Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Algemeen > Binnenland
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 26 november 2003, 23:19   #61
@lpha
Parlementsvoorzitter
 
@lpha's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
@lpha is offline   Met citaat antwoorden
Oud 26 november 2003, 23:22   #62
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 26 november 2003, 23:34   #63
@lpha
Parlementsvoorzitter
 
@lpha's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
Wel dan ben jij de geknipte persoon om aan de forumgangers de nieuw-rechtse stroming te verduidelijken
@lpha is offline   Met citaat antwoorden
Oud 26 november 2003, 23:37   #64
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
Wel dan ben jij de geknipte persoon om aan de forumgangers de nieuw-rechtse stroming te verduidelijken
Al boter aan de galg. Ze geloven het niet. of het zijn leugens dat we vertellen. Dus, ik kijk liever toe, en speel liever eens stoke brand. Dan denken ze na, en komen vanzelf tot de oplossing.
Neen, reeds 740.000 zijn U voorgegaan. Ook 1 per 1.
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 26 november 2003, 23:41   #65
@lpha
Parlementsvoorzitter
 
@lpha's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
Wel dan ben jij de geknipte persoon om aan de forumgangers de nieuw-rechtse stroming te verduidelijken
Al boter aan de galg. Ze geloven het niet. of het zijn leugens dat we vertellen. Dus, ik kijk liever toe, en speel liever eens stoke brand. Dan denken ze na, en komen vanzelf tot de oplossing.
Neen, reeds 740.000 zijn U voorgegaan. Ook 1 per 1.
Bijzonder grappig! Boter aan de galg zegt ie

Mogen die 740.000 het niet weten?
@lpha is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 00:13   #66
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
Wel dan ben jij de geknipte persoon om aan de forumgangers de nieuw-rechtse stroming te verduidelijken
Al boter aan de galg. Ze geloven het niet. of het zijn leugens dat we vertellen. Dus, ik kijk liever toe, en speel liever eens stoke brand. Dan denken ze na, en komen vanzelf tot de oplossing.
Neen, reeds 740.000 zijn U voorgegaan. Ook 1 per 1.
Bijzonder grappig! Boter aan de galg zegt ie

Mogen die 740.000 het niet weten?
Die weten het! Maar U nog niet!
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 00:22   #67
George
Staatssecretaris
 
George's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 1 februari 2003
Locatie: huis
Berichten: 2.982
Stuur een bericht via MSN naar George
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door ancapa
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jef
Nu de zelfde redenering als Thomas:
Het risico wanneeer het VB niet aan de macht komt:
-zullen we een matje moeten kopen om 5 maal per dag met ons kont omhoog te zitten.
Daar heb ik niet veel zin in maar moest dat het enige zijn, waarom niet
-de dames een hoofddoek dragen
dat zou ik wel bijzonder jammer vinden, erg sexy hoofddoeken heb ik nog niet gezien maar als de modeindustrie zich er mee bezighoudt is het misschien wel leefbaar.
-de heren heel de dag met een afwashanddoek rond hun nek.
'tja, liever een gewone handdoek en enkel als het warm genoeg is
-de burca wordt de modedracht.
dan verhuis ik
-geen pint of borreltje meer, maar waterpijp.
Wel spijtig van dat pintje, dat goed glas wijn of die heerlijke borrel maar een waterpijp is ook niet slecht
-enkel nog schapenvlees.
Dat lust ik wel maar nu voor alle dagen? Dan verhuis ik ook wel of ga ik regelmatig wel eens over de grens eten.
-enkel islamitische scholen.
Te eenzijdig en het zou zonde zijn, net nu we van de eenzijdige katholieke scholen vanaf geraken. Zie dat dus niet zitten
-enkel nog islamieten mogen profiteren van de sociale instellingen.
No problem, dan wordt ik wel islamietje, dat is een geloof en heeft niets met de geboorteplaats of huidskleur te maken. Dat zou wel een voordeel zijn bij ael macht. Bij vl.blok macht zou ik ook geen problemen hebben hoor want ik ben blank en in vlaaderen geboren, mijn vader is wel duits maar duitsland ligt gelukkig voor mij in europa. Voor iemand met een andere huidskleur of geboorteplaats is het bij vl.bl. macht wel uitgesloten om zich te plooien of "aan te passen", lucky me
maar dat is misschien te ver gezocht alhoewel
Even ver gezocht, alhoewel? Da's eigenlijk maar even ver gezocht als je er vanuit gaat dat de ael aan de macht komt en niet als het vlaams blok NIET aan de macht komt. Een groot verschil in uitganhgspunt. Het gevaar dat het blok aan de macht komt is echter wel veel groter dan dat de ael het voor het zeggen krijgt. Als ik echter ooit moet kiezen tussen die twee moet ik toch eerst even nadenken hoor.
__________________

Lamzakl
George is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 00:33   #68
@lpha
Parlementsvoorzitter
 
@lpha's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 november 2002
Locatie: 't Stad
Berichten: 2.356
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Neen, ik niet. Ik sta er midden in. Ben namelijk een verkozene
Wel dan ben jij de geknipte persoon om aan de forumgangers de nieuw-rechtse stroming te verduidelijken
Al boter aan de galg. Ze geloven het niet. of het zijn leugens dat we vertellen. Dus, ik kijk liever toe, en speel liever eens stoke brand. Dan denken ze na, en komen vanzelf tot de oplossing.
Neen, reeds 740.000 zijn U voorgegaan. Ook 1 per 1.
Bijzonder grappig! Boter aan de galg zegt ie

Mogen die 740.000 het niet weten?
Die weten het! Maar U nog niet!
Als de verkozen mandataris van het VB het vertikt doe ik het maar.



[color=darkblue:d9b2cd56e5]
Manifest voor Europees herstel en vernieuwing

- Alain de Benoist

INLEIDING
GRECE is ontstaan in 1968. Het is geen politieke beweging, maar een denkrichting die school maakt. Zijn nu al zo'n dertig jaar lang durende activiteiten zoals publicatie van boeken en tijdschriften, het houden van lezingen en conferenties, het organiseren van seminars en universitaire zomercursussen enz., stonden van meet af aan in het teken van metapolitiek.

Metapolitiek is niet een andere manier van politiek bedrijven. Het heeft niets te maken met een "strategie" om een intellectueel overwicht op te leggen en het heeft al helemaal niet de pretentie om andere initiatieven of mogelijke gedragslijnen uit te sluiten. Het gaat louter uit van de constatering, dat ideeën een fundamentele rol spelen in het collectief bewustzijn en meer algemeen in de hele geschiedenis van de mensen. Herakleitos, Aristoteles, Augustinus, Thomas van Aquino, Ren‚ Descartes, lmmanuel Kant, Adam Smith of Karl Marx hebben ieder in hun tijd door hun werk als schrijver revoluties van beslissende betekenis uitgelokt met een complex verloop, maar waarvan de gevolgen zich heden ten dage nog laten voelen.
De geschiedenis is weliswaar resultante van de wil en de daad van de mens, maar in de praktijk doet hun invloed zich pas gelden binnen het kader van een zeker aantal overtuigingen, geloofsrichtingen en voorstellingen van zaken, waardoor zij een zingeving en richting krijgen. Wij hebben nu de ambitie om aan de hernieuwing van deze sociaal-historische voorstellingen het onze bij te dragen.
Het metapolitiek initiatief voelt zich thans nog versterkt door een beschouwing achteraf over het ontstaansproces van de Westerse samenlevingen aan de vooravond van de eenentwintigste eeuw. Men kan inderdaad aan de ene kant de toenemende onmacht van politieke partijen, vakbonden, regeringen en van het geheel van klassieke organen van machtsverovering en -uitoefening vaststellen, terwijl er aan de andere kant alom sprake is van versneld in vergetelheid geraakte breuklijnen die de moderniteit zo hebben gekenschetst, om te beginnen de traditionele breuk tussen links en rechts. Bovendien zijn we getuige van een ongekende uitbarsting van kennis die zich maar blijft vermenigvuldigen zonder dat men steeds de gevolgen ervan kan overzien. In een wereld waarin gesloten gezelschappen plaats geruimd hebben voor onderling verbonden netwerken, waarin ijkpunten hoe langer hoe vager worden, moet de metapolitiek proberen weer zin te geven aan het bestaan door nieuwe syntheses aan te dragen buiten het politieke steekspel om. Daarvoor moet ze een manier van denken ontwikkelen die vastberaden dwarsverbanden legt en door de studie van alle domeinen van wetenschap en kennis uiteindelijk komt met een voorstel tot een samenhangende en evenwichtige kijk op de wereld. Dat is al dertig jaar lang ons doelwit.
Het voorliggende manifest is er een uiting van. Het eerste deel Stand van Zaken biedt een kritische analyse van ons tijdperk. Het tweede deel Uitgangspunten geeft uitdrukking aan het voetstuk van onze kijk op de mens en onze wereldvisie. Beide vinden inspiratie in een multidisciplinaire benadering die zich niet conformeert aan het merendeel van de hedendaagse erkende intellectuele scheidslijnen.

Tribalisme versus mondialisme, jacobijns nationalisme versus internationalisme, liberalisme versus marxisme, individualisme versus collectivisme, progressivisme versus conservatisme staan inderdaad tegenover elkaar in een identieke zelfgenoegzame logica die geen enkele ruimte laat voor een derde optie. Al een eeuw lang gaat achter het masker van deze kunstmatige tegenstellingen het wezenlijke schuil: de omvang van een crisis die schreeuwt om een radicale vernieuwing van onze denkwijze, onze methode van besluitvorming en onze manier van ageren. Men zal dus op de volgende bladzijden tevergeefs zoeken naar een spoor van voorgangers, van wie we dan slechts de erfgenamen zouden zijn. Wij hebben de vruchten geplukt van allerlei - en zeer verschillende - theoretische verworvenheden uit het verleden. Bij het uitvoerig verkennen van de geschiedenis hebben we nooit geaarzeld die ideeën over te nemen die ons juist leken te zijn, om het even uit welke denkrichting ze afkomstig waren. Deze benadering via dwarsverbanden wekt overigens geregeld de woede op van de waakhonden van het "correcte" denken. Zij willen de ideologische orthodoxie bevriezen om zo nieuwe synthese, die hun intellectueel comfortabele positie bedreigt, lam te leggen.
Van het begin af brengt GRECE immers mannen en vrouwen bijeen die in de stad of het dorp waar ze wonen merkbaar aanwezig zijn en op een even concrete als doorleefde manier willen bijdragen aan de ontplooiing ervan. In Frankrijk en andere landen vormen ze een gemeenschap, waarin wordt gewerkt en gedacht niet alleen door intellectuelen, maar door iedereen die op welke grond ook geïnteresseerd is in de gedachtestrijd. Het derde deel van het manifest, Richtingbepalingen, brengt daarom onze stellingname tot uiting t.a.v. de grote debatten over actuele onderwerpen en onze eigen richtingbepaling m.b.t. de toekomst voor onze volkeren en onze beschaving.


1. STAND VAN ZAKEN
Elke kritische gedachte begint met het relativerend in perspectief stellen van het tijdperk waarin ze zich ontvouwt. We bevinden ons thans in een scharnierperiode, een keerpunt in de vorm van een "interregnum" (tussenrijk), dat verloopt tegen de achtergrond van een grote crisis: het einde van de moderniteit.

1. 1. Wat is de moderniteit?
De moderniteit duidt de sociaal-historische, politieke en wijsgerige beweging in de drie laatste eeuwen van de Westerse geschiedenis aan. Zij wordt voornamelijk gekenschetst door vijf in elkaar grijpende processen: het steeds belangrijker worden van het individu ten koste van de oude gemeenschappen, het toenemende massakarakter van de samenleving dat zich o.m. uit in gestandaardiseerde gedragingen en levenswijzen, de ontheiliging door het terugtreden van de grote geloofsverhalen ten voordele van een wetenschappelijke verklaring van de wereld, de rationalisatie door de toenemende overheersing van de instrumentele rede middels de markteconomie en de cultus van de technische doelmatigheid, en tenslotte het universalisme d.w.z. het alom invoeren op wereldschaal van een maatschappijmodel dat daarmee impliciet als enig verstandelijk mogelijke en dus meerwaardig t.o.v. andere wordt voorgesteld.

Deze beweging heeft oude wortels. In meer dan een opzicht zien we hier een verwereldlijking van begrippen en denkbeelden die aan de christelijke metafysica zijn ontleend en naar het wereldlijke leven zijn overgeslagen nadat ze van elke transcendente dimensie (die het wetenschappelijk waarneembare overstijgt) zijn ontstegen. We vinden inderdaad bij het christendom de kiem van de grote veranderingen die de wereldlijke ideologieën uit het moderne tijdperk hebben bevrucht. Het individualisme was reeds aanwezig in het begrip individuele heilsverwachting en in de bevoorrechte intieme band die de gelovige met God onderhoudt, een band die absolute voorrang heeft op enige verworteling in het aardse hiernamaals.

Het egalitarisme of gelijkheidsdenken vindt zijn bron in het idee dat alle mensen gelijkelijk tot de verlossing worden geroepen, want alle zijn gelijkelijk begiftigd met een individuele ziel, de absolute waarde waarin de gehele mensheid deelt. Het progressivisme of vooruitgangsdenken ontstaat uit het idee dat de geschiedenis een absoluut beginpunt en een noodzakelijk einde heeft, en een verloop dat vrijwel overeenstemt met het goddelijke plan. Het universalisme tenslotte is de natuurlijke uitdrukking van een godsdienst die beweert dat ze een geopenbaarde waarheid in pacht heeft die voor alle mensen geldt en rechtvaardigt dat men hun bekering eist. De moderne politiek steunt dus op verwereldlijkte theologische denkbeelden. Maar het christelijk denken is thans teruggebracht tot de status van maar één onder vele meningen en dus zelf het eerste slachtoffer geworden van deze beweging die het, tegen zijn zin in, op gang heeft gebracht. In de geschiedenis van het Westen zal het de godsdienst zijn geweest die het afscheid van de godsdienst betekende.

De onderscheiden filosofische scholen van de moderniteit mogen dan wel soms in concurrentie tegenover elkaar staan en elkaar soms tegenspreken, maar ze vinden elkaar wel als het gaat om het wezenlijke: het idee dat er een unieke en alom geldende, universeel toepasbare oplossing bestaat voor alle sociale, morele en politieke verschijnselen. De mensheid wordt er gezien als een optelsom van rationele individuen die uit eigenbelang, uit morele overtuiging, uit sympathie of nog uit vrees zijn geroepen om hun eenheid tot stand te brengen in de geschiedenis.

Vanuit dit gezichtspunt verwordt de verscheidenheid in de wereld tot een hindernis en alles wat de mensen onderscheidt wordt opgevat als iets bijkomstigs, toevalligs, verouderds of gevaarlijks. Voor zover de moderniteit niet alleen bij een gedachtegoed bleef, maar zich ook uitte in daadwerkelijk handelen, zien we haar pogingen om individuen met inzet van alle mogelijke middelen los te wrikken uit hun specifieke gemeenschappen om ze alsdan te onderwerpen aan een universeel geldende wijze van samenleven. De meest doelmatige manier daartoe bleek de markteconomie, gedragen door een kapitalistische logica.

1.2. De crisis van de moderniteit
De moderne gedachtewereld werd overheerst door vrijheidsdrang en gelijkheidsstreven. Beide kardinale waarden werden verraden. De individuele mensen, meer en meer afgesneden van de gemeenschappen die ze beschermden door zin en vorm te geven aan hun bestaan, ondergaan voortaan de ijzeren wet van onmetelijke beheers- en besluitvormingsmechanismen waartegenover hun vrijheid een zuiver formele aangelegenheid blijft. Ze hebben de wereldwijde macht van de markt, de technowetenschappen en de massacommunicatie te verduren zonder er ooit de loop van te kunnen beïnvloeden.

De belofte van gelijkheid is op haar beurt ook tweemaal op een mislukking uitgelopen: het communisme heeft haar verraden door de meest moorddadige regimes uit de geschiedenis te installeren; het kapitalisme heeft er de spot mee gedreven door de meest beschamende economische en sociale ongelijkheden te legitimeren op grond van een puur principieel gelijkheidsbeginsel. De moderniteit heeft "rechten" afgekondigd zonder evenwel de middelen te verschaffen om deze uit te oefenen.
Ze heeft behoeften aangescherpt en onophoude1ijk nieuwe geschapen, maar de mogelijkheid tot bevrediging van deze behoeften werd in de praktijk voorbehouden aan een kleine minderheid, waardoor de frustratie en woede van alle andere mensen wordt gevoed. En wat de vooruitgangsideologie betreft, die als antwoord op de verwachting van mensen de belofte op een steeds betere wereld onderhield, zien we dat die thans een daverende crisis kent: de toekomst blijkt onvoorspelbaar en boezemt de meeste mensen eerder vrees in dan dat ze hoop brengt.

Elke generatie ziet thans een wereld tegenover zich die aanmerkelijk verschilt van die van zijn ouders. Deze voortdurende verandering, die stoelt op de ontwaarding van overlevering en oude ervaringsfeiten en samenhangt met de alsmaar snellere transformaties van de leefwijze en van de leefomgeving, levert geen geluk maar existentiële angst en beklemming op.

Het `einde der ideologieën` betekent de historische uitputting van de grote verhalen die de mensen in beweging hebben gebracht, zoals het liberalisme, het socialisme, het communisme, het nationalisme, het fascisme of ook nog het nationaal-socialisme. De twintigste eeuw heeft de doodsklok geluid voor de meeste van deze doctrines, die in concreto o.m. volkenmoorden, het uitroeien van etnische gemeenschappen, massale afslachtingen en totale oorlogen tussen naties tot gevolg hadden, alsmede de voortdurende concurrentie tussen opgejutte individuen, ecologische rampen, sociale chaos en het verlies van alle betekenisvolle herkenningspunten.
Door de traditionele leefwereld zoals die geleefd wordt te vernietigen tot profijt van de instrumentele rede hebben de materiële groei en ontwikkeling zich vertaald in een geestelijke verarming zonder weerga. Ze hebben alom geleid tot zorg en ongerustheid te moeten leven in een altijd onzekere tegenwoordige tijd, in een wereld zonder verleden en zonder toekomst. De moderniteit heeft aldus de meest lege beschaving voortgebracht die de mensheid ooit heeft gekend.
De taal van de reclameboys is voorbeeld voor elk sociaal taalgebruik geworden, Koning Geld dringt ons de alomtegenwoordigheid van koopwaar op, de mens verwordt tot ruilobject in een sfeer van armetierig hedonisme en kickzucht, de techniek zet de wereld van het leven klem in het pseudo-rationele netwerk van "ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke".

Misdaad, onmaatschappelijk gedrag, geweld en onbeschoftheid verbreiden zich in een oorlog van iedereen tegen iedereen en van ieder tegen zichzelf. Het onzeker geworden individu wordt heen en weer geslingerd in de ontwerkelijkte werelden van de drugsscene, de virtuele spelletjes en het mediagebeuren. Het platteland wordt ontvolkt en er is een toeloop naar onleefbare voorsteden en monsterachtige agglomeraties. Het eenzame individu gaat op in de anonieme en vijandige meute, terwijl het oude sociale, politieke, culturele of religieuze middenveld steeds zwakker wordt en zich steeds minder weet te onderscheiden van de grauwe eenheidsworst. De oppassers van de heersende ideologie zijn op het einde van hun rol. Ze hebben niets nieuws meer te zeggen en voelen de diepgaande malaise van de huidige samenleving koud over hen heen komen. Meestal beperken ze zich tot een hol, bezwerend discours dat ons door de media dagelijks met de houten hamer wordt ingeklopt, midden een samenleving die niet meer wordt bedreigd door explosie, maar door implosie.

Deze vage en verwarrende crisis waar we doorheen moeten duidt erop, dat de hedendaagse moderniteit op haar eind loopt, juist nu de universalistische aandrift (het wensbeeld van een wereldomspannend waardepatroon) die eraan ten grondslag ligt bezig is werkelijkheid te worden onder de hoede van de liberale mondialisatie. Het tijdperk van de late moderniteit wordt contradictorisch gekenmerkt door een hypertrofie van de moderniteit, met een radicalisatie van een aantal van zijn meest destructieve aspecten én door de opkomst van een postmoderniteit die fundamenteel dubbelzinnig is. Enerzijds confronteert de postmoderniteit ons met een 'postmodernisme' dat staat voor verbrokkeling en ontbinding, nomadisme en dwangmatig consumeren of nog het zich laten gaan in intellectuele abdicatie en bandeloos scepticisme ("anything goes"). Anderzijds opent ze perspectieven die door een aantal nieuwe onderwerpen worden gekenmerkt, positieve zowel als negatieve: groeiende zorg om het milieu, toenemende aandacht voor de kwaliteit van het leven, opkomst van 'stammen' en 'netwerken', herwonnen gevoel voor gemeenschapsbelangen, politieke erkenning van allerlei subnationale groepen en minderheden, vermenigvuldiging van conflicten binnen of boven de bestaande staten, terugkeer van sociale gewelddadigheid, afgang van geïnstitutionaliseerde kerkgemeenschappen, toenemende burgerlijke ongehoorzaamheid t.o.v. de heersende klasse, enz.
Het overwinnen van de moderniteit zal niet de vorm aannemen van een 'grote afrekening', een wereldlijke versie van de parousie, maar zal tot uiting komen doorheen 'duizend dageraden', d.w.z. door de ontluiking van soevereine ruimten voor de gemeenschappen, bevrijd zowel van de jacobijnse als van de kapitalistische overheersing. De moderniteit zal immers niet worden overwonnen door een terugkeer naar het verleden, zoals sommige reactionairen (1) dat zouden willen, op grond van hun geïdealiseerde visie op het verleden, want de toestand van vandaag is niets anders dan het gevolg van dát verleden. Veeleer zal de moderniteit worden overwonnen door een toevlucht tot bepaalde voormoderne waarden binnen een vastberaden visie die postmodern is in de letterlijke zin, nl. het moderne ver achter zich latend. Alleen tegen de prijs van zo'n radicale herfundering zullen de maatschappelijke wanorde (anomie) en het hedendaagse nihilisme kunnen worden bezworen.

1.3. Het liberalisme, de historische vijand
Het liberalisme was en is de dominante ideologie van de moderniteit. Historisch was ze de eerste die binnen de moderniteit tot een duidelijke formulering kwam en zal ze de laatste zijn om te verdwijnen. Tijdens een eerste fase heeft het liberale denken de economie verzelfstandigd ten opzichte van het moreel normbesef, de politiek en de samenleving, waarbinnen ze vroeger was verankerd.

In een tweede fase heeft zij van de 'marktwaarde' de soevereine norm van het volledige gemeenschapsleven gemaakt en van de commerciële relatie dé‚ relatie die model staat voor alle andere: de markt als paradigma voor de gehele samenleving. De opkomst van dit 'rijk van de kwantiteit' duidt deze overgang aan van markteconomie naar marktmaatschappij, d.w.z. de uitbreiding van de ruilwetten van de markt, geregeerd door de "onzichtbare hand" naar alle gebieden van het menselijke bestaan. Het liberalisme heeft anderzijds het moderne individualisme voortgebracht, waarbij het uitging van een foute antropologie, zowel vanuit beschrijvend als vanuit normatief oogpunt. Deze antropologie gaat uit van een ééndimensionele mens met 'onvervreemdbare rechten', ontleend aan een fundamenteel asociale 'natuur'. Deze abstracte mens gaat ook 'vooraf' aan iedere gemeenschap: die ontstaat pas achteraf door 'vrij' aangegane contracten met een ruilkarakter. Van deze ééndimensionele mens wordt verwacht dat hij er constant op uit is zijn eigen belang te maximaliseren door volstrekt geen rekening te houden met niet in hoeveelheid uit te drukken argumenten of met waarden die niet voortvloeien uit rationele berekening.
Deze dubbele impuls tot een individualistisch gedrag en tot een louter homo economicus-perspectief gaat gepaard met een 'darwinistische' visie op het sociale leven: veralgemeende en permanente concurrentie, een nieuwe versie van de 'oorlog van allen tegen allen' met het oog 'de besten' eruit te selecteren.
Maar nog afgezien van het feit dat de 'zuivere en perfecte' concurrentie een mythe is, omdat er altijd machtsverhoudingen aan voorafgaan, zegt ze helemaal niets over de waarde van wie is uitgeselecteerd: zowel het ergste als het beste kunnen eruit voortkomen. De evolutie kiest degenen, die het geschiktst zijn om te overleven, maar de mens stelt zich nu juist niet tevreden met louter overleven. Hij geeft zijn leven vorm via een hiërarchie van waarden, waartegenover het liberalisme beweert neutraal te staan.

Het onrechtvaardige karakter van de liberale overheersing heeft in de negentiende eeuw, in het raam van de Industriële Revolutie, geleid tot een legitieme reactie die we grofweg als de socialistische beweging kunnen aanduiden. Maar deze is voor een groot deel en vrij snel tot dwaalleer verworden onder invloed van marxistische theorieën.

Ondanks wat ze tegenover elkaar stelt, behoren liberalisme en socialisme fundamenteel tot dezelfde categorie, die teruggaat op de Verlichting: hetzelfde individualisme aan de basis, hetzelfde universele gelijkheidsdenken, hetzelfde rationalisme, hetzelfde primaat van de factor economie, hetzelfde hameren op de emancipatoire waarde van arbeid, hetzelfde vooruitgangsgeloof en hetzelfde hopen op het einde van de geschiedenis. In menig opzicht heeft het liberalisme alleen maar met méér doelmatigheid bepaalde doelstellingen verwezenlijkt die het met het socialisme gemeen had: uitroeiing van groepsidentiteiten en traditionele culturen, onttovering van de wereld, wereldwijde uniformisering van het productiesysteem.
De verwoestingen die het marktmechanisme heeft aangericht, hebben ook de opkomst en de uitbreiding van de 'verzorgingsstaat' bewerkstelligd. In de loop der geschiedenis waren het marktmechanisme en de staat al vroeg als onlosmakelijke tweeling verschenen, waarbij de staat probeerde een belastingheffing op te leggen op ruilhandelingen binnen de gemeenschap en een homogene economische ruimte (marktgemeenschap) te scheppen om daarvan voor zich een machtsmiddel te maken. Vervolgens heeft de vermarkting van het sociale leven geleid tot het vervluchtigen van de gemeenschapsbanden en zodoende de gestage versterking van de verzorgingsstaat noodzakelijk gemaakt, om via de herverdeling van inkomens de noden te verzachten die ontstonden toen de traditionele saamhorigheid het liet afweten.

Deze tussenkomst door de staat heeft het liberalisme helemaal niet in zijn loop belemmerd, maar integendeel, het in staat gesteld op te bloeien: de verzorgingsstaat heeft een maatschappelijke explosie voorkomen en derhalve de veiligheid en stabiliteit gewaarborgd die voor het marktmechanisme nodig zijn.
Maar de keerzijde van de medaille is dat de verzorgingsstaat, die slechts een abstract, naamloos en ondoorzichtig inkomensherverdelingsapparaat is, alom een gebrek aan verantwoordelijkheid heeft veroorzaakt. Steeds meer burgers verwerden daardoor tot hulpafhankelijken, die niet meer de omverwerping van het liberale systeem nastreven, maar veeleer de onbeperkte uitbreiding van hun rechten zonder enige tegenprestatie.

Tenslotte brengt het liberalisme de ontkenning met zich mee van wat nu juist zo eigen is aan politiek, nl. de keuzemogelijkheid die voorafgaat aan iedere te nemen beslissing en waarin evenzeer de veelvuldigheid van doelstellingen ligt vervat. 'Liberale politiek' blijkt zogezien een contradictie in terminis, een ongerijmdheid. In zijn streven naar de vorming van een gemeenschapsband op basis van een theorie over de rationele keuze, waardoor burgerschap wordt afgemeten tegen een nuttigheidscriterium, komt het dicht in de buurt van een ideaal van een 'wetenschappelijk' management van de wereldmaatschappij, op basis van louter technische expertise.

De liberale rechtstaat die vaak neerkomt op een 'republiek van rechters' denkt zich zo ook te kunnen ontdoen van de verplichting een model voor te stellen over hoe men nu goed kan leven en streeft er eigenlijk naar om de tegenstellingen die eigen zijn aan maatschappelijke verscheidenheid ongedaan te maken door louter juridische procedures, die slechts beogen vast te stellen wat 'rechtvaardig' is en niet zozeer wat 'goed' is. De publieke ruimte gaat op in de privé-sfeer, terwijl de representatieve democratie wordt herleid tot een markt, waar een hoe langer hoe meer beperkt aanbod (door de verwatering van programma's en de 'technische' convergentie van politieke beleidslijnen) stuit op een hoe langer hoe minder gemotiveerde vraag (steeds meer niet-stemmers en onthoudingen). Nu het zich wereldwijd heeft verbreid stelt het liberalisme geen ideologie meer voor, maar een wereldwijd productie- en reproductiesysteem voor zowel mensen als koopwaar, waarboven alleen nog het hypermoralisme van de mensenrechten zweeft. Deze dubbele polariteit, de economische en de morele is alles wat overblijft van de wereldbeschouwing der moderniteit, het centrale credo van een tijdperk dat op zijn eind loopt. Het gaat dus niet op het politieke liberalisme te verwerpen maar het economische te aanvaarden, zoals men vaak ter rechterzijde doet, of omgekeerd het economische liberalisme van de hand te wijzen terwijl men het politieke adopteert, zoals men vaak ter linkerzijde ziet. Het liberalisme, in al zijn verschillende verschijningsvormen, blijft de historische tegenstander van al degenen die de moderniteit achter zich willen laten.


2. UITGANGSPUNTEN
"Ken uzelf", luidde het devies van Delfi. De sleutel van elke voorstelling van de wereld om ons heen, van elke politiek, morele of wijsgerige betrokkenheid ligt vooreerst vervat in een antropologie, een mensbeeld. Al ons handelen voltrekt zich trouwens d.m.v. bepaalde ordeningen van praktische aard, die de verschillende aspecten van de relaties van de mensen onder elkaar en van de mensen met de wereld vertegenwoordigen: de politiek, de economie, de techniek en de ethiek.

2.1. De mens: een momentopname van het leven.
De moderniteit heeft het bestaan van een menselijke natuur ontkend (in haar theorie van de tabula rasa of sociaal-culturele leegte waarin men wordt geboren) of heeft er abstracte begrippen op losgelaten die losgekoppeld zijn van de wereldse werkelijkheid en van het bestaan zoals wij dat beleven. Men was bereid zo'n radicale breuk in koop te nemen terwille van het ideaal van "de nieuwe mens" die onbeperkt kneedbaar zou zijn door de gestage of brutale wijziging van zijn levensomstandigheden. Deze utopie (ideaalidee over de inrichting van de samenleving) is uitgelopen op de totalitaire constructies en concentratiekampsystemen van de twintigste eeuw. In de liberale belevingswereld leidde dit tot het bijgeloof in de almacht van het (sociale) milieu als bepalende factor. Dit heeft tot grote teleurstellingen geleid, vooral op het terrein van opvoeding en onderwijs.

Na decennia empirisch onderzoek m.b.t. deze problematiek, kan men geen twijfel meer koesteren over het gebrek aan realiteitszin dat achter zo'n opvatting schuil gaat. De menselijke natuur is een realiteit en dat geldt evenzeer voor de erfelijkheid, d.w.z. de tussenkomst van genetische factoren bij het bepalen van de interindividuele variaties voor een aantal bekwaamheden, persoonlijkheidskenmerken en gedragingen, die niet meer ernstig kan worden betwist. In een maatschappijstructuur waarin de cognitieve bekwaamheden de voornaamste bepalende factor bij het verwerven van een sociale status zijn, kan deze realiteit niet langer worden verzwegen.

De mens is vooreerst een dier en maakt als zodanig deel uit van de orde van al wat leeft. De bestaansduur daarvan moet in honderden miljoenen jaren wordt gemeten. Vergelijkt men de geschiedenis van het organisch leven met een dag van vierentwintig uur, dan komt onze soort pas kijken in de laatste dertig seconden. Het proces tot menswording zelf verliep over tienduizenden generaties. Voor zover het leven zich vooral verbreidt door overdracht van informatie die in het genetisch materiaal ligt vervat, wordt de mens dus niet geboren als een 'onbeschreven blad': ieder van ons is al drager van algemene soortkenmerken, waar erfelijke voorbeschikkingen - individuele of collectieve - tot bepaalde bijzondere bekwaamheden en tot sommige gedragingen bijkomen.

Het individu heeft geen beslissingsmacht over deze erfelijke aanleg, waardoor enerzijds zijn autonomie en vormbaarheid worden beperkt, maar waardoor hij anderzijds in staat wordt gesteld om aan politieke en maatschappelijke conditioneringen weerstand te bieden.

De mens is niet alleen een dier: wat zo eigensoortelijk en typisch menselijk bij hem is - bewustzijn van zijn eigen bewustzijn, abstract denken, syntactisch taalgebruik, de bekwaamheid symbolen te gebruiken, iets objectief te kunnen vaststellen en een waardeoordeel te kunnen vellen - botst niet met zijn natuur, maar vormt er de voortzetting van en geeft hem een aanvullende en unieke dimensie.
Het ontkennen van de biologische bepaaldheid van de mens of, omgekeerd, het willen herleiden van zijn specifieke kenmerken tot zoölogische eigenschappen, zijn beide even absurde houdingen. Het erfelijk deel van ons menszijn vormt slechts de sokkel van ons sociale leven geplaatst in de geschiedenis, want onze instincten zijn niet geprogrammeerd m.b.t. hun doeleinden. De mens blijft dus altijd een deel vrijheid behouden: hij moet morele en politieke keuzes maken. De enige echte natuurlijke grens aan die vrijheid is de dood.

De mens is vooreerst een erfgenaam, maar hij mag over die erfenis beschikken. Historisch en cultureel bouwen wij op basis van de gegevenheden van onze biologische constitutie. Het zijn derhalve deze gegevenheden die grenzen stellen aan ons mens-zijn. Aan gene zijde van deze grenslijn kan men spreken van God, de kosmos, het Niets of het Zijn: de vraag naar het "waarom" heeft er geen zin meer, want wat aan de andere kant ligt van de grenzen aan het mens-zijn laat zich per definitie niet denken.
Als vertrekpunt dragen wij dus een evenwichtige visie op de mens aan, die tegelijkertijd rekening houdt met wat aangeboren is, met de persoonlijke bekwaamheden en met de sociale omgeving. Wij verwerpen ideologieën die ten onrechte alle nadruk leggen op één van deze bepalende factoren, zij het de biologische, de economische of de sociale factor.

2.2. De mens: een geworteld wezen, riskant maar open
De mens is van nature niet goed of slecht, maar hij kan beide zijn. In dat opzicht is hij een 'open' wezen dat altijd het gevaar loopt zichzelf te overtreffen of zichzelf te verlagen. Maatschappelijke regels en zedelijke voorschriften, instellingen en tradities stellen hem in staat deze altijd aanwezige bedreiging te bezweren door de mens ertoe te brengen te bouwen aan zichzelf, met inachtneming van de normen waarop zijn bestaan berust en die er zin en ijkpunten aan geven.

De mensheid, gedefinieerd als het niet verder onderscheiden geheel van individuen waarvan het de optelsom is, duidt op een biologische categorie (de soort) of op een filosofische categorie die voortkomt uit het Westers denken. Vanuit sociaal-historisch standpunt bestaat de mens op zich niet, want behoren tot de mensheid verloopt altijd via het behoren tot een bepaalde cultuur. Deze vaststelling heeft niets te maken met relativisme. Alle mensen hebben een gemeenschappelijke menselijke natuur. Zoniet zouden ze elkaar totaal niet kunnen begrijpen. Wat ze gemeenschappelijk hebben - het behoren tot die menselijke soort - wordt echter maar concreet vaststelbaar doorheen een specifieke context. Ze delen in dezelfde verlangens, maar die krijgen altijd op verschillende wijze vaste vorm, al naar gelang van tijd en plaats. De mensheid is in deze zin een onherleidbare pluraliteit: die verscheidenheid maakt deel uit van zijn essentie.

Het individu gaat niet aan de gemeenschap vooraf. Omdat de mens een sociaal dier is, kan het bestaan van het individu abstract onderscheiden maar niet concreet gescheiden worden van zijn behoren tot gemeenschappen. Het leven van een mens neemt een aanvang en speelt zich onvermijdelijk af in een context die aan ieder oordeel van mensen en groepen over ons bestaan voorafgaat. Dit gegeven is niet minder waar voor degenen die de gemeenschappen waarin ze geboren worden en waartoe ze behoren zeer kritisch beoordelen. Deze context geeft vorm en richting aan hun verlangens en hun doelstellingen: er bestaan in de werkelijke wereld slechts personen in concrete situaties.

Biologische verschillen krijgen pas betekenis in verwijzing naar culturele en sociale gegevens. De mens is van nature ingebed in een cultureel register: als eenmalig wezen is hij een eeuwige grensganger tussen het universele (zijn soort) en het particuliere (iedere cultuur, ieder tijdperk). Cultuurverschillen berusten noch op zinsbegoocheling noch zijn ze de uitkomst van tijdelijke of toevallige kenmerken van secundair belang. Culturen hebben altijd en allemaal hun eigen "zwaartepunt" (Herder): verschillende culturen geven verschillende antwoorden op de wezenlijke vragen. Daarom komt elke poging om ze één te maken neer op de vernietiging ervan. De gedachte dat er een absoluut geldende, wereldomvattende, eeuwige wet zou bestaan, waarop men zich in laatste instantie zou kunnen beroepen ter vaststelling van onze morele, godsdienstige of politieke keuzes blijkt dus ongefundeerd te zijn. Dit idee ligt ten grondslag aan elk totalitair denken.

Menselijke samenlevingen zijn tegelijkertijd vol strijd en vol samenwerking en men kan de ene karakteristiek niet ten gunste van de andere uitwissen. Het pacifistisch geloof in de mogelijkheid om tegenstellingen te laten verdwijnen binnen een verzoende en doorzichtige samenleving is op zich niet méér evident dan de hyperconcurrentiële visie (van liberale, racistische of sociaal-darwinistische oorsprong), waardoor het leven als een voortdurende oorlog van individu tegen individu of van groep tegen groep wordt gezien. Agressiviteit mag dan wel onlosmakelijk deel uitmaken van de scheppende kracht en de dynamiek in het leven, de evolutie heeft bij de mens ook de opkomst van medewerkzame (altruïstische) gedragingen begunstigd, die zich niet altijd uitsluitend voltrekken binnen de omlijning van genetische verwantschap.

Aan de andere kant was geen enkele grote historische constructie een duurzaam bestaan beschoren, als ze niet een harmonisch samenzijn vestigde op grond van de erkenning van gemeenschappelijk goed, de wederkerigheid van rechten en plichten, onderlinge bijstand en billijke verdeling van goederen. Noch vreedzaam noch oorlogszuchtig, niet goed of slecht, niet mooi of lelijk, zo verloopt het menselijk bestaan in het tragisch spanningsveld tussen deze aantrekkende en afstotende polen.

2.3. De maatschappij: een geheel van gemeenschappen
Het menselijk bestaan kan niet los gedacht worden van de gemeenschappen en maatschappelijke verbanden, waarin het zich afspeelt. Het idee dat er een primitieve 'natuurtoestand' zou hebben bestaan met naast elkaar levende autonome individuen is een fictie: de samenleving is niet het resultaat van een overeenkomst die mensen zouden hebben ondertekend met het oog op de maximalisering van hun eigenbelang, maar van een spontane vereniging, waarvan de oudste vorm ongetwijfeld de grootfamilie was.

In de gemeenschappen waarin het sociale leven wordt belichaamd, tekent zich in het middenveld een ingewikkeld netwerk af tussen individu, groepen individuen en de mensheid. Sommige tussengeledingen berusten op erfelijkheid (aangeboren eigenschappen), andere zijn bewuste creaties of berusten op vrije keuze (coöperaties). De gemeenschapsband, waarvan reactionaire denkrichtingen nooit de autonomie hebben willen erkennen, en die niet kan worden herleid tot gewoon 'de civiele maatschappij', is in de eerste plaats een handelingsmodel voor de individuen binnen die gemeenschappen en niet het algemene resultaat van die handelingen; het berust op een brede consensus die aan dit model voorafgaat.

Het behoren tot een of meer gemeenschappen maakt de individuele identiteit helemaal niet ongedaan, maar vormt er het voetstuk van: wanneer men zijn oorspronkelijke gemeenschap verlaat, is het over het algemeen om deel te gaan uitmaken van een andere. Of ze nu op aangeboren eigenschappen of samenwerkingscriteria berusten, de grondslag van de gemeenschap vormt altijd de wederkerigheid. Gemeenschappen worden opgebouwd en gehandhaafd doordat ieder van de leden de zekerheid gevoelt dat alles wat van ze gevraagd wordt ook van de anderen kan worden gevergd. Wederkerigheid van onder naar boven en andersom van rechten en plichten, van bijdrage en herverdeling, van gehoorzaamheid en bijstand, alsmede de horizontale wederkerigheid van voor wat hoort wat, broederlijkheid, vriendschap, liefde. De rijkdom van de samenleving staat in verhouding tot de verscheidenheid van subgemeenschappen die ze omvat: deze verscheidenheid staat onophoudelijk onder druk doordat ze ontbreekt (conformisme, aanpassing, ongedifferentieerdheid, gelijkschakeling) of doordat deze buitenmatig wordt doorgedrukt (afscheiding, opsplitsing, atomisering).

De holistische opvatting, dat het geheel méér is dan de som van zijn onderdelen en als geheel ook specifieke eigenschappen bezit, wordt bestreden door het moderne duo individualisme/universalisme dat de gemeenschap in verband brengt of gelijkstelt met versteende hiërarchie, gebrek aan openheid, bekrompen dorpsmentaliteit en zelfs opsluiting, of ook met benepen burgerlijkheid.
Dit individuo-universalisme heeft zich ontvouwd onder het gesternte van het (politieke) contractdenken (2) en het (economische) marktdenken. Maar in werkelijkheid heeft de moderniteit de mens helemaal niet bevrijd door hem te ontdoen van zijn oude familiebanden, plaatselijke samenwerkings- en stamverbanden en godsdienstgemeenschappen. Integendeel, hij is erdoor onderworpen aan zwaardere beperkingen, want die komen van verder weg, zijn van onpersoonlijker aard en nog meer veeleisend: een mechanische, abstracte en volledige onderwerping heeft de plaats ingenomen van organische veelvormige verbanden.
Door te vereenzamen is de mens ook kwetsbaarder geworden en wordt hij gemakkelijker blootgesteld. Hij is los komen te staan van elke zingeving, omdat hij zich niet meer kan spiegelen aan een model en het voor hem geen zin meer heeft vanuit algemeen maatschappelijk standpunt zijn plaats te weten. Het individualisme is uitgelopen op vrijwillige uittreding en onvrijwillig aan de kant gezet worden, op de verbrokkeling van de maatschappelijke instituties (de familie bijvoorbeeld socialiseert nauwelijks nog) en op de greep die de bureaucraten van de staat gekregen hebben op de gemeenschapsband.
Nu we de balans opmaken laat het grote moderne emancipatieproject zich analyseren als een grootschalige vervreemding. Omdat ze ertoe neigt individuen te verenigen die zich allen als vreemden voor elkaar zijn gaan voelen en geen enkel vertrouwen in elkaar meer aan den dag leggen, kan de hedendaagse maatschappij alleen nog opereren met een maatschappelijke band die wordt onderworpen aan een 'neutrale' regulerende instantie. Zuivere vormen ervan zijn de ruil (marktmechanisme van de wet van de sterkste) en de onderwerping (totalitair systeem van onverbiddelijke gehoorzaamheid aan de almachtige staat).
De huidige mengvorm vertaalt zich in een verbreiding van abstracte juridische regels die allengs ieder vlak van het menselijk bestaan met een fijnmazig controlenet bedekken, terwijl de verhouding tot andere mensen aan een voortdurend toezicht wordt onderworpen teneinde de dreigende ineenstorting te bezweren.
Alleen de terugkeer naar de gemeenschappen en naar besluitvorming op mensenmaat zal ons helpen de uitsluiting, het verdwijnen van de gemeenschapsband, de verzakelijking of juridisering ervan tegen te gaan.

2.4. De politiek: een wezenlijk element en een kunst
Dat er politiek bestaat, vloeit voort uit het feit dat de doeleinden van het maatschappelijke leven altijd veelvuldig zijn en er dus beslissingen nodig zijn om aan de ene prioriteit te geven boven de andere. De politiek kent haar eigen wezen en bezit haar eigen wetmatigheden, die niet te herleiden zijn noch tot economische rationaliteit, noch tot ethisch normbesef, noch tot esthetisch verantwoorde keuzes, noch tot de metafysica of het sacrale.

De politiek veronderstelt het aanvaarde onderscheid tussen openbaar en privé-domein, bevel en gehoorzaamheid, overleg en besluitvorming, staatsburger en vreemdeling, vriend en vijand. Als er al zedelijk normbesef in de politiek is omdat iedere beslissing het algemeen belang nastreeft en zich laat inspireren door een normbepaling, waarin een samenstel van waarden en zeden van de betrokken samenleving zijn opgenomen - dan betekent dat nog niet dat een individueel normbesef politiek toepasbaar zou zijn. Het publieke domein is altijd de plaats waar een specifieke visie van 'een goed bestaan' zich doet gelden. Uit deze opvatting over wat goed is, vloeit het aanvoelen voort van wat rechtvaardig is, en niet andersom.

Het moderne denken heeft het waanidee ontwikkeld dat de politiek 'neutraal' kan zijn en herleidt daarmee de macht tot efficiënt management, tot een mechanische toepassing van juridische normgeving, technische standaarden en economische criteria: het 'regeren van mensen' zou een slaafse afspiegeling zijn van het 'beheer van goederen'. De neutralisatie van de politiek door het moralisme (mensenrechtenideologie), door de economie (mondiale vrijhandelsideologie), door het recht (regering van de opperrechters) of door de media (spektakelmaatschappij) liggen in dezelfde lijn. Regimes die het wezen of de autonomie van de politiek weigeren te erkennen, die de veelvuldigheid van zijn doelstellingen miskennen of de politieke onverschilligheid in de hand werken, plaatsen zich per definitie buiten de politiek.

Het eerste doel van elk politiek optreden luidt, dat men binnenlands vrede voor de burgers laat heersen, d.w.z. veiligheid en harmonie tussen de deelnemers aan de samenieving, en dat men ze beschermt tegen bedreigingen van buitenaf. In relatie tot die doelstelling gaat achter de keuze die men maakt tussen met elkaar concurrerende waarden (meer vrijheid, of gelijkheid, eenheid of verscheidenheid, of meer solidariteit enz.) iets willekeurigs schuil: de gegrondheid en de steekhoudendheid van die keuze(s) is niet aantoonbaar, maar is eerder een werkhypothese die naar resultaat wordt beoordeeld. Op dit vlak is de politiek onlosmakelijk verbonden met de concrete maatschappelijke ordening.

Politiek bedrijven is geen aan de rede of uitsluitend aan de methode uitgeleverde wetenschap, maar een kunst die v¢¢r alles omzichtigheid vergt. Er ligt altijd een aanvankelijke onzekerheid in vervat, een veelheid van keuzemogelijkheden m.b.t. de doelstellingen en dus noodzakelijkerwijze beslissingsbereidheid. De kunst van het regeren brengt de bevoegdheid met zich mee een oordeel te vellen te midden van diverse mogelijkheden én zijn beslissing af te kunnen dwingen. Macht is slechts een middel, dat zijn nut ontleent aan en slechts functioneel is voor die doeleinden welke de macht geacht wordt te dienen.

Als het individu zichzelf ervaart als iemand die midden in een gemeenschap staat, dan stelt hij zich op als burger binnen de democratie, de enige bestuursvorm waarin hij deelneming aan het overleg en de openbare besluitvorming krijgt aangereikt, alsmede verheffing door keuze van onderricht en zelfontplooiing.

De democratie is niet ontstaan met de Franse Revolutie van 1789, maar vormt een doorlopende traditie in Europa, sinds de Griekse polis en de Germaanse 'vrijheden'. Ze kan niet worden gereduceerd tot de vergane 'volksdemocratieën' van het gewezen Oostblok en evenmin tot de liberale parlementaire democratie die vandaag dominant is in de Westerse landen. Essentieel is de democratie niet het partijenregime en evenmin de procedures van de liberale rechtsstaat, maar vóór alles het regime waarin het volk soeverein is. Ze berust niet op het principe van de eeuwige discussie, maar op de openbare controle door het volk van alle beslissingen die in zijn naam werden genomen met het oog op het algemeen belang.
Het volk kan (een deel van) zijn soevereiniteit delegeren aan bestuurders die het aanduidt, maar het doet daarbij geen afstand van zijn soevereiniteit ten bate van hen. Het treffen van beslissingen bij meerderheid van stemmen impliceert niet dat men van oordeel is dat de meerderheid automatisch de waarheid in pacht heeft : het is slechts een techniek om zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen dat er overeenstemming van zienswijze bestaat tussen het soevereine volk en zijn bestuurders. De democratie is tenslotte het regime dat er het best toe in staat is de veelvuldigheid van strevingen, toekomstplannen en -verwachtingen die binnen de maatschappij leven, ongehinderd tot uitdrukking te laten komen. Ze stelt zich tot doel de vreedzame botsing van die meningen op elk niveau van het maatschappelijk leven te organiseren: conflictbeheersing tussen personen of gedachtenstromingen, geen onderdrukking van de minderheid door de meerderheid, opinievrijheid en vrijheid van meningsuiting voor iedere minderheid, die immers de meerderheid van morgen kan zijn.

In een democratie, waarin het volk de handelende instantie is m.b.t. het aanduiden van de overheid en de regelgeving, is de politieke gelijkheid het fundamentele principe. Dit beginsel is te onderscheiden van dat der rechtsgelijkheid van de individuen: dit principe is politiek inoperatief en kan niet tot enige vorm van regering leiden (een gelijkheid van alle mensen is per definitie een apolitieke gelijkheid, omdat het corollarium van mogelijk ongelijkheid ontbreekt). De democratische gelijkheid is geen antropologisch beginsel (ze zegt ons niets over de aard van de mens); ze stelt niet dat alle mensen van nature gelijk zijn, maar wel dat alle burgers politiek gelijk zijn omdat ze allemaal op gelijke wijze tot dezelfde polis behoren. Het gaat dus om een substantiële gelijkheid, gegrond op een behoren-tot. Zoals bij ieder politiek principe is ook hier de mogelijkheid tot onderscheid gegeven, nl. deze tussen burgers en niet-burgers.

Het essentiële begrip van de democratie is noch het individu, noch de mensheid, maar de gemeenschap van de burgers, met een politiek oogmerk verenigd en geconstitueerd, d.w.z. het volk. De democratie is het regime dat het volk als enige bron ziet van de legitimiteit van alle macht en bijgevolg de grootst mogelijke identiteit nastreeft tussen regeerders en geregeerden. Het objectieve, existentiële verschil dat tussen beiden bestaat, kan dan ook nooit voor haar een kwaliteitsverschil zijn.
Deze identiteit representeert de politieke uitdrukking van de identiteit van het volk dat, bij monde van zijn gekozen overheid, de mogelijkheid verwerft om zichzelf politiek in de spiegel te zien. De democratie houdt dus het bestaan van een volk in dat in staat is politiek te handelen in het openbare leven. Stemonthouding, afwezigheidspolitiek en terugtocht naar het louter privé-leven ontnemen haar een deel van haar zin.
Bij Jean Bodin, erfgenaam van de legisten (3), komen onafhankelijkheid en vrijheid voort uit de onbeperkte soevereiniteit van de vorst, waarvoor de absolute macht van de paus model heeft gestaan. Deze opvatting behoort tot de "politieke theologie' die berust op het idee van een opperst politiek orgaan, een Leviathan (Hobbes), dat geacht wordt toezicht te houden op alle lichamen, geesten en zielen. Dit heeft geleid tot de absolutistische natie-staat, unitair, gecentraliseerd en geconstrueerd door administratieve en juridische gelijkschakeling, uitschakeling van provinciale en lokale tussengeledingen (die geregeld als "feodaal" worden aangeklaagd), gestage uitroeiing van regionale talen en culturen. Deze natie-staat verdraagt geen plaatselijke besturen van enige betekenis en evenmin de machtsdeling met nabuurlanden.

Deze 'politieke theologie' is achtereenvolgens uitgelopen op de alleenheerschappij van absolutistische vorsten, de jacobijnse ideologie van de Franse Revolutie en dan op de totalitaire regimes uit onze tijd. Maar ook heeft deze geleid tot de 'Republiek zonder burgers', waarin alles kaalgeslagen is tussen een geatomiseerde maatschappij van op zichzelf en los van elkaar staande burgers enerzijds en de n.v. Staat aan de andere kant.

Tegenover dit politiek maatschappijmodel stellen wij er een ander, dat we van Althusius (4) overnemen, waarin onafhankelijkheid en vrijheid voortspruiten uit autonomie en de staat in de eerste plaats wordt omschreven als een federatie van georganiseerde gemeenschappen, met meervoudige en getrapte groepslidmaatschappen en loyaliteiten.

In deze opvatting, die aan de basis ligt van de historische Rijksgedachte zowel als van de federale opbouw van bondstaten, heeft machtsdelegatie naar boven toe nooit geleid tot het verlies van de macht van het volk om wetten maken of ongedaan te maken. Het volk in zijn `staten`, d.w.z. in zijn onderscheiden georganiseerde gemeenschappen, is en blijft er de enige houder van soevereiniteit en bepaalt aldus wat het legitieme gezag is. Regeerders staan boven de burgers als individu, maar blijven altijd ondergeschikt aan de algemene wil van het geheel van de burgers.
Het beginsel van subsidiariteit, (d.w.z. dat elk besluit zo dichtbij mogelijk moet worden genomen op het niveau, waarop de gevolgen ervan het meest voelbaar zijn) is bij Althusius van toepassing op alle bestuurslagen. De vrijheid van een gemeenschap is niet tegenstrijdig met gedeelde, subsidiaire of getrapte soevereiniteit. Gedeelde soevereiniteit staat ook de mogelijkheid niet in de weg om 'bovenaan' te beslissen, zowel in normale omstandigheden als in een tot de staat beperkt: het openbare leven speelt zich als het ware in een volle ruimte af, waarin een voortdurende vervlechting plaatsvindt van groepen, families, verenigingen, plaatselijke, regionale, nationale en bovennationale gemeenschappen en belangengroepen.

Het bedrijven van politiek bestaat niet in de ontkenning van deze voortdurende organische kringloop, maar moet er zich veeleer in inbedden. De politieke eenheid komt voort uit de erkenning en aanvaarding van verscheidenheid, wat wil zeggen dat er moet geschipperd worden met de natuurlijke 'ondoorzichtigheid' van het maatschappelijk gebeuren: volkomen "doorzicht" in de samenleving is een wensbeeld, dat de democratische uitwisseling van gedachten niet aanmoedigt, maar dat in tegendeel naar totalitair toezicht leidt.

2.5. De economie: voorbij vraag en aanbod
Hoe ver men ook teruggaat in de geschiedenis van menselijke nederzettingen, altijd treft men een bepaalde regelgeving aan voor de voortbrenging, het verkeer en het gebruik van goederen die voorzien in de noodzakelijke levensbehoeften van individuen en groepen. Dit betekent nog niet dat de economie de 'onderbouw' van de maatschappij vormt zoals liberalen en marxisten veronderstellen: de te ver doorgeschoten, alles bepalende invloed van de economie, het 'economisme' was in de geschiedenis eerder uitzondering dan regel. Talloze mythen en sagen over de verguizing van de arbeid (Prometheus, de verkrachting van Moeder Aarde), van het geld (Kroisos, Guliveig, Tarpeia) en van overdaad (Pandora) onthullen trouwens dat de economie al zeer vroeg als 'de zwarte bladzijde' van de samenleving werd gezien, als een activiteit die de saamhorigheid dreigde te breken. De waarde van de economie werd dus minder hoog aangeslagen, niet omdat ze niet nuttig zou zijn, maar juist omdat ze niet méér is dan dat.

De productieve en, bij uitbreiding, economische functie stond voor de sfeer van de aardse noodzakelijkheden en bekleedde daarom de laagste plaats in de oude Indo-Europese driedeling van de maatschappelijke functies. Zo was men toen ook niet machtig omdat men rijk was, maar eventueel rijk omdat men machtig was waarbij macht zowel als rijkdom toen gepaard gingen met een plicht tot delen, herverdelen of bescherming. Het 'koopwaar- fetisjisme' zo karakteristiek voor het hedendaags kapitalisme, werd duidelijk onderkend als intrinsiek gevaarlijk voor de gemeenschap: overdaad aan productie en verwerving van een brede scala aan goederen wekken afgunst op en zucht om elkaar na te apen, waaruit dan weer wanorde en geweld voortkomen.
In alle premoderne samenlevingen wordt de economie "ingebed" (Karl Polanyi) en vervlochten met menselijk handelen van andere orde. Het idee, dat economische uitwisseling, van ruilhandel tot modern marktmechanisme, van meet af aan geregeld werd via vraag en aanbod en door het daarop logisch volgende ontstaan van een abstracte tegenwaarde (geld) en van objectiveerbare waardebepalingen (gebruikswaarde, ruilwaarde, nut enz.) is een fabeltje dat het liberalisme heeft bedacht. Het marktmechanisme is geen ideaalbeeld, dat in geabstraheerde vorm wereldwijd kan worden nagevolgd, resp. opgelegd. Het is niet alleen een mechanisme, maar vooreerst een instelling die niet kan worden losgemaakt van haar geschiedenis en de cultuurvormen die ze hebben voortgebracht.
De drie belangrijke vormen van goederenverkeer zijn de wederkerigheid (voor wat hoort wat, verdeling naar evenredigheid of verdeling op voet van gelijkheid), de herverdeling (eerst de opbrengst centraal bi eenbrengen en dan door één autoriteit laten herverdelen) en de ruil. Deze betekenen geen 'ontwikkelingsfases', maar hebben altijd min of meer naast elkaar bestaan. De moderne maatschappij kenmerkt zich door een bovenmatige groei van de warenruil: de overgang van een economie-waarin-ook-een-markt naar een markteconomie en zo naar de hedendaagse marktmaatschappij (5).

Het liberaal economisch denken heeft de vooruitgangsideologie vertaald naar geloof in de groei: het "alsmaar meer" produceren en consumeren wordt geacht de mensheid meer geluk te brengen. Het mag dan wel onmiskenbaar zijn, dat de hedendaagse economische ontwikkeling erin geslaagd is te voorzien in bepaalde basisbehoeften aan goederen en diensten die tot nu toe voor veel mensen onbereikbaar bleven, maar daarom is het nog niet minder waar, dat het kunstmatig opfokken van behoeften door systeemeigen verleidingsstrategieën (reclame, sales promotions, public relations enz.) noodzakelijkerwijze uitkomt op een doodlopende weg. In een wereld met eindige grondstoffen en onderworpen aan de wetten der thermodynamica (entropie), tekent zich een onvermijdelijke vermindering van de economische activiteit af.

Afgemeten aan de omvang van de veroorzaakte veranderingen is de vermarkting van de wereld tussen de zestiende en twintigste eeuw een van de belangrijkste verschijnselen geweest die de mensheid ooit heeft gekend. Het terugschroeven hiervan zal een van de Belangrijkste doelstellingen zijn waar het eenentwintigste eeuw allemaal om zal draaien. Daarvoor moeten we terug naar de oorsprong van de economie: 'oikos-nomos', de algemene wetten van ons woonverblijf in de wereld, wetten die het ecologisch evenwicht behelzen, menselijke hartstochten, inachtneming van de harmonie en de schoonheid van de natuur en over het algemeen alle niet in hoeveelheid uit te drukken bestanddelen, die door de economische wetenschap zo willekeurig uit haar berekeningen heeft weggelaten. Economisch leven vraagt altijd de tussenkomst van een grote scala van cultureel bepaalde instellingen en juridische instrumentaria. Heden ten dage moet de economie weer organisch worden, d.w.z. ingebed in het concrete leven, in de samenleving, in de politiek en binnen ethisch normbesef, waarvoor in de eerste plaats nodig is dat het primaat van de marktwaarde op alle andere waarden duidelijk wordt verlaten.

2.6. De ethiek: zelfverwerkelijking
De fundamentele categorieën van de ethiek zijn wereldwijd dezelfde: overal worden het edele en het gemene, goed en kwaad, het bewonderenswaardige en het verachtelijke, het rechtvaardige en het onrechtvaardige, het eerbare en het onterende van elkaar onderscheiden. Daartegenover staat wel dat men, naargelang de periodes en de samenlevingen, zeer verschillende gedragingen tot de ene of de andere van deze categorieën rekent.

Wij verwerpen elke louter "morele" wereldvisie, maar erkennen natuurlijk wel, dat geen enkele cultuur eromheen kan de zedelijke waarde van houdingen en gedragingen te onderscheiden en naar waarde te rangschikken. Moreel normbesef is onontbeerlijk voor het open wezen dat de mens is; antropologisch gezien volgt het uit zijn vrijheid. Het geeft uitdrukking aan algemene regels die alom voorwaarde zijn voor de overieving van gemeenschappen, maar het houdt ook verband met de zeden (mores) en kan niet geheel worden losgemaakt uit de omgeving, waarin het zich doet gelden. Het laat zich echter ook niet vatten vanuit louter subjectief gezichtspunt. Het gezegde right or wrong, my country betekent bijvoorbeeld niet, dat mijn land het altijd bij het rechte eind heeft, maar dat het altijd mijn land zal blijven zelfs als het verkeerd zit. Dat houdt in, dat ik het uiteindelijk ongelijk kan geven en dus dat ik beschik over een norm, die mijn louter behoren tot dat land te boven gaat.
Sedert de Grieken wijst de ethiek voor de Europeanen de deugden aan waarvan de praxis het voetstuk vormt van 'het goede leven': vrijgevigheid tegenover gierigheid, eer tegenover schande, moed tegenover lafheid, rechtvaardigheid tegenover ongerechtigheid, matiging tegenover onmatigheid, plichtsbesef tegenover gemakzucht, oprechtheid tegenover leepheid, medeleven tegenover onverschilligheid, onbaatzuchtigheid tegenover inhaligheid enz.

De goede burger is degene die er aldoor naar streeft in al deze deugden uit te munten (Aristoteles). Deze wil om er het beste van te maken sluit geenszins uit, dat er verschillende manieren van leven zijn: beschouwend, actief handelend, producerend) die ieder aan verschillende morele codes beantwoorden en naar waarde gerangschikt zijn in de samenleving: de Europese traditie, zoals die tot uitdrukking wordt gebracht door het antieke model van de drie functies (Dumézil) laat bijvoorbeeld wijsheid prevaleren boven macht en macht boven rijkdom.
De moderniteit heeft de traditionele tegelijkertijd aristocratische en volkse ethiek vervangen door twee soorten burgermoraal: de utilitaristische of nuttigheidsmoraal (Bentham) die stoelt op de materialistisch berekende afweging tussen genot en moeite (goed is wat het genot van het grootste aantal mensen vergroot) en de deontologische moraal of plichtenleer (Kant) die uitgaat van rechtvaardigheid, opgevat als een en onveranderlijk beginsel, waarnaar alle individuen zouden moeten streven, door zich te onderwerpen aan een universele morele wet. Op deze laatste benadering berust de mensenrechtenideologie, die tegelijkertijd een mini-moraal is én het strategisch wapen van het westers etnocentrisch denken.

Deze ideologie is een contradictio in terminis: alle mensen hebben rechten, maar ze zouden er alleen aanspraak op kunnen maken voor ieder individu op zich. Het tegendeel is waar: het recht eist, erkent en bekrachtigt billijkheid in onze relatie tot anderen en dat houdt precies het bestaan van gemeenschappen en sociale bindingen in. Geen recht is denkbaar zonder een precies bepaalde omgeving, waarin het geldt, een samenleving die het erkent en de plichten formuleert die de keerzijde zijn van deze rechten, alsmede voldoende dwangmiddelen om het recht af te dwingen. Fundamentele vrijheden laten zich niet voorschrijven, maar moeten worden veroverd en dan gegarandeerd. Dat de Europeanen dat nu gewapenderhand hebben gedaan hoeft niet te betekenen dat alle volkeren op aarde op dezelfde wijze moeten handelen.

Tegenover deze 'morele orde', waarin maatschappelijk voorschrift en zedelijk gebod worden verward, moet men tenslotte de veelvormigheid van het maatschappelijke leven in stand houden, de orde en de overschrijding van de orde samen denken, zowel Apollo als Dionysos.

Men kan alleen ontsnappen aan het relativisme en het nihilisme van "de laatste mens" (Nietzsche), die thans hand in hand gaan tegen de achtergrond van het in de praktijk gebrachte materialisme, door weer zin te geven, d.w.z. terug te gaan naar waarden waarin we allen deelhebben en die drager zijn van concrete zekerheden zoals die beleefd en verdedigd worden door opnieuw zelfbewust geworden gemeenschappen.

2.7. De techniek: de wereld in beweging brengen
De techniek vergezelt de mens al vanaf zijn ontstaan: gebrek aan bepaalde natuurlijke afweer, de deprogrammering van onze instincten en de ontwikkeling van onze cognitieve vaardigheden houden gelijke tred met de toenemende verandering van onze omgeving. Maar de techniek werd lange tijd in toom gehouden door niet technische eisen: de noodzaak van een evenwichtige verhouding tussen mens, gemeenschap en kosmos, eerbied voor de natuur als woonverblijf van het Zijn, onderwerping van de aardse macht van Prometheus aan de Olympische wijsheid, afwijzing van de hubris (overmoed), zorg om levenskwaliteit i.p.v. productiviteit enzovoorts.
De explosieve ontwikkeling van de techniek in de moderne tijden laat zich verklaren uit het verdwijnen van deze ethische, symbolische of godsdienstige gedragslijnen. Zij wortelt ver weg in het bijbelse gebod: "Vul de aarde en wees er de rentmeester van" [Genesis], wat Descartes tweeduizend jaar later opnieuw opnam en de mens ertoe uitnodigde zich "tot meester en bezitter van de natuur te maken". De rond God opgetrokken dualistische scheidslijn tussen de niet geschapen schepper en de geschapen wereld ondergaat zodoende een antropocentrische gedaantewisseling naar een scheiding tussen subject en object, waarbij dat laatste pardoes ten prooi aan eerstgenoemde wordt aangeboden.
Zo heeft de moderniteit ook de wetenschap (die beschouwend is) onderworpen aan de techniek (die toepast) en zo een geïntegreerde 'technowetenschap' doen ontstaan, waarvan de enige bestaansreden ligt in een alsmaar snellere verandering van de wereld. Alleen al in de twintigste eeuw heeft onze levenswijze waarschijnlijk meer ingrijpende veranderingen gekend dan in de vijftienduizend daaraan voorafgaande jaren. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de mensheid moet elke nieuwe generatie zich inpassen in een wereld die de voorgaande niet heeft beleefd.

De techniek ontwikkelt zich in wezen als een zelfstandig proces met een eigen dynamiek: elke nieuwe ontdekking wordt onmiddellijk opgenomen in de machtige armslag van een wereldwijd inzetbare techniek, die ze meteen zowel sterker als complexer maakt. De recente ontwikkeling van informatieopslag- en communicatietechnologie (cybernetica, informatica) versnelt deze systeemintegratie ontzaglijk. Het Intemet is hiervan het bekendste voorbeeld: dit netwerk heeft geen beslissingscentrum, geen toegangs- of uitgangscontrole, maar onderhoudt en vermeerdert onophoudelijk de interactie van miljoenen eindstations (terminal computers), die erop zijn aangesloten.

De techniek is niet waardevrij, maar beantwoordt aan een aantal waarden die haar koers bepalen: inzetbaarheid, doelmatigheid, prestatie. Zij heeft een eenvoudig uitgangspunt: alles wat mogelijk is kan en zal inderdaad worden verwerkelijkt, omdat men nu eenmaal oordeelt, dat alleen de verdere ontwikkeling van de techniek de gebreken aan de inwerkingstelling van al bestaande technieken kan opvangen. De politiek, het zedelijk besef en het recht komen pas nadien tussen beide om te oordelen over de (on-)wenselijkheid van de gevolgen van een technische innovatie. De opeenhoping van techno-wetenschappelijke ontwikkelingen periodes van stilstand komen voor maar achteruitgang niet - heeft lange tijd het vooruitgangsgeloof versterkt omdat het de toenemende greep aantoonde die de mens kreeg op de natuur, waarvan hij de risico's en onzekerheden terugdrong.
Zo heeft de techniek aan de mensheid nieuwe bestaansmiddelen verschaft, maar heeft tegelijkertijd haar bestaansredenen afgebroken, omdat de toekomst schijnbaar alleen nog maar afhangt van een gelimiteerde uitbreiding van de rationele beheersing van de wereld. De verarming die dit meebrengt, wordt hoe langer hoe duidelijker waargenomen als het verdwijnen van het écht menselijke leven op Aarde. Nadat de techno- wetenschap zowel het oneindig kleine als het oneindig grote heeft verkend, gaat ze nu ook de mens zelf rationaliseren. Die wordt nu tegelijkertijd onderwerp en voorwerp van zijn eigen manipulaties (klonen, kunstmatige voortplanting, in kaart brengen van de genetische code enz.). De mens dreigt te verworden tot een simpel verlengstuk van het gereedschap dat hij heeft geschapen en neemt daarbij een eenzijdig technisch georiënteerde geesteshouding aan die uiteindelijk zijn kwetsbaarheid verhoogt.

Angst voor techniek en eenzijdige liefde voor techniek zijn geen van beide aanvaardbare levenshoudingen. Men kan de kennis en haar toepassing op zich niets verwijten, maar vernieuwing zou niet op grond van haar louter nieuw zijn van waarde mogen zijn. De biotechnologie, waarvan de spectaculaire ontwikkeling nog maar in haar beginstadium verkeert, is een duidelijk voorbeeld van het dubbelzinnige karakter van alle technische vooruitgang: zij kan - in dit specifieke geval - zowel tot een verantwoord eugenetisch gedrag leiden (uiteraard op vrijwillige basis) als tot een "brave new world" zoals uitgedacht door Aldous Huxley.

Tegenover het zogenaamd wetenschappelijke reductionisme, het aanmatigende positivisme en het doffe dom houden van de goegemeente, eigen aan het obscurantisme, is het van belang de technologische ontwikkeling te onderwerpen aan onze maatschappelijke, ethische en politieke keuzes en tegelijkertijd aan ons voorvoelen van de toekomst (voorzichtigheidspr
@lpha is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 07:54   #69
ancapa
Secretaris-Generaal VN
 
ancapa's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 29 oktober 2003
Locatie: Vlaams Brabant
Berichten: 20.121
Stuur een bericht via MSN naar ancapa
Standaard

als je dat manifest moet gaan uitleggen aan de kiezer en hem daarmee voor uw partij winnen is na een half uurtje de zaal al lang leeg !!

Daar snapt "jan met de pet" de kloten van
__________________
Stop het geknoei ! Vlaanderen op eigen kracht ! Volk wordt staat. Vlaanderen mijn land. Vlaanderen onafhankelijk. Gedaan met geven en toegeven ! 12 miljard euro Vlaams geld in Vlaamse handen ! Mooie woorden zijn zelden waar, ware woorden zijn zelden mooi. "Niets lijkt zo op fascisten als de huidige antifascisten. Nultolerantie is een begin, rechtbank het einde. "De mening van een moslim heet geloofsovertuiging, die van een Vlaming is racisme.
ancapa is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 12:49   #70
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door ancapa
als je dat manifest moet gaan uitleggen aan de kiezer en hem daarmee voor uw partij winnen is na een half uurtje de zaal al lang leeg !!

Daar snapt "jan met de pet" de kloten van
En zijn Lisa evenmin!
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:18   #71
Kleine Johannes
Burger
 
Geregistreerd: 25 november 2003
Locatie: Oost-Vlaanderen
Berichten: 159
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Wanneer U de Dikke er bij sleurt, moet ik toch zeggen dat er daar Kordon staat.
Ik, ben maar nen oude pee die niet hard geintreseerd meer ben in de moderne spelling. Maar Kordon is Nederlands.
Je hebt gelijk, Kordon is Nederlands en staat ook zo in de laatste druk van de Van Dale:
Citaat:
kor·don (het ~, ~s)
  • 1 keten van posten of personen rondom of langs een gebied om een afsluiting te vormen
    2 geweerriem
Maar in de betekenis waar we het hier over hebben, is het afgeleid van het Frans en staat het als volgt in de Dikke:
Citaat:
cor·don bleu (de ~)
1 stuk vlees, gevuld met ham en kaas

cor·don sa·ni·tai·re (de ~)
1 geheel van beschermende maatregelen waardoor de invloed van iem. die of iets wat gevaarlijk geacht wordt, wordt ingeperkt
Maar volgens het groene boekje bestaat wel de uitdrukking "cordon bleu", maar echter niet de uitdrukking "cordon sanitaire", waardoor we dus eigenlijk verplicht zijn om in de toekomst niet langer te spreken over het franstalige "cordon sanitaire" in onze nederlandstalige omgang, maar over het Nederlandstalige "sanitair kordon".

Zoals ik al zei: je hebt dus gelijk.
Kleine Johannes is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:28   #72
jan hyoens
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
jan hyoens's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 februari 2003
Berichten: 11.300
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door @lpha
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door jan hyoens
pff, weeral ene met een blok-syndroom! Gelukkig weet de man in de straat wel beter!


Is dat werkelijk zo?

Wat weet de man in de straat over nieuw-rechts?

Ik ben ervan overtuigd indien de massa het wel zou weten ze zich niet zo makkelijk zouden laten meesleuren in het populisme van het blok.
Is dat werkelijk zo?
En wat weet U over het populisme van het Vlaams Blok, zonder na te apen!
Wat weet U uit ervaring?
Klets toch niet zonder eerst na te gaan wat de waarheid is.!
Ik heb me verdiept in de nieuw-rechtse stroming, jij ook?
Beste Alpha, een zekere jonas de muynck (RIP) heeft hier ook al proberen de link te maken tussen nieuw-rechts en Vlaams Blok! Hijzelf kwam tot de bevinding dat de meta-politiek door de regering werd bedreven en niet door het Blok! Je kan onze discussie hierover terugvinden op Politicsinfo (is wel al een jaar oud!).
jan hyoens is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:39   #73
Babeth
Gouverneur
 
Babeth's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 november 2002
Locatie: Vilvoorde
Berichten: 1.435
Standaard

Maar we dwalen hier eigenlijk af en ik wil mijn eerste vraag herhalen om terug naar het oorspronkelijke onderwerp van de discussie te gaan, namelijk wat er zou gebeuren als het Vlaams Blok aan de macht zou komen en de gevolgen die Thomas daarbij opsomde:
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Babeth
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door dejohan
Geen enkele Blokker durft blijkbaar inhoudelijk te ontkrachten wat Tom zegt.
Ik zou graag eerst weten waar Thomas zijn citaten vandaan haalt. Uit welke bron heeft hij die punten gehaald, waar staan die beweringen precies ? Dan pas kan een fatsoenlijk mens antwoorden.
De reden dat het zo stil is bij de VB-mensen en de èchte democraten is misschien wel te wijten aan hun naarstig opzoekwerk van die stellingen... Bronvermelding graag Thomas ! Per aangehaald punt !!!
Wilt Thomas of iemand anders mij die bronvermeldingen eens geven alstublieft ? Dan kunnen we netjes antwoorden op zijn vragen.
__________________
"In a time of universal deceit, telling the truth becomes a revolutionary act." -- George Orwell
Babeth is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:44   #74
jan hyoens
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
jan hyoens's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 17 februari 2003
Berichten: 11.300
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Babeth
Maar we dwalen hier eigenlijk af en ik wil mijn eerste vraag herhalen om terug naar het oorspronkelijke onderwerp van de discussie te gaan, namelijk wat er zou gebeuren als het Vlaams Blok aan de macht zou komen en de gevolgen die Thomas daarbij opsomde:
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Babeth
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door dejohan
Geen enkele Blokker durft blijkbaar inhoudelijk te ontkrachten wat Tom zegt.
Ik zou graag eerst weten waar Thomas zijn citaten vandaan haalt. Uit welke bron heeft hij die punten gehaald, waar staan die beweringen precies ? Dan pas kan een fatsoenlijk mens antwoorden.
De reden dat het zo stil is bij de VB-mensen en de èchte democraten is misschien wel te wijten aan hun naarstig opzoekwerk van die stellingen... Bronvermelding graag Thomas ! Per aangehaald punt !!!
Wilt Thomas of iemand anders mij die bronvermeldingen eens geven alstublieft ? Dan kunnen we netjes antwoorden op zijn vragen.
Babeth je weet evengoed als ik dat thomasje gewoon uit zijn nek lult en zijn aanval op het Blok, bij gebrek aan argumenten, niet kan hard maken!
Gewoon wachten tot zijn anale fase voorbij is en niet teveel op reageren!
jan hyoens is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:53   #75
Eugene
Gouverneur
 
Geregistreerd: 26 juli 2003
Locatie: Hoboken
Berichten: 1.042
Standaard

Als het VB aan de macht wil komen zal het compromissen moeten sluiten, tegen wil en dank. Ik zou misschien de 'wedervaren' van de vorming van de coalitie Hoboken eens kunnen publiceren, daar zou je uit kunnen leren dat het VB zéér veel wenst toe te geven hoor. Ik zal al een hintje geven, L.Van Campenhout heeft een coalitieakkoord VLD-VB persoonlijk afgeblazen toen hij op de hoogte kwam van de reeds ver gevorderde afspraken tuusen de VLD en VB fractieleiders
__________________
Hoe fanatieker men iets bestrijdt hoe meer men gaat lijken op dat wat men bestrijdt.
Eugene is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 13:56   #76
Rudy Van Nespen
Minister-President
 
Geregistreerd: 5 september 2003
Locatie: Hoboken
Berichten: 5.411
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Eugene
Als het VB aan de macht wil komen zal het compromissen moeten sluiten, tegen wil en dank. Ik zou misschien de 'wedervaren' van de vorming van de coalitie Hoboken eens kunnen publiceren, daar zou je uit kunnen leren dat het VB zéér veel wenst toe te geven hoor. Ik zal al een hintje geven, L.Van Campenhout heeft een coalitieakkoord VLD-VB persoonlijk afgeblazen toen hij op de hoogte kwam van de reeds ver gevorderde afspraken tuusen de VLD en VB fractieleiders
Ik vrees dat ze binnenkort zo hard mogen blazen als ze willen, maar dat ze niet anders gaan kunnen dan coalities vormen met het VB!
Als tegenstander van het CS, kan ik dat alleen maar toejuichen!
__________________
"J'en ai marre!"

De enige constante is verandering...
Rudy Van Nespen is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 14:17   #77
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Kleine Johannes
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door fernand
Wanneer U de Dikke er bij sleurt, moet ik toch zeggen dat er daar Kordon staat.
Ik, ben maar nen oude pee die niet hard geintreseerd meer ben in de moderne spelling. Maar Kordon is Nederlands.
Je hebt gelijk, Kordon is Nederlands en staat ook zo in de laatste druk van de Van Dale:
Citaat:
kor·don (het ~, ~s)
  • 1 keten van posten of personen rondom of langs een gebied om een afsluiting te vormen
    2 geweerriem
Maar in de betekenis waar we het hier over hebben, is het afgeleid van het Frans en staat het als volgt in de Dikke:
Citaat:
cor·don bleu (de ~)
1 stuk vlees, gevuld met ham en kaas

cor·don sa·ni·tai·re (de ~)
1 geheel van beschermende maatregelen waardoor de invloed van iem. die of iets wat gevaarlijk geacht wordt, wordt ingeperkt
Maar volgens het groene boekje bestaat wel de uitdrukking "cordon bleu", maar echter niet de uitdrukking "cordon sanitaire", waardoor we dus eigenlijk verplicht zijn om in de toekomst niet langer te spreken over het franstalige "cordon sanitaire" in onze nederlandstalige omgang, maar over het Nederlandstalige "sanitair kordon".

Zoals ik al zei: je hebt dus gelijk.
merci, bedankt, maar aan de spelling heb ik lak. Ik kan nog steeds zuid-Afrikaans lezen. en ook met menschen heb ik geen probleem. Het enige probleem dat ik heb, zijn mijn dikke vingers, en de kleine kalviertjes. En NOOIT herlezen
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 14:27   #78
Tegendradigaard
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Geregistreerd: 3 oktober 2003
Locatie: Zou ik ook graag weten
Berichten: 14.746
Standaard

ik heb het omgekeerde. Ik heb dunne vingers (piano vingers zij mijn moeder altijd) en grote klavertjes, klaviertjes of zijn het kalviertjes of kalvertjes.

herlezen he.

BTW das gene kritiek op typfouten. Ik vind dat juist leuk om te lezen of zelf te maken.
__________________
IK betaal 6.570,00 euro per jaar aan Wallonië en dit al meer dan 20 jaar.... Dat is 131.400 euro in totaal....of in oude franken... 5.300.662 fr. HET IS STILAAN GENOEG GEWEEST! Als ik nog 20 jaar verder werk dan betaal ik nog eens 131.400 euro. In totaal zou dat dan 262.800 euro of 10.616.857 oude franken zijn.

PEOPLE WHO WANT TO BAN HATE SPEECH, JUST HATE SPEECH. VRIJE MENINGSUITING !!!
Tegendradigaard is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 14:41   #79
fernand
Europees Commissaris
 
fernand's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 juli 2002
Locatie: ertvelde/evergem
Berichten: 7.551
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Tegendradigaard
ik heb het omgekeerde. Ik heb dunne vingers (piano vingers zij mijn moeder altijd) en grote klavertjes, klaviertjes of zijn het kalviertjes of kalvertjes.

herlezen he.

BTW das gene kritiek op typfouten. Ik vind dat juist leuk om te lezen of zelf te maken.
Het zijn hier niet al verzuurden dan.
fernand is offline   Met citaat antwoorden
Oud 27 november 2003, 15:11   #80
Tegendradigaard
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Geregistreerd: 3 oktober 2003
Locatie: Zou ik ook graag weten
Berichten: 14.746
Standaard

'k zijn in wezen nen helen zoeten.
__________________
IK betaal 6.570,00 euro per jaar aan Wallonië en dit al meer dan 20 jaar.... Dat is 131.400 euro in totaal....of in oude franken... 5.300.662 fr. HET IS STILAAN GENOEG GEWEEST! Als ik nog 20 jaar verder werk dan betaal ik nog eens 131.400 euro. In totaal zou dat dan 262.800 euro of 10.616.857 oude franken zijn.

PEOPLE WHO WANT TO BAN HATE SPEECH, JUST HATE SPEECH. VRIJE MENINGSUITING !!!
Tegendradigaard is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:26.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be