Bloemlezing uit de werken van Hegel.

[harriechristus]

- Der tiefsinnige Heraklit hob gegen jene einfache und einseitige Abstraktion den höheren totalen Begriff des Werdens hervor und sagte: das Sein ist sowenig als das Nichts, oder auch: Alles fließt, das heißt: Alles ist Werden.

Vertaling:

- De diepzinnige Heraclitus benadrukte het hogere totale begrip van het Worden tegenover die simpele en eenzijdige abstractie en zei: het Zijn is zo weinig als het Niets, of ook: Alles vloeit, dat wil zeggen: Alles is Worden.

[harriechristus]

– Die populären, besonders orientalischen Sprüche, daß alles, was ist, den Keim seines Vergehens in seiner Geburt selbst habe, der Tod umgekehrt der Eingang in neues Leben sei, drüben [drücken?] im Grunde dieselbe Einigung des Seins und Nichts aus.

Vertaling:

- De populaire, in het bijzonder de oosterse spreuken, dat alles, wat is, de kiem van zijn vergaan in zijn geboorte zelf heeft, de dood omgekeerd de ingang in een nieuw leven is, drukken in de grond der zaak dezelfde vereniging van Zijn en Niets uit.

[harriechristus]

Aber diese Ausdrücke haben ein Substrat, an dem der Übergang geschieht; Sein und Nichts werden in der Zeit auseinandergehalten, als in ihr abwechselnd vorgestellt, nicht aber in ihrer Abstraktion gedacht, und daher auch nicht so, daß sie an und für sich dasselbe sind.

Vertaling:

Maar deze uitdrukkingen hebben een substraat, waaraan de overgang geschiedt; Zijn en Niets worden in de tijd uitelkaar gehouden, als in hen afwisselend voorgesteld, niet echter in hun abstractie gedacht, en daarom ook niet zo, dat zij aan en voor zich hetzelfde zijn.*

*Leven en dood zijn dan ook een concrete tegenstelling en anders dan het abstracte Zijn en Niets.
En ook Hegel noemt geen substraat want het worden is slechts de overgang.
Maar wat het leven en de dood betreft kan men het zo beschouwen dat de dood als het Nirwana eigenlijk het ware leven is en omgekeerd het leven als zondig de dood is.

[harriechristus]

»Ex nihilo nihil fit« ist einer der Sätze, denen in der Metaphysik große Bedeutung zugeschrieben wurde.
Es ist darin entweder nur die gehaltlose Tautologie zu sehen: Nichts ist Nichts; oder wenn das Werden wirkliche Bedeutung darin haben sollte, so ist vielmehr, indem nur Nichts aus Nichts wird, in der Tat kein Werden darin vorhanden, denn Nichts bleibt darin Nichts.

Vertaling.

"Ëx nihilo nihil fit" (Uit niets komt niets voort), is de zin, die in de metafysica grote betekenis toegeschreven wordt.
Daarin is òf slechts de inhoudloze tautologie te zien: Niets is Niets; òf als het Worden daarin werkelijke betekenis zal hebben, zo is veel meer, indien het Niets uit Niets wordt, inderdaad daarin geen worden voor handen, want Niets blijft daarin Niets.

[harriechristus]

Das Werden enthält, daß Nichts nicht Nichts bleibe, sondern in sein Anderes, in das Sein übergehe.

Vertaling.

Het worden houdt in, dat het Niets niet Niets blijft, maar in zijn andere, in het Zijn over gaat.

[Piero]

Oorspronkelijk geplaatst door harriechristus

Das Werden enthält, daß Nichts nicht Nichts bleibe, sondern in sein Anderes, in das Sein übergehe.

Vertaling.

Het worden houdt in, dat het Niets niet Niets blijft, maar in zijn andere, in het Zijn over gaat.

Inderdaad. Het niets wordt een obsessie. En dat is niet niks.
De kunst is dan om de obsessie weer niets te laten worden.

[Piero]

Oorspronkelijk geplaatst door Piero

Inderdaad. Het niets wordt een obsessie. En dat is niet niks.
De kunst is dan om de obsessie weer niets te laten worden.

Trouwens, dat is ook meteen het omgekeerde. Het zijn kan zo veranderen in niet zijn ofwel in niets. Ook dat is een worden, van zijn naar niet zijn.
To be or not te be, als object van het denken, daar gaat het om. Probeer er maar eens van af te komen, van die obsessie. Dat lukt niet door er aan te denken, denk ik. Maar bewust er niet aan denken lukt ook niet. (Gvd - exuus). Alles wat eenmaal is dat is eeuwig. Bij mij althans.

[harriechristus]

Oorspronkelijk geplaatst door Piero

Inderdaad. Het niets wordt een obsessie. En dat is niet niks.
De kunst is dan om de obsessie weer niets te laten worden.

Zou het Niets weer Niets worden dan verdwijnt het hele heelal.
Dat is dan het ideaal van de wetenschap.
Maar de waarheid is dat het heelal eeuwig is.
Dat eenzijdige Niets heeft nooit bestaan.

[harriechristus]

– Wenn die spätere, vornehmlich christliche Metaphysik den Satz, aus Nichts werde Nichts, verwarf, so behauptete sie einen Übergang von Nichts in Sein; so synthetisch oder bloß vorstellend sie auch diesen Satz nahm, so ist doch auch in der unvollkommensten Vereinigung ein Punkt enthalten, worin Sein und Nichts zusammentreffen und ihre Unterschiedenheit verschwindet.

- Toen de latere, voornamelijk christelijke metafysica de zin, uit niets worde niks, verwierp, zo beweerden zij een overgang van niets in zijn; zo synthetisch of ook voorstellend zij ook deze zin nam, zo is toch ook in de meest onvolkomen vereniging een punt bevat, waarin zijn en niets samen treffen en hun onderscheid verdwijnt.

[Astrodamos]

dus je kan vertalen , of is't Google translate ?

[harriechristus]

Oorspronkelijk geplaatst door Astrodamos

dus je kan vertalen , of is't Google translate ?

Het is geheel en al naar eigen creativiteit.
Ik ben geen taalwonder, maar met wat ik op de MULO school geleerd heb gaat het nog best.
Anders komt Piero wel met een verbetering...

[harriechristus]

– Seine eigentliche Wichtigkeit hat der Satz »Aus Nichts wird Nichts, Nichts ist eben Nichts« durch seinen Gegensatz gegen das Werden überhaupt und damit auch gegen die Erschaffung der Welt aus Nichts.

Vertaling.

- Zijn eigenlijke gewichtigheid heeft de zin "Uit Niets wordt Niets, Niets is nu eenmaal Niets" door zijn tegendeel tegen het Worden zonder meer en daarmee ook tegen de schepping van de wereld uit Niets.

[harriechristus]

Diejenigen, welche den Satz »Nichts ist eben Nichts«, sogar sich dafür ereifernd, behaupten, sind bewußtlos darüber, daß sie damit dem abstrakten Pantheismus der Eleaten, der Sache nach auch dem spinozistischen, beipflichten.

Vertaling:

Diegenen, welke de zin: "Niets is nu eenmaal Niets", ja zelfs zich daarvoor driftig maken, beweren, zijn bewusteloos daarover, dat zij daarmee het abstracte pantheïsme van de Eleaten*, naar de zaak ook met het spinozisme*** instemmen.

*Voor de eerste Eleaat Xenophanes is God identiek aan het wereldgeheel.
En hij is de grondvester van de leer van een eeuwig, onveranderlijk Zijn achter de menigvuldigheid der verschijnselen.
Ik: maar de eenheid van het wereldgeheel (als concreet) is iets anders dan het abstracte Zijn**.
Of Xenophanes beide als identiek dacht, dat zegt Störig in zijn prisma van de filosofie niet.
Maar bij Hegel vindt ik het wel:
Gott ist der Eine.
Er ist nur das Eine, es ist nur das Sein.

Vertaling:
God is de Ene.
Er is alleen het Ene, het is alleen het Zijn.

**Een ander probleem is of Xenophanes het Zijn als materie dacht of reeds als abstract begrip.
Hegel: Parmenides schijnt het Ene als begrip te hebben opgevat en Melissos als materie.

*** Spinoza.
Ergens anders zegt Hegel dat Spinoza niet pantheïstisch is en hier weer wel, dat is tegenstrijdig.
Volgens Spinoza is God een substantie met twee attributen: denken en uitgebreidheid, dus als Geest en Natuur.
En de natuur verdeelt Spinoza opnieuw in scheppende natuur (de geestelijke natuur) en de geschapen natuur (de natuur als verschijning).
De substantie moet volgens mij dan het bewustzijn zijn in het denken van de Geest en de waarneming van de natuur.
Maar ook kan de natuur gedacht worden, dat is de geestelijke kant als de scheppende natuur (de natuurwetten creëren de natuur).
De Geest kan dan weer verdeeld worden in de inhoud van het denken en de vorm van het denken als denk-act.
God als Geest omvat aldus ook de scheppende natuur naar inhoud en denken en scheppen dus.

[harriechristus]

Herhaling:

Diejenigen, welche den Satz »Nichts ist eben Nichts«, sogar sich dafür ereifernd, behaupten, sind bewußtlos darüber, daß sie damit dem abstrakten Pantheismus der Eleaten, der Sache nach auch dem spinozistischen, beipflichten.

Vertaling:

Diegenen, welke de zin: "Niets is nu eenmaal Niets", ja zelfs zich daarvoor driftig maken, beweren, zijn bewusteloos daarover, dat zij daarmee het abstracte pantheïsme van de Eleaten, naar de zaak ook met het spinozisme instemmen.

Wat Hegel hier waarschijnlijk mee bedoelt (maar niet zegt) dat het God is die het Zijn uit het Niets schept krachtens zijn logische Geest.
En als dat niet zo zou zijn dat God dan zelf onmiddellijk het ZIJN zou zijn, dus daarmee de Natuur zelf en dat is dan het pantheïsme.

[harriechristus]

Herhaling:

Diejenigen, welche den Satz »Nichts ist eben Nichts«, sogar sich dafür ereifernd, behaupten, sind bewußtlos darüber, daß sie damit dem abstrakten Pantheismus der Eleaten, der Sache nach auch dem spinozistischen, beipflichten.

Vertaling:

Diegenen, welke de zin: "Niets is nu eenmaal Niets", ja zelfs zich daarvoor driftig maken, beweren, zijn bewusteloos daarover, dat zij daarmee het abstracte pantheïsme van de Eleaten, "naar de zaak" ook met het spinozisme instemmen*.

*Wat het: "naar de zaak" betreft, bedoelt Hegel waarschijnlijk dat Spinoza een onderscheid maakt tussen de scheppende natuur (natura naturans) en de geschapen natuur (natura naturata).
De geschapen natuur is dan God zelf als pantheïsme.
Overigens zegt Spinoza ook dat God de oorzaak is van zichzelf.
Dat betekent dat God als eerst Niets zichzelf heeft geschapen tot het Zijn krachtens de logica dat Niets IS.

[harriechristus]

Die philosophische Ansicht, welcher »Sein ist nur Sein, Nichts ist nur Nichts« als Prinzip gilt, verdient den Namen Identitätssystem; diese abstrakte Identität ist das Wesen des Pantheismus.

Vertaling:

De filosofische mening, welke "Zijn is slechts Zijn, Niets is slechts Niets" als principe geldt, verdient de naam identiteitssysteem*; deze abstracte identiteit is het wezen van het pantheïsme**.

*Het identiteitssysteem is de meest abstracte "logica" in A = A, en komt dan niet verder het ene in het andere te veranderen, bijvoorbeeld A is een letter zoals ook B een letter is en C, enzovoort van A tot Z als het gehele alfabet.
En in die zin geldt: A = B.

**Zijn is Zijn ontkent de schepping uit Niets door God als Geest.
Zodat God zelf het Zijn zou zijn als pantheïsme.
Maar evenzeer kan men het zo zien dat God zelf eerst Niets is, en dan het Zijn tot het hogere Zijn als geestelijk bewustzijn.
Want God moet eerst logisch verklaard worden, hoewel Niets en Zijn nog geen echte goden zijn.
En het Zijn meerdere betekenissen kan hebben als abstract begrip, als bestaan en als bewustzijn = bewust Zijn.

[harriechristus]

Wenn das Resultat, daß Sein und Nichts dasselbe ist, für sich auffällt oder paradox scheint, so ist hierauf nicht weiter zu achten; es wäre sich vielmehr über jene Verwunderung zu verwundern, die sich so neu in der Philosophie zeigt und vergißt, daß in dieser Wissenschaft ganz andere Bestimmungen vorkommen als im gewöhnlichen Bewußtsein und im[85] sogenannten gemeinen Menschenverstande, der nicht gerade der gesunde, sondern auch der zu Abstraktionen und zu dem Glauben oder vielmehr Aberglauben an Abstraktionen heraufgebildete Verstand ist.

Vertaling.

Als het resultaat, dat Zijn en Niets hetzelfde is, voor zich opvalt of paradoxaal schijnt, zo is hierop niet verder acht te slaan; het ware veel meer zich over die verwondering te verwonderen, die zich zo nieuw in de filosofie vertoont en vergeet, dat in deze wetenschap geheel andere bepalingen voor komen als in het gewoonlijke bewustzijn en in het zogenaamde gezond mensenverstand, die juist niet het gezonde, maar ook die tot abstractheden* en tot het geloof of veelmeer bijgeloof** en abstracties ontwikkelde verstand*** is.

*De abstractheid is Zijn en Niets uit elkaar te trekken.

**Het bijgeloof is het pantheïsme dat God het Zijn zou zijn.

***Het verstand trekt de dingen uit elkaar zonder de eenheid te begrijpen.

[harriechristus]

Es wäre nicht schwer, diese Einheit von Sein und Nichts in jedem Beispiele, in jedem Wirklichen oder Gedanken aufzuzeigen.
Es muß dasselbe, was oben von der Unmittelbarkeit und Vermittlung (welche letztere eine Beziehung aufeinander, damit Negation enthält), vom Sein und Nichts gesagt werden, daß es nirgend im Himmel und auf Erden etwas gebe, was nicht beides: Sein und Nichts, in sich enthielte.

Vertaling:

Het ware niet moeilijk, deze eenheid van Zijn en Niets in elk voorbeeld, in elke werkelijkheid of gedachte aan te tonen.
Het moet hetzelfde, wat boven van de onmiddellijkheid en bemiddeling (welke laatste een betrekking op elkander, daarmede een negatie bevat), van Zijn en Niets gezegd worden is, dat het nergens in de hemel en de aarde iets geeft, wat niet beide: Zijn en Niets, in zich zou bevatten.

[harriechristus]

Freilich, da hierbei von einem irgend Etwas und Wirklichem die Rede wird, so sind darin jene Bestimmungen nicht mehr in der vollkommenen Unwahrheit, in der sie als Sein und Nichts sind, vorhanden, sondern in einer weiteren Bestimmung, und werden z.B. als Positives und Negatives aufgefaßt, jenes das gesetzte, reflektierte Sein, dieses das gesetzte, reflektierte Nichts; aber Positives und Negatives enthalten jenes das Sein, dieses das Nichts als ihre abstrakte Grundlage.

Vertaling.

Evenwel, daar hierbij van een of ander iets en werkelijkheid de rede wordt, zo zijn daarin de bepalingen niet meer in de volkomen onwaarheid die zij als Zijn en Niets zijn, voorhanden, maar in een verdere bepaling, en worden bijvoorbeeld als positief en negatief opgevat, die het gezette, gereflecteerde Zijn, deze het gezette, gereflecteerde Niets; maar positief en negatief bevatten die het Zijn, deze het Niets als hun abstracte grondslag.

[harriechristus]

Oorspronkelijk geplaatst door harriechristus

Freilich, da hierbei von einem irgend Etwas und Wirklichem die Rede wird, so sind darin jene Bestimmungen nicht mehr in der vollkommenen Unwahrheit, in der sie als Sein und Nichts sind, vorhanden, sondern in einer weiteren Bestimmung, und werden z.B. als Positives und Negatives aufgefaßt, jenes das gesetzte, reflektierte Sein, dieses das gesetzte, reflektierte Nichts; aber Positives und Negatives enthalten jenes das Sein, dieses das Nichts als ihre abstrakte Grundlage.

Vertaling.

Evenwel, daar hierbij van een of ander iets en werkelijkheid de rede wordt, zo zijn daarin de bepalingen niet meer in de volkomen onwaarheid die zij als Zijn en Niets zijn, voorhanden, maar in een verdere bepaling, en worden bijvoorbeeld als positief en negatief opgevat, die het gezette, gereflecteerde Zijn, deze het gezette, gereflecteerde Niets; maar positief en negatief bevatten die het Zijn, deze het Niets als hun abstracte grondslag.*

*Oftewel: Zijn en Niets als relatie ten opzichte van elkaar zijn als positief en negatief.
Dat is dan een verdere ontwikkeling.