Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Themafora > Maatschappij en samenleving
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Maatschappij en samenleving Dit subforum handelt over zaken die leven binnen de maatschappij en in die zin politiek relevant (geworden) zijn.

Bekijk resultaten enquête: Is het beleven van een godsdienst achterlijk?
Ja, alleen zwakkelingen dienen een God 64 32,00%
Alleen sommige godsdiensten zoals de Islam 45 22,50%
Zeker niet, godsdienst is voor velen een noodzakelijke steunpilaar in moeilijke tijden 91 45,50%
Aantal stemmers: 200. Je mag niet stemmen in deze enquête

Antwoord
 
Discussietools
Oud 28 augustus 2002, 22:28   #61
Darwin
Banneling
 
 
Darwin's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 5.668
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Het resultaat: ik heb geen enkele aansporing tot vervolging, moord of verminking kunnen vinden.
Misschien niet echt aansporingen tot geweld, maar toch een massa wrede acties van The Big Chief himself, net zoals in de Koraan.
En als het opperwezen al dergelijke bloedbaden mag aanrichten, dan kunnen de katholieken, die naar zijns beeld en gelijkenis zijn geschapen, er misschien inspiratie uit puren. Zoals tijdens kruistochten en andere godsdienstig geïnspireerde oorlogen. Zoals tijdens de contrareformatie. Zoals de Spaanse inquisitie......
een massa wrede acties van The Big Chief himself

Jij bedoelt waarschijnlijk niet Jezus (uit de evangelies), maar de God zoals die in de teksten van de Joodse Bijbel wordt beschreven, Superstaaf?
Darwin is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 augustus 2002, 22:38   #62
Supe®Staaf
Secretaris-Generaal VN
 
Supe®Staaf's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 19 juni 2002
Berichten: 43.125
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Darwin
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Het resultaat: ik heb geen enkele aansporing tot vervolging, moord of verminking kunnen vinden.
Misschien niet echt aansporingen tot geweld, maar toch een massa wrede acties van The Big Chief himself, net zoals in de Koraan.
En als het opperwezen al dergelijke bloedbaden mag aanrichten, dan kunnen de katholieken, die naar zijns beeld en gelijkenis zijn geschapen, er misschien inspiratie uit puren. Zoals tijdens kruistochten en andere godsdienstig geïnspireerde oorlogen. Zoals tijdens de contrareformatie. Zoals de Spaanse inquisitie......
een massa wrede acties van The Big Chief himself

Jij bedoelt waarschijnlijk niet Jezus (uit de evangelies), maar de God zoals die in de teksten van de Joodse Bijbel wordt beschreven, Superstaaf?
Jeps,
Ik zal proberen me iets minder poëtisch uit te drukken
Ik vind het ook niet echt zinvol om het OT eruit te laten (wie stelde dit alweer voor?). De bijbel wordt meestal als geheel verkocht, en freaks citeren in hun proselietenijver ook kwistig uit alle onderscheiden bijbelboeken, hoewel ze allemaal op verschillende tijdstippen, en op verschillende plaatsen (we mogen dus rustig stellen vanuit verschillende culturen, en met verschillende intenties) werden geschreven.
Supe®Staaf is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 06:31   #63
Jos Verhulst
Staatssecretaris
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
Standaard

Zoals ik reeds opmerkte: ik vind niet dat je kan verwijzen naar inquisitie, kruistochten, jihad enz. om een godsdienst of leer te bekritiseren. Je kan ook niet naar Pot Pol verwijzen om het marxisme af te wijzen enz. Gelijk welke gestoorde kan altijd zijn wandaden verantwoorden door naar gelijk wat te verwijzen. Je moet een leer, een godsdienstige of filosofische tekst enz. op zijn eigen merites beoordelen.

Of een godsdienst verwijst naar hellevuur en goddelijke straffen in het hiernamaals, hoe gruwelijk die ook worden afgeschilderd, heeft geen belang. Van belang is wel: laat die godsdienst zelf (beoordeeld op basis van zijn kerntekst) mij de vrijheid om al die beweringen te negeren of niet. Voor mij mag iedereen de zotste dingen geloven, zolang IK het niet moet geloven is alles OK. Maar wanneer beweerd wordt dat ik moet sterven, of geamputeerd moet worden, of een tribuut moet betalen, enkel op grond van mijn ongelovigheid, dan voel ik me natuurlijk wel betrokken partij. Voor mij zijn dus de opvattingen omtrent vervolging van ongelovigen essentieel.

Ik heb ondertussen al een eindje koraan gelezen op het internet, en het lijkt mij wel duidelijk te zijn dat volgens die koraan ongelovigen, minstens in bepaalde omstandigheden, fysiek moeten vervolgd en geteisterd worden door gelovigen. In het Nieuw Testament heb ik nog niets van die aard gevonden, maar ik heb enkel de evangelies gecheckt en het kan zijn dat ik iets over het hoofd zag. Ik probeer deze klus af te maken in de mate dat ik tijd vind.

Ik ben wel tegen juridische vervolging. Ik ben tegen alle muilkorfwetten. Ik ben voor het vrije woord en tegen censuur. Ikzelf ben trouwens ook aangeklaagd door Centrum voor Racismebestrijding:

http://www.ping.be/jvwit/JosVerhulstcomm.7a.html
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE,
WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE
Jos Verhulst is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 08:08   #64
Jonas De muynck
Provinciaal Gedeputeerde
 
Jonas De muynck's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Schaarbeek
Berichten: 891
Standaard

Citaat:
Je kan ook niet naar Pot Pol verwijzen om het marxisme af te wijzen enz.
Pot pol??? Wat is dat voor een beest?
Jonas De muynck is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 11:18   #65
Jos Verhulst
Staatssecretaris
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
Standaard

Pot, Pol

http://www.absofacts.com/biografie/data/potpol.shtml

http://www.asianjoke.com/pictures/pot_pol.htm

meestal Pol Pot.
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE,
WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE
Jos Verhulst is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 11:52   #66
Jonas De muynck
Provinciaal Gedeputeerde
 
Jonas De muynck's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 21 juni 2002
Locatie: Schaarbeek
Berichten: 891
Standaard

Met de komma ertussen had het inderdaad nog juist geweest...
Jonas De muynck is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 13:20   #67
Thomas Hx
Minister-President
 
Geregistreerd: 1 juli 2002
Locatie: Waregem
Berichten: 4.701
Stuur een bericht via MSN naar Thomas Hx
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Het resultaat: ik heb geen enkele aansporing tot vervolging, moord of verminking kunnen vinden.
Misschien niet echt aansporingen tot geweld, maar toch een massa wrede acties van The Big Chief himself, net zoals in de Koraan.
En als het opperwezen al dergelijke bloedbaden mag aanrichten, dan kunnen de katholieken, die naar zijns beeld en gelijkenis zijn geschapen, er misschien inspiratie uit puren. Zoals tijdens kruistochten en andere godsdienstig geïnspireerde oorlogen. Zoals tijdens de contrareformatie. Zoals de Spaanse inquisitie......
superstaaf, u hebt gelijk! Maar ik wil even iets aanvullen verander die "katholieken" door "cristenen", begrijpt u het verschil?

Thomas
Thomas Hx is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 13:25   #68
Supe®Staaf
Secretaris-Generaal VN
 
Supe®Staaf's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 19 juni 2002
Berichten: 43.125
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door thomas
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Het resultaat: ik heb geen enkele aansporing tot vervolging, moord of verminking kunnen vinden.
Misschien niet echt aansporingen tot geweld, maar toch een massa wrede acties van The Big Chief himself, net zoals in de Koraan.
En als het opperwezen al dergelijke bloedbaden mag aanrichten, dan kunnen de katholieken, die naar zijns beeld en gelijkenis zijn geschapen, er misschien inspiratie uit puren. Zoals tijdens kruistochten en andere godsdienstig geïnspireerde oorlogen. Zoals tijdens de contrareformatie. Zoals de Spaanse inquisitie......
superstaaf, u hebt gelijk! Maar ik wil even iets aanvullen verander die "katholieken" door "cristenen", begrijpt u het verschil?

Thomas
Geen probleem.
Vervang maar een goeie gang aan.
Vervang voor mijn part overal 'een pilsje' door 'een pintje'.
Supe®Staaf is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 13:25   #69
Jörgen Noens
Burgemeester
 
Geregistreerd: 19 juni 2002
Locatie: Wolvertem
Berichten: 501
Standaard

Iemand intresse in het Heidens denken?

J.N.
__________________
Jörgen Noens
Fractievoorzitter Vlaams Belang Meise - Wolvertem - Oppem
Jörgen Noens is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 13:27   #70
Thomas Hx
Minister-President
 
Geregistreerd: 1 juli 2002
Locatie: Waregem
Berichten: 4.701
Stuur een bericht via MSN naar Thomas Hx
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door thomas
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Het resultaat: ik heb geen enkele aansporing tot vervolging, moord of verminking kunnen vinden.
Misschien niet echt aansporingen tot geweld, maar toch een massa wrede acties van The Big Chief himself, net zoals in de Koraan.
En als het opperwezen al dergelijke bloedbaden mag aanrichten, dan kunnen de katholieken, die naar zijns beeld en gelijkenis zijn geschapen, er misschien inspiratie uit puren. Zoals tijdens kruistochten en andere godsdienstig geïnspireerde oorlogen. Zoals tijdens de contrareformatie. Zoals de Spaanse inquisitie......
superstaaf, u hebt gelijk! Maar ik wil even iets aanvullen verander die "katholieken" door "cristenen", begrijpt u het verschil?

Thomas
Geen probleem.
Vervang maar een goeie gang aan.
Vervang voor mijn part overal 'een pilsje' door 'een pintje'.
Zeggen de mensen toch vaak he, een pintje aub! Ik wil gewoon zeggen dat dit niet alleen katholieken waren maar evenmin protestanten, anglicanen, orthodoxen....

thomas
Thomas Hx is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 19:24   #71
Linus
Partijlid
 
Geregistreerd: 27 maart 2002
Berichten: 276
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jörgen Noens
Iemand intresse in het Heidens denken?

J.N.
Iemand interesse in rationaliteit?

Linus
__________________
I'm a bee with a deadly sting!
Frank'n' Furter
Linus is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 19:37   #72
jan breydel
Partijlid
 
jan breydel's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 13 augustus 2002
Locatie: Antwerpen
Berichten: 218
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jörgen Noens
Iemand intresse in het Heidens denken?

J.N.

Zou je even kunnen specifiëren wat heidens denken voor jou inhoudt??
Ik ben geïnteresseerd in alle filosofische stromingen die de mens centraal stellen.
jan breydel is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 20:53   #73
Jos Verhulst
Staatssecretaris
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 2.701
Standaard

Koraan: passages met directe oproepen tot geweld. Ik weerhoudt enkel passages die een gewelddadige maatregel definiëren of een bevel geven (definiërend of bevelend werkwoord aangeduid met sterretjes).
De lijst bestrijkt de 10 eerste van de 114 Soera’s . Alle passages volgens de vertaling aangeboden op:
http://www.walidin.com/quran.nsf/578...6?OpenDocument

Ik heb niet naar de context van deze citaten gezocht. Het is dus goed mogelijk dat er verklaringen zijn die het gewelddadig karakter relativeren. het is bv. denkbaar dat ‘bestrijden’ enkel in niet-fysische zin moet worden opgevat (twee laatste citaten). Anderzijds heb ik een reeks eveneens dubieuze verzen niet vermeld.
-----------------
[2.190] En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen, die tegen u strijden, maar overschrijdt de grens niet. Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief.

[2.191] En *doodt* hen, waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat zij u daarin bevechten. Maar indien zij u bevechten, bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen.

[2.192] Maar als zij ophouden, dan is Allah zeker Vergevensgezind, Genadevol.

[2.193] En *bestrijdt* hen, totdat er geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor Allah wordt. Maar indien zij (met strijden) ophouden, dan is er geen vijandelijkheid meer toegestaan, behalve tegen de onrechtvaardigen.

==> In deze passage vindt men een oproep om te doden, en een oproep om te bestrijden tot de godsdienst alleen voor Allah wordt. De passage lijkt defensief interpreteerbaar te zijn.
----------------
[4.34] Mannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en *tuchtigt* haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven, Groot.

==> Vrouwen die eventueel ongehoorzaam zouden kunnen zijn, moeten worden getuchtigd.
----------------
[5.33] *De vergelding* dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, *is* slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen.

[5.34] Dit, met uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind, Genadevol is.

==> Gevangen oorlogstegenstanders moeten gedood, gekruisigd, aan handen en voeten geamputeerd of verbannen worden.
------------------
[9.5] Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, *doodt* dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de afgodendienaren te doden, tenzij ze zich onderwerpen en betalen.

------------------
[9.29] *Bestrijdt* diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.

==> In dit vers wordt opgeroepen om de ‘mensen van het Boek’ (Joden en Christenen, veronderstel ik) te bestrijden tot ze betalen en onderdanig zijn.
------------------

[9.123] O, gij die gelooft, *bestrijdt* de ongelovigen die in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen is.

==> Dit vers roept op om de ongelovigen in de buurt te bestrijden.

Binnenkort onderzoek ik de rest van het Nieuwe Testament op de aanwezigheid van vergelijkbare passages.
__________________
WIJ LEVEN NIET IN EEN DEMOCRATIE,
WIJ LEVEN IN EEN PARTICRATIE
Jos Verhulst is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 21:02   #74
datri
Gouverneur
 
Geregistreerd: 19 mei 2002
Locatie: vlaanderen
Berichten: 1.039
Stuur een bericht via Instant Messenger naar datri
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jörgen Noens
Iemand intresse in het Heidens denken?

J.N.
je mag gerust info geven, ben benieuwd, en interesseert me wel.
__________________
<marquee>vlaanderen doet belgië barsten en beven</marquee>
datri is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 21:36   #75
Darwin
Banneling
 
 
Darwin's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 augustus 2002
Berichten: 5.668
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Koraan: passages met directe oproepen tot geweld. Ik weerhoudt enkel passages die een gewelddadige maatregel definiëren of een bevel geven (definiërend of bevelend werkwoord aangeduid met sterretjes).

Binnenkort onderzoek ik de rest van het Nieuwe Testament op de aanwezigheid van vergelijkbare passages.
Als je je tot de woorden van Jezus beperkt kan je nog lang zoeken Jos.

Voor wie het interesseert, op onderstaande link heb ik een tijdje geleden eens dit zogenaamde 'Oerevangelie', zoals dat de bijbelkenner Herbert Ziegler werd gedistilleerd uit de 4 gekende evangelies en het 5e evangelie (Thomas) in een 12-tal postings overgezet.

http://www.politicsinfo.net/nl/forum...083&forum=8&12


Wat naast de evangelies door de oude kerkvaders in het nieuwe testament is opgenomen is van veel verdachter aard, maar soms ook zeer leerrijk als je iets wil leren over de allereerste eerste 'kerkvaders'. Zo vielen er bij preken van Paulus af en toe letterlijk doden, en treedt Petrus naar voren als een brutaal heerschap dat er niet voor terugschrok om mensen te laten vermoorden als hem dat uitkwam om het geloof er bij de twijfelaars in te hameren! Gewoon de Handelingen onbevangen lezen, en als je niet in sprookjes gelooft, kun je niets anders concluderen!

Je ziet, de ontaarding van de beweging die Jezus in het leven riep en later door anderen christendom werd genoemd, begon al bij de zogenaamde "steenrots".
Darwin is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 23:15   #76
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

I Aanvang


1 De donderpredikatie van Johannes de Doper

1. In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus landvoogd van Judea was, Herodes viervorst van Galilea, diens broer Filippus viervorst van het gewest Iturea en Trachonitis, en Lysanias viervorst van Abilene, onder de hogepriesters Annas en Kajafas, trad de in de woestijn levende Johannes, de zoon van Zacharias, in de openbaarheid.
2. Hij predikte aan de Jordaan een doop van ommekeer ter vergeving van zonden en zei (o.a.): 'Gij adderengebroed! Wie heeft u gezegd dat gij het komend toornoordeel zou(dt) kunnen ontlopen? De bijl ligt al aan de wortel van de bomen. Elke boom die geen vrucht draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.'
Heel Judea en Jeruzalem trok naar hem toe en liet zich door hem dopen. In die dagen kwam ook Jezus, die uit Nazaret in Galilea stamde en ongeveer dertigjaar oud was, naar Johannes en liet zich door hem in de Jordaan dopen. Toen trok Jezus de woestijn in en was daar vele dagen.


2 Jezus' Blijde Boodschap

Nadat Johannes gevangen was genomen ging Jezus naar Galilea en verkondigde daar Gods Blijde Boodschap:
'De tijd is vervuld!
Het Rijk Gods is gekomen!
Bezint u! Gelooft in de Blijde Boodschap!'


3 Eerste leerlingen

Toen Jezus langs de oever van het Meer van Galilea liep, zag hij Simon, die Petrus wordt genoemd, en diens broer Andreas het net uitwerpen. En toen hij verderging, zag hij Jacobus en Johannes, de zoons van Zebedeüs, hoe zij in de boot de netten klaarmaakten. Allen waren vissers.
Jezus noodde hen hem te volgen en sprak tot hen: 'Ik zal van u vissers van mensen maken.' Zij werden zijn leerlingen.
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 23:15   #77
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

II In Galilea


De Bergrede

Toen Jezus de menigte mensen zag die hem volgde, besteeg hij de berg, ging zitten en onderrichtte hen:


4 Verheugt u!

Luistert naar de Blijde Boodschap, die ik u verkondig:
Aan de armen behoort het Rijk Gods.
Wie hongert, zal verzadigd zijn.
Wie weent, zal blij zijn.
En als mensen u om mijnentwille haten, verheugt u dan en danst!


5 Nieuw ethos

1. Gij hebt gehoord dat God tot de voorouders gezegd heeft: 'Gij zult niet doden. Wie doodt, zal strafbaar zijn voor het gerecht.'
Ik zeg u: Ieder die jegens zijn broeder kwaaddenkend is, zal strafbaar zijn voor het gerecht.

2. Gij hebt gehoord dat God tot de voorouders gezegd heeft: 'Gij zult geen echtbreuk plegen.'
Ik zeg u: ieder die een gehuwde vrouw aanziet met het oogmerk haar te bezitten, heeft in zijn hart met haar de echt al gebroken.

3. Weest oprecht! Houdt woord. Uw ja zij ja, en uw nee zij nee. Wat daar (nog) bijkomt is uit den boze.

4. Laat u niet door slechte mensen tot vijandigheid uitlokken. Als iemand u (vol verachting) op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe.
Als iemand u voor het gerecht dagen en uw hemd panden wil, laat hem dan ook uw mantel. En als iemand u (volgens het Romeinse bezettingsvoorschrift) tot een mijl onbezoldigd werk dwingt, ga dan twee mijl met hem.
Geef aan wie u (om iets) vraagt. En wie van u wil lenen, keer die niet uw rug toe.
Bemint uw vijanden en doet wel aan die u haten, opdat gij gaat gelijken op God, uw Vader, die Zijn zon laat opgaan over slechten en goeden en de regen laat vallen op rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Als gij bemint wie u beminnen, waar is dan deze liefde? En als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, waar is dan deze liefde? En als gij leent aan hen, van wie gij hoopt terug te krijgen, waar is dan deze liefde?
Weest vol liefde, zoals uw Vader vol liefde is en geen mens van haar uitsluit!


6 Hebt vertrouwen!

l. Weest niet vol vrees bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, of voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voeding en het lichaam niet meer dan kleding?
Beziet de raven! Zij zaaien niet, zij oogsten niet en verzamelen niet in schuren. God voedt ze. Zijt gij niet veel meer dan zij?
Beziet de bloemen in het veld! Zij spinnen niet en weven niet, maar zelfs niet Salomo in al zijn luister was gekleed als een van hen. Als God alleen al het gras, dat vandaag op het veld staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer zal hij voor u zorgen! Gij hebt zo weinig vertrouwen.
Vraagt u dus niet vol vrees af: 'Wat zullen wij eten?' of 'Wat zullen wij drinken?' of 'Wat zullen wij aantrekken?' Om dat alles maken diegenen zich zorgen die God niet kennen. Uw Vader weet immers, dat gij dat nodig hebt.
Nee, draag veeleer zorg dat het Rijk Gods komt; dan zal God u er dat alles bij geven.

2. Verzoekt, en God zal u geven. Zoekt, en ge zult vinden. Klopt aan, en God zal u binnenlaten. Er geldt immers al onder de mensen:
'Aan wie vraagt, zal gegeven worden. Wie zoekt, zal vinden. Wie aanklopt, zal open worden gedaan.'
Wat zou dat voor een mens zijn, die zijn kind een steen zou geven, als het hem om brood vraagt? Of een slang, als het hem om een paling vraagt? Als dus reeds gij, die (gemeten aan God) slecht zijt, uw kinderen goede gaven geeft, hoeveel temeer zal dan God, uw Vader, diegenen het goede geven die er Hem om verzoeken!


7 Vergeeft eer ge bidt

1. Als ge uw gave naar het offeraltaar brengt, en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het offeraltaar liggen, ga naar uw broeder en verzoen u met hem. Kom pas dan terug om uw offergave aan te bieden.

2. Als ge komt om te bidden, maar ge hebt iets tegen iemand, vergeef (de ander) dan eerst. Dan zal God, uw Vader, ook uw tekortkomingen vergeven.


8 Bekijkt de wereld onbevooroordeeld

Door uw ogen neemt ge het licht in u op. Als uw ogen onvertroebeld zijn, dan ziet ge alles helder en duidelijk. Maar als ze slecht zijn, dan ziet ge alles troebel en duister. Zie dus toe dat uw ogen onvertroebeld zijn.
Als ge de hele wereld onbevangen en met onverbogen zin beziet, dan zult ge haar opeens in het stralend licht (Gods) zien.


9 Veroordeelt niet!

l. Hoe nu? De splinter in het oog van uw broeder ziet ge, maar de balk in uw eigen oog merkt ge niet op? Hoe kunt ge (nu) tegen uw broeder zeggen: 'Broeder, sta mij toe dat ik de splinter uit uw oog haal', terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar! Verwijder eerst de balk uit uw eigen oog. Dan zult ge helder zien, en dan kunt ge de splinter uit het oog van uw broeder halen.

2. Veroordeelt niet. En God zal u niet veroordelen.

3. Met de maat, die ge anderen toebedeelt, zal God u toebedelen. En Hij zal u nog meer geven.


10 Ofwel God, of geld

1. Verkoopt uw bezit en geef aalmoezen. Maakt beurzen, die niet oud worden. Vergaart bij God een blijvende schat, waar geen dief bij kan en geen mot hem stukvreet.

2. Niemand kan twee heren dienen. Ofwel zal hij de een afwijzen en van de ander houden. Of hij zal de een aanhangen en de ander verachten. God en de Mammon dienen, dat zult ge niet kunnen.


11 Luistert naar mij!

Wie tot mij komt, naar mij luistert en daarnaar handelt, gelijkt op een schrander man, die zijn huis op rotsbodem gebouwd heeft. Het begon te regenen, stortvloeden kwamen, stormen raasden en beukten het huis, maar het stortte niet in.
Doch ieder die naar mijn woorden luistert en daar niet naar handelt, gelijkt op een dwaze man, die zijn huis op zand gebouwd heeft. Het begon te regenen, stortvloeden kwamen, stormen raasden en beukten het huis, en het stortte in, de rampspoed was totaal.

De mensenmenigte was buiten zichzelf (van verbazing). (Want) Jezus onderrichtte gelijk iemand die daartoe bevoegd is, en (heel) anders dan de schriftgeleerden.
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 23:16   #78
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

Uit diverse predikaties
(Tijdens andere gelegenheden zei Jezus


12 Kentering

l. Gelukkig de ogen die zien wat gij ziet! Ik zeg u, vele profeten en koningen verlangden te zien wat gij ziet maar hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, maar hebben het niet gehoord.

2. Ik ben niet gekomen om rust en orde in het land te brengen, maar het zwaard (tegen het door de vaderen overgeleverde juk van wetsvroomheid). Tussen jong en oud zal tweedracht heersen.

3. Niemand, die oude wijn gedronken heeft, wenst jonge, maar zegt: 'De oude wijn is best.'

4. Het zout (de Wet) is iets goeds. Maar als het zout geen echt zout meer is, hoe wilt gij het zijn kracht teruggeven? Het deugt nergens meer voor. Men gooit het weg. Gods zout zal vuur zijn.

5. Dat vuur op aarde brengen, daartoe ben ik gekomen. Wat wil ik anders, dan dat het ook brande?

6. Op u allen drukken dagelijkse lasten en hetjuk van de Wet. Komt tot mij, en gij zult herademen. Neemt mijnjuk op u(w schouders) en wordt mijn leerlingen. Mijn juk schrijnt niet, en mijn last is licht.


13 God is uw Vader en gij zijt allen broers en zusters

1. Noemt niemand van u 'vader'. Slechts Een is uw Vader: God.

2. Wacht u ervoor, een van deze eenvoudigen gering te schatten. Hun engelen in de hemel aanschouwen steeds het aangezicht Gods.

3. Als ge een middag- of avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of rijke buren uit. Anders nodigen zij u op hun beurt uit, om u te bedanken. Als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, verlamden en blinden uit. Gij zult gelukkig zijn!

4. Als uw broer jegens u misdaan heeft, en hij heeft daar spijt van, vergeef hem dan. En als hij zevenmaal per dag jegens u misdoet en zevenmaal weer naar u toekomt en zegt: 'Ik heb er spijt van,' vergeef hem insgelijks.



14 Afzonderlijke uitspraken

1. Gij zijt het licht van de wereld. Een stad (boven) op een berg kan niet verborgen blijven.

2. Als een klem uw voet omkneld houdt, hak hem dan af. Het is beter voor u, met maar een voet te leven, dan met beide te gronde te gaan. (Verlos u insgelijks van wat u verhindert in het Rijk Gods in te gaan.)

3. Allen die naar het zwaard grijpen zullen door het zwaard omkomen.

4. Laat u niet meeslepen, noch door de wensdromen der Farizeeën, noch door de kuiperijen van Herodes!

5. Geven maakt gelukkiger dan nemen.
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 23:16   #79
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

Gelijkenissen en parabels


15 Vermengt geen nieuw met oud!

Niemand naait een verstellap van (nieuwe) ongekrompen stof op een oude mantel. Anders trekt de verstellap los en de scheur wordt nog groter.
Men giet (toch) ook geen jonge (gistende) wijn in oude, (stijf geworden) geitenhuiden zakken. Anders doet de wijn die zakken barsten en de wijn vloeit weg.


16 De lamp

Haalt men een lamp opdat ze (om te doven) onder de korenmaat wordt gezet, of omdat ze op de standaard wordt geplaatst?
Wie oren heeft om te horen, die luistere!


17 De zaaier

Luistert! De zaaier ging uit om te zaaien. En al zaaiend gebeurde dit: een deel van de korrels viel op de weg; toen kwamen vogels en pikten ze op. Andere korrels vielen op rotsbodem met maar weinig aarde. Toen de zon opkwam schroeiden ze, en omdat ze nog geen wortels hadden, verdorden ze. Weer andere korrels vielen onder doornen; de doornen schoten op en verstikten ze; vrucht leverden ze niet op. Maar (de) andere korrels vielen in goede aarde en droegen vrucht: een deel dertigvoudig, een ander deel zestigvoudig, en een deel (zelfs) honderdvoudig.
Wie oren heeft om te horen, die luistere!


18 Het zaaizaad

Met het Rijk Gods is het als met een man die zijn akker rnet goed zaad inzaaide. 's Nachts slaapt hij, en 's morgens staat hij op. Maar het zaad kiemt en groeit op; hij weet zelf niet hoe. Vanzelf brengt de aarde vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en ten slotte het volgroeide graan in de aar. Zodra de vrucht het toelaat, is het oogsttijd.


19 Het mosterdzaadje

Waarmee zal ik het Rijk Gods vergelijken? Het gaat met het Rijk Gods als met een mosterdzaadj e: als dat in de aarde wordt gezaaid, is het kleiner dan alle zaaizaadjes. Maar, eens gezaaid, schiet het op en wordt groter dan alle moeskruiden en krijgt grote takken, zodat in hun schaduw de vogels des hemels toeven.


20 De tarwe en het onleruid

Het is met het Rijk Gods als met een man, die in zijn akker goed zaad heeft gezaaid. Maar toen het opkwam en vrucht aanzette, kwam ook onkruid op. Toen liepen de knechts naar hun meester en vroegen hem: 'Moeten wij het onkruid niet gaan wieden?'
Hij antwoordde: 'Nee, anders trekt ge met het onkruid ook de tarwe uit. Laat beide met elkaar opgroeien tot het oogsttijd is.'


21 Het vissersnet

Het is met het Rijk Gods als met een vissersnet, dat in het meer werd uitgeworpen en vissen van allerlei soort bijeenbracht. Toen het vol was, trokken ze het op de oever. En ze gingen zitten en vergaarden de goede vissen in vaten, maar de slechte gooiden ze weg.


22 De zuurdesem

Waarmee zal ik het Rijk Gods vergelijken? Het gelijkt op zuurdesem, die een vrouw in drie sea meel verborg, tot het geheel doordesemd was.


23 De verloren drachme

Zal een vrouw, die maar tien drachmen heeft en daar een van kwijt is, geen lamp aansteken, het hele huis vegen en overal zoeken, tot ze de munt gevonden heeft? En als ze die gevonden heeft, zal ze dan (niet) haar vriendinnen bij elkaar roepen en zeggen: Weest blij met mij! Ik heb de drachme die ik verloren had teruggevonden.'
Ik zeg u: zo zal ook God zich verheugen over een enkele zondaar, die omkeert.


24 Het verdwaalde schaap

Wat dunkt u: als iemand honderd schapen bezit en een daarvan is verdwaald, zal hij dan (niet) de negenennegentig schapen in de bergen achterlaten en heengaan, om het verdwaalde schaap te zoeken?
God doet dat. En als Hij het gevonden heeft: ik zeg u, Hij zal over dat ene meer verheugd zijn dan over de negenennegentig die niet verdwaalden.


25 De verloren zoon

Een man had twee zoons. De jongste van hen zei tegen zijn vader: 'Vader, geef mij het deel van het bezit, waar ik recht op heb.' En de vader verdeelde het bezit onder hen. Na enkele dagen pakte de jongste zoon alles bijeen en trok naar een ver land. Daar verkwistte hij zijn bezit in een losbandig leven. Toen hij alles erdoor had gejaagd, begon hij honger te lijden. Nu begon hij na te denken en zei bij zichzelf: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, terwijl ik hier van honger verga. Ik zal naar mij n vader gaan en tegen hem zeggen: 'Vader, ik heb jegens u misdaan. Ik ben niet meer waard, uw zoon te heten. Neem mij aan als een van uw dagloners.'
Zo ging hij op weg naar zijn vader. En zijn vader zag hem al in de verte aankomen en kreeg medelijden met hem. Hij snelde naar hem toe, viel hem om de hals en kuste
hem vol liefde.
Toen zei de zoon: 'Vader, ik heb jegens u misdaan, ik ben niet meer waard uw zoon te heten.'
De vader echter zei tegen zijn knechten: 'Haal vlug het beste gewaad en trek het hem aan. Haal het gemeste kalf en slacht het. We willen een feestmaal geven en vrolijk zijn. Want mijn zoon hier was dood en is weer in leven. Hij was verloren en is teruggevonden.' En ze begonnen feest te vieren.
De oudste zoon werkte nog op het land. Toen hij terugkerend in de buurt van het huis kwam, hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de knechts en vroeg hem wat dat betekende.
De knecht zei tegen hem: 'Uw broer is gekomen. En omdat uw vader hem nu behouden heeft teruggevonden, liet hij het gemeste kalf slachten.' Maar de oudste broer werd kwaad en wilde niet naar binnen gaan.
Toen kwam zijn vader naar buiten en sprak hem overredend toe. Doch zijn zoon antwoordde: 'Vader, al zovelejaren dien ik u nu, en nog nooit heb ik uw geboden overtreden. Maar nooit nog hebt ge mij ook maar een geitje geschonken, opdat ik met mij n vrienden feest kon vieren. Nu echter die zoon van u gekomen is, die uw bezit aan vrouwen verspild heeft, hebt ge voor hem het gemeste kalf laten slachten.'
Toen zei de vader tegen hem: 'M'n jongen, jij bent immers altijd bij mij. Al wat het mijne is, is ook het jouwe.
Maar vandaag moesten wij feest vieren en vrolijk zijn, omdat je broer dood was en weer leeft, omdat hij verloren was en werd teruggevonden.'


26 De in schulden geraakte dienaar

Met het Rijk Gods is het als met een vorstelijk heer, die aan zijn dienaren rekening en verantwoording wilde vragen. Toen hij met het afrekenen begon, werd hem een dienaar voorgeleid die hem tienduizend talenten schuldig was. Omdat deze niet kon betalen, beval de heer, hem, zijn vrouw, zijn kinderen en zijn hele bezit ter betaling van zijn schuld te verkopen. Toen viel de dienaar aan zijn voeten en smeekte: 'Heer, heb geduld met mij, ik zal u alles (terug)betalen.' De heer kreeg medelijden met deze dienaar, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt.
Toen die dienaar naar buiten liep, ontmoette hij een van zijn mededienaren, die hem honderd denariën schuldig was. Hij greep hem bij de keel en snauwde hem toe: 'Betaal watje mij schuldig bent!'
Toen viel die mededienaar aan zijn voeten en verzocht hem: 'Heb geduld met mij. Ik zal betalen.'
Doch deze was daar niet toe bereid en wierp hem in de gevangenis, tot hij zijn schuld betaald had. Toen diens mededienaren dat zagen, waren ze verontwaardigd, liepen naar hun heer en vertelden hem de hele gebeurtenis. Daarop liet de heer die eerste dienaar bij zich roepen en sprak tot hem: 'Jij infame dienaar! Jouw hele schuld heb ikje kwijtgescholden, omdatje me gesmeekt hebt.
Had je dan geen medelijden moeten tonen metje mededienaar, zoals ik ookjou medelijden heb betoond.'


27 Het versmade gastmaal

Een man gaf een groot gastmaal en nodigde daar velen voor uit. Tegen het uur van het gastmaal zond hij een dienaar naar de genodigden, om te zeggen: 'Komt, de maaltijd is gereed.' Doch zij allen verontschuldigden zich opeens, De eerste zei: 'Ik heb een akker gekocht en moet die beslist gaan bekijken. Neemt u mij alstublieft niet kwalijk.' Een ander zei: 'Ik heb vijf paar ossen gekocht en ben juist op weg om ze te beproeven. Neemt u mij alstublieft niet kwalijk.' Weer een ander zei: 'Ik ben juist getrouwd en kan daarom niet komen.'
De dienaar kwam terug en bracht zijn heer verslag uit. Toen werd deze kwaad en zei tegen zijn dienaars: 'Loop dadelijk de straten en stegen van de stad in en nodig de armen en gebrekkigen uit.' Toen de dienaar nu meldde: 'Heer, ik heb gedaan wat ge bevolen hebt, maar nog is er plaats over', zei de heer: 'Loop dan naar de landwegen en breng mee wieje ontmoet, opdat mijn huis vol worde.'


28 De zoon van de wijngaardeigenaar

Een man legde een wijngaard aan, richtte er een heining om op, hakte een druivenpersbak uit en bouwde een wachttoren. Daarna verpachtte hij de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis naar den vreemde.
Op de overeengekomen tijd zond hij een knecht naar de wijnbouwers, om van hen zijn aandeel in de opbrengst van de wijngaard in ontvangst te nemen. Doch die grepen hem aan en sloegen hem en stuurden hem met lege handen weg. Nog vele andere knechten zond hij. Sommigen van hen werden mishandeld, anderen doodgeslagen. Nog een had hij nu over: zijn eigen beminde zoon. Die zond hij als laatste naar ze toe. Hij zei bij zichzelf: 'Mijn zoon zullen ze wel respecteren.'
Maar die wijnbouwers zeiden tegen elkaar: 'Deze is de erfgenaam. Vooruit! Laten we hem doden! De erfenis is dan voor ons.' En ze grepen en doodden hem en wierpen zijn lijk de wijngaard uit.
Wat zal nu de eigenaar van de wijngaard doen? Hij zal komen en de wijnbouwers vernietigen en de wijngaard aan anderen geven.
Zij (de schriftgeleerden) begrepen de parabel zeer goed en gingen heen. Maar van toen af trachtten ze hem te grijpen, ze vreesden echter de volksmenigte.


29 De arbeiders in de wijngaard

Met het Rijk Gods is het net als met een landeigenaar, die vroeg in de morgen uitging om arbeiders voor zijn wijngaard te huren. Nadat hij met hen een dagloon van één denarius had afgesproken, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. Toen hij die morgen tegen negen uur andere mannen werkloos op de markt zag staan, zei hij tot hen: 'Gaat naar mijn wijngaard. Ik zal u geven, wat billijk is.' En zij gingen naar de wijngaard. Tussen de middag en om drie uur 's middags deed de landeigenaar insgelijks.
Toen hij tegen vijf uur 's middags nogmaals mannen werkloos zag staan en hun vroeg: Waarom staat ge heel de dag werkloos?' antwoordden zij hem: 'Niemand heeft ons werk gegeven.' Toen zei hij tot hen: 'Gaat naar mijn wijngaard.'
Toen de avond gevallen was, zei de landeigenaar tot zijn rentmeester: 'Roep de arbeiders en betaal ze hun loon uit. Begin met de laatsten en betaal de eersten als laatsten uit.' Zo kwamen eerst de arbeiders van het laatste uur en ontvingen ieder één denarius. Toen (nu) de eersten aan de beurt kwamen, waren zij overtuigd, meer te krijgen.
Doch ook zij ontvingen ieder één denarius. Toen werden ze kwaad op de landeigenaar en zeiden: 'Die als laatsten gekomen zijn, hebben maar een uur gewerkt, en gij hebt hen gelijkgesteld met ons. En wij hebben de last van de hele dag en de hitte gedragen.' Toen zei de landeigenaar tegen een van hen: 'Vriend, ik doe u geen onrecht aan. Hebt ge niet met mij één denarius afgesproken? Ik wil echter de laatsten evenveel geven als u. Zijt ge kwaad op mij, als ik goed ben?'


30 De ondernemende dienaren en hun vreesachtige collega

l. Een man, die naar het buitenland zou vertrekken, riep zijn dienaren bij elkaar en vertrouwde hun zijn vermogen toe. Eén gaf hij vijf talenten, en een ander twee en een derde één, ieder volgens diens bekwaamheden. Toen ging hij op reis.
De dienaar wie vijf talenten toevertrouwd waren, begon daar dadelijk zaken mee te doen, en verwierf er vijf bij. Evenzo verwierf de dienaar met de twee talenten er twee bij. Doch de dienaar wie het ene talent was toevertrouwd, groef een gat in de aarde en bewaarde daarin het talent van zijn heer.
Geruime tijd later keerde de heer terug en hield afrekening met zijn dienaren. De dienaar wie de vijf talenten toevertrouwd waren, trad voor zij n heer en bracht ook de vijf erbij verworven talenten. Toen zei de heer tegen hem: 'Heel goed! Gij zijt een getrouwe en ondernemende dienaar. Ge waart betrouwbaar over weinig. Ik zal u veel toevertrouwen. Kom naar het feestmaal van uw heer.'
Datzelfde geschiedde de tweede dienaar. Ten slotte trad de dienaar wie het ene talent was toevertrouwd, voor zijn heer en zei: 'Heer, ik was bang van u. Daarom heb ik uw talent in de aarde bewaard. Zie, heer, hier is het.' De heer antwoordde hem: 'Gij zijt een onbekwame, vreesachtige dienaar. Ge had mijn geld (toch tenminste) bij de geldwisselaars (op rente) uit kunnen zetten. Dan had ik het nu met rente terug kunnen halen. Neemt hem het talent af en geeft het aan wie de tien talenten heeft.'
2. Wie (erbij verworven) heeft, zal gegeven worden, en hij zal overvloed hebben. Maar wie niets (erbij verworven) heeft, hem zal nog datgene ontnomen worden wat hij heeft.'


31 De verborgen schat

Het Rijk Gods is als een schat, verborgen in een akker. Een man vindt hem. Hij verbergt hem weer. Verkoopt vol vreugde al wat hij bezit, en verwerft die akker.


32 De kostbare parel

Met het Rijk Gods is het net als met een koopman die naar mooie parels op zoek was. Toen hij nu een bijzonder kostbare parel vond, verkocht hij al wat hij bezat en verwierf haar.


33 Tweeërlei zoons

Een man had twee zoons. Hij wendde zich tot de eerste en zei tegen hem: 'Mijn zoon, ga vandaag werken in de wijngaard.' Deze antwoordde: 'Ik ga, vader.' Maar hij ging niet. Toen wendde de vader zich tot de tweede zoon en zei tegen hem hetzelfde. Maar die antwoordde: 'Ik heb geen zin.' Maar toen kreeg hij berouw en ging (alsnog) naar de wijngaard. Wie van die twee zoons heeft de wil van zijn vader gedaan?
De toehoorders antwoordden: 'De tweede.'
Daarop zei Jezus: 'Ja, en ik zeg u, dat (slecht bekend staande) tollenaren en prostituees nog voor u in het Rijk Gods ingaan.'


34 De verstandige en de dwaze bruidsmeisjes

Met het Rijk Gods zal het zijn als met tien meisjes, die hun lampen opnemen en de bruidegom tegemoet willen gaan. Vijf van hen waren dwaas en vijf verstandig. De dwazen namen hun lampen mee, maar geen olie. De verstandigen namen (voor alle zekerheid) met de lampen ook olie in kruiken mee. Het werd laat, allen werden soezig en vielen in slaap. Midden in de nacht werden ze plotseling door geroep uit hun slaap gewekt: 'Ziet, de bruidegom! Gaat hem tegemoet!' Alle meisjes maakten hun lampen klaar, maar de dwazen zeiden tegen de verstandigen: 'Geeft ons (wat) van jullie olie, onze lampen doven.' Doch de verstandigen antwoordden: 'Nee, voor ons en jullie zal er niet genoeg zijn. Gaat liever bij de handelaar olie kopen.' Zo gingen die heen, om olie te kopen. Maar onderwijl togen de verstandige meisjes met de bruidegom naar de bruiloft.


35 De vriend

1. Stel, een van u zou om middernacht naar een vriend gaan en tegen hem zeggen: 'Vriend, leen mij drie broden. Een kennis is op doorreis bij mij gekomen, en ik heb niets om hem aan te bieden.' Welke vriend zou hem antwoorden: 'Val mij niet lastig. De deur is al op slot. Mijn kinderen en ik zijn al in bed. Ik kan niet opstaan om je wat te geven.'
En al zou die vriend niet van zins zijn op te staan om hem te geven wat hij nodig heeft, eenvoudig omdat hij diens vriend is, zal hij alleen al om diens aandrang opstaan en hem geven wat hij nodig heeft.

2. Zou God (dan) diegenen, die Hem dag en nacht aanroepen, niet helpen?


36 De rechter en de weduwe

Er was (eens) in een stad een goddeloze en meedogenloze rechter. Een weduwe kwam (steeds maar weer) naar hem toe en zei: 'Verschaf mij rechtjegens mijn tegenstrevers.' Lange tijd wilde hij niet. Maar toen zei hij bij zichzelf: 'Ik bekreun mij niet om God noch om de mensen. Maar deze weduwe komt me voortdurend aan m'n hoofd malen. Ik zal haar recht verschaffen, opdat ze mij eindelijk met rust laat.' Zou God (dan) diegenen, die Hem dag en nacht aanroepen, niet helpen?


37 De sluwe rentmeester

Er was eens een rentmeester, die er bij zij n heer van beschuldigd werd diens vermogen te verkwisten. De heer liet hem bij zich roepen en zei tegen hem: 'Wat moet ik daar van u horen? Geef rekenschap van uw beheer. Ge kunt niet langer rentmeester blijven.'
Toen zei de rentmeester bij zichzelf: 'Mijn heer ontheft mij van mijn beheer. Wat moet ik nu doen? Voor lichamelijk werk ben ik niet geschikt, (en) om te gaan bedelen schaam ik mij. Ja, nu weet ik wat ik doe, opdat de mensen mij na mijn ontslag vriendelijk in hun huizen opnemen.' Hij riep de schuldenaren van zijn heer, de een na de ander, bij zich. Aan de eerste vroeg hij: 'Hoeveel zijt gij mijn heer schuldig?' Deze antwoordde: Honderd bat olie.' Hij zei tegen hem (na hem zijn schuldbekentenis te hebben gegeven): 'Neem uw schuldbekentenis, ga zitten en schrijf "vijftig".' Toen vroeg hij de volgende: 'Hoeveel zijt gij schuldig?' Deze antwoordde: 'Honderd kor tarwe.' Hij zei tegen hem: 'Neem uw schuldbekentenis en schrijf tachtig.'


38 De barmhartige Samaritaan

Een wetgeleerde vroeg aan Jezus: 'Wie is mijn naaste?'
Jezus antwoordde: 'Een man trok van Jeruzalem naar Jericho maar viel in handen van rovers. Die beroofden hem, mishandelden hem en lieten hem half dood liggen. Toevallig kwam een priester ook langs die weg. Toen hij die man zag, liep hij met een boog om hem heen en ging verder. Een Samaritaan, die daar eveneens onderweg was, kwam in zijn buurt. Toen hij hem zag, kreeg hij medelijden, ging naar hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze. Toen zette hij hem op zijn lastdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. De volgende dag zei hij tegen de waard: 'Zorg voor hem. Hier zijn twee denariën. En mocht ge meer moeten besteden, dan zal ik u dat bij mijn terugweg betalen.'
Welke van deze drie (priester, Samaritaan, waard) lijkt u de naaste te zijn geworden van de man, die in handen van de rovers viel?'
De wetgeleerde antwoordde: 'Die hem barmhartigheid heeft betoond.'
Toen zei Jezus tegen hem: 'Welnu, doe gij insgelijks.'


39 De Farizeeer en de tollenaar

(Jezus vertelde de volgende parabel
Twee mannen gingen op naar de tempel, om te bidden. De een was een Farizeeer, de andere een tollenaar. De Farizeeër stond met fier opgeheven hoofd en bad bij zichzelf: 'God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, als de rovers, bedriegers en echtbrekers of als die tollenaar daar. Ik vast twee keer per week en geef tienden van al mijn inkomsten.'
Maar de tollenaar bleef terzijde staan, durfde zijn ogen niet opslaan naar de hemel, maar sloeg zich op de borst en zei: 'God, wees mij zondaar genadig.'
Ik zeg u: Deze ging gerechtvaardigd naar huis, anders dan de eerste.
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 augustus 2002, 23:17   #80
Pieterjan
Parlementslid
 
Pieterjan's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2002
Berichten: 1.771
Standaard

Van de ene plaats naar de andere


40 In Kafarnaüm

1. Jezus trok met zijn leerlingen naar Kafarnaüm. Meteen op de sabbat ging hij naar de synagoge en predikte. De toehoorders raakten over zijn onderrichtingen buiten zichzelf. Want hij onderrichtte als iemand die daartoe bevoegd is, en anders dan de schriftgeleerden.
In de synagoge was een zieke man, en Jezus genas hem. Daarover huiverden allen en redetwistten onderling en zeiden: 'Wie is dat?' De mare van Jezus drong weldra tot in de omstreken van Galilea door.

2. Toen Jezus en zijn leerlingen de synagoge hadden verlaten, trokken zij naar het huis van Simon (Petrus). Diens schoonmoeder lag ziek. Jezus pakte haar hand, en ze stond op en bediende hen. Toen het avond werd en de zon onderging, brachten de mensen zieken naar Jezus. Heel de stad was voor Simons huis bijeen en Jezus genas velen.

3. Heel vroeg in de morgen, toen het nog donker was, stond Jezus op, trok naar een eenzame plaats en bad daar. Simon en zijn metgezellen gingen hem na, vonden hem en zeiden tegen hem: 'Allen zoeken u.' Hij antwoordde hun: 'Wij zullen verder trekken naar de omliggende plaatsen. Daarom ben ik (uit Kafarnaüm) weggegaan.'


41 Roeping van de Twaalf

Jezus koos uit zijn leerlingen een groep van 'Twaalf' als zijn metgezellen en zendboden: Simon, wie hij de bijnaam 'Petrus' gaf, Jakobus, de zoon van Zebedeus, en diens broer Johannes, die hij 'Stormgezellen' noemde, Andreas, Filippus, Bartolomeus, Matteus, Thomas, Jakobus, de zoon van Alfeus, Taddeus, Simon de Zeloot (IJveraar), en Judas uit (van) Kariot.


42 Onvermoeibaar onderweg

1. Jezus trok door alle steden en dorpen, predikte in de synagogen van heel Galilea, verkondigde de Blijde Boodschap en genas ziekten en kwalen.

2. Bij Jezus waren de Twaalf, alsook enkele vrouwen, die Jezus van kwade geesten had bevrijd. Maria van Magdala (Maria Magdalena), die hij van zeven demonen had verlost, Johanna, de vrouw van Chuzas, een rentmeester van Herodes, Susanna en andere vrouwen, die Jezus dienden.


43 Weer in Nazaret

Jezus kwam ook in Nazaret waar hij was opgegroeid. Volgens zijn gewoonte ging hij op de sabbat naar de synagoge en predikte er. Allen die naar hem luisterden, waren buiten zichzelf (van verwondering) en zeiden: Waar heeft hij dat vandaan?' en 'Wat voor wijsheid is hem gegeven? En zulks machtsvertoon, dat door zijn handen geschiedt? Is dat (dan) niet die ambachtsman, de zoon van Maria? En een broer van Jakobus en Joses en Juda en Simon? En wonen niet ook zijn zusters hier bij ons?' Zij ergerden zich aan hem. En Jezus zei tot hen: 'Een profeet is niet geringgeschat behalve in zij n geboortestad, bij zijn verwanten en in zijn huis.' Hij kon daar geen machtshandelingen verrichten. Hij was verwonderd over hun gebrek aan vertrouwen.


44 Een Romeins hoofdman-over-honderd

Toen Jezus terugkwam in Kafarnaüm, trad een (Romeinse) hoofdman-over-honderd op hem toe en vroeg hem om hulp: 'Mijn huisslaaf ligt verlamd in mijn huis en lijdt vreselijke pijn.' Jezus zei tegen hem: 'Ik (een jood) moet (naar uw huis) komen en hem genezen?' De hoofdman antwoordde hem: 'Heer, ik ben niet waard u in mijn huis te vragen. Zeg gij slechts één woord, en mijn huisslaaf wordt gezond. Bij mij is dat net zo: Ik ben weliswaar maar een ondergeschikte. Maar tegen mijn soldaten, die ik onder mij heb, behoef ik slechts één woord te zeggen. Als ik tot een (van hen) zeg "Ga", dan gaat hij, of "Kom", dan komt hij, en tegen mijn slaaf: "Doe dit", en hij doet het.'
Jezus stond versteld en zei tot de hoofdman: 'Ga naar huis. U zal geschieden gelijk ge vertrouwen hebt getoond.' De huisslaafvan de hoofdman-over-honderd werd gezond. Tot hen, die hem volgden, zei Jezus: 'Bij niemand in Israel ben ik zulk vertrouwen tegengekomen.'


45 Met slecht aangeschreven mensen aan tafel

Jezus lag ten huize van de tollenaar Levi, de zoon van Alfeus, met tollenaren (slecht aangeschreven staande en als onrein' beschouwde mensen) aan tafel aan. Schriftgeleerden zagen dat en zeiden tegen zijn leerlingen: 'Met tollenaren eet hij!' Jezus hoorde dat en antwoordde hun: 'Niet de sterken behoeven hulp, maar zij die er slecht aan toe zijn. Ik ben niet gekomen, om de vromen (naar het Rijk Gods) te nodigen, maar de zondaars.'


46 Vasten?

De leerlingen van Johannes (de Doper) en Farizeeën wendden zich tot Jezus en zeiden tot hem: 'Wij vasten. Waarom vasten uw leerlingen niet?' Jezus antwoordde hun: 'Kunnen mensen dan in de bruiloftszaal vasten, als de bruidegom bij hen is?'


47 Jezus' leerlingen schenden de sabbat

Toen Jezus op sabbat door de korenvelden ging, aten zijn leerlingen korrels uit de aren. Toen zeiden Farizeeën tegen hem: 'Waarom doen zij, wat op de sabbat niet geoorloofd is?'
Jezus antwoordde hun: 'God heeft de sabbat om de mens gemaakt, en niet de mens om de sabbat. Dus is de mens heer van de sabbat.'


48 Jezus geneest op de sabbat

Jezus ging weer een synagoge binnen. Daar was in de synagogesamenkomst een man met een verlamde hand. Farizeeën hielden Jezus in de gaten, of hij de man - het was sabbat - zou genezen.
Jezus sprak tot de man met de verlamde hand: 'Kom naar het midden.' En tot de omstanders zei hij: 'Is het geoorloofd om op de sabbat goed te doen of kwaad te doen? Iemand te redden of te doden?'
Zij zwegen. Jezus liet zijn blikken rondgaan, zeer vertoornd en (tevens) diep bedroefd om de verstoktheid van hun harten. Tegen de man zei hij dat hij zijn hand moest uitstrekken. Deze strekte haar uit, en ze was genezen.
En tegen de omstanders zei hij: 'Wie van u zou een enkel schaap, dat op een sabbat in een kuil gevallen was, niet pakken en er uit trekken? Hoeveel meer is een mens dan een schaap!'
Daarop bespraken de Farizeeërs met de aanhangers van Herodes, hoe Jezus onschadelijk te maken.


49 Scheiding der geesten

1. Toen Jezus (naar Kafarnaüm) naar huis ging, was daar zo'n toeloop van volk, dat hij en zijn leerlingen niet eens gelegenheid hadden om te eten.
Toen zijn verwanten dat hoorden, gingen ze op weg om hem onder hun hoede te nemen. Want ze zeiden tegen elkaar: 'Hij is niet bij zijn verstand.'

2. Toen Jezus wederom een zieke genas, raakte al het volk buiten zichzelf. Ze zeiden: 'Is deze niet de zoon van David?'
Doch enkelen zeiden: 'Hij is van de satan bezeten. Door de satan drijft hij demonen uit.'
Jezus sprak tot hen:
'Hoe kan de satan zichzelf uitdrijven?
Als een rijk innerlijk verdeeld is, kan het geen stand houden. En als een (huis)gezin innerlijk verdeeld is, kan het geen standhouden. En als de satan tegen zichzelf opstaat, kan hij ook geen standhouden, maar loopt het met hem ten einde. Als ik door de satan de demonen uitdrijf, door wie drijven dan uw zonen ze uit? Als ik daarentegen door de vinger Gods de demonen uitdrijf, dan is het Rijk Gods tot u gekomen!
Hoe kan iemand het rijk van een sterke in bezit nemen, als hij niet (sterker is dan hij en) eerst deze sterke overwint? Als echter de sterkste hem heeft overwonnen, dan zal hij de heerschappij aanvaarden.
Wie niet met mij is, die is tegen mij.
Wie niet met mij bijeenbrengt, die drijft uiteen.'


50 Jezus en Johannes de Doper

l. Jezus sprak tot de menigte over Johannes: 'Wat wilde ge zien, toen ge de woestijn in trok? Een riethalm, bewogen door de wind? Of een man in weelderige kledij? Die weelderige kledij dragen zijn in de paleizen van de koningen. Wat wilde ge dan zien? Een profeet? Ja, maar ik zeg u, hij was meer dan een profeet. Onder de mensen is er geen opgestaan die groter is dan hij.
Met wie zal ik deze mensen vergelijken? Ze gedragen zich als kinderen die op het marktplein zitten (en met geen enkel spel instemmen). Enkelen van hen stellen voor om begrafenis(je) te spelen en zingen klaagliederen. Dan schreeuwen allen: "Nee, wij slaan ons niet tegen de borst." Dan stellen anderen voor, bruiloft te spelen en blazen op de fluit. Dan schreeuwen allen: "Nee, wij dansen niet!" Eerst kwam Johannes, die niet at en dronk. Toen zeiden de mensen: "Hij heeft een demon." Toen kwam ik, een mens, die eet en drinkt. Dan zeggen de mensen: "Deze man is een brasser en een drinkebroer. Hij gaat met slecht aangeschreven mensen om".'

2. (Na de onthoofding van Johannes) zeiden sommigen over Jezus: 'Johannes de Doper is verrezen. Daarom werken diens krachten in hem.'
Anderen zeiden: 'Hij is Elia.' En weer anderen: 'Hij is een profeet zoals de andere profeten.'
Toen Herodes dat hoorde, werd hij ongerust en zei: 'Johannes heb ik laten onthoofden, maar wie is deze Jezus?'


51 Als ge bidt...

Jezus bad op een eenzame plaats. Toen hij terugkwam, zei een van zijn leerlingen tegen hem: 'Leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn leerlingen heeft leren bidden.'
Jezus antwoordde hun: Als ge bidt, zeg dan:
"Vader!
U worde heilige eerbied bewezen!
Uw Rijk kome!
Geef ons heden wat wij nodig hebben om te leven!
Vergeef ons onze schuld, zoals wij onze schuldenaren hebben vergeven!
En behoedt ons voor de grote bekoring (verleiding)".'


52 Het allerbelangrijkste: Vertrouwen

1. Jezus sprak: 'Om een mens die zo op God vertrouwt als een kind op zijn vader, om een dergelijke mens dat vertrouwen te ontnemen, is erger dan een mens een molensteen om de hals te hangen en hem in zee te verdrinken.'

2. (Een droom van Petrus?
Jezus' leerlingen waren midden op het Meer van Gennesaret. Het was nacht en ze werden door de golven belaagd. Toen, vroeg in de morgen, zagen zij Jezus over het water voortschrijden. Ze raakten ontzet. Ze dachten dat het een spook was en begonnen te schreeuwen van angst.
Maar Jezus sprak tot hen: 'Vreest niet, ik ben het.' En Petrus antwoordde hem: 'Als gij het zijt, beveel mij dan, over het water naar u toe te komen.' En Jezus sprak: 'Kom!'
Petrus stapte uit de boot en liep over het water, Jezus tegemoet. Toen werd hij opeens bang van de stormwind.
Hij begon te zinken en schreeuwde: Heer, red mij!'
Jezus stak zijn hand naar hem uit, greep hem en sprak: 'Hoe gering is uw vertrouwen! Hoe lang blijft ge nog twijfelen?'


53 Talitha koem

Toen Jezus weer met de boot naar de andere oever was overgevaren, verscheen Jairus, een der oversten van de synagoge. Zodra hij Jezus zag, viel hij hem te voet en smeekte hem om hulp: Mijn dochtertje is doodziek. Kom toch om haar uw handen op te leggen, opdat ze gezond
wordt en blijft leven.'
Jezus sprak tot hem: 'Heb vertrouwen' en ging met hem mee. Ze kwamen bij het huis van de overste van de synagoge. Jezus nam de vader en de moeder en zijn metgezellen mee en trad binnen, waar het kind was.
Hij pakte haar bij de hand en sprak: 'Talitha koem.' Dat betekent, vertaald: 'Meisje, sta op.' En meteen stond het meisje op en liep. Het was twaalf jaar oud. De mensen waren buiten zichzelf van verbazing.


54 Help mij, opdat ik vertrouw!

Jezus en zijn leerlingen kwamen bij een samenscholing van mensen, die met schriftgeleerden redetwistten. Toen de mensen Jezus zagen, raakten ze opgewonden, liepen hem tegemoet en begroetten hem.
Jezus vroeg hun: 'Waarover redetwisten jullie?'
Eén uit de menigte antwoordde: 'Ik heb mijn zoon meegebracht. Die heeft een stomme geest. Als deze mijn zoon grijpt, rukt hij hem heen en weer, er komt schuim uit mijn zoons mond, hij knarsetandt en wordt helemaal stijf. En ik zei tegen de schriftgeleerden, dat zij de geest uit moesten drijven. Maar ze konden het niet.'
Toen antwoordde Jezus: 'O, gij mensen zonder vertrouwen! Hoe lang nog moet ik bij u zijn? Hoe lang u nog verdragen? Brengt dejongen bij mij.'
Ze brachten hem naar hem toe. Hij werd heen en weer gerukt, viel op de grond en kromde zich schuimbekkend. De vader van het kind zei tot Jezus: 'Als ge kunt helpen, help ons dan, heb medelijden met ons!'
Toen sprak Jezus: 'Wat betekent dat "als ge kunt"? Voor wie op God vertrouwt is alles mogelijk.'
Toen antwoordde de vader van de jongen: 'Ik wil immers vertrouwen! Help mij, opdat ik vertrouw!' Daarop kwam de menigte toelopen. Jezus pakte de jongen bij de hand en richtte hem op. En de jongen stond op.


55 Vertrouwen dat bergen verzet

Jezus sprak tot de twaalf: 'Vertrouwt op God! Waarlijk, ik zeg u: Wie tegen die berg daar zegt "Hef u op en stort u in zee!" en in zijn hart niet twijfelt maar vertrouwt, dat hetgeen hij zegt, gebeurt, hem zal dat gebeuren! Vertrouwt dat ge alles krijgt waar ge om verzoekt; ge zult het krijgen.'


56 Uitzending van de Twaalf

l. Jezus riep de twaalf bij zich. Hij zond hen twee aan twee uit om het Rijk Gods te verkondigen, demonen uit te drijven en zieken te genezen.

2. Hij sprak tot hen: 'Wie naar u luistert,1uistert naar mij, en wie u afwijst, wijst mij af, maar wie mij afwijst, wijst Hem af die mij gezonden heeft.'


57 De wil van God, niet: 'heilige' overlevering!

1. Farizeeën en enkele schriftgeleerden, die uit Jeruzalem gekomen waren, kwamen bij Jezus tezamen. Ze vroegen hem: 'Waarom gedragen uw leerlingen zich niet volgens de overlevering van de voorvaderen, maar eten hun brood met onreine (ongewassen) handen?'
Jezus antwoordde hun: 'Aan de overlevering van de mensen houdt gij vast, maar het gebod Gods slaat ge in de wind. Het is fraai, zoals gij het gebod Gods negeert, om uw overlevering te bewaren. Mozes heeft gezegd: "Eer uw vader en uw moeder" en "Wie vader en moeder verwerpt, moet sterven", doch gij zegt, als iemand tegen vader of moeder "Korban" zegt - dat wil zeggen "Offergave zij, wat ge ook maar van mij als ondersteuning zou krijgen" -, dan laat gij hem niets meer voor vader of moeder doen. Zo schaft gij het Woord Gods door uw zelfgemaakte overlevering af. En ge doet veel van dergelijke dingen.'

2. 'Wee u, (gij) schriftgeleerden en Farizeeën Gij legt de mensen ondraaglijke lasten op en neemt ze hun niet af, hoewel een wenk met uw vinger zou volstaan.'

3. Schriftgeleerden en Farizeeën! Wee u, gij huichelaars! Gij sluit het Rijk Gods voor de mensen af. Zelf gaat gij er niet binnen. Terwijl ge hun, die naar binnen willen gaan, de toegang verspert.
Wee u, gij huichelaars! De tienden op munt, dille en karwij (hofkomijn) betaalt ge, maar aan het recht en de barmhartigheid en het geloof denkt ge niet!'
4. Ik zeg u: God zal u uit zijn Rijk uitwerpen. En ge zult uzelf bittere verwijten doen, als ge zult zien, dat ze van het oosten en westen, noorden en zuiden komen en met Abraham, Isaak en Jacob aan het feestmaal van het Rijk Gods deel zullen nemen.'


58 Wat is onrein?

Jezus riep de vele mensen bij zich en sprak tot hen: 'Luistert allen naar mij en begrijpt! Er is niets (eetbaars), wat van buitenaf in de mens komt, dat hem onrein kan maken. Maar wel datgene, wat uit (het hart van) de mens komt. Wie oren heeft om te horen, die luistere!'


59 Een machtigingsteken vanwege God?

1. Farizeeën benaderden Jezus en begonnen met hem te redetwisten. Zij eisten van hem een teken van God (waaruit zijn bevoegdheid zou blijken).
Toen zuchtte Jezus diep en sprak: 'Wat verlangen deze mensen (toch) een teken? Waarlijk, ik zeg u: nooit of te nimmer zal deze mensen een teken gegeven worden.'
Hij liet hen staan, stapte in de boot en voer naar de andere oever van de inham.

2. Toen Farizeeën aan Jezus vroegen, wanneer het Rijk Gods zou komen, sprak hij tot hen: 'De komst van het Rijk Gods is niet aan uiterlijke tekenen te onderkennen. Men kan ook niet zeggen: "Ziet, hier is het!" of "Ziet, daar is het!"' Het Rijk Gods is onder u!'

3. 'Trekt lering uit de vijgenboom: Als ge ziet, dat de twijg van de vijgenboom sappig wordt en uitbot, weet ge, dat de zomer nabij is. Als ge ziet, wat geschiedt, weet ge, dat het Rijk Gods voor de deur staat.'

4. 'Als ge in het westen een wolk ziet opkomen, weet ge dadelijk dat regen in aantocht is. En hij komt. En als ge de woestijnwind voelt, weet ge, dat hitte te wachten staat. En zij komt. Gij huichelaars! Het uiterlijk van de aarde en de hemel weet ge te beoordelen, maar dat, wat zich thans afspeelt, waarom beoordeelt ge dat niet? Waarom beslist ge niet uit uzelf, wat het juiste is?'

5. 'Waarlijk, ik zeg u: Onder hen, die hier staan, zijn (er) enkelen, die de dood niet zullen proeven (ervaren), eer zij het machtige begin van het Rijk Gods zullen beleven.'


60 Petrus' belijdenis

Jezus trok met de twaalf naar de dorpen van Caesarea van Filippus. Onderweg vroeg hij hun: Wie zeggen de mensen dat ik ben?'
Zij antwoordden: 'Sommigen zeggen (de intussen terechtgestelde): Johannes de Doper, anderen (zeggen) Elia, en weer anderen (zeggen) een van de profeten.'
Toen vroeg hij hun: 'En gij, wie zegt gij die ik ben?'
Petrus antwoordde: 'Gij zijt de Gezalfde Gods.'
Daarop scherpte Jezus hun in, met niemand over hem te praten.


61 De uitlevering daagt

l. Vandaar trokken ze weer door Galilea. Jezus wilde niet, dat iemand het zou vernemen. Maar terwijl heel het volk versteld stond van al wat Jezus deed, zei hij tot zijn leerlingen: 'Luistert naar deze woorden en vergeet ze niet: God zal de mens in de handen van de mensen overleveren.'
Doch zij begrepen dat woord (die woorden) niet en schroomden hem te vragen.

2. (Een andere keer zei Jezus Mij wacht iets verschrikkelijks. Het zal moeten, maar ik ben heel bang, tot het volbracht is.'

3. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeizs, gingen naar Jezus en zeiden tot hem: 'Laat in uw Heerlijkheid één van ons aan uw rechterhand en één aan uw linkerhand zitten.'
Maar Jezus zei hun: 'Gij weet niet, waar ge om vraagt. Kunt gij dat doorstaan, wat mij te wachten staat?'


62 Navolging van Jezus

1. Jezus riep de menigte bijeen en zei: 'Wie mij wil navolgen, verloochene zichzelf en spreke zich onvoorwaardelijk voor God uit.
Wat baat het de mens de hele wereld te bezitten, als hij sterft? Of kan hij zich daarmee van de dood vrijkopen?

2. Wie zich niet ontdoet van wat hij heeft, kan mijn leerling niet zijn.

3. Als iemand tot mij komt en niet vader en moeder, vrouw en kinderen, broers en zusters en zichzelf op de achtergrond plaatst, (dan) kan hij mijn leerling niet zijn.

4. Wie zijn hand aan de ploeg slaat en omkijkt (naar wat achter hem ligt), is voor het Rijk Gods niet geschikt.'

5. (Een andere keer zei hij 'Volg mij (na) en laat de doden om hun doden treuren!'


63 Aller dienaar

1. Toen Jezus met de twaalf in Kafarnaüm thuis kwam, vroeg hij hun: 'Waarover hebt ge onderweg gesproken?'
Zij zwegen want ze hadden geredetwist over wie van hen wel de grootste was.
2. Toen ging hij zitten en zei tot hen: 'Als iemand de eerste wil zijn, wordt hij de laatste van allen en aller dienaar.'
3. Wie zichzelf verheft, zal door God vernederd worden.
Maar wie beseft, hoe klein hij is, zal door God verheven worden.'


64 Huwelijk en ongehuwdheid

l. Farizeeën vroegen Jezus, of een man zijn vrouw mag verstoten. Jezus sprak tot hen: 'Ik zeg u: Wat God verbonden heeft, mag de mens niet scheiden.'

2. Toen zeiden de leerlingen daarop tot Jezus: 'Als de verhouding tussen man en vrouw zo is, dan is het niet goed om te huwen.'
Jezus (een dergelijke vlucht in de ongehuwde staat misprijzend) antwoordde: 'De ongehuwde staat? Dat kan alleen begrijpen, wie dat door God gegeven is. Er zijn eunuchen, die als zodanig ter wereld komen; er zijn eunuchen, die door anderen zo gemaakt worden, en er zijn mensen, die zelf van het huwelijk afzien, omwille van het Rijk Gods! Wie het begrijpen kan, begrijpe het!'


65 Zo gij niet wordt gelijk de kinderen...

Mensen brachten kinderen naar Jezus, opdat hij hun zijn handen opleggen en hen zegenen zou. Doch de leerlingen voeren tegen hen uit. Toen Jezus dat zag, werd hij wrevelig en zei: 'Laat de kinderen tot mij komen. Houdt ze toch niet tegen. Mensen, die zijn zoals deze kinderen, behoort het Rijk Gods toe. Waarlijk, ik zeg u: Als gij niet wordt gelijk de kinderen, zult gij het Rijk Gods niet binnengaan.' Jezus omarmde hen en legde hun zijn handen op.


66 Een mededinger?

Johannes sprak tot Jezus: 'Wij hebben iemand gezien, die in uw naam demonen uitdrijft, maar niet ons navolgt. Wij wilden het hem beletten, omdat hij niet ons navolgt.'
Jezus antwoordde hem: Belet het hem niet. Er is niemand, die in mijn naam een machtshandeling verricht en dan kwaad van mij zal spreken.'


67 De Poort naar het Rijk Gods

l. Een jongeman kwam naar Jezus toe, zonk voor hem op de knieën en begon: 'Goede rabbi...' Jezus (viel hem in de rede en) zei tot hem: 'Wat noemt ge mij "goed"? Niemand is goed behalve een: God.'
De jongeman vervolgde toen: 'Wat moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?'
Jezus antwoordde hem: 'Gij kent de geboden: Ge zult niet doden, ge zult niet echtbreken, ge zult niet stelen, ge zult niet vals getuigen, ge zult niet (niemand) te kort doen, ge
zult vader en moeder eren.'
De jongeman antwoordde hem: 'Rabbi, dat alles heb ik sinds mijn jeugd in acht genomen.'
Toen keek Jezus hem aan, gaf hem een kus en sprak tot hem: 'Een ding ontbreekt u nog: ga, verkoop wat u hebt, en geef de opbrengst aan de armen. En ge zult een schat hebben bij God.'
Op deze woorden werd de jongeman bedroefd en liep treurig weg. Hij bezat namelijk vele goederen.
Toen keek Jezus om zich heen en zei tot zijn leerlingen: 'Kinderen, wat is het moeilijk het Rijk Gods binnen te komen. Gemakkelijker gaat een kameel door het oog van een naald dan dat een rijke het Rijk Gods binnengaat.'

2. Toen iemand aan Jezus vroeg, of slechts weinigen gered zouden worden, zei Jezus: 'Worstelt om in te gaan door de nauwe poort! Ja, smal is de poort ten leven. Velen zullen proberen er anders binnen te komen. Maar ik zeg u: Het zal ze niet gelukken.'


68 Geen t(e)huis

Toen iemand op Jezus toetrad en tegen hem zei: 'Ik wil u volgen, waarheen ge ook gaat', antwoordde Jezus hem: 'De vossen hebben hun holen, en de vogels hebben hun nesten, maar ik heb geen rustplaats, geen t(e)huis.'


69 Afscheid van Galilea

Farizeeën kwamen naar Jezus om hem te waarschuwen: 'Ga hier weg. Want Herodes wil u doden.'
Jezus sprak tot hen: 'Gaat naar die vos en zegt hem: "Nog drijf ik dag aan dag demonen uit en genees zieken, daarna heb ik aan mijn opdracht voldaan en breek op naar Jeruzalem. Het gaat niet aan, dat een profeet buiten Jeruzalem omkomt."'


70 Weest niet bevreesd!

l. Jezus sprak tot zijn leerlingen: 'De leerling staat niet boven zijn leermeester. Voor de leerling volstaat, dat hij wordt gelijk zijn leermeester.'

2. Men zal u (aan rechtbanken) overleveren. Maar maak u van tevoren geen zorgen over wat ge moet zeggen, als men u wegleidt en overlevert. Spreekt wat u in die ure wordt ingegeven! Want niet gij zult spreken, maar de Geest Gods.

3. Weest niet bevreesd! Kosten niet twee mussen maar één koperen munt? Doch niet een van hen is door God vergeten. En gij zijt toch meer waard dan vele mussen. Hij kent van u zelfs het aantal haren op uw hoofd. Weest dus nietbevreesd!
Wie van mij voor de mensen getuigenis aflegt, die zal ook ik tegenover God erkennen. Wie mij echter voor de mensen loochent, die zal ook ik tegenover God loochenen.'
__________________
Politiek is vloeibare geschiedenis, geschiedenis is gestolde politiek
Pieterjan is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:11.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be