Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Diverse > Archief > Partijdiscussies
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Partijdiscussies In dit forum kun je discussiëren over (standpunten van) politieke partijen. Plaats hier alles die specifiek te maken heeft met een bepaalde partij (of meerdere partijen).

 
 
Discussietools
Oud 1 maart 2004, 21:21   #21
Petzel
Vreemdeling
 
Geregistreerd: 15 februari 2004
Locatie: Hemiksem
Berichten: 19
Stuur een bericht via MSN naar Petzel
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door khaled
Tip, leer eens eerst een Vlaams Blokker kennen en herbekijk dan je vooroordelen.
herlees mijn eerste topic: ik wou de VB'er leren kennen, maar veel echte serieuze redenen heb ik nog niet gehoord tot nu toe.

M vriendelijke g
Steven
Petzel is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:30   #22
Distel
Secretaris-Generaal VN
 
Distel's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 juni 2003
Locatie: Meuhië
Berichten: 29.738
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Petzel
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door khaled
Tip, leer eens eerst een Vlaams Blokker kennen en herbekijk dan je vooroordelen.
herlees mijn eerste topic: ik wou de VB'er leren kennen, maar veel echte serieuze redenen heb ik nog niet gehoord tot nu toe.

M vriendelijke g
Steven
Serieuze redenen ga je ook niet (willen) lezen als je op voorhand beslist dat er geen serieuze redenen zijn.
__________________
* Erfopvolging: een ander woord voor discriminatie op basis van afkomst
* Solidariteit is een gevoel van samenhorigheid en kan niet opgelegd worden. De N-Z transfers zijn dus per definitie geen solidariteit, want niet vrijwillig
* Democratie = demos + kratein (het volk heerst). Een land waar het laatste woord bij politici en niet bij de bevolking ligt, is dus per definitie geen democratie
* Er bestaat evenveel bewijs voor het bestaan van god als voor het bestaan van gele ruimtekaboutertjes
Distel is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:32   #23
Jan van den Berghe
Secretaris-Generaal VN
 
Jan van den Berghe's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 7 september 2002
Locatie: Waregem
Berichten: 178.701
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Petzel
herlees mijn eerste topic: ik wou de VB'er leren kennen, maar veel echte serieuze redenen heb ik nog niet gehoord tot nu toe.
Is dat dan zo? Ik lees van uw hand heel wat vooroordelen en het komt me voor dat u die enkel bevestigd wil zien. Om een VB'er te leren kennen, hoeft u geen onmenselijke inspanningen te doen. Kom eens af naar een VB-activiteit. Binnenkort is er weer een jeugdtreffen. Dus, wat houdt u tegen?
Jan van den Berghe is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:33   #24
Petzel
Vreemdeling
 
Geregistreerd: 15 februari 2004
Locatie: Hemiksem
Berichten: 19
Stuur een bericht via MSN naar Petzel
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Distel
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Petzel

herlees mijn eerste topic: ik wou de VB'er leren kennen, maar veel echte serieuze redenen heb ik nog niet gehoord tot nu toe.

M vriendelijke g
Steven
Serieuze redenen ga je ook niet (willen) lezen als je op voorhand beslist dat er geen serieuze redenen zijn.
Hier heb je misschien wel een punt ja, maar wat denk je dat Vb kan veranderen als ze in de regering zouden komen, of kunnen ze enkel een goed drukmiddel zijn?

Mvg,
Steven
Petzel is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:39   #25
Verhofstadthater
Parlementslid
 
Geregistreerd: 5 oktober 2003
Locatie: West-Vlaanderen
Berichten: 1.879
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Petzel
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Distel

Serieuze redenen ga je ook niet (willen) lezen als je op voorhand beslist dat er geen serieuze redenen zijn.
Hier heb je misschien wel een punt ja, maar wat denk je dat Vb kan veranderen als ze in de regering zouden komen, of kunnen ze enkel een goed drukmiddel zijn?

Mvg,
Steven
Als ze niets kan veranderen (zoals je insinueert) waarom is de zelfbenoemde democratie dan zo gekant tegen een regeringsdeelname. Om concreet te antwoorden denk ik niet dat ze zomaar zaken zal kunnen veranderen, daarvoor is ons systeem te log en te bureaucratisch. Kleine stapjes kunnen gezet worden, maar een revolutie hoeven we niet te verwachten.
Verhofstadthater is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:43   #26
Distel
Secretaris-Generaal VN
 
Distel's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 juni 2003
Locatie: Meuhië
Berichten: 29.738
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Petzel
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Distel

Serieuze redenen ga je ook niet (willen) lezen als je op voorhand beslist dat er geen serieuze redenen zijn.
Hier heb je misschien wel een punt ja, maar wat denk je dat Vb kan veranderen als ze in de regering zouden komen, of kunnen ze enkel een goed drukmiddel zijn?

Mvg,
Steven
Ik zie ze eerder als zweeppartij. Wat niet wilt zeggen dat ze geen positieve zaken kunnen doen in de regering. Only one way to find out...
__________________
* Erfopvolging: een ander woord voor discriminatie op basis van afkomst
* Solidariteit is een gevoel van samenhorigheid en kan niet opgelegd worden. De N-Z transfers zijn dus per definitie geen solidariteit, want niet vrijwillig
* Democratie = demos + kratein (het volk heerst). Een land waar het laatste woord bij politici en niet bij de bevolking ligt, is dus per definitie geen democratie
* Er bestaat evenveel bewijs voor het bestaan van god als voor het bestaan van gele ruimtekaboutertjes
Distel is offline  
Oud 1 maart 2004, 21:51   #27
Timor
Partijlid
 
Timor's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 9 februari 2004
Locatie: Leuven / Liedekerke
Berichten: 203
Standaard

[quote="Petzel"]
Jongens, Jongens...

Ten eerste: VB heb ik nergens gelijk gesteld met fascisme...
[quote]

Jij niet, maar het algemene vooroordeel luidt wel zo. "Vanaf het moment dat het Vlaams Blok aan de macht komt, zal het proberen de democratie uit te schakelen". Nog nooit gehoord Petzel? Ik anders al tot het m'n oren uitkwam.


Citaat:
Heb eigenlijk een karrevracht bedenkingen, maar ga er maar een paar formuleren.

Het echte leven volgens Timot:
* vooral marrokanen die u aanspreken en intimideren: misschien ook wel een beetje zo van: oei een donkere man vraagt me een vuurtje, die wil vast en zeker mijn portefeuille stelen! Ik kan er natuurlijk niet over oordelen maar stel me er vragen bij. Mensen die lastig gevallen worden, zijn meestal ( !! ) diegenen die ook een beetje zelf uitpakken en opscheppen...
Het toeval wil dat ik vorige week nog in station Gent-Sint Pieters een Marokkaan die vriendelijk om vuur vroeg, vuur gegeven heb. Uw theorie slaat dus nergens op, want u kent mijn ervaringen niet. Ten tweede heb ik nergens beweerd dat dit "het echte leven" is, maar alleszins wel een vaak voorkomend verschijnsel. Er is een mentaliteitsprobleem onder allochtone jongeren, of wou u dat ontkennen of minimaliseren, soms?

Citaat:
* Gebrekkig Nederlands in Brussel.

Wees blij dat ze hun best doen... Gaat het Vlaams Blok er voor zorgen dat de Brusselaars perfect nederlands spreken? Brussel is voor het overgrote deel door franstalige bevolkt en dat is zo gegroeid, so what?
Ja, kijk, als u uw pleidooi eindigt met statements als "so what", getuigt dat niet echt van een wil tot constructief debat. Het is niet omdat dat u niet kan schelen, dat dat de modale Vlaming ook niet kan schelen. Het tegendeel is waar. Veel Vlamingen ergeren zich aan het feit dat men in Brussel als Nederlandstalige het veel moeilijker heeft dan als Franstalige, of wou u soms ook DAT ontkennen? Brussel is een van oorsprong Vlaamse stad, het is naar een tweetalige stad gegroeid, en u zou er geen probleem mee hebben als Brussel naar een compleet Franstalige stad (die in Vlaanderen ligt, nota bene!) evolueert? Wat is het volgende? Gent? Antwerpen? Asjeblieft, zeg.

Citaat:
* Ik ben me bewust geworden van mijn Vlaamse identiteit

Ik ben me vooralbewust van MIJN eigen identiteit en probeer me te redden in Vlaanderen, België, Europa, Wereld, Ruimte...

Steven
Heel mooi van u om mijn woorden express verkeerd te interpreteren, maar eigenlijk had ik ook niets anders verwacht. Ik ben uiteraard een Vlaming binnen Europa. Alhoewel ik minder binding heb met Europa dan met Vlaanderen, voel ik me ook Europeaan, van een groter geheel. Tot op zekere hoogte voel ik me zelfs wereldburger, maar dat wil niet zeggen dat ik daarom mijn Vlaamse achtergrond niet meer belangrijk vind. Bovendien wil u hier blijkbaar zoiets als nationaal gevoel in vraag stellen. Waarom dan niet meteen alle grenzen afschaffen als u zo begint?
Timor is offline  
Oud 1 maart 2004, 22:02   #28
Timor
Partijlid
 
Timor's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 9 februari 2004
Locatie: Leuven / Liedekerke
Berichten: 203
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door gorik
ik kom in al je standpunten wel (bijna even goed overeen) ,maar heb wel 1 vraagje laat dat strenger migranten beleid weg zou u het dan kunnen overwegen om op n-va te stemmen of niet want gezin is groter en breder uitgesproken binnen n-va da, vlaams blok en het vlaams zijn komt in het vlaams blok ook niet meer tot UITING als punt misschien wel ,maar in jullie folders merk ik er toch veel te weinig van allemaal over migranten beleid is dan dit wat je het belangerijkste vind of niet
Allereerst zou ik willen zeggen dat, zelfs indien de standpunten van de NV-A mij beter zouden liggen dan die van het Vlaams Blok, ik nog niet zeker op die partij zou stemmen. Mijn indruk van de NV-A is dat ze teveel weghebben van traditionele partijen op het gebied van opportunisme, waarvan het kartel met een koningsgezinde partij als de CD&V (radicale contradictie met een onafhankelijk Vlaanderen dat de NV-A zogezegd beoogt) het perfecte voorbeeld is.
Bovendien ben ik het niet eens met uw statement dat de NV-A meer zou doen voor Vlaanderen en het gezin. Niet voor Vlaanderen omdat ze in een kartel gaan met een royalistische partij, en niet voor het gezin omdat ik hen hieromtrent nog nooit uitdrukkelijk statements heb zien doen. Het is niet omdat ze een bepaald standpunt omtrent gezin innemen, dat ze hiervoor effectief ijveren. Dat valt af te wachten maar ik vrees er eerlijk gezegd voor. Van het Vlaams Blok is algemeen bekend dat ze bvb. een loon voor de thuiswerkende ouder willen. Zoiets heb ik de NV-A nog niet uitdrukkelijk naar buiten weten te brengen.
Timor is offline  
Oud 1 maart 2004, 22:14   #29
Karel Hendrik
Gouverneur
 
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1.022
Standaard

@Petzel

U bent nieuw op dit forum. Waarschijnlijk is dat de reden waarom u denkt dat een kiezer van het Blok niet weet waarom hij op het Blok stemt.
Als u even de tijd neemt en vorige postings leest, dan zult u waarschijnlijk een goed beeld krijgen.
Maar ik zal het u gemakkelijk maken.
Zelf heb ik nog nooit mijn stem op het Blok uitgebracht. Ik zal dat nu voor het eerst doen.
Ik ben het beu om mijn energie nog te besteden aan de democratie. Als die vervangen is door een particratie, dan heeft dat immers geen enkele zin.
Misschien wordt u een en ander duidelijk wanneer u kennis neemt van mijn brief die ik bij de verkiezingen van 2003 schreef om mij te verantwoorden voor het feit dat ik toen geweigerd heb te stemmen.

Gent, 18.5.2003




Aan Mevrouw of de Heer Vrederechter
Te 9000 Gent



Geachte Mevrouw of Geachte Heer,


Betreft : Federale Constituante- en wetgevende verkiezingen van 18.5.2003



De grondwetgever heeft gemeend, mij als kiezer, een bijzondere opdracht te moeten geven in geval van herziening van de Grondwet. Na de automatische ontbinding van Kamer en Senaat moet ik nieuwe Kamers kiezen door in eerste instantie uitspraak te doen over de verklaring van herziening.
Ik heb kennis genomen van de verklaring tot herziening van de Grondwet, zoals die is verschenen in het Staatsblad van 10.4.2003.
Ik heb de lectuur aangevuld met die van het verslag van de Commissie voor Institutionele Aangelegenheden in de Senaat (doc. 2-1549/3 van de Senaat) en van de Kamer (doc.2389/003)

Ik stel echter vast dat art. 66 en art. 71 van de Grondwet helemaal niet voor herziening werden vatbaar gesteld. De primaire grondwetgever heeft gemeend dat de wedde van kamerleden en senatoren diende vastgelegd te worden in de Grondwet. Geen enkele Constituante heeft sindsdien een andere mening naar voor gebracht.
Ik stel enerzijds vast dat de Grondwet een wedde toekent van 12.000 BEF aan volksvertegenwoordigers (art. 66) en anderzijds geen wedde toekent aan senatoren maar enkel een kostenvergoeding van 4.000 BEF per jaar.
In de praktijk verdienden beiden in de vorige legislatuur elk evenveel, wat een veelvoud is van het bedrag dat in de Grondwet is ingeschreven.
Als kiezer gaf ik bij volgende verkiezingen een toelating om het bedrag van hun inkomen te wijzigen : 1968, 1978, 1981, 1987 , 1991 en 1995.
Alleen van de toestemming van de kiezers van 1995 hebben volksvertegenwoordigers gebruik gemaakt om de vroegere art.52 en 57, thans 66 en 71 te wijzigen.
Zij hebben bij deze gelegenheid de bedragen van 12.000 en 4.000 BEF behouden , hebben het lid geschrapt in beide artikels dat bepaalde van welke vervoermiddelen, buiten het vrije verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven, zij kostenloos mochten gebruik maken, wat hen er niet van weerhouden heeft om verder ijverig een wagenvergoeding te incasseren.

Ik betreur ten zeerste dat de dames en heren niet dezelfde ijver aan de dag hebben gelegd als hun collega’s indertijd, toen art. 100 diende aangepast te worden (thans art. 152) om de rechters in ruste te stellen. Ook dat had implicaties op het inkomen van de rechters, en dat kon binnen één legislatuur definitief worden geregeld (eerste vermelding in de verklaring van 9.11.1978 en geregeld bij de wet van 23.1.1981)

Bij de verkiezingen werd aan de kiezer in 1999 geen toelating gevraagd om art. 66 en 71 te wijzigen, en zoals reeds gezegd is dat ook nu niet het geval.
Ik kan in eer en geweten dan ook niet aan de huidige verkiezingen deelnemen, aangezien ik hiermee impliciet zou erkennen dat ik afstand doe van mijn recht om voorafgaandelijk geraadpleegd te worden als men de vermelde inkomens wil wijzigen.

Er is nog een andere reden waarom ik niet aan de verkiezingen van een Constituante kan deelnemen.

Voor het eerst sinds het van kracht worden van de Grondwet in 1831, wordt het artikel 195 voor herziening vatbaar gesteld. Het lijkt mij dan ook van belang op zijn minst de bedoeling van de preconstituante te kunnen achterhalen.
Dit blijkt echter onmogelijk.

In het ontwerp van verklaring (doc. 2389/001) lees ik in de toelichting alleen : « 3° tenslotte stelt de Regering voor artikel 195 voor herziening vatbaar te verklaren om de procedure tot herziening van de Grondwet te herzien. » (blz. 8 )

De Eerste Minister geeft enkel volgende toelichting bij het voorstel : « Hij herinnert er dienaangaande aan dat zijn voorganger zich in 1999 in persoonlijke naam voor een herziening van art. 195 heeft uitgesproken. » (doc. Kamer 2389/003 blz. 11)

Ook minister Vande Lanotte beperkt zich in de Commissie van de Senaat tot de tekst van het ontwerp (doc. Senaat 2-1549/3 blz.3).
Uit het antwoord van minister Van den Bossche kan niets afgeleid worden : « De heer Vandenberghe noteert dat de minister geen bevestiging wil geven en hij nodigt dan ook de senatoren van de meerderheid uit na te denken of zij bereid zijn in die omstandigheden de in herzieningstelling van art. 195 van de Grondwet te stemmen (blz. 25).

Noch in de verkiezingspropaganda, noch in de pers, heb ik de mening kunnen vernemen van kamerleden of partijen over een eventuele herziening van art. 195.

In het huidige art. 195 is echter voorzien dat ik als kiezer moet tussenkomen na een verklaring van de preconstituante, zodat ik bij de verkiezing van een constituante mijn oordeel kan uitspreken over het voorstel van herziening.

Is men van plan mij dit recht af te nemen ? Nergens vind ik een duidelijk antwoord. In die omstandigheden kan ik mijn stem niet uitbrengen, ik weet niet eens waarover ik mij moet uitspreken. Ik ben ook niet bereid in deze een blanco-cheque te tekenen.
Volgens Van Dale is democratie « de staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn mening kan uiten. » Het lijkt mij dan ook essentieel dat een preconstituante en/of de kandidaat-volksvertegenwoordigers en senatoren in de daaropvolgende verkiezingen, minstens aangeven of zij een essentiele uitspraak van de kiezer (de raadpleging in de herzieningsprocedure van art. 195) willen behouden of opheffen.


Niemand loochent dat de pers in een democratie een zeer belangrijke taak heeft te vervullen.
De pers wordt dan ook extra beschermd door de grondwetgever.
De Preconstituante heeft de artikels 25, 148 tweede lid, en 150 van de Grondwet voor herziening vatbaar gesteld. Volgens de toelichting gebeurt dit « om de waarborg van de vrijheid van drukpers naar andere informatiemiddelen uit te breiden. » (doc 50 2389/001 van de Kamer op blz. 3)
In het ontwerp zelf klinkt het echter reeds anders voor art. 148 : er wordt alleen nog vermeld dat men het tweede lid wil herzien en hetzelfde geldt voor artikel 150. De wens die wordt uitgedrukt om de waarborgen voor de pers uit te breiden, wordt alleen hernomen bij art. 25.

Wanneer een lid van de oppositie, senator Vandenberghe, echter pleit om art. 25 ook te herzien in functie van de civielrechterlijke aansprakelijkheid om de cascade-aansprakelijkheid uit te schakelen, wat op zichzelf zijn goed recht is, treedt minister Van den Bossche zijn uitspraken bij en hij « erkent dat het voor de constituante een zeer moeilijke oefening zal zijn om art. 25 van de Grondwet te herschrijven » (doc. 2-1549/3 Senaat blz. 35)
De rapporteur van de senaatscommissie, de heer Monfils, lid van de meerderheid in de Senaat, deed in dat verband volgende uitspraak : « Art. 150 kan worden herzien zodat drukpersmisdrijven niet altijd voor het Hof van Assisen behandeld dienen te worden , wat in de praktijk toch nooit het geval is. » (blz. 8 van het reeds geciteerd document Senaat)
Hoe kan ik als kiezer een verantwoorde stem uitbrengen als de regering zelf twee interpretaties openlaat (uitbreiding van bescherming en tegelijk aanpakken van de civielrechterlijke verantwoordelijkheid in eenzelfde artikel) terwijl een lid van de meerderheid door het afschaffen van de Assisenprocedure de bescherming van de pers wil verzwakken.
De eerst betrokkene, de pers zelf, heeft geen enkele bijdrage geleverd om het debat te verduidelijken, de politieke partijen zwijgen in alle talen over de plannen in hun verkiezingscommunicatie.

Ik besef dat ik de stemplicht die de Grondwet mij oplegt naast mij neerleg. Ik besef dat het verkiezingswetboek straffen voorziet bij het niet-naleven van deze plicht. Ik meen echter te hebben aangetoond dat het juist uit respect voor de democratie is dat ik geen stem wil uitbrengen die ik, ondanks de geleverde inspanningen, niet kan motiveren.

Ik geef deze brief af aan de voorzitter van mijn stembureau (bureau 100) met het verzoek deze brief aan u over te maken, nadat ik haar of hem vooraf zal duidelijk gemaakt hebben dat ik mijn stem niet kan uitbrengen.

Ik verzoek u mij niet te veroordelen tot een blaam, noch tot een boete, maar laat de uiteindelijke beslissing volledig aan uw wijsheid en eventueel aan die van de Procureur des Konings over.
__________________
Leterme: het splitsen van BHV kost vijf minuten politieke moed. Wat zit achter die uitspraak? Antwoord op 21 juli 2008.
Karel Hendrik is offline  
Oud 1 maart 2004, 22:38   #30
Karel Hendrik
Gouverneur
 
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1.022
Standaard

@Petzel

U vraagt redenen waarom ik voor het Blok stem?

De enige partij die het nooddecreet in het Vlaams Parlement niet heeft gestemd is het Blok.

Wat het nooddecreet inhoudt en hoe het er kwam vindt u hieronder:

Het validatie- of nooddecreet

Het idee van een nooddecreet wordt voor het eerst naar voor gebracht op 14.3.2001. Diezelfde dag heeft minister Van Mechelen in het Vlaamse Parlement gezegd dat het niet aangewezen is om een nieuwe bouwvergunning toe te kennen voor het Deurganckdok vooraleer de Raad van State zich heeft uitgesproken over het gewestplan, de juridische basis van de vergunning voor het dok. De werken waren de week voordien stilgelegd na een tweede schorsing van de bouwvergunning door de Raad van State.
De havenwerkgevers (AGHA) vragen het Vlaams Parlement een nooddecreet goed te keuren. Een dergelijke wet is niet onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van State.
De heer Voorhamme, parlementslid, ondervraagd door De Standaard, meent dat er geen meerderheid is te vinden in het Vlaams Parlement voor een nooddecreet. Hij vindt het een ontstuimig voorstel dat bovendien een precedent creëert. Hij pleit ervoor zo orthodox mogelijk de bouwvergunningsprocedure te volgen. (Bron: De Standaard van 15.3.2001)

In hetzelfde artikel wijst het havenbestuur erop dat er reeds drie vergunningen zijn toegekend voor de exploitatie van het Deurganckdok.

Hoe is het zover kunnen komen?

Uit de Winkler Prins Encyclopedie voor Vlaanderen (1972 –deel1): “Op de linkeroever is een nieuw havengebied van 6.800 ha ontworpen, waarvan 1.020 ha wateroppervlak, 3.740 ha industrieterrein en 1.000 ha groene zones. Een sluis voor schepen van 80.000 dwt zal tegen 1975 te Kallo dit complex met de Zee-Schelde verbinden. Op Nederlands grondgebied moet een sluis van 125.000 dwt in de toekomst dit gebied ontsluiten via het aan te leggen Baalhoekkanaal, terwijl ook het huidig knelpunt van het Nauw van Bath zal afgesneden worden, waardoor de straal van de huidige kromming van 1.000 m op 4.000 m wordt gebracht.”.
Het is duidelijk: het toekomstplan voor de haven van Antwerpen staat of valt met de instemming van Nederland én met het opofferen van een aantal Nederlandse polders.
En nu maakt de haven een eerste grote fout: men denkt dat dit even gemakkelijk zal gaan als in Vlaanderen. Zij denken: Geen nood, wij wachten niet op een toelating, wij beginnen eraan. Uiteindelijk halen wij toch steeds ons gelijk.

De dokken moeten natuurlijk gebouwd worden op maat van de Nederlandse sluis van 125.000 dwt. Dat de Kallosluis maar een capaciteit heeft van 80.000 dwt is van ondergeschikt belang.
De Kallosluis wordt uiteindelijk in gebruik genomen in december 1983. De haven wordt met het Waaslandkanaal, het Vrasenedok, het noordelijke en zuidelijke dok, het Doeldok en het Verrebroekdok verder uitgebreid alsof er niets aan de hand is.
Het Doeldok wordt afgewerkt met schuine wanden want het is bestemd voor de petroleum -nijverheid. Het zal nooit gebruikt worden, behalve door vissers. Antwerpen heeft een dok aangelegd zonder dat er cliënten voor waren. Kostprijs: 5 miljard.
Het Verrebroekdok wordt aangelegd en het is reeds voor een groot deel aangelegd als een eerste cliënt zich aanbiedt: het zal een dok worden voor het verschepen van wagens.
Gered, net voor de gong. Een dok dat voorlopig is aangelegd voor één klant.

En dan moet uiteindelijk het uur van de waarheid komen. Liefst in het geheim, want fouten van de overheid moeten toegedekt worden. De Waaslandhaven zal nooit een doorsteek naar Nederland krijgen. Dus moet zij op een andere manier ontsloten worden. Het Deurganckdok moet de redding brengen. Vijf politici: drie Vlaamse Parlementsleden uit Antwerpen, Van Peel, Dumez en Voorhamme sluiten een geheim akkoord af met een Waaslands Europarlementslid, Willockx en een Waaslands federaal Minister, Miet Smet. Het gebeurt waarschijnlijk eind 1997 want begin 1998 wordt het bestaan van een geheim akkoord bekend. Mevrouw Smet wordt een jaar later, bij de verkiezingen van 1999 beloond voor haar medewerking. De heer Van Peel,lid van de raad van beheer van de Antwerpse haven , voorzitter van de CVP maakt haar lijsttrekker voor de Europese verkiezingen in plaats van de logische lijsttrekker, Wilfried Martens.
In een normale democratie zou de beslissing om het dok aan te leggen genomen worden door het Parlement of door de regering die door het Parlement wordt gecontroleerd. In Vlaanderen volstaat een clubje.

En dan begint de lijdensweg, geplaveid door ingewikkelde wetgeving, onkunde en arrogantie.
1.6.1999: de eerste gewestplanwijziging van het gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren wordt goedgekeurd door de Vlaamse regering.
Let op de datum: er zijn verkiezingen op 13 juni. De Vlaamse regering wil het gewestplan er duidelijk snel doorjagen voor de verkiezingen.
24.8.1999:de eerste bouwvergunning
Er is een nieuwe regering. De nieuwe bevoegde minister Van Mechelen wonende in de Antwerpse regio, heeft niet veel tijd nodig om het dossier in te studeren. Hetzelfde geldt blijkbaar voor de andere leden van de regering. De bouwvergunning wordt afgeleverd.
31.5.2000: Arrest van de Raad van State waarbij de eerste gewestplanwijziging wordt geschorst. De bouwvergunning van 24.8.1999 wordt eveneens geschorst.
13.6.2000: Minister Van Mechelen levert een nieuwe bouwvergunning af die de geschorste vergunning vervangt.
Let wel: er is geen nieuw gewestplan. De bouwvergunning wordt dus afgeleverd op het bestaande gewestplan van vóór 1.6.1999. Op dat gewestplan komt het Deurganckdok niet voor. Geen beletsel voor minister Van Mechelen, noch voor de rest van de Vlaamse regering, noch voor de havenautoriteiten.
Het spreekt vanzelf dat alle werken die vanaf dat ogenblik worden uitgevoerd volkomen illegaal worden uitgevoerd.
8.9.2000: Besluit van de Vlaamse regering. Tweede gewestplanwijziging. Er is een duidelijk verschil met de eerste wijziging. Zo wordt de demping van het Doeldok mogelijk. Een investering van vijf miljard door de Antwerpse haven was dus nutteloos, zo wordt nu ook door de Vlaamse regering impliciet toegegeven.
18.1.2001: Het Vlaams gewest wordt in gebreke gesteld door de Europese commissie voor het niet naleven van richtlijnen.
7.3.2001: Arrest van de Raad van State waarbij de tweede bouwvergunning wordt geschorst.
14.3.2001: 7 dagen na het arrest komen de Antwerpse Havenwerkgevers naar buiten met het idee van een nooddecreet.
In de Standaard van 15.3.2001 laat men de heer Voorhamme aan het woord. Hij vond dat het om een ontstuimig voorstel ging van de AGHA, de Antwerpse Havenwerkgevers, meende dat er in het Vlaams Parlement geen meerderheid zou gevonden worden voor een nooddecreet en stelde voor om zo orthodox mogelijk de bouwvergunningsprocedure te volgen.
Samengevat: de heer Voorhamme pleit ervoor om de wettelijke weg te bewandelen.
Het nooddecreet naar af? IJdele hoop.

Uiteindelijk wordt, voor de opstelling van een nooddecreet, een overeenkomst getekend met een advocatenassociatie onder de vorm van tijdelijke vereniging. Dat gebeurt in naam van minister Stevaert, partijgenoot van de heer Voorhamme, op 9.8.2001.

De opdracht is gegund bij onderhandelingsprocedure, zonder voorafgaandelijke bekendmaking. Het gaat dus om een uitzonderingsprocedure die als volgt verantwoord wordt:
a) De hoogdringendheid
De hoogdringendheid vloeit voort uit een niet te voorziene gebeurtenis, namelijk een uitspraak in de hangende schorsingsprocedure bij de Raad van State tegen het besluit van de Vlaamse regering van 8.9.2000, houdende de definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het Gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren en de hieraan gerelateerde rechtsgevolgen (inbegrepen financiële en economische schade)
Deze hoogdringendheid laat niet toe de bij de gewone procedure gestelde termijnen na te leven.
In verstaanbare taal: het nooddecreet moet absoluut klaar zijn voor de Raad van State zich uitspreekt.
b) De vertrouwelijkheid
Het voorwerp van de opdracht is vertrouwelijk. De opdracht werd toevertrouwd door de commissie voor openbare werken, mobiliteit en Energie van het Vlaams Parlement.
Om reden van de vertrouwelijkheid van het voorwerp van de opdracht kan er niet gegund worden door toepassing van een openbare procedure.
Hier is toch iets eigenaardigs aan de hand. Het Vlaams Parlement, bij monde van de commissie wil duidelijk niet dat iemand te weten komt dat er een nooddecreet wordt voorbereid. Is het Parlement, dat in regel toch alles openbaar doet, daar wel van op de hoogte? Of is het de commissie die daarop heeft aangedrongen?
Hoe dan ook, een zeer eigenaardige parlementaire werkwijze: het Parlement vindt dat de kiezer niet op de hoogte mag zijn van wat zij doen.

Wat moet de specifiek daartoe opgerichte tijdelijke vereniging van juridische experten nu juist doen volgens de overeenkomst?
Zij moeten een VOORSTEL van validatiedecreet opstellen ten behoeve van het Vlaams Parlement om het besluit van de Vlaamse regering van 8.9.2000 houdende de definitieve vaststelling van het gewestplan door de wetgevende macht te valideren.
Om alles op een rijtje te stellen: de regering geeft in naam van het Parlement een opdracht zodat het Parlement de beslissing van de regering kan bekrachtigen zodat de rechterlijke macht buiten spel wordt gezet.

De regering die handelt in naam van het Parlement is zeer voorzichtig: de advocaten moeten er voor zorgen dat zij volgende klippen omzeilen:
-De reglementering van ruimtelijke ordening kent geen bekrachtigingsclausule. In duidelijke taal: zoek iets om te verantwoorden dat er toch een bekrachtiging komt.
-De verenigbaarheid met het Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel (procedure arbitragehof).
In duidelijke taal: eigenlijk schendt deze uitzonderingsprocedure het gelijkheidsbeginsel dat in de Grondwet staat ingeschreven. Zoek een oplossing hiervoor.
-Mogelijke strijdigheden met internationaal recht en meer bepaald de Europese richtlijnen.(procedure Arbitragehof en Europees Hof van justitie). Met andere woorden: wij overtreden de Europese richtlijnen, zorg dat daar een oplossing voor gevonden wordt.
Dat alles gebeurt in naam van het Vlaamse Parlement.
De regering (en/of het Parlement) zijn er zich bij het geven van de opdracht bewust van dat het nooddecreet zal kunnen aangevochten worden en om het de advocaten gemakkelijk te maken zetten zij er meteen de bevoegde rechtbanken bij.

De advocaten moeten ook nog ondersteunende diensten verlenen: zij zullen moeten bijstand verlenen bij de parlementaire behandeling van het voorstel van decreet.

Er wordt in artikel 4.2 van de overeenkomst voorzien dat de uitvoering van de opdracht begeleid wordt. De werkzaamheden van de advocaten zullen worden opgevolgd door een begeleidingsgroep. De begeleidingsgroep is samengesteld uit ambtenaren en wordt voorgezeten door de secretaris-generaal van het departement Leefmilieu en Infrastructuur.
De andere leden zijn ambtenaren, vertegenwoordigers van andere administraties. Ruimtelijke ordening, huisvesting en monumenten en landschappen; waterwegen en zeewegen; afdeling Europa en milieu van de administratie milieu-,natuur,-land-, en waterbeheer;afdeling juridische dienstverlening van de administratie Algemene administratieve diensten.
Wie er helemaal ontbreekt in de begeleidingsgroep, is de zogenaamde opdrachtgever, het Vlaams Parlement.

Op 25.10.2001 wordt het voorstel tot nooddecreet uiteindelijk ingediend in het Vlaams Parlement. De heer Voorhamme is één van de indieners. Wonder boven wonder, ook de oppositie (CVP nu CD&V) doet mee. De voorzitster van de commissie die zogenaamd opdrachtgever is voor het nooddecreet, Wivina Demeester-De Meyer, is mede-indiener van het voorstel.

Als burger en kiezer sta ik machteloos. Het enige wat ik kan doen is aan de Vlaamse Volksvertegenwoordigers duidelijk maken dat de democratie hier wordt verkracht.
Op basis van de adressen die ik op de websites van de respectievelijke partijen vind stuur ik op 25.10.2001 een mail naar alle parlementsleden behalve naar de verkozenen op de lijst van het Vlaams Blok en naar het enige franstalige lid van het Parlement.

Bezwaarlijk kan worden ontkend dat het nooddecreet een aanslag vormt op de democratie.
De wetgevende macht laat een voorstel van nooddecreet bestellen door de uitvoerende macht om de rechterlijke macht, in c asu de Raad van State, buiten spel te zetten.
Een van de kerntaken van het Parlement, de controle op de uitvoerende macht, wordt helemaal niet uitgevoerd. Het Parlement had bij de aflevering van de tweede bouwvergunning onder meer het ontslag moeten eisen van minister Van Mechelen.

Waarom verplicht men de burger nog om te gaan stemmen? Om hem medeplichtig te maken aan de afbouw van de democratie? Democratie werd in België reeds langzaam vervangen door particratie, artikel 42 van de Grondwet is immers dode letter. In Vlaanderen dreigt het erger te worden: wij dreigen geregeerd te worden door het ultranationalistisch, corporatistisch, autoritair en onverdraagzame regime van de Antwerpse haven.
Ik hoop dat de ogen van de Vlaamse Parlementsleden opengaan voor het te laat is.
Een Parlement dat zijn taak niet vervult is een overbodige luxe voor onze gemeenschap.
Het Vlaanderen dat de stommiteiten van de overheid toedekt met een nooddecreet hoeft voor mij niet.

Nog motiveringen nodig?
__________________
Leterme: het splitsen van BHV kost vijf minuten politieke moed. Wat zit achter die uitspraak? Antwoord op 21 juli 2008.
Karel Hendrik is offline  
Oud 1 maart 2004, 22:49   #31
Karel Hendrik
Gouverneur
 
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1.022
Standaard

@Petzel

Vermits u zich afvraagt waarom mensen voor het Blok stemmen, zal ik u nog een reden geven. Ik heb namelijk voor de laatste verkiezingen een wetsvoorstel geschreven dat lichtjes gewijzigd zelfs werd ingediend door een senator.(niet door het Blok)
Onze 'democratische' partijen willen nu zelfs de Grondwet wijzigen zonder de kiezer nog op voorhand te raadplegen. Dit is zeer gevaarlijk.

Hier volgt de tekst:

VOORSTEL VAN VERKLARING


Tot herziening van art.195 van de Grondwet


___________________





TOELICHTING
_______



Dames en Heren,


“De Grondwet bepaalt in grote lijnen hoe de staat bestuurd wordt, met andere woorden hoe de instellingen (het parlement, de regering, de rechtbanken,…) georganiseerd zijn en hoe de burgers zich verhouden tot die instellingen.”
Wij zouden kunnen stellen dat zowel de pers, de politiek als de rechtsgeleerden het over deze definitie eens zijn, aangezien ze werd ontleend aan het boek “België voor beginners” geschreven door Johan Vande Lanotte, Siegfried Bracke en Geert Goedertier. (blz.15)

Men kan de Grondwet dan ook omschrijven als het contract tussen de overheid en de burger.

De Grondwet is derhalve de norm die moet gebruikt worden om te onderzoeken of onze samenleving een democratie is.

Het beste moment om over onze democratie na te denken doet zich vandaag voor, bij het begin van het nieuwe millennium : sommige bepalingen van onze Grondwet gaan hun derde eeuw in. Het is geen overbodige luxe om bepalingen die ontstaan zijn in de 19e Eeuw aan te passen aan de maatschappij van de 21e eeuw.

De beste plaats om over onze maatschappij na te denken en het voorbereidend werk uit te voeren, is de Senaat : de reflectiekamer van de Wetgevende Macht.

Volgens Van Dale is democratie “De staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn mening en wensen kan uiten.” (Van Dale –Groot woordenboek der Nederlandse taal –dertiende uitgave 1999.)

Deze definitie van het woord democratie vinden wij ook in onze Grondwet terug in artikel 33 : “ Alle machten gaan uit van de Natie. Zij worden uitgeoefend op de wijze door de Grondwet bepaald.”. Wat de taak van de gekozen vertegenwoordigers betreft is de Grondwet ook duidelijk: “De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen.” (art. 42.)

Wij laten ons bij ons voorstel dan ook leiden door het basisbeginsel van de democratie: het volk moet zich duidelijk kunnen uitspreken over een eventuele wijziging van het contract tussen burger en overheid. Dat moet gebeuren in de beste omstandigheden.
En in alle duidelijkheid.
De huidige Grondwet houdt (hield) rekening met deze noodzaak:
Wanneer de federale wetgevende macht vandaag de Grondwet wil wijzigen, dan moet zij hierover een verklaring afleggen, zodat de burgers duidelijk op de hoogte worden gesteld van de plannen die er bestaan om het contract te wijzigen.
Na het afleggen van die verklaring, zo bepaalt het huidige art. 195, zijn de wetgevende kamers van rechtswege ontbonden. De kiezer wordt geraadpleegd over deze verklaring en de nieuw verkozen kamers kunnen dan de Grondwet wijzigen, maar kunnen dit slechts doen voor die artikels waarover de kiezer zich heeft uitgesproken.
De kiezer wordt dus geraadpleegd over de wijziging van het contract.
Pas dan kan het contract gewijzigd worden. Dit gebeurt door de vertegenwoordigers die de kiezer speciaal met dit doel heeft gekozen.
Als bijkomende waarborg dienen de verkozenen zich uit te spreken met een (dubbele) twee derden meerderheid. Pas dan is het contract gewijzigd.

Het ziet er dus op het eerste gezicht allemaal goed uit.

Toch is de realiteit anders.

Vaak weet de kiezer niet dat er een verklaring van de preconstituante is: noch de pers, noch de verkiezingspropaganda besteden aandacht aan de verklaring. Sinds de Tweede Wereldoorlog kwam het vaak voor dat de verklaring van de preconstituante niet werd nageleefd en dat artikels die niet in aanmerking kwamen voor herziening, toch werden aangepast, of dat de artikels die wel in aanmerking kwamen voor herziening, door de gekozen constituante op een onverantwoorde manier werden aangepast. De burger die wel een inspanning levert om het politieke leven te volgen, blijft hierdoor machteloos en ontgoocheld achter.
Kortom: art. 195 dat nochtans een hoeksteen moet zijn voor onze democratie, is op sterven na dood.
Nog erger is dat de grondige wijzigingen die onze instellingen de laatste vijftig jaar kenden, nooit het voorafgaandelijk openbaar debat kenden bij verkiezingen, dat noodzakelijk is om met instemming van de burger dergelijke wijzigingen te kunnen doorvoeren
Het artikel wordt dus niet toegepast zoals het hoort: niet de verklaring van herziening is aanleiding tot ontbinding van het Parlement, maar het feit dat de legislatuur ten einde loopt of door een crisis niet kan worden voltooid. In het eerste geval wordt nog snel een verklaring van herziening in elkaar gestoken, in het andere geval is men zelfs geneigd om gewoon een vorige verklaring te herhalen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij de verkiezingen van 1968, die vervroegd werden gehouden wegens de regeringscrisis over de vervlaamsing van de Universiteit van Leuven. Men vond er toen niets beter op om de verklaring die verschenen was in het Staatsblad van 17.4.1965 te herhalen, uiteraard met weglating van de reeds gerealiseerde punten. De nieuwe ontwikkelingen kwamen daardoor in de verklaring niet aan bod met als gevolg dat de Grondwet bij de herziening werd geschonden.
Vandaag komt daar een nieuw element bij: sinds de legislatuur-regering werd ingeschreven in art. 96 van de Grondwet bij de wet van 5.5.1993 is het voor de Regering niet langer mogelijk om de verkiezingen te vervroegen. Om de verkiezingen toch te vervroegen, beslist de regering nu wanneer de verklaring van herziening door het Parlement zal worden gestemd om op die wijze de verkiezingsdatum te kunnen aanpassen. Deze techniek doorstaat de toets van de democratie niet. Niet de regering maar het Parlement vertegenwoordigt immers de burgers. Het is dan ook aan het Parlement om in volle onafhankelijkheid te beslissen of én wanneer de verklaring van herziening wordt opgesteld.
Wij kunnen dus vaststellen dat, alleen al om de burger nauwer te betrekken bij het politieke gebeuren, een herziening van art. 195 noodzakelijk is, vooral omdat het huidige art. 195 niet langer zijn doel bereikt.





Een kort en onvolledig overzicht zal dit duidelijk maken:


1°De huidige herzieningsprocedure voldoet niet meer aan de bedoeling van de grondwetgever bij het ontstaan van artikel 195.

“In het door de grondwetgever uitgewerkt systeem wordt de herziening van een constitutionele bepaling van zodanig belang geacht dat de wijziging van de fundamentele wet dan eerst mogelijk is wanneer de soevereine Natie (die in het kiezerskorps is belichaamd) ingevolge de ontbinding in de mogelijkheid is gesteld zich voor of tegen de ontworpen wijziging uit te spreken. Vandaar de splitsing van de herzieningsprocedure in twee delen: die van de preconstituante en die van de eigenlijke grondwetgevende vergadering."”(Prof. André Mast- Overzicht van het Belgisch Grondwettelijk Recht -–Story-Scientia – 1975 – blz. 379

Bij de eerste verkiezingen in 1831 waren slechts 55.000 kiezers stemgerechtigd op de 3.786.000 Belgen of niet eens 1,50% van de bevolking. Alleen wie voldoende cijns betaalde, kon zijn stem uitbrengen: de kiezer was in regel begoed en kon alle tijd vrijmaken om het politieke leven te volgen. De eerste grondwetsherziening kwam tot stand na de verkiezingen van 1892 op basis van de verklaring van de preconstituante waarvan de herzieningsverklaring werd gepubliceerd in het Staatsblad van 23 en 24.5.1892. Op een bevolking van 6.195.355 zielen namen 136.775 kiezers deel aan de kiesverrichtingen of 2,2% van de bevolking. Het ligt voor de hand dat de meesten onder hen, gezien hun maatschappelijke positie, de inhoud kenden van de verklaring van herziening en zich bij het uitbrengen van hun stem daadwerkelijk hebben uitgesproken over de verklaring.
Vandaag is de situatie van de kiezer gelukkig veranderd: iedere Belg die aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet, is thans kiesgerechtigd. Maar dat betekent niet dat het democratisch gehalte van onze samenleving dezelfde evolutie heeft doorgemaakt.
Waar vandaag bijna iedereen toegang heeft tot de geschreven pers, bovendien zich via radio, TV of internet, en dit bijna in real time, kan informeren, is de berichtgeving over wat er gebeurt binnen de wetgevende macht ondermaats in vergelijking met die in het begin van de vorige eeuw.
Wij moeten dus een methode zoeken die een wijziging van het contract tussen burger en overheid in alle duidelijkheid laat gebeuren.
Wij hebben de plicht ervoor te zorgen dat de Grondwet alleen kan gewijzigd worden met duidelijke instemming van de kiezer zoals de oorspronkelijke Grondwetgever het heeft gewild.

2.De huidige herzieningsprocedure vormt geen waarborg voor het naleven van de Grondwettelijke bepalingen.

Het zal u niet onbekend zijn dat uw inkomen als senator, zoals voor onze collega’s volksvertegenwoordigers, is vastgelegd in de Grondwet. Wij hebben als senator geen wedde, zegt artikel 71 van de Grondwet. Wij hebben recht op een vergoeding van onze onkosten. Die vergoeding is vastgesteld op 4.000 frank per jaar of omgerekend een kleine honderd Euro. Gelukkig hebben wij daarnaast vrij verkeer op alle verkeerswegen van de openbare overheid.
Laten wij nu eens nagaan hoe wij en onze voorgangers de kiezer hebben behandeld met dit artikel. Het artikel 71 (vroeger artikel 57) was in 1831 zeer kort: “Les Sénateurs ne reçoivent ni traitement, ni indemnité.”
Bij de wet van 15.10.1921 werd het artikel voor het eerst gewijzigd. Wij kregen nog altijd geen wedde, maar wij kregen voortaan een onkostenvergoeding van 4.000 frank per jaar en vrij verkeer op de door de Staat geëxploiteerde of in concessie gegeven verkeerswegen. De wet kon ook bepalen welke andere vervoermiddelen wij kosteloos mochten gebruiken.
Hierbij kunnen wij opmerken dat de 4.000 frank juist één derde bedraagt van de wedde die de Kamerleden in het vroegere artikel 52 kregen bij de wet van 15.11.1920.
Wat is er gebeurd sinds 1920/1921? Bij de herzieningsverklaring die verscheen in het Staatsblad van 14.3.1954, in het Staatsblad van 30.4.1958, in het Staatsblad van 17.4.1965, in het Staatsblad van 2.3.1968, in het Staatsblad van 15.11.1978, in het Staatsblad van 6.10.1981, in het Staatsblad van 9.11.1987, in het Staatsblad van 18.10.1991 werden de artikels 52 en 57 telkens voor herziening vatbaar gesteld, maar er gebeurde niets, tenzij dat het werkelijk inkomen van Kamerleden en Senatoren verder weggroeide van het bedrag dat in 1921 in de Grondwet werd ingeschreven en dit zonder herziening.
Op 12.4.1995 verscheen opnieuw een verklaring van herziening in het Staatsblad: art. 66 (het vroegere 52) en art. 71 (het vroegere 57) werden voor herziening vatbaar verklaard.
Bij de wet van 25.3.1996 werden ze ook effectief herzien. Mijn voorgangers besloten echter het bedrag van BEF. 4.000 (en voor de Kamer BEF. 12.000) niet aan te passen en beperkten zich ertoe alleen het woord ‘Staat’ te vervangen door ‘overheid’ in de passus die betrekking had op de exploitatie of het in concessie geven van verkeerswegen. Tot mijn verwondering werd ook volgende tekst geschrapt: “De wet bepaalt van welke vervoermiddelen, buiten de hierboven vermelde wegen, zij kosteloos gebruik mogen maken.”
Hiermee werd, zowel voor Kamer als voor Senaat, de wettelijke basis voor de vergoeding van de wagen geschrapt.
In de verklaring verschenen in het Staatsblad van 5.5.1999 werd de mogelijkheid van herziening van art. 66 en 71 niet voorzien.
Reeds meer dan 20 jaar geleden werd deze situatie aangeklaagd door Prof. André Mast in zijn Overzicht van het Belgisch Grondwettelijk Recht, zesde uitgave 1981 Story-Gent op blz.181: “ Het behoud van de bij artikel 52 G.W. bepaalde bedrag zou van het parlementair ambt een niet-bezoldigde functie hebben gemaakt, hetgeen natuurlijk strijdig zou zijn geweest met de bedoelingen van de grondwetgever van 1921. De noodzakelijke aanpassing had echter moeten geschieden ofwel door een herziening van de Grondwet, ofwel op zijn minst door een interpretatieve wet. Het juiste bedrag van de parlementaire vergoeding wordt thans zelfs niet meer bekendgemaakt….”
Maar zelfs een interpretatieve wet kan niets veranderen aan het feit dat de vergoeding voor senatoren slechts één derde bedraagt van de wedde van de Volksvertegenwoordigers.
Toch verdienen senatoren vandaag evenveel als hun collega’s van de Kamer.
Wij zijn de enigen in België die pensioenrechten opbouwen op een kostenvergoeding.
Wij zijn ook de enigen die geen sociaal statuut hebben: “De senatoriale vergoeding is geen beroepsinkomen. Het is een vergoeding voor de onkosten gemaakt n.a.v. de uitoefening van een onbezoldigd mandaat. Een senator die alleen maar senator is- een vrij zeldzaam gekleurde vogel- blijkt noch loontrekkende, noch zelfstandige te zijn t.a.v. de wetgeving op de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.” (Prof. A. Van Mensel – De Belgische Federatie, Het labyrinth van Daedalus – Mys en Breesch – Gent 1996 –blz.206.
Eigenlijk mogen wij blij zijn dat de burger ons nog ernstig neemt.
Wij hebben de plicht om ervoor te zorgen dat de gekozen vertegenwoordigers tegen zichzelf beschermd worden. En dat kan: wie zou het immers aandurven de tekst van art. 71, zoals die bij de wet van 25.3.1996 tot stand kwam, aan de kiezer voor te leggen?

3.Het huidig artikel 195 belet niet dat grondige institutionele wijzigingen doorgaan zonder tussenkomst van de kiezer en dus met schending van art.195.

De Grondwetsherziening van 1968-1971 bewijst dat art. 195 geen enkele belemmering gevormd heeft om de Grondwet op essentiële punten te herzien, zonder enige tussenkomst van de kiezer. De verkiezingen van 1968 kwamen er nadat de regering was gevallen over de kwestie Leuven. Men kon dus verwachten dat de communautaire tegenstellingen in een eventuele verklaring tot herziening een zeer belangrijke rol zouden spelen. In het Staatsblad van 2.3.1968 verscheen echter een verklaring van herziening die identiek was aan deze die verscheen in het Staatsblad van 17.4.1965, op 3 artikels na die in de vorige legislatuur gewijzigd waren. Deze verklaring was dus helemaal niet aangepast aan de nieuwe toestand.
De constituante die na de verkiezingen van 1968 tot stand kwam, heeft zich daar niet aan gestoord en de gemeenschaps- en gewestvorming kwam tot stand zonder dat de kiezer daarover werd geraadpleegd. Deze gemeenschaps- en gewestvorming is later uitgegroeid tot een federalisering van het land.

Prof. Mast had in zijn “Overzicht van het Belgisch Grondwettelijk Recht” – Uitgave Story 1975, volgende commentaar op de Grondwetswijziging van 1968-1971: “Bezwaarlijk kan worden betwist dat de grondwetgever van 1970 meer dan eens buiten het raam van het hem door de preconstituante voorgelegd herzieningsprogramma is getreden. De herziening van art. 1 werd door de preconstituante enkel voorgesteld om het vierde lid van het artikel, dat betrekking had op het rechtsregime van de koloniën en overzeese bezittingen, uit de Grondwet te lichten en niet om een oplossing te geven aan het probleem van de Voerstreek.
Wat art. 59 bis betreft, gewaagden de op 2 maart 1968 bekendgemaakte verklaringen tot herziening noch van de culturele autonomie, noch van de bevoegdheid om wetskrachtige bepalingen te nemen en art. 26 van de Grondwet werd niet voor herziening vatbaar verklaard. Omdat de wetgevende kamers in 1968 oordeelden dat de economische decentralisatie door de gewone wetgever kon worden verwezenlijkt, werd de oprichting van gewestelijke organen als bedoeld in art. 107 quater niet in overweging genomen.”
Twee getuigenissen onderstrepen deze ongrondwettelijke werkwijze. In La Revision de la Constitution Belge 1968-1971 –Uitgave Larcier 1972, schrijft Paul de Stexhe, op dat ogenblik senator, hoe de gewestvorming, niet via de verklaring van herziening, maar in een werkgroep voor het eerst ter sprake kwam “L’ idée d’ une disposition constitutionnelle relative �* l’ octroi de certains pouvoirs �* des institutions régionales fut émise par Mr PERIN, au groupe des 28, en octobre 1969. Elle fut reprise par les uns et les autres, selon des inspirations et avec des nuances diverses.” (nr. 228 op blz. 173)
Het idee had moeten ontstaan bij de Preconstituante en niet bij de Constituante. Een constitutionalist had daar zeker van op de hoogte moeten zijn.
Een tweede getuigenis over deze periode is van recente datum. In zijn Memoires (uitgave Lannoo –2002) schrijft Leo Tindemans (blz.124) “Met de bedoeling enerzijds de regeringsvoorstellen om te zetten in teksten van wet en grondwet en anderzijds de Grondwet zo logisch en rationeel mogelijk gestalte te geven, kwam men ertoe op enigszins verdoken wijze de herziening van artikels te aanvaarden die niet voor herziening vatbaar waren verklaard.”
Leo Tindemans was tijdens de Grondwetsherziening van 1968-1971 minister van Communautaire betrekkingen.
Uit dit alles valt duidelijk af te leiden dat de herziening van 1968-1971 waarbij onze instellingen grondig werden gewijzigd, tot stand kwam met schending van het huidige art. 195 van de Grondwet.
Deze werkwijze is ondemocratisch en zelfs een belediging voor de kiezer.

Het is onze plicht om ervoor te zorgen dat dit niet herhaald kan worden. En dus moeten wij art. 195 herzien.

4.Artikel 195 van de Grondwet belet niet dat een nieuwe staatsstructuur op een onopvallende manier in de Grondwet wordt ingevoegd.

Men kan de instellingen ook wijzigen via de stille evolutie, zonder dat men de mening vraagt aan de kiezer. Toch kan men de kiezer hiermee ten onrechte voor een voldongen feit stellen door een nieuwe tendens in de evolutie der instellingen buiten elk debat om te institutionaliseren.
Wij verwijzen in dit verband naar de bijzondere meerderheid die in art. 4 van de Grondwet is opgenomen en oorspronkelijk slechts tot doel had om de wijzigingen van de provincies (oud art.1), de taalgebieden (oud art. 3 bis), de uitvoering van de gewestvorming (oud 107 quater) en de bevoegdheid van de cultuurraden (oud 59 bis) op een beperkende wijze te regelen. Het werd door dezelfde constituante ingeschreven in de Grondwet bij de herziening van 1968-1971.
Deze bijzondere meerderheid wordt thans gehanteerd in 27 artikels van de huidige Grondwet. Waar de bijzondere meerderheid vroeger alleen ter sprake kwam in aangelegenheden inzake de staatshervorming, werd de techniek de laatste jaren uitgebreid.
“Steeds meer wordt echter op de techniek een beroep gedaan voor aangelegenheden die niet rechtsreeks samenhangen met de verhouding tussen de twee taalgemeenschappen (zie bv. Art. 41, 77, 142 en 151 G.W). Volgens Alen (Handboek, 78; Compendium, 202) gebeurt dit om te ontsnappen aan de strakke procedure van de grondwetsherziening met haar automatische parlementsontbinding (deconstitutionalisering). Men kan deze evolutie ook zien als de bevestiging van het paritaire, bipolaire en eigenlijk confederale karakter van de federale overheid.” (uit Grondwet- Die Keure, 2002 onder redactie van Wouter Pas, Bruno Seutin, Jan Theunis, Geert van Haegendoren, Jeroen Van Nieuwenhove en Luc Vermeire, blz.6)
Het heeft mij dan ook verwonderd dat sommigen die meegeholpen hebben de weg naar het confederalisme te plaveien, in opstand komen als men de aangelegde weg wil bewandelen.
Het is onze plicht ervoor te zorgen dat een dergelijke belangrijke evolutie niet via de deconstitutionalisering verloopt maar in een openbaar debat. Om die reden dienen wij art. 195 van de Grondwet voor herziening vatbaar te stellen.



5.Artikel 195 van de Grondwet belet niet dat in de Grondwet principes worden ingeschreven waarvoor zelfs geen meerderheid kan gevonden worden in het Parlement

Toen de Grondwet tijdens de vorige legislatuur werd gewijzigd om te voldoen aan de verplichtingen van ons land tegenover de Europese Unie, heeft men artikel 8 aangepast.
Een derde en een vierde lid werden toegevoegd, maar ook een overgangsbepaling. In het derde lid werd voldaan aan onze verplichtingen tegenover de in België wonende EU-burgers.
Voor het vierde lid, dat de mogelijkheid biedt om het zogenaamde “migrantenstemrecht” in te voeren, was er geen concensus. Daarom werd een overgangsbepaling ingevoerd “De wet bedoeld in het vierde lid kan niet worden aangenomen voor januari 2001.” Men was het er dus wel over eens dat het migrantenstemrecht er niet kon komen voor de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen, niet wanneer het er dan wel kon komen.
Zonder dat de vertegenwoordigers van de burgers het er zelf over eens waren, hebben wij het contract tussen burger en overheid gewijzigd. Men kan begrijpen dat de burger zich machteloos voelt.
Wij hebben de plicht ervoor te zorgen dat dergelijke scenario’s zich niet kunnen herhalen.


6.Artikel 195 van de Grondwet geeft een vals gevoel van bescherming tegen misbruik.

Men kan het gevoel hebben dat art. 195 zoals het er thans uitziet, de burger beschermt tegen misbruiken van de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Men moet inderdaad de burger raadplegen vooraleer men het contract tussen burger en overheid kan aanpassen. Maar dat wil niet zeggen dat men dat contract ook naleeft.
De hoofdreden is dat de burger als gevolg van de huidige herzieningsprocedure de Grondwet niet kent.
In een verklaring tot herziening wordt hij hooguit geconfronteerd met het nummer van een artikel, nooit met de tekst.
In ons voorstel zal hij zich echter moeten uitspreken over de ganse tekst en bij elke herziening zal de burger de Grondwet iets beter kennen. Dat is nodig om misbruik te voorkomen.
Niet alleen bij de herziening kan er immers misbruik gemaakt worden, ook bij de toepassing van Grondwetsartikels.
In het laatste decennium is op een dramatische manier gebleken dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.


Wij nemen het voorbeeld van art. 147 en halen de tekst aan die in 1996 van toepassing was:
“Er bestaat voor geheel België een Hof van Cassatie. Dit Hof treedt niet in de beoordeling van de zaken zelf, behalve bij het berechten van ministers en de leden van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen.”
Het laatste lid dat in een uitzondering voorzag op de regel dat Cassatie niet als eerste rechter optreedt, werd intussen opgeheven door de wet van 16.5.2000.
Met het Spaghetti-arrest van 14 oktober 1996 heeft het Hof van Cassatie deze regel naast zich neergelegd. Zij is als feitenrechter opgetreden en als enige rechter.
Wij verwijzen in dit verband naar het standpunt dat Prof. Alen innam in zijn Handboek van het Belgisch Staatsrecht, uitgave Kluwer, stof bijgehouden tot en met 21 mei 1995 en dus geschreven in tempore non suspecto. De tekst maakt deel uit van het vierde deel “Burger en rechtsbescherming” en behandelt de rechterlijke onpartijdigheid in het kader van én de Grondwet én het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens”.
Hij maakt een onderscheid tussen de subjectieve of persoonlijke onpartijdigheid en de objectieve of structurele onpartijdigheid. In dit laatste geval gaat het om een rechter die tijdens eenzelfde zaak, twee petjes opzet (bv. Een onderzoeksrechter die later als vonnisrechter zetelt.)
In het Spaghetti-arrest ging het duidelijk om het inroepen van de persoonlijke of subjectieve partijdigheid.
“De subjectieve of persoonlijke onpartijdigheid houdt in dat de rechter geen op voorhand vaststaande overtuiging of gezindheid t.a.v. een procespartij mag koesteren. Zo is de rechter die zich vóór de opening van de debatten heeft uitgesproken over de oplossing van het geschil, niet meer gerechtigd om de zaak te beslechten. Ook mag een rechter op de terechtzitting geen bewoordingen gebruiken of houding aannemen die van een mogelijk vooroordeel t.a.v. een procespartij blijk geeft. De persoonlijke onpartijdigheid van de rechter wordt vermoed tot bewijs van het tegendeel. Zij kan slechts ter discussie worden gesteld op grond van bepaalde redenen, die door de belanghebbende partij te bekwamer tijd voor de feitenrechter worden aangevoerd en die derhalve niet voor het eerst in cassatie kunnen worden opgeworpen.” (blz. 567)
Om alle misverstanden te voorkomen: dit betekent niet dat een andere rechtbank niet tot dezelfde conclusie kon komen als Cassatie, het houdt wel in dat Cassatie haar bevoegdheid te buiten is gegaan en dit voor de getroffen ouders op een pijnlijke en onvergeeflijke manier. De ouders waren zelfs geen partij in het geding. De aangeklaagde rechter moest het stellen zonder de bescherming van een basisprincipe: het recht op verdediging. Overigens is hier wel gebleken dat rechtspraak met supersonische snelheid in dit land mogelijk is: de feiten hadden plaats op 21 september 1996, de memorie van toelichting werd neergelegd op de griffie van cassatie op 26 september en 3 oktober, de uitspraak had reeds plaats op 14 oktober 1996.

Een tweede voorbeeld maakt duidelijk dat men ook op een minder dramatische manier de Grondwet via de wet kan schenden.
Niemand betwist dat de Grondwet een hogere norm is dan de wet. Dat de wet dus dient aangepast te worden aan de Grondwet.
Voor alle duidelijkheid verwijzen wij naar de stemplicht zoals die vandaag in België is geregeld. Voor Kamer en Senaat is de stemming verplicht, want de stemplicht wordt uitdrukkelijk in de Grondwet vermeld. (art.62 voor de Kamer en art.68 §2 voor de Senaat).
Voor gemeente en Provincie , voor Gewest en Gemeenschap liggen de zaken anders.
De Grondwet legt de stemplicht niet op, maar vertrouwt de materie toe aan de gewone wetgever in art. 162 1° voor Provincie en Gemeente, in art.118 voor Gemeenschappen en Gewesten. Voor het Europees Parlement wordt, behoudens de datum der verkiezingen, niets voorzien.
Wanneer de Grondwetgever art. 8 wijzigt en voor het eerst het begrip stemrecht invoert in plaats van stemplicht, kan men dan ook verwachten dat de wetgever zich aanpast. Quod non. EU-burgers hebben immers geen stemplicht, maar stemrecht. Om dit uit te oefenen moeten ze zich inschrijven. Door de stemplicht niet af te schaffen bij gemeenteraadsverkiezingen overtreedt ons land art. 6 van het EU-verdrag dat een discriminatie van EU-burgers op grond van nationaliteit verbiedt.

Een derde geval bestaat al langer dan een decennium. Het is uitzonderlijk dat de wetgever strafbepalingen heeft voorzien voor schendingen van de Grondwet. Hij heeft dat in 1921 wel gedaan voor een van de basisrechten van de burger: het recht op vereniging dat wordt gewaarborgd door art.27 van de Grondwet. Dit recht werd verder uitgewerkt bij de wet van 24.5.1921 “tot waarborging der vrijheid van vereeniging”. Wanneer men iemand dwingt geen deel uit te maken van een vereniging kan men gestraft worden met een gevangenisstraf van 1 tot 8 dagen en een boete van 50 tot 500 frank (art.3)
Vaak wordt de wet ondergebracht bij het sociaal recht omdat het eigenlijke doel was: de syndicale vrijheid beschermen.
In naam van de democratie worden vandaag burgers belet om van een vereniging (in casu syndicaat) deel uit te maken, omdat ze zich kandidaat stellen voor een mandaat op de lijst van één welbepaalde partij. Deze uitsluiting heeft niets met democratie te maken maar alles met bescherming van eigenbelang. Deze uitsluiting schendt de Grondwet.

Uit dit alles blijkt dat wij er door de strenge bepalingen van art. 195 vanuit gaan dat het contract tussen burger en overheid een bescherming geniet. De bescherming moet echter verder gaan dan de Grondwet zelf en moet in alle wetgevingen worden doorgetrokken. Daarom is het noodzakelijk dat er een openbaar debat wordt gevoerd en dit in het belang van de democratie en van de kennis van de basiswet bij de burgers. De huidige toepassing van art. 195 is hierbij eerder een hinderpaal dan een hulp.
Wij moeten de burger zijn rechten teruggeven.

Uit dit overzicht blijkt dat de democratie in ons land op een uiterst kritiek punt, het contract tussen burger en overheid, duidelijk tekortkomt.

Wij pleiten dus voor een verklaring die uitmondt in een wijziging van art. 195.
Maar wij weten dat dit, juist voor de democratie, een delicate aangelegenheid is.
Vandaar dat wij niet het artikel zelf voor herziening vatbaar verklaren, maar een wijziging van een deel van de tekst voorstellen, zodat de gekozen constituante beperkt wordt in haar mogelijkheden en haar bevoegdheid niet kan misbruiken. Wij citeren in dit verband Prof. Alen, op.cit blz.69 : “Tenslotte moet de Constituante zich houden aan het voorwerp van een door de Preconstituante voorgestelde toevoeging en kan zij alleen overgaan tot de opheffing of het behoud van een door de Preconstituante voorgestelde oplossing.”

Wij willen, met andere woorden, de beveiliging van art. 195 behouden, maar ze tegelijk moderniseren.

Ons voorstel houdt in dat de representativiteit wordt behouden: niet de burger neemt het initiatief maar de verkozen vertegenwoordigers van de burger: de wetgevende macht.
Het eerste lid van art. 195 blijft dus behouden. Het tweede en het derde lid worden geschrapt, het eerste woord van het vierde lid wordt vervangen door DE (in plaats van DEZE) en het volgende lid wordt ingevoegd op het einde van het artikel: “ De Grondwet wordt slechts gewijzigd nadat de tekst die door beide Kamers werd goedgekeurd, bij verplichte en geheime stemming in een referendum wordt aanvaard.”

In ons voorstel wordt de essentie van de bescherming van art. 195 bewaard: de burger moet zich uitspreken over elke wijziging van het contract tussen overheid en burger.
Hij zal dit kunnen doen met kennis van zaken, aangezien hem een duidelijke vraag wordt voorgelegd, namelijk: gaat u akkoord met de wijziging van het contract dat de door u verkozen vertegenwoordigers hebben uitgewerkt?
Anderzijds krijgen Kamer en Senaat alle mogelijkheden om grondig en degelijk werk te leveren. De lopende legislatuur vormt niet langer een beperking van de discussiemogelijkheden en wat nog belangrijker is: de noodzaak ontstaat om een open communicatie te voeren tussen gekozen vertegenwoordiger en burger.


Ons voorstel is minder ingrijpend dan het op het eerste gezicht lijkt: de essentie van het huidig artikel 195 wordt behouden, alleen de verplichte consultatie van de kiezer wordt naar een ander ogenblik in de besluitvorming van de Grondwetswijziging verschoven, namelijk naar het einde van de werkzaamheden. Het past artikel 195 aan op een wijze die de Grondwetgever, bij een vorige wijziging gewild heeft: de legislatuurregering krijgt pas door de wijziging die wij voorstellen zijn volle betekenis, gesloten akkoorden die juist ingevolge de uitslag van de verkiezingen tot stand kwamen, kunnen binnen de legislatuur volledig worden uitgewerkt, zonder dat de wil van de Natie wordt genegeerd.

Het referendum zelf kan bij gewone meerderheid worden goedgekeurd, aangezien alle beschermingsmechanismen die in onze Grondwet zijn ingebouwd voor de minderheden, onverkort gewaarborgd blijven tijdens het deel van de herziening dat door de volksvertegenwoordiging, in alle onafhankelijkheid, tot stand wordt gebracht.

Niets belet de herziening van meerdere artikels in eenzelfde referendum: de burger zal zich immers artikelsgewijs moeten uitspreken. Wordt een wijziging geweigerd, dan is dat geen nederlaag voor de democratie, integendeel, want het is een uitspraak van de soevereine Natie. Wordt een wijziging toegestaan, dan is alle twijfel over de legitimiteit van een herziening meteen verdwenen.

Wij stellen geen andere wijzigingen van de Grondwet voor en dat is ook niet nodig. Als ons voorstel wordt weerhouden én bij het begin van de volgende legislatuur wordt aanvaard, vervalt de noodzaak om andere artikels voor herziening vatbaar te stellen.
De nieuwe procedure kan dan immers onmiddellijk worden toegepast. Dan kan elk artikel op een veilige manier worden herzien. Dan wordt art. 195 het laatste artikel dat wordt herzien zonder referendum.

Ons voorstel brengt de burger en zijn vertegenwoordiger in het Parlement nader tot elkaar.
En zo hoort het in een democratie.





Voorstel van verklaring tot herziening


De herziening van artikel 195 van de Grondwet om het tweede en derde lid te schrappen, het eerste woord van het vierde lid (Deze) te wijzigen in “De”, en om na het huidige vijfde lid, volgende tekst in te lassen: “De Grondwet wordt slechts gewijzigd nadat de tekst die door beide Kamers werd goedgekeurd, bij verplichte en geheime stemming, artikelsgewijs, in een referendum wordt aanvaard.”

Als dit niet volstaat, zeg het maar, ik heb nog wel een paar teksten.
__________________
Leterme: het splitsen van BHV kost vijf minuten politieke moed. Wat zit achter die uitspraak? Antwoord op 21 juli 2008.
Karel Hendrik is offline  
Oud 2 maart 2004, 09:03   #32
Knuppel
Secretaris-Generaal VN
 
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 117.759
Standaard

Ik denk dat Petzel met stomheid is geslagen, Karel.

En niet alleen hij, zo te zien.

Als ik dit allemaal lees, val ik ook steeds meer achterover van de wijze waarop zelfverklaarde 'democraten' de democratie steeds harder verkrachten.

Voor een grondwetspecialist zoals jij moet de machteloosheid waarmee deze onwettelijkheden moeten worden ondergaan, vretend zijn.
Ik weet op geen stukken na wat jij weet maar het is dezelfde machteloosheid die ik steeds minder verteerd krijg.
Wie de politiek een beetje volgt kan niet anders dan voelen- ook zonder de uitdieping die jij je eigen hebt gemaakt- dat er hier iets grondig fout loopt.

Er zitten op dit forum al twee goed onderlegde mensen die de vinger op de wonde leggen met dezelfde conclusie:

We leven hier niet in een democratie maar in een particratie.
Het volk heeft hier geen andere keuze dan de totale misgroei in de particratie te ondergaan.
__________________
Het Oosten: De kiezer heeft niet altijd gelijk.
De kiezer heeft alleen gelijk als hij stemt zoals Het Oosten het zou willen.
Knuppel is offline  
Oud 2 maart 2004, 09:39   #33
Dilbert
Parlementsvoorzitter
 
Dilbert's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 6 februari 2004
Berichten: 2.206
Standaard

Misschien wel de belangrijkste les die Lobbyisten bij de (Belgische) overheden krijgen is dat er geen verschil is tussen "de wet" en "de wil van de politieke meerderheid". Politici aan de macht vinden altijd wel manieren om te rommelen aan de wet. En of dat de grondwet is of niet waaraan ze aan het prutsen zijn laat hen Siberisch koud.

En eigenlijk kan dat de meeste mensen ook niet echt schelen, zolang de democratie gerespecteerd blijft en we een goed bestuur hebben. Beide zijn echter niet het geval, en dat vormt de voedingsbodem voor het VB.
__________________
Rechtsstaat, geen machtsstaat.
Democratie, geen particratie.
Dilbert is offline  
Oud 2 maart 2004, 10:44   #34
De Garde
Europees Commissaris
 
De Garde's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 26 januari 2004
Locatie: Meetjesland
Berichten: 6.889
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Seba
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Verhofstadthater
Voor mij is de primaire reden het cordon sanitaire en médiatique, de arrogante houding van de zelfverklaarde democratische partijen.
is het Vlaams Blok niet zelf een zelfverklaarde democratische partij met een arrogante houding?
Iedere partij zal zich democratisch noemen en tot op zekere hoogte zijn ze dat allemaal. Alleen moet je maar eens zien als het er echt op aankomt hoe lang het duurt.

Trouwens, noemde de DDR zich niet 'Duitse Democratische Republiek'?
De Garde is offline  
Oud 2 maart 2004, 12:51   #35
Tegendradigaard
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Geregistreerd: 3 oktober 2003
Locatie: Zou ik ook graag weten
Berichten: 14.746
Standaard

Moest ik een klak hebben ik zou ze afdoen.

Karel Hendrik gij kunt het verdorie knap uitleggen. Ge brengt dan nog allemaal zaken aan het licht die verdorie gewoon verkrachtingen van de grondwet zijn waar ik, en ik denk met mij 99,8 % van de bevolking, totaal geen weet van hebben.

En aan Petzel.

Ook ik ga voor de eerste keer 1 stem geven (Europese lijst) aan het Vlaams Blok. Ik heb dat besloten naar aanleiding van de goedkeuring van de 'we pakken de poen af van diegenen die ons niet aanstaan-wet' kortelings goedgekeurd in de kamer.

Mijn stem voor de Vlaamse raad hou ik nog in beraad. Bijvoorbeeld een veroordeling van het Vlaams Blok in het politiek proces, aangespannen door de eerste minister, zal mijn tweede stem opleveren voor het Vlaams Blok.

De democratie is in gevaar. Karel Hendrik heeft dat hier al genoeg bewezen en aangehaald.
De vrijheid van vereniging is in gevaar.
De vrijheid van meningsuiting is in gevaar.

En het grappige (???) is dat het juist de partijen zijn die zichzelf democratisch noemen die de democratie, de vrije meningsuiting, de vrijheid van vereniging vermoord hebben.

Als je de drie hier aangehaalde vrijheden graag zou bewaard zien, dan kan je enkel maar op het Vlaams Blok stemmen om de dictatoriale partijen te laten zien : DE BURGER WALGT VAN JULLIE METHODES EN IS HET NIET MET JULLIE EENS.

't is meer vanuit den buik geschreven dan vanuit de hersenen zoals Karel Hendrik, maar ik zal voor het eerst sinds 24 jaar op het Vlaams Blok stemmen deze keer. En als ze niet willen luisteren dan stem ik volgende keer weer op het Vlaams Blok. En als ze dan nog verder doen dan stem ik de keer daarna weer op het Vlaams Blok.
Totdat de demcratie, de vrijheid van meningsuiting gered is.

Aan de dictatoriale partijen de keuze : luisteren naar het volk of de democratie verder vermoorden.

Voila dat zijn in ...... teveel om te tellen woorden waarom ik voor het eerst Vlaams Blok zal stemmen.
__________________
IK betaal 6.570,00 euro per jaar aan Wallonië en dit al meer dan 20 jaar.... Dat is 131.400 euro in totaal....of in oude franken... 5.300.662 fr. HET IS STILAAN GENOEG GEWEEST! Als ik nog 20 jaar verder werk dan betaal ik nog eens 131.400 euro. In totaal zou dat dan 262.800 euro of 10.616.857 oude franken zijn.

PEOPLE WHO WANT TO BAN HATE SPEECH, JUST HATE SPEECH. VRIJE MENINGSUITING !!!
Tegendradigaard is offline  
Oud 2 maart 2004, 14:13   #36
Karel Hendrik
Gouverneur
 
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1.022
Standaard

Vandaag gelezen op de eerste bladzijde van de Gazet van Antwerpen.
Niet dat de zaak nu zo belangrijk is, maar ze is tekenend voor het feit dat wij als burger niets, maar dan ook niets meer te zeggen hebben.

De heer Flor Boven geeft zijn ontslag in de OCMW-raad omdat de functie niet te combineren is met zijn nieuwe baan.
Er zijn vijf opvolgers.

Geen probleem. Op het ledencongres van 10 maart van Groen!-Antwerpen wordt Mieke Vogels voorgedragen door de partij als nieuw raadslid voor het OCMW.
Voorzitter Tom Caals beweert dat de opvolgers zonder probleem hun plaats zullen afstaan aan Mieke Vogels.

De partijen bepalen gewoon zelf wat er gebeurt: voor hun beslissing moet iedereen wijken.
__________________
Leterme: het splitsen van BHV kost vijf minuten politieke moed. Wat zit achter die uitspraak? Antwoord op 21 juli 2008.
Karel Hendrik is offline  
Oud 2 maart 2004, 14:28   #37
Brugge Veilig en Leefbaar
Minister-President
 
Brugge Veilig en Leefbaar's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 1 november 2002
Locatie: Op den buiten
Berichten: 4.653
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Karel Hendrik
Vandaag gelezen op de eerste bladzijde van de Gazet van Antwerpen.
Niet dat de zaak nu zo belangrijk is, maar ze is tekenend voor het feit dat wij als burger niets, maar dan ook niets meer te zeggen hebben.

De heer Flor Boven geeft zijn ontslag in de OCMW-raad omdat de functie niet te combineren is met zijn nieuwe baan.
Er zijn vijf opvolgers.

Geen probleem. Op het ledencongres van 10 maart van Groen!-Antwerpen wordt Mieke Vogels voorgedragen door de partij als nieuw raadslid voor het OCMW.
Voorzitter Tom Caals beweert dat de opvolgers zonder probleem hun plaats zullen afstaan aan Mieke Vogels.

De partijen bepalen gewoon zelf wat er gebeurt: voor hun beslissing moet iedereen wijken.
En is dat niet zo in het Blok ? Heb je daar ooit één stemming gezien , voor om het even wat ? Heb je in de partijtop al één wijziging gezien sinds het ontstaan van de partij 25 jaar geleden, behalve de opruststelling van de voorzitter voor het leven ? Alle geschriften moeten de censuurcommissie voorbij, en ik geef grif toe dat dit gedeeltelijk bedoeld is om stommiteiten te vermijden en de kaderleden te beschermen tegen zichzelf...
Maar kunt u in eer en geweten dergelijk ondemocratische organisatie bestuursverantwoordelijkheid toevertrouwen ?
Brugge Veilig en Leefbaar is offline  
Oud 2 maart 2004, 14:31   #38
Brugge Veilig en Leefbaar
Minister-President
 
Brugge Veilig en Leefbaar's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 1 november 2002
Locatie: Op den buiten
Berichten: 4.653
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Knuppel

Er zitten op dit forum al twee goed onderlegde mensen die de vinger op de wonde leggen met dezelfde conclusie:

We leven hier niet in een democratie maar in een particratie.
Het volk heeft hier geen andere keuze dan de totale misgroei in de particratie te ondergaan
.
Het antwoord aan Karel is ook het antwoord op uw opmerking: zal het ooit anders zijn ? De particratie in het het Blok is erger dan in alle andere partijen samen, daar is tenminste nog een machtswissel mogelijk...
Brugge Veilig en Leefbaar is offline  
Oud 2 maart 2004, 14:52   #39
Verhofstadthater
Parlementslid
 
Geregistreerd: 5 oktober 2003
Locatie: West-Vlaanderen
Berichten: 1.879
Standaard

Brugge, geef je strijd tegen het Blok maar op.

Het ergste is de ondemocraat die tegen de andere zegt dat hij ondemocratisch is. Daarom moeten ze afgestraft worden.
Verhofstadthater is offline  
Oud 2 maart 2004, 15:06   #40
Karel Hendrik
Gouverneur
 
Geregistreerd: 29 november 2003
Berichten: 1.022
Standaard

@Bruggeveiligenleefbaar

Ik kan zeker in eer en geweten mijn stem op het Blok uitbrengen.
Ik dacht dat mijn vorige postings aantoonden dat ik dat tot op vandaag niet heb gedaan, maar dat ik als democraat ook niet op mijn luie kont ben blijven zitten.
Ik ben echter niet alleen in dit land. Ik stond wel bijna helemaal alleen.
Er zijn twee groepen burgers die mij aangezet hebben om mijn gedrag te wijzigen:
-Zij die willen bepalen op wie ik niet stem: dat zijn diegenen die ten pas en ten onpas op het Blok afgeven en mij erbij vertellen dat ik er beter niet op stem of zij die er een cordon rond leggen en erbij zeggen dat mijn stem toch niet meetelt, zodat de 'democratische' partijen gewoon hun gang kunnen blijven gaan.
-Zij die kritiekloos zitten toe te kijken op de verkrachting van de democratie om ze te vervangen door de particratie.

Als ik nu mijn strijd als democraat verder zet door op het Blok te stemmen dan doe ik dat in eer en geweten en weloverwogen: als ik op het Blok stem dan bereik ik minstens één ding: dat men op de partijhoofdkwartieren tenminste zal inzien dat er nog enig verzet is.
Overigens zal ik het daar niet bij laten: voor de Europese verkiezingen zal ik niet stemmen, alleen voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement.
En als u mijn bijdrage over Doel leest zal het u duidelijk zijn waarom ik mijn stem op het Blok uitbreng. De enige partij die het Nooddecreet niet heeft gestemd. En als u ze ondemocratisch vindt is dat uw zaak, geef mij dan maar een ondemocratische partij.
Ik heb een hekel aan mensen die mij zeggen wat ik moet doen en niet mag doen bij de verkiezingen. Ik probeer een democraat te zijn en ik denk dat ik er ook ernstig werk van maak om mijn stemgedrag grondig voor te bereiden.
Mijn stem is dus een woord van dank aan allen die het zover hebben laten komen. En ik kan zelf beslissen wie ik dank en hoe.
__________________
Leterme: het splitsen van BHV kost vijf minuten politieke moed. Wat zit achter die uitspraak? Antwoord op 21 juli 2008.
Karel Hendrik is offline  
 



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:35.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be