opnemen. Het kan niet zijn dat een ouder met bezoekrecht het kind (en de andere ouder) in de kou laat staan. De N-VA heeft al wetsvoorstellen ingediend voor een eenvoudige en goedkope procedure om het bezoekrecht te doen naleven en wenst van de niet-betaling van onderhoudsgeld een prioriteit van het vervolgingsbeleid te maken. * De verantwoordelijkheid van beide ouders moet versterkt worden, ook wanneer zij gescheiden leven. Beiden behouden een plicht tot bescherming van het kind. Het zou goed zijn dat aan elk van beide ouders een ouderschapsboekje wordt afgeleverd voor elk kind, dat alle documenten betreffende de kinderen vanwege de overheid, de school (rapporten), e.d. in tweevoud worden afgeleverd (voor elke ouder), dat kinderen aangesloten worden bij het ziekenfonds en andere sociale verzekeringsinstellingen van beide ouders, dat ook kinderen waarover men geen hoederecht maar enkel bezoekrecht heeft worden meegeteld voor de regels betreffende sociale huisvesting, e.d.m. * Aangezien de feitelijke geboorteplaats vandaag meestal geen andere inhoud meer heeft dan de plaats van de kraamkliniek, wil de N-VA dat op administratieve documenten wordt verwezen naar de "plaats van afkomst", zijnde de woonplaats van de moeder op het ogenblik van de geboorte, zoals die wordt verklaard in de geboorteakte. * De mogelijkheid moet ingevoerd worden om bij hersamengestelde gezinnen aan de nieuwe partner van de ouder bepaalde ouderschapsrechten te geven in de vorm van een zorgouderschap(10). Maatstaf hierbij moet wel het belang van het kind zijn, en niet de verlangens of beweerde rechten van de betrokken partner. Verder moet ook met de rechtmatige belangen van de andere biologische ouder rekening worden gehouden. 2. De kinderopvang Analyse Volgens recente cijfers maakt 63 % van de kinderen tussen 3 maand en 3 jaar gebruik van kinderopvang(11). Het grootste deel van de kinderen wordt nog steeds opgevangen door familie (36,1 %). Daarna volgen de opvang in opvanggezinnen die aangesloten zijn bij een dienst (26,3 %) en de opvang in erkende dagverblijven (15,6 %). Bij één derde van de kinderen die nood heeft aan kinderopvang is dit voor 7 uur 's morgens, na 18 uur 's avonds of voor langer dan 11 uur. Uit de cijfers blijkt dat deze opvang vooral gebeurt in de niet-gereglementeerde sector: bijv. door grootouders, familieleden of in andere informele milieus. Daarnaast groeit de nood aan buitenschoolse opvang. In het najaar van 2002 maakte bijna 45 % van de kinderen gebruik van de buitenschoolse opvang. Deze nood is vooral groot voor kinderen tot 10 jaar. Bijna de helft van de kinderen gaat na de school naar het informele netwerk: 45 % bij familie en 2,6 % bij vrienden en kennissen. 28,4 % wordt na de schooluren opgevangen op school. Slechts 12,4 % van de kinderen wordt opgevangen door initiatieven voor buitenschoolse opvang. Ook bij de opvang van zieke kinderen zijn er problemen. Dit geldt vooral voor kinderen die normaal opgevangen worden in erkende dagverblijven. Ouders zijn nogal vaak verplicht om voor de opvang van hun zieke kinderen vakantie of sociaal verlof op te nemen. Op weg naar de toekomst 1. De N-VA vraagt meer plaatsen voor kinderopvang in Vlaanderen. Deze noden manifesteren zich in alle Vlaamse provincies, maar vooral in Vlaams-Brabant. Voorzien in mogelijkheden van kwaliteitsvolle kinderopvang is één van de kerntaken van de overheid. Dit past niet alleen in de opdracht om de combinatie tussen arbeid en gezin mogelijk te maken, maar bovendien ook in het principe van de actieve welvaartsstaat. Vrouwen hebben nog steeds een significant lagere activiteitsgraad op de Vlaamse arbeidsmarkt. Zorgen voor voldoende goede opvangmogelijkheden voor kinderen is één van de hefbomen in het optrekken van de activiteitsgraad van vrouwen. Bij het bepalen van bijkomende opvangplaatsen moet ruime aandacht geschonken worden aan de zeer vroege, de zeer late of de zeer langdurige kinderopvang. De kinderopvang moet maximaal afgestemd worden op onze geglobaliseerde economie die 24 uren op 24 uren draait, en die zeer veel flexibiliteit vraagt van de beroepsactieven. 2. Momenteel worden kinderen opgevangen in diverse opvangsystemen: opvanggezinnen die aangesloten zijn bij een dienst en erkende kinderdagverblijven waar het bedrag van de opvang bepaald wordt door het inkomen van de ouders, zelfstandige opvangouders en zelfstandige kinderdagverblijven. Voor de N-VA kunnen deze systemen -in een uitdovingscenario- naast elkaar blijven functioneren. Voor de toekomst pleit de N-VA voor een publiek gefinancierde opvang naar Zweeds model. In Zweden gaat de zeer hoge participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt gepaard met de politieke basispremisse om de publiek gefinancierde zorg voor kinderen als een belangrijk element van de sociale infrastructuur te beschouwen. Kinderopvang en school worden beschouwd als twee aspecten van 'levenslang' leren. In de Zweedse crèches is de pedagogische opvang een absolute prioriteit. Vandaar dat de verantwoordelijkheid voor de kinderopvang ressorteert onder de bevoegdheid van het departement onderwijs, en niet onder welzijn. Dergelijke kinderopvang naar Zweeds model heeft bovendien tot voordeel dat de overheid streng kan toezien op het naleven van de kwaliteit van het tewerkgestelde personeel en de geleverde dienstverlening. De N-VA pleit voor multifunctionaliteit binnen dat opvangsysteem. Er kunnen uiteraard lokalen zijn voor de reguliere kinderopvang, maar ook voor na- en buitenschoolse opvang. Er kan ook een dienstverlening ingebouwd worden voor de opvang van zieke kinderen, of ter vervanging van opvangouders die hun taak niet (volledig) kunnen uitoefenen. Tenslotte laat het toe wie in de kinderopvang werkt, tewerk te stellen in een volwaardig sociaalrechtelijk statuut. 3. De N-VA wil de flexibilisering van de kinderopvang aanmoedigen. Nu worden ouders met een drukke job vaak geconfronteerd met een sluitingsuur dat te vroeg komt voor hun arbeidsuren of de zware verplaatsingen die ze moeten maken. Binnen dat kader past ook de uitgewerkt systeem voor de opvang van het zieke kind en voor de naschoolse opvang. 4. Zoals gezegd past een goed uitgebouwd net van volwaardige kinderopvang ook in de actieve welvaartstaat. Daarom wil de N-VA bedrijven die voorzieningen treffen voor kinderopvang voor hun werknemers (bijv. via een ondernemingscrèche of via het reserveren van plaatsen in een kinderdagverblijf of via het uitbouwen van een systeem van vliegende onthaalmoeders) stimuleren, bijv. door fiscale stimulansen. 5. De N-VA pleit ervoor de gemeenten een centrale en coördinerende rol te geven. Daarom pleit de N-VA voor een centraal loket voor kinderopvang in elke gemeente. De burger en de bedrijven krijgen aan dat loket alle informatie over opvangmogelijkheden in de gemeenten en over beschikbare plaatsen. Dit loket kan ook een coördinerende rol spelen bij buurtgerichte informele kinderopvang. Ook logistiek kan de gemeente via dit loket haar steentje bijdragen, bijv. door in de schoolvakanties 'speelstraten' in te richten. 6. De N-VA is voorstander van de dienstencheques voor de flexibele kinderopvang. De reguliere kinderopvang kan beter in een ander systeem, en bij voorkeur in de gesubsidieerde kinderopvang naar Zweeds model. 1) The Economist 26 september 2003. 2) Er moet wel een zeker engagement zijn voor elkaar om van het quotiënt te kunnen genieten. Het enkele feit van op hetzelfde adres woonplaats te hebben volstaat niet. Daarmee willen we enerzijds misbruiken tegengaan; een quotiënt is maar verantwoord als het inkomen ook inderdaad als gemeenschappelijk wordt aangewend. Anderzijds willen we mensen ook niet in een op vrijwilligheid gegrond solidariteitsverband steken als ze dat juist niet willen. 3) Voor kinderen van niet samenwonende ouders dient de deler te worden opgesplitst in verhouding tot het aandeel van elk van de ouders in de opvoeding. 4) Zodat een aantal anomalieën worden weggewerkt, doordat sommige regelingen terugwerken naar 1 januari en andere pas ingaan op 31 december (nu bv. discrepantie tussen fiscale gezinssamenstelling en die voor de sociale zekerheid, bv. weduwenpenioen dat op een ander tijdstip wegvalt door te hertrouwen). 5) Natuurlijk moet het daaruit voortvloeiende fiscaal voordeel billijk worden verdeeld tussen de gezinsleden, en dus niet enkel aan de hoogste verdiener ten goede komen, maar over de gezinsleden worden gespreid. 6) Het gaat om een verschil dat jaar na jaar wordt gemaakt, dus soms enkele tientallen jaren lang. 7) Dit is geen maatregel om vrouwen (of mannen) “aan de haard” te houden; dit voorstel handelt immers niet over een inkomen voor de “thuisblijvende” ouder. 8) Inbegrepen de zorgouder, waarover meer onder punt 10. 9) Waar nu vooral vrouwen nog benadeeld worden door lagere lonen. 10) In het arrest van het Arbitragehof nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 beslist het Arbitragehof enerzijds dat de bepalingen inzake ouderlijk gezag als dusdanig niet kunnen worden uitgebreid naar een nieuwe partner van de ouder met ouderlijk gezag, maar dat het wel verantwoord is om onder bepaalde voorwaarden aan die zorgouder ook een juridisch erkend zorgouderschap toe te kennen. 11) Enquêterapport door Kind en Gezin najaar 2002; VANPEE, Karlien, Kinderopvang in Vlaanderen, HIVA, 2000. [size=6]Ondernemingsplan[/size] De N-VA wil ondernemingen zuurstof geven in plaats van te verstikken en voor jobs zorgen in plaats van banenplannen te spuien. Daartoe stelt het een Tienpuntenplan voor. I. ONDERNEMEN STIMULEREN De N-VA kiest voor een gecorrigeerde vrije markteconomie die gebaseerd is op het vrije ondernemerschap en die volop deelneemt aan het internationale handelsgebeuren. Een gezonde economie met een hoge activiteitsgraad vormt de beste garantie voor meer welvaart en meer welzijn. Het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vlaanderen kampt vandaag met een al te lage graad van ondernemerschap. Daarom zijn dringend stimulansen nodig, niet alleen voor startende ondernemingen maar ook voor bestaande, doorgroeiende bedrijven. Concreet kiest de N-VA voor: 1. Investeren in (levenslang) leren De enige Vlaamse grondstof is onze hersenmassa. Levenslang en levensbreed leren is voor de Vlaamse economie van levensbelang. Dit moet gebeuren met grote aandacht voor het bijbrengen van technische kennis, managementvaardigheden en meertaligheid. Scholen moeten uiteraard niet alleen de nadruk leggen op kennisoverdracht, maar ook op leren leren en op attitudes die voor het ontwikkelen van de beroepsloopbaan cruciaal zijn zoals bijvoorbeeld creativiteit, innovatie, zin voor initiatief, teamwerk en complementariteit. Ook het beeld van de ondernemer moet worden bijgestuurd. De ondernemer is immers in de regel niet zomaar een poenpakker, maar iemand die verantwoord wil ondernemen, rekeninghoudend met alle stakeholders : aandeelhouders, werknemers, klanten, leveranciers en zelfs de overheid. Vaardigheden die belangrijk zijn voor het ondernemen moeten opgenomen worden in de eindtermen. De onderwijs- en de ondernemingswereld moeten, meer dan nu het geval is, samenwerken o.a. door stages, bedrijfsbezoeken enz. In de eenentwintigste eeuw is het een illusie te denken dat men afgestudeerd is, eenmaal een einddiploma op zak. Ook tijdens de beroepsloopbaan heeft elke werknemer recht op een kwaliteitsvolle opleiding binnen en buiten de onderneming. De ondernemingen moeten daarom door de overheid gestimuleerd en ondersteund worden om meer te investeren in de vorming van hun werknemers en managers. Dit kan o.a. door een aangepast fiscaal en sociaal beleid. 2. Een overheid die zuurstof geeft 2.1. Administratieve vereenvoudiging Het opstarten van een onderneming is in Vlaanderen nog steeds een erg tijdrovende en dure aangelegenheid. De administratieve ballast kost de Belgische ondernemingen €6.271.700.000 (of 253 miljard fr.) per jaar en €2.280.620.000 (of 92 miljard fr.) per jaar aan de zelfstandigen. Daarom moet starten sneller en eenvoudiger. In België duurt de opstart van een onderneming gemiddeld 90 dagen. Alleen Italië doet nog slechter: 106 dagen. In Spanje duurt dit 60 dagen, in Nederland slechts 10. Bovendien moet versneld werk worden gemaakt van de administratieve vereenvoudiging. De regering-Verhofstadt heeft op dit terrein amper resultaten geboekt. Met de onzichtbare regeringscommissaris voor de administratieve vereenvoudiging, Anne André-Leonard, werd heel wat tijd verloren. Voor de N-VA moet de administratieve last met minstens 25 % dalen ti
__________________
Ik distantieer me van al wat ik vroeger heb geschreven |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#224 |
Minister
Geregistreerd: 7 oktober 2003
Locatie: Antwerpen
Berichten: 3.834
|
![]() Jamaar jamaar... de West Vlaamse scholieren scoren veel beter!
West-Vlamingen: hie laat u toh ni mee ahterut slepe door de rest van vloand'rjen hi? Eigen onderwijs in eigen handen! Trouwens: wie gaat dat allemaal betalen?
__________________
Bloei O Land, In Eendracht Niet Te Breken, Wees Immer Uzelf En Ongeknecht Het Woord Getrouw, Dat G' Onbevreesd Moogt Spreken, Voor Vorst, Voor Vrijheid En Voor Recht! |
![]() |
![]() |
![]() |
#225 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 30 mei 2004
Berichten: 28
|
![]() Dit bedoel ik dus met nutteloze discutties, knippen en plakken kan iedereen hoor! [/quote]
|
![]() |
![]() |
![]() |
#226 |
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 12 april 2004
Berichten: 11.299
|
![]() Waarom hier het programma van n-va gekopieerd wordt is voor mij een open vraag: geef gewoon de link naar de website van ... cd&v!
|
![]() |
![]() |
![]() |
#227 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 117.759
|
![]() Citaat:
en als we niet toekomen met de ons toegemeten middelen zal de federale wel bijpassen, zeker? Of geldt dat enkel voor het zoveel betere, maar tot Verhofstadt er zijn ziel en zaligheid mee verkocht, Franstalige onderwijs?
__________________
Het Oosten: De kiezer heeft niet altijd gelijk. De kiezer heeft alleen gelijk als hij stemt zoals Het Oosten het zou willen. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#228 | ||
Minister
Geregistreerd: 7 oktober 2003
Locatie: Antwerpen
Berichten: 3.834
|
![]() Citaat:
Tja, eigen onderwijs eerst dan maar? Eigen leerkrachten eerst? Eigen volk eerst? Eigen vrouw eerst? Eigen drugs eerst? Eigen geweer eerst?
__________________
Bloei O Land, In Eendracht Niet Te Breken, Wees Immer Uzelf En Ongeknecht Het Woord Getrouw, Dat G' Onbevreesd Moogt Spreken, Voor Vorst, Voor Vrijheid En Voor Recht! |
||
![]() |
![]() |
![]() |
#229 | |
Europees Commissaris
Geregistreerd: 12 november 2002
Locatie: Samenkomst van de schrale, mijmerende Kempen en het overvloedige, spekbuikige Brabant
Berichten: 7.391
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
#230 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 7 september 2002
Locatie: Waregem
Berichten: 178.701
|
![]() Citaat:
Een Vlaams Blokker, met een onderwijzersdiploma, een diploma wijsbegeerte en meerdere taalcertificaten. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#231 | ||
Perm. Vertegenwoordiger VN
|
![]() Citaat:
![]()
__________________
Ik distantieer me van al wat ik vroeger heb geschreven |
||
![]() |
![]() |
![]() |
#232 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 7 september 2002
Locatie: Waregem
Berichten: 178.701
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
#233 | ||
Perm. Vertegenwoordiger VN
|
![]() Citaat:
__________________
Ik distantieer me van al wat ik vroeger heb geschreven |
||
![]() |
![]() |
![]() |
#234 | |
Banneling
Geregistreerd: 2 september 2002
Locatie: Nederland
Berichten: 3.487
|
![]() Citaat:
Ik denk als er 1 belgicistische partij is die van een verkiezingsoverwinning zal kunnen spreken dan denk ik dat het eerder het Front National zal zijn. Men voorspelt een serieuze vooruitgang in Wallonië en het hoofdstedelijk gewest van deze partij. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#235 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Daar zit iets in, maar dan enkel in Wallonië. Ik zie hun zusterafdeling Fervent Nationaal het hier bijlange niet zo goed doen.
__________________
http://kim-roovers.skynetblogs.be/ |
![]() |
![]() |
![]() |
#236 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Inderdaad, het is spijtig dat FN in Vlaanderen compleet marginaal is, en in Wallonië geleid wordt door een zotte dokter die zelfs door zijn eigen leden gehaat wordt. Wat niet wil zeggen dat er geen goede mensen bij FN zitten.
|
![]() |
![]() |
![]() |
#237 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Tja, wat wil je?
In Vlaanderen wordt FN geleid door iemand die de ene dag Vlaams-gezind is en de volgende dag Belgisch-gezind. ![]()
__________________
http://kim-roovers.skynetblogs.be/ |
![]() |
![]() |
![]() |
#238 | |
Europees Commissaris
Geregistreerd: 12 november 2002
Locatie: Samenkomst van de schrale, mijmerende Kempen en het overvloedige, spekbuikige Brabant
Berichten: 7.391
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
#239 | ||
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Citaat:
![]() (even verduidelijken: als men hem gaat vertellen dat het FN eigenlijk niet zo'n best keuze is als zijnde vlaams-nationalist dan gaat Hendrik bij zichzelf denken: "goh, ik moet weer iets anders vinden om in de media te komen. Laat ik vlug even rattachist worden!") ![]()
__________________
http://kim-roovers.skynetblogs.be/ |
||
![]() |
![]() |
![]() |
#240 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() ik gok op moslimfundamentalist
|
![]() |
![]() |