Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Debatclub > Geschiedenis
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Geschiedenis Van de Romeinen tot 9/11...

Antwoord
 
Discussietools
Oud 28 november 2011, 10:46   #1
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard Kritiek op de Slavernij tv serie

Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X

Laatst gewijzigd door Egmond Codfried : 28 november 2011 om 10:47.
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 13:05   #2
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard



[Human Trade]


http://www.rnw.nl/suriname/article/s...nij-dieptepunt

Commentaren op het commentaar

Laatst gewijzigd door Egmond Codfried : 28 november 2011 om 13:08.
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 17:52   #3
MaGNiFiCaT
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
MaGNiFiCaT's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 april 2007
Locatie: overal en nergens
Berichten: 13.555
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X
Zeg gij zot, hoe haalt ge het in uw stomkop om zulke gigantische gecopieerde teksten als openingspost te plaatsen? Ge denkt toch niet dat ik dit allemaal ga lezen, heb wel interessantere dingen te doen.
__________________
Voorlopig wordt mijn idool niet meer weergegeven, wegens altoos wederkerende spot tegenover Haar. Mijn excuses aan Haar. Ik had dit nooit zo lang mogen laten duren!!
MaGNiFiCaT is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 17:54   #4
MaGNiFiCaT
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
MaGNiFiCaT's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 april 2007
Locatie: overal en nergens
Berichten: 13.555
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X

Trouwens, leer er eens mee leven dat de zwarten die zich in het verleden in onze contreien bevonden, in de meeste gevallen slaven waren, hier in Europa, en elders in de wereld. Leg je erbij neer dat jij van slavenafkomst bent Egmond. Jij bent een slavenjong, en dit zal je nooooooit kunnen veranderen. Je bent zo geboren en je zult zo sterven.
__________________
Voorlopig wordt mijn idool niet meer weergegeven, wegens altoos wederkerende spot tegenover Haar. Mijn excuses aan Haar. Ik had dit nooit zo lang mogen laten duren!!
MaGNiFiCaT is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 17:58   #5
MaGNiFiCaT
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
MaGNiFiCaT's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 14 april 2007
Locatie: overal en nergens
Berichten: 13.555
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.

X
Ge denkt toch zeker niet dat ik ga doneren? U gelooft in Sint-Niclaeys?

BTW: op welke manier werden zwarte Afrikaanders slaven? Wel dat werden zij door hun eigen volk gelapt. Hun eigen soortgenoten hebben hen destijds verkocht als slaaf. Dus ipv je pijlen enkel te richten naar de blanken, kijk missch ook eens in je eigen boezem.
__________________
Voorlopig wordt mijn idool niet meer weergegeven, wegens altoos wederkerende spot tegenover Haar. Mijn excuses aan Haar. Ik had dit nooit zo lang mogen laten duren!!
MaGNiFiCaT is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 18:31   #6
-=EXCALIBUR=-
Staatssecretaris
 
-=EXCALIBUR=-'s schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 september 2005
Locatie: Republic of Prozachstan
Berichten: 2.922
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X
Het is nogal veel om te lezen.

Quoten daarentegen ging nog vlotjes.
-=EXCALIBUR=- is offline   Met citaat antwoorden
Oud 28 november 2011, 19:27   #7
Savatage
Secretaris-Generaal VN
 
Savatage's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 7 december 2004
Locatie: Vlaanderen
Berichten: 21.732
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X
Iemand die al die tekst al gelezen heeft? Het nog eens quoten was interessanter
Savatage is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 november 2011, 18:25   #8
Weezer
Eur. Commissievoorzitter
 
Weezer's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 25 april 2006
Locatie: Zeeuws-Vlaanderen
Berichten: 9.152
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X
Bijgevoegde afbeelding(e)
 
__________________
The problem with quotes on the Internet is that it is hard to verify their authenticity - Abraham Lincoln
Weezer is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 november 2011, 18:55   #9
manta
Secretaris-Generaal VN
 
manta's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 januari 2004
Berichten: 34.805
Standaard

Een hoop overgeromantiseerde nonsens gelijk Roots?
Dat was ook zo'n waar gebeurde geschiedenis... Tot uitkwam dat het uit een duim gezogen was...
manta is offline   Met citaat antwoorden
Oud 29 november 2011, 19:01   #10
Ratatosk
Europees Commissaris
 
Ratatosk's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 30 juli 2010
Berichten: 6.374
Standaard

Gratis kledij, onderdak en eten. Weet ge hoeveel mensen dat niet hebben?
__________________
Het is allemaal de schuld van de Flair.
Ratatosk is offline   Met citaat antwoorden
Oud 30 november 2011, 01:10   #11
lollysticky
Minister
 
lollysticky's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 23 augustus 2007
Berichten: 3.803
Standaard

Regel 1 voor de domme forum-poster

indien je een langdradige tekst post, zorg dan dat die: 1) ordentelijk is opgedeeld in alinea's, 2) wat titeltjes (liefst in bold) bevat voor de structuur duidelijk te maken, 3) een witregel tussen onderdelen


hoe wil je nu dat iemand je 'boodschap' leest met een copypaste van één of andere website >_>
__________________
"La méthode Guy : les sujets difficile, on les met au frigo en espérant qu'ils disparaissent." (quote van het lesoir forum)
Belangrijk voor de forum-ganger: Godwin's Law / Godwin's Rule of Nazi Analogies: "As a Usenet discussion grows longer, the probability of a comparison involving Nazis or Hitler approaches one." Reductio ad Hitlerum/Nazium:"Hitler (or the Nazis) supported X, therefore X must be evil/undesirable/bad."

Laatst gewijzigd door lollysticky : 30 november 2011 om 01:11.
lollysticky is offline   Met citaat antwoorden
Oud 30 november 2011, 08:35   #12
-=EXCALIBUR=-
Staatssecretaris
 
-=EXCALIBUR=-'s schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 september 2005
Locatie: Republic of Prozachstan
Berichten: 2.922
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door lollysticky Bekijk bericht
Regel 1 voor de domme forum-poster

indien je een langdradige tekst post, zorg dan dat die: 1) ordentelijk is opgedeeld in alinea's, 2) wat titeltjes (liefst in bold) bevat voor de structuur duidelijk te maken, 3) een witregel tussen onderdelen


hoe wil je nu dat iemand je 'boodschap' leest met een copypaste van één of andere website >_>
En dan nog zonder bronvermelding.
-=EXCALIBUR=- is offline   Met citaat antwoorden
Oud 30 november 2011, 12:51   #13
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door -=EXCALIBUR=- Bekijk bericht
En dan nog zonder bronvermelding.
Het gaat om de inhoud lieverd.


Domme, domme mensen. ik vond geen link, inderhaast, maar meende mijn doelgroep dit nieuws niet te moeten onthouden. Een radiopresentator vond ironisch dat de surinamers die aan deze serie meewerkten naar de gevangenis moeten gaan. de volle tekst moet ik nog lezen, maar heb weinig tijd vanwege de administratieve terreutr waar burgers van nederland aan bloot staan. intussen heb ik genoeg werk voor een full time secretaris om mijn administratie bij te houden. dan stuur je een klacht en krijg je geen antwoord.

Laatst gewijzigd door Egmond Codfried : 30 november 2011 om 12:52.
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Oud 3 december 2011, 11:44   #14
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard

De negeerlijst is weer een stuk langer geworden want het gescroll deed pijn aan mijn vinger. Mensen die graag op mijn negeerlijst willen komen dienen dus deze lange stuk tekst hier opnieuw af te drukken.
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Oud 3 december 2011, 12:17   #15
-=EXCALIBUR=-
Staatssecretaris
 
-=EXCALIBUR=-'s schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 september 2005
Locatie: Republic of Prozachstan
Berichten: 2.922
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Het gaat om de inhoud lieverd.
Het forumreglement zegt wel dat je een link moet plaatsen als je een tekst quote.
-=EXCALIBUR=- is offline   Met citaat antwoorden
Oud 3 december 2011, 12:58   #16
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard

Citaat:
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst==
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Oud 3 december 2011, 16:28   #17
-=EXCALIBUR=-
Staatssecretaris
 
-=EXCALIBUR=-'s schermafbeelding
 
Geregistreerd: 18 september 2005
Locatie: Republic of Prozachstan
Berichten: 2.922
Standaard



En dat moet men dan maar voor waarheid nemen?
-=EXCALIBUR=- is offline   Met citaat antwoorden
Oud 4 december 2011, 02:31   #18
Elio di Supo
Banneling
 
 
Geregistreerd: 13 november 2007
Locatie: The Swamp
Berichten: 28.231
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Egmond Codfried Bekijk bericht
Helaas was een link leggen onmogelijk, vandaar de hele tekst============================================


De Slavernij - het witwassen van
een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis
Sandew Hira

International Institute for Scientific Research (IISR)
© Amrit 2011 Den Haag
ISBN 978-90-74897-70-9
Vormgever Samantha Noten - IMA-GIN
De Slavernij - het witwassen van een zwarte bladzijde
uit de Nederlandse koloniale geschiedenis
Commentaar op de NTR televisie serie
vanuit een gedekoloniseerd perspectief
Sandew Hira
International Institute for Scientific Research (IISR)
Inhoudsopgave
Voorwoord 5
Aflevering 1: Een wereld vol slaven 7
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen 10
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel 16
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
Aflevering 4: Industrie in de tropen 21
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
Aflevering 5: Ketens van de geest 26
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
Nawoord 32
4
Voorwoord
Met veel bombarie en geld heeft de NTR (Nederlandse Televise en Radio) haar nieuwe televisie serie De Slavernij
gepresenteerd. Wie dacht dat het een serie zou zijn die het pijnlijke verleden van slavernij en kolonialisme voor het
voetlicht zou brengen, kwam bedrogen uit. De serie bleek vooral een poging om een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
De serie De Slavernij is tot stand gekomen onder eindredactie van Carla Boos van de NTR. Echter de
wetenschappelijke argumentatie is geleverd door de hoogleraren Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Zij behoren tot de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme. Deze stroming probeert slavernij en
kolonialisme als een misdaad tegen de menselijkheid te bagatelliseren. De serie is een uitstekend toonbeeld van
hun werk.
De geschiedenis van de Holocaust is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het Joodse volk, waarbij de
Duitsers – met name de nazi’s – de daders waren van die misdaad.
De geschiedenis van de Transatlantische slavernij is vooral de geschiedenis van een misdaad tegen het
Afrikaanse volk, waarbij de Europeanen – de ondernemers en de elite uit die tijd – de daders waren.
In de slavernij serie van vijf afleveringen vertelt de blanke Daphne Bunskoek het verhaal en gaat de zwarte Roué
Verveer op zoek naar zijn roots. De rolverdeling is dat de zwarte man (Verveer) niets weet over zijn geschiedenis
en dat de witte vrouw (Bunskoek) die uitlegt. Daphne is de slimme Sjors en Roué de naïeve, onwetende en bijna
domme Sjimmie.
Het is alsof de Duitsers aan de Joden vertellen wat de Holocaust was en dat het allemaal wel meeviel. Daphne
Bunskoek doet het serieuze verhaal over wat slavernij was en Roué Verveer is de comediant, de lolbroek die
rondhuppelt en van toeten noch blazen weet over slavernij. Dat is ook de taakverdeling die de afgelopen eeuwen
tussen Nederlanders en Surinamers is geweest gedurende het kolonialisme. De NTR weet hoe je een traditie
hoog moet houden.
Gert Oostindie stelt in het VPRO programma Z.O.Z.1 dat voor deze opzet is gekozen omdat hem is gebleken dat
veel Surinamers weinig weten over hun eigen geschiedenis. Als hij consequent zou zijn in die redenering dan zou
daarin juist een argument liggen om de rollen om te keren. Want als Daphne Bunskoek de gemiddelde
Nederlander voorstelt en Roué Verveer de gemiddelde Surinamer, dan weet de gemiddelde Surinamer via ouders,
vrienden en de gemeenschap meer over slavernij dan de gemiddelde Nederlander. Maar het gaat hier niet om
logica. Het gaat om de zekerheid dat er geen pijnlijke situaties in het televisiebeeld ontstaan. Stel dat een zwarte
man het verhaal van de koloniale ideoloog Henk den Heijer moest aanhoren dat slavenhalers geen racisten
waren, maar teleurgestelde Nederlanders. Het beeld dat je krijgt als die zwarte man zou zwijgen, zou heel pijnlijk
zijn, zowel voor die man als voor de kijker. Met een blanke Daphne Bunskoek vermijd je dit soort confrontaties.
Deze publicatie is uiteindelijk het resultaat van een merkwaardig proces. De eerste aflevering van de televisie
serie “De Slavernij” werd uitgezonden op zondag 18 september 2011. De stellingen die werden gepresenteerd in
die uitzending heb ik bekritiseerd in een commentaar dat gepubliceerd werd op de website van het International
Institute for Scientific Research (IISR). Het was bedoeld als een eenmalig commentaar. Na de eerste aflevering
zou ik mijn tijd er niet meer aan verdoen en de serie laten voor wat het was: een zoveelste poging om een zwarte
bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen. Niet interessant genoeg dus.
Zeer tot mijn verrassing bleek dat commentaar het gevoel te vertolken van veel mensen die met kromme tenen
zagen hoe de geschiedenis van de Transatlantische slavernij werd verdraaid en een misdaad tegen de
menselijkheid werd gebagatelliseerd. Het eerste commentaar is wijd verspreid via internet. Het bezoek aan de
website van IISR steeg explosief. Ik werd overspoeld met e-mails en merkte dat de verontwaardiging over de serie
vooral in de zwarte gemeenschap heel groot was. Ik zag ook dat er grote behoefte was aan een goed
onderbouwde kritiek op de serie.
1 VPRO: Vrijzinning Protestantse Radio Omroep. De aflevering was getiteld “De Slavernij: Sjors en Sjimmie?”, uitgezonden 01-10-2011.
5
Ik besloot om iedere aflevering te becommentariëren en het zo snel mogelijk te publiceren, in de regel de dag na
de aflevering. Het patroon bleef gelijk. Maandag schoot het aantal bezoekers aan de website van IISR omhoog en
de dagen daarna bleven veel mensen het commentaar lezen en verspreiden.2
Het overgrote deel van de e-mails vertolkt een diep gevoel van verontwaardiging over de serie. Sommigen
vroegen om verheldering van mijn commentaar. Anderen waren weer kritisch op de commentaren. De vele e-mails
heb ik niet kunnen beantwoorden vanwege tijdgebrek. Hiervoor bied ik bij deze mijn verontschuldigingen aan.
Alle afleveringen heb ik beoordeeld op de volgende criteria: is het een betrouwbare weergave van wat de
Transatlantische slavernij is geweest en is het dus gebaseerd op feiten?
Deze publicatie brengt de commentaren op de serie bijeen. Het wijkt af van de oorspronkelijke commentaren,
omdat ik meer tijd heb genomen om naar de serie te kijken, citaten te controleren en formuleringen aan te passen,
zodat niet wordt verondersteld dat je gisteren naar de serie hebt gekeken. De essentie is echter niet veranderd.
In de eerste commentaren waren ook noten opgenomen. Waar nodig zijn die noten hier aangepast vanwege de
stijl en actualiteit.
De publicatie verschijnt als een PDF-file die gratis mag worden gedistribueerd. Het is tot stand gekomen dankzij
de vrijwillige medewerking van diverse mensen die ik graag wil bedanken.
Meerdere vormgevers hebben hun diensten aangeboden. We zijn aan de slag gegaan met de eerste persoon die
zich heeft aangemeld. Samantha Noten (http://www.ima-gin.com) heeft voortvarend de omslag en het binnenwerk
opgemaakt. Haar snelle response en reactie op mijn suggesties heeft ze prachtig verwerkt. Samantha bedankt!
Mavis Biekman, Wilma Hendriks en Ismene Krishnadath hebben de correctie gedaan van de teksten. Ook hen wil
ik van harte danken voor hun bijdrage en het feit dat het allemaal in een korte tijd moest worden gerealiseerd.
Zonder mijn lieve vrouw Sitla Bonoo en onze kinderen Pravini en Amrit zou dit product nooit tot stand zijn
gekomen, omdat in liefde door het leven gaan, de energiebron is van al mijn werk.
Sandew Hira
29 oktober 2011
2 Gemiddeld bezochten 70 mensen per dag de website van IISR. Na de serie was dat 2.000-3.000 op de maandag en 300-500 in de dagen
daarna. We kunnen niet meten hoeveel mensen de tekst in hun e-mail hebben gekopieerd of op hun eigen website of Facebook hebben
geplaatst.
6
Aflevering 1: Een wereld vol slaven
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso3
3 Surinaams spreekwoord: Je kunt je grootmoeder verbergen, maar haar gekuch kun je niet verbergen. Anders gezegd: je kunt je ware aard
niet verbergen.
7
Bron:
Against human dignity - Published in Anthonu Tibbles
Algemeen
De Transatlantische slavernij is door de Verenigde Naties in 2001 officieel tot een misdaad tegen de menselijkheid
verklaard. Een misdaad tegen de menselijkheid is het verschijnsel waarbij een grove en systematische aanslag op
de menselijke waardigheid (moord, onderdrukking, uitbuiting, stelselmatige vernedering etc.) wordt gepleegd en
vanuit de staat of door de staat gesteunde individuen en organisaties wordt georganiseerd en op grote groepen
mensen wordt uitgevoerd.
Als je wilt uitleggen wat de Transatlantische slavernij is, dan zou je vergelijkingen moeten maken met andere
misdaden tegen de menselijkheid zoals de Joodse Holocaust of de genocide die Columbus en zijn volgelingen op
de Inheemsen van Amerika hebben gepleegd. Je kijkt dan naar de verschillen en overeenkomsten om vast te
stellen waarin de ene misdaad tegen de menselijkheid afwijkt van de andere en wat de gemeenschappelijke
kenmerken zijn.
De boodschap van de eerste aflevering is: slavernij is van alle tijden, van alle kleuren, en van alle werelddelen, en
er is nog steeds slavernij op de wereld, of zoals Gert Oostindie het zegt: “In de hele wereldgeschiedenis is
onvrijheid een constante”.4
Stel je voor dat een nieuwslezer dit bericht zou voorlezen: “Gisteren heeft in de Warmoesstraat in Amsterdam
weer een Holocaust plaatsgevonden.” De redenering achter het bericht is dat moord van alle tijden is en dat
Holocaust moord was. De verontwaardiging zou in alle hoeken en gaten van de Nederlandse samenleving worden
geventileerd.
Als in Nederland een serie zou worden uitgezonden over de Holocaust waarin werd beargumenteerd dat het van
alle tijden was en het nog steeds is (want Holocaust is moord en moord is van alle tijden en gebeurt vandaag ook
nog) zou Nederland te klein zijn. De hoogleraren die dat beweren zouden direct hun baan kwijt raken vanwege
grove incompetentie.
In het geval van die andere misdaad tegen de menselijkheid – de Transatlantische slavernij – is het heel normaal
om dit te kunnen roepen. En dat zegt veel over hoe slavernij in de Nederlandse geschiedenis is vastgelegd.
Wat is de aard van slavernij?
In de internationale literatuur is er een uitgebreide discussie over deze vraag. De verschillen tussen de stroming
van het Wetenschappelijk Kolonialisme en de stroming van Decolonizing the Mind is als volgt.
De Wetenschappelijk Kolonialisten doen voorkomen alsof alle vormen van slavernij hetzelfde zijn. Daarmee wordt
de aard van de Transatlantische slavernij verdoezeld.
Bunskoek laat zien hoe mensen uit Oost-Europa in Nederland door criminelen als slaven worden behandeld.
Vervolgens vertelt een politieagent dat de belangrijkste vorm van moderne slavernij in India en Afrika voorkomt.
We klagen wel over de Transatlantische slavernij maar zie hier: India en Afrika zijn ook schuldig aan moderne
slavernij. Dat is de vergoelijkte boodschap.
Wat is zo onzinnig aan deze redenering? Drie zaken.
Ten eerste, de Transatlantische slavernij was gesanctioneerd door staten. Het was geen aangelegenheid van
particulieren. Het was gesanctioneerd door de regeringen in Europa. De regeringen van India en Afrika
sanctioneren slavernij niet. Dat is het werk van particuliere criminelen. Het is geen overheidsbeleid. Dat is een
cruciaal verschil.
Ten tweede, de moderne slavernij is niet het fundament van de wereldeconomie in wording. De Transatlantische
slavernij heeft geleid tot de opkomst van de scheepvaart, bank- en verzekeringswezen, de stapelmarkten in
Europa, de opkomst van verwerkingsindustrieën in Europa die landbouwproducten als suiker, koffie en cacao
verwerkten tot consumptieproducten.
Ten derde, de schaal waarop het plaatsvond. Het ging om een misdaad tegen tientallen miljoenen mensen. In dit
aantal zit inbegrepen de mensen die vervoerd zijn, de mensen die onderweg zijn gestorven van het dorp in Afrika
naar de inschepingsplaats aan de kust en de mensen die in slavernij zijn geboren.
Dit is wat de Transatlantische slavenhandel en slavernij was en dat is iets heel anders dan criminelen die mensen
hun vrijheid ontnemen in Rotterdam en moderne mensenhandel, hoe ernstig ook, in en vanuit Afrika en India.
De politie in Rotterdam ging achter de mensenhandelaren aan om ze te arresteren en gevangen te nemen. In de
Transatlantische slavernij waren de mensenhandelaren zelf de politie! De politie maakte de Afrikanen tot slaaf.
4 http://www.mareonline.nl/archive/201...lack-Holocaust.
8
Door dit onderscheid achterwege te laten wordt het echte karakter van de Transatlantische slavernij verdoezeld:
een door Europese staten georganiseerde misdaad tegen de menselijkheid.
Blanke gijzelaars in slavernij
Bunskoek gaat naar Marokko met de boodschap: islamitische Marokkanen – alweer die “kut-Marokkanen” moet de
gemiddelde Nederlander waarschijnlijk denken – hebben op grote schaal blanke christenen tot slaaf gemaakt.
Het eerste dat opvalt, is de terminologie. Bij blanke mensen praat Bunskoek over “tot slaaf gemaakte christenen”
en bij Afrikanen praat ze gewoon over “slaven”.
In de internationale literatuur is de Engelse term “slave” in diskrediet geraakt. Niemand wordt als slaaf geboren.
Mensen worden in vrijheid geboren en via een misdaad tot slaaf gemaakt. Om die reden wordt internationaal de
Engelse term “enslaved” – de Nederlandse vertaling is “tot slaaf gemaakt” - gebruikt om dit cruciale verschil aan te
duiden. Daarmee wordt aangegeven dat slavernij een misdaad was en geen normaal acceptabel verschijnsel.
Iemand tot slaaf maken is een misdaad. De term slaaf geeft dat niet aan.
Waarom haal ik dit aan? Omdat Bunskoek in de eerste aflevering voor blanke “slaven” de term “tot slaaf gemaakte
christenen” gebruikt en voor zwarte mensen in alle afleveringen de term “slaaf” hanteert. Kennelijk is ze zich heel
erg bewust van dit verschil. Waarom maakt ze anders het racistische onderscheid door “tot slaaf gemaakt” voor
blanken te gebruiken en “slaaf” alleen voor zwarten? Om te laten zien dat het in het eerste geval om een misdaad
ging en in het tweede geval niet.
Die bovengenoemde christenen waren eigenlijk gijzelaars voor wie een losprijs werd geëist. In die tussentijd
werden ze als slaaf tewerkgesteld. De strekking is: “Kijk, er was ook blanke slavernij en de meesters waren zwarte
moslims. Slavernij is van alle tijden. Dus waar kletsen we over als we praten over de Transatlantische slavernij?”
En hier heb je weer het gedraai van de feiten. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op losgeld! Er was
niemand die losgeld kon betalen voor de zwarte Afrikanen. Dat is onder meer al wezenlijk anders.
Blanke slavernij kwam trouwens op veel grotere schaal voor, niet in Afrika maar in Europa, met name in Oost-
Europa en wel tot het begin van de negentiende eeuw. De term slaaf komt ook van de Slavische volkeren. In
Rusland is slavernij officieel in 1723 afgeschaft en daarna werd overgegaan op lijfeigenschap.
Als je al iets zou willen vertellen over blanke slavernij dan zou het logischer zijn om te praten over een locatie waar
die op veel grotere schaal plaatsvond, namelijk Europa, niet in Marokko. Maar als je wilt inspelen op het
antimoslim klimaat in Nederland, dan past een verhaal over Marokko daar beter in dan een verhaal over Rusland.
Het doel is niet om inzicht te krijgen in de vraag wat Transatlantische slavernij was, want op grond van feiten is die
volstrekt onvergelijkbaar met het verhaal van de blanke gijzelaars in Marokko.
Brazilië
De meest koloniale visie op slavernij was het verhaal van Bunskoek over Brazilië en Prins Maurits van Nassau en
dan vooral de scène van een jonge militair op de militaire academie die vertelt hoe goed de Nederlandse prins
was voor Brazilië. Waarom? Hij had wetenschappers, schilders en zelfs astronomen naar Brazilië gebracht. Nooit
geweten dat de astronomie in Brazilië tot zulke grote hoogten was gestegen. Maar het belangrijkste was wel de
tolerantie. De Nederlanders hebben de joden in staat gesteld om in alle vrijheid hun godsdienst te belijden. En hoe
tolerant waren de Nederlanders ten opzichte van de vrijheid van de Afrikanen in slavernij? Die waren toch tot slaaf
gemaakt? Geen woord erover. Het is alsof iemand een verhaal houdt over de kampbewaarder van Auschwitz en
vertelt hoe hij concerten organiseerde met muziek van Mozart en Bach en zwijgt over het feit dat er gaskamers
waren waar mensen werden vermoord. Dat is de kwaliteit van de eerste aflevering van De Slavernij.
Yu kan kibri yu granma, ma yu no kan kibri en koso koso
Dit is een Surinaams spreekwoord dat vrij vertaald zegt dat je wel je grootmoeder kunt verbergen, maar niet haar
gekuch.
De NTR promoot de serie als de ultieme poging om een genuanceerd beeld van de slavernij geschiedenis te
presenteren. Drie professoren hebben hier hard aan meegewerkt: Gert Oostindie, Alex van Stipriaan en Henk den
Heijer. Carla Boos deed de eindredactie. Het resultaat is in kwaliteit minder dan een scriptie van de laatste klas
van het vwo: het verzwijgt de belangrijkste informatie over slavernij daar waar het had moeten worden verteld. Het
geeft een volstrekt verkeerd idee van wat Transatlantische slavernij was door het te vergelijken met zaken die daar
wezenlijk van afwijken. Het doel is daarbij nog steeds te verzwijgen dat Nederland een misdaad heeft begaan
tegen de menselijkheid: de ultieme poging om het gekuch van de oma verborgen te houden.
9
Aflevering 2: Nederlandse geweren, Afrikaanse tranen
Nederlandse daders en Afrikaanse collaborateurs
10
Bron:
Crying man - The Hotness Website
Weapon - Dutch Arms
Algemeen
Waarom was er een Transatlantische handel in tot slaaf gemaakte Afrikanen? Dit is de centrale vraag die de
aflevering wil beantwoorden. Het antwoord in de serie is simpel: de Afrikanen wilden geld verdienen.
De centrale boodschap van deze aflevering is: slavenhandel is hoofdzakelijk een aangelegenheid geweest van
Afrikanen. Europeanen kochten wel slaven, maar speelden hierin geen hoofdrol, maar een bijrol.
Wat klopt er niet aan deze redenering? Het is feitelijk onjuist. Het is volstrekt onlogisch. Verder is het een moreel
verwerpelijke redenering.
Feiten kloppen niet: slavenhandel was niet aanbodgestuurd, maar vraaggestuurd
De stelling in de aflevering is als volgt: Afrikanen gingen op eigen houtje de binnenlanden in om mensen tot slaaf
te maken. Dat deden ze al eeuwen. Nu kwamen Europeanen en zij hebben niet veel anders gedaan dan
arbeidskrachten afnemen die toch al werden aangeboden. Het initiatief ging uit van de Afrikanen, de verkopers. Zij
waren de drijvende kracht achter de mensenhandel.
Maar dit klopt helemaal niet met de feiten. De plantages in Amerika zijn niet opgezet omdat mensenhandelaren in
Afrika mensen te koop aanboden en Europeanen vervolgens daarna gingen bedenken wat ze met die mensen
zouden kunnen doen. Plantages zijn in de Amerikaanse koloniën opgezet vanuit een economische behoefte om
grondstoffen te leveren aan Europa voor verdere verwerking. De eigenaren gebruikten eerst Inheemse slaven. De
genocide van Inheemse slaven en hun grote verspreiding in het Amazonegebied heeft ertoe geleid dat
Europeanen naar Afrika zijn gegaan om een geregelde aanvoer van tot slaaf gemaakte mensen te organiseren.
De West Indische Compagnie had destijds in haar octrooi opgenomen dat ze ieder jaar Suriname zou voorzien
van 2.500 tot slaaf gemaakte mensen. Hoe kun je een dergelijk exact getal in je octrooi opnemen als je aanvoer
van toeval aan elkaar hangt? Dat was ook niet zo. De aanvoer werd georganiseerd vanuit de koloniën. Het werd
niet aan het toeval overgelaten. De aanvoer van slaven werd niet door het aanbod van Afrikanen bepaald, maar
door de vraag van Europeanen. De hoofddader in deze misdaad was niet de aanbieder, maar de vrager. Waarom?
Omdat de vrager, niet de aanbieder, een systeem had opgezet op basis waarvan de aanbieder kon opereren. De
aanbieder was de collaborateur. De vrager was de hoofdmisdadiger.
Als Europeanen het systeem hadden opgezet, dan rijst de vraag: hoe hebben ze dat systeem in elkaar gezet en
hoe werkte dat?
Volgens de serie hebben niet de Europeanen, maar de Afrikanen het systeem van Transatlantische slavernij
opgezet. Die gingen de binnenlanden in, haalden de mensen die schulden hadden op en gingen vervolgens
wachten totdat iemand ze wilde hebben.
Het fundament van het door Europa opgezette systeem bestond uit drie onderdelen:
Ten eerste, en dat is het allerbelangrijkste, de vraag naar mensen werd bepaald door de planters van de plantages
in Amerika. De Transatlantische slavernij was niet gebaseerd op schuldslavernij zoals die vroeger voorkwam in
Afrika. De Transatlantische mensenhandel was niet gebaseerd op schulden van mensen, die afbetaald konden
worden, maar op de behoefte van plantages die onderdeel waren van een opkomende wereldeconomie. Die
mensen werden gebracht naar plantages waar ze tot arbeid werden gedwongen. Zonder het plantagesysteem was
er eenvoudigweg geen Transatlantische handel in mensen geweest. Zoals Armand Zunder uitlegt in zijn boek
Herstelbetalingen was het plantagesysteem in de eerste eeuwen van het kolonialisme onmogelijk zonder
dwangarbeid, in dit geval arbeid van tot slaaf gemaakte mensen.
Haal die drijvende kracht weg: de plantage-economie in Amerika. Wat zou er dan zijn overgebleven van de
slavenhandel in Afrika? Niet veel. Je zou schuldslavernij hebben zoals die al eeuwen bestond, maar daarop was
geen nieuwe wereldeconomie gebaseerd, zoals dat wel het geval was met de plantage-economie.
Het tweede onderdeel van het systeem bestond uit een serie forten in Afrika. Die forten stuurden het systeem in
Afrika aan. De forten zijn niet op initiatief van de Afrikanen opgezet, maar waren door Europeanen ingesteld om de
aanvoer voor de plantages te organiseren. Als die forten er niet waren, dan zou de aanvoer een kwestie van
grillige wisselvalligheden zijn geweest. Met de forten werd een militair en administratief systeem opgezet om de
grootschalige kidnapping van mensen in Afrika te organiseren. Het administratieve bestuur was nodig om in Afrika
de verdeel-en-heers tactiek toe te passen. Opstandige stammen werden door collaborerende stammen
onderworpen, zoals Bunskoek ook noemt, maar niet begrijpt. Het was nodig om aan te geven hoeveel mensen in
Amerika nodig waren en om de bestellingen te plaatsen voor de mensenhandelaren. Die handelaren reageerden
op de vraag.
11
Het derde onderdeel – en zeer desastreus – was de wapenvoorziening. De grootscheepse kidnapping was
gebaseerd op modern wapentuig en legertjes die rovend door de dorpen van Afrika trokken. Die legertjes werden
van wapens voorzien door de Europeanen. De permanente oorlog werd gevoed door de Europeanen. Zonder die
grootscheepse bewapening was de schaal van deze roof niet denkbaar.
Dit zijn de feiten van de Transatlantische mensenroof en die zijn volledig verzwegen in de “Slavernij” aflevering die
hierover zou moeten gaan.
Logica klopt niet
Laten we nu naar de logica kijken.
De redenering dat de Transatlantische mensenhandel is opgezet door Afrikanen is ook volstrekt onlogisch. Stel dat
we niet wisten dat het plantagesysteem dat de Europeanen in Amerika hadden opgezet de basis was van deze
handel. Die indruk krijg je namelijk als je de aflevering volgt. Waarom zou een Europeaan zomaar mensen kopen
van Afrikanen die deze mensen aanbieden? Het is niet alsof je tomaten koopt, die je op ieder moment kunt eten.
Als je niets met die mensen kunt doen, dan zul je ze ook niet kopen. En zonder die koop zou het aanbod stoppen.
Het aanbod kan niet op zichzelf blijven staan. Het is onlogisch te denken dat je op grote schaal mensen rooft
zonder enige verwachting dat je ze kunt verkopen. Dat is gewoonweg onlogisch.
Het andere onlogische element is de aansturing door Afrikanen. Als de handel werd aangestuurd door Afrikanen,
waar zouden zij hun quota op baseren? Hoe hadden zij kunnen weten hoeveel arbeidskrachten er op de plantages
nodig waren?
Conclusie
Op basis van feiten en logica klopt de hele redenering niet dat de Transatlantische mensenhandel een Afrikaanse
aangelegenheid was, waarin Europeanen een bijrol hadden. Het was juist omgekeerd. De hoofdrol was voor de
Europeanen weggelegd en de Afrikaanse handelaren waren hun assistenten. Dat is volledige verzwegen in deze
aflevering.
De morele dimensie
Waarom is dit verschil van belang? Vanwege de morele vraag: hoe gaan nazaten van slachtoffers en misdadigers
van de Transatlantische mensenhandel en slavernij met elkaar om. Bij iedere misdaad van deze omvang is de
bijdrage van collaborateurs van essentieel belang. In die misdaad zijn er drie groepen: de slachtoffers, de daders
en de collaborateurs. De laatsten zijn afkomstig uit de geledingen van de slachtoffers.
Tijdens de joodse Holocaust en de bezetting van Nederland waren er ook collaborateurs. In alle joodse
gemeenschappen waren jodenraden opgezet die samenwerkten met de nazi’s. Via deze raad gaven de nazi’s
bevelen aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De raad was het doorgeefluik van de anti-joodse
maatregelen.
Op 4 mei vielen de Duitsers Nederland binnen; 10 dagen later gaf Rotterdam zich over. Op 29 mei, amper drie
weken na de inval, werd officieel het Duitse bestuur in Nederland ingesteld. Veel Nederlandse bedrijven meldden
zich aan bij de Duitsers om mee te werken aan de Duitse oorlogsindustrie. Philips boekte in die oorlogsjaren
recordwinsten. Net als in andere landen werd in Nederland de joodse Raad met vooraanstaande joden opgericht
die de deportatie van joden naar de concentratiekampen moesten helpen organiseren. En die joodse raden deden
ook dat werk. Er waren 50.000 Nederlanders die zich aanmeldden om dienst te nemen in het Duitse leger in
Nederland. Ambtenaren werkten loyaal mee aan de bezetting.
Niemand in Nederland zal het in zijn of haar hoofd halen om de Nederlanders verantwoordelijk te stellen voor de
Duitse bezetting vanwege dit grote aantal collaborateurs. Als je heel gedetailleerd het werk van de collaborateurs
beschrijft zonder te vermelden dat het om collaboratie gaat, zoals Bunskoek en Den Heijer doen in deze
aflevering, dan zou de conclusie moeten zijn dat Nederland geen 4 en 5 mei herdenking meer moet houden, maar
in schaamte ieder jaar moet vertellen hoe groot de collaboratie wel niet is geweest. Maar heel terecht neemt men
in Nederland de stelling in dat het werk van de collaborateurs niet op de schouders van de slachtoffers moet
worden geplaatst. Bunskoek en Den Heijer doen dat continue, 55 minuten lang, in aflevering 2. Dat is de immorele
kant van deze serie. En het racistische element zit in de vraag: waarom pas je die benadering toe op zwarte
Afrikanen, maar niet op blanke Europeanen?
12
Kleinere aandachtspunten
De cijfers
Bunskoek meldt dat er onderweg 2 miljoen Afrikanen bezweken tijdens de reis van het binnenland naar de havens
van inscheping. Dat zou 20% van het totaal aantal personen zijn dat levend is aangekomen in de havens. Andere
schattingen gaan ervan uit dat voor ieder levend aangekomen persoon in de haven er onderweg 1 tot 5 mensen
stierven (dat is 100%-500%). Dat aantal zou betekenen dat het om 12-60 miljoen mensen zou gaan.
De Guyanese historicus Walter Rodney heeft op basis van VN cijfers laten zien wat het effect van de kidnapping is
geweest op de bevolking van Afrika. Daaruit blijkt dat deze gedurende twee eeuwen gelijk is gebleven.
Het percentage van 20% voor een verschijnsel waarbij mensen in hun dorpen werden overvallen, een 150 km
lange voettocht maakten en in de ongezonde kerkers van de havens verbleven is wel erg weinig. Maar de lagere
gemelde aantallen in de serie zijn bedoeld om de zaak minder erg te doen voorkomen dan het in werkelijkheid
was.
De nieuwe naam voor racisten: teleurgestelde blanken
Bunskoek citeert uiterst racistische teksten van Nederlanders over Afrikanen. “Alle inboorlingen, de negers, zijn
zonder uitzondering schurkachtig, sluw, bedrieglijk en haast nooit te vertrouwen. Daar komt nog bij dat ze
ongelooflijk lui, onvoorstelbaar zorgeloos en ondoorgrondelijk zijn.” Een ander citaat: “Wat de dames van plezier
betreft, c.q. negerinnen en mulattinnen, die zijn in mijn ogen op zo´n dodelijke onbeschaamde desperate ja zelfs
goddeloze manier lelijk dat zelfs als ik een hond was er nog niet tegen aan zou willen pissen.”
Van Bunskoek: “De teksten die we net hoorden, is dat nou het begin van racisme te noemen?”
Den Heijer: “Nee, ik denk niet dat je dat zo moet zien. Dat waren gewoon mannen die teleurgesteld waren… Je
ziet echt dat dit uitingen zijn van teleurstelling.”
Op die manier kun je van de nazi’s zeggen dat het geen antisemieten waren, maar teleurgestelde Duitsers. Je
moet het maar durven.
De bronnen zwijgen, dus bestaat het niet
Bunskoek memoreert het verhaal uit de orale traditie dat bij de selectie van zwarte vrouwen blanke gouverneurs er
de mooiste vrouwen uithaalden om hen te verkrachten. Den Heijer zegt: “Dat klopt niet, want ik ben het in geen
enkele bron tegengekomen.” Ik vraag me af welke gouverneur dit destijds zou gaan opschrijven: “Ik zag een
mooie zwarte vrouw met welgevallige borsten. Ik liet haar boven brengen, gooide haar op bed, dwong haar benen
13
Bron: Walter Rodney:
How Europe underdeveloped Africa. London/Dar Es Salaam 972, p.105
uit elkaar. Daarna haalde ik mijn tollie (penis) uit mijn broek, die stijf was als de neten en duwde die hard in haar
schede. Die vrouw schreeuwde van pijn, maar dat vond ik juist lekker.”
Wie gaat dit nou openlijk opschrijven?
Als niemand dit opschrijft, dan kan het onmogelijk gebeurd zijn, zegt den Heijer. Wat een redering voor een
wetenschapper.
Romance in Afrika
Wat moet het romantisch zijn geweest in die forten van Afrika. Romance was ‘constant in the air’. Dat is de
boodschap van Den Heijer. Maar het fort was een totale institutie, een instelling die het leven van mannen en
vrouwen van begin tot eind controleerde. Studies van dit soort instituties (gevangenissen, concentratiekampen,
katholieke jongerentehuizen etc.) tonen aan dat macht de basis is van de relatie tussen mensen. In
concentratiekampen zul je voorbeelden tegenkomen van jodinnen en nazi's die verliefd werden op elkaar. Maar
dat was niet dankzij, maar ondanks het systeem. Den Heijer schetst het valse beeld van romance in the air, omdat
hij bewust niet vermeld dat het hier ging om een totale institutie waarbij macht de basis van de relatie bepaalt.
Philips, Shell en WIC
De WIC moet je zien als een multinational als Philips, zegt Bunskoek. Daarmee associeert ze een misdadige
onderneming die in mensen handelde met een bedrijf dat gloeilampen produceert. Waarom? Om de misdaad
tegen de menselijkheid, waar de WIC zich schuldig aan maakte, te bagatelliseren en daarmee te verdoezelen.
Het verzwegen verzet
Net als bij de joden was er bij Afrikanen ook verzet in Afrika tegen de mensonterende kidnapping. Dat verzet zou
onderdeel moeten zijn van onze herinnering aan slavernij zoals de opstand van de joden in de getto’s van
Warschau onderdeel is van de herdenking van de Holocaust. Afrikaanse historici hebben dit verzet uitgebreid
gedocumenteerd. Dat verzet is volledig afwezig in de slavernij serie.
De naam van Roué Verveer: Kofi of Alonki?
In een serie die gaat over een misdaad tegen de menselijkheid is Verveer de vrolijke noot, de grappenmaker die
de (blanke) kijker moet laten lachen. Daarnaast is hij de zwarte man die het blanke verhaal moet legitimeren.
In Afrika krijgt hij een nieuwe naam van de Afrikanen: Kofi. Maar eigenlijk zou hij moeten heten: Alonki. Wie is
Alonki? Alonki is een figuur uit een bekend lied uit de slaventijd. Zie hier de tekst.
Alonki kon dansi
Alonki kon dansi
Kon dansi mek’ granman si
Kon dansi mek’ granman si
Alonki kom dansen
Alonki kom dansen
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Kom dansen om de blanke meester te plezieren
Alonki is de kleine jongen die tot functie heeft de blanke meester te plezieren. Hij moet dansen, grappen en grollen
maken zodat de blanke meester met plezier de dag door kan komen. Een passende titel voor Verveer is niet Kofi
maar Alonki. Misschien kent hij het liedje niet, dan is het aan te raden om de radiostations te vragen om het
speciaal voor hem te draaien, maar dan in de versie van de dichter Paul Middellijn. In diens versie danst Alonki
omdat hij werd verplicht, maar op een gegeven moment vindt hij zijn ziel terug en weigert de meester langer te
plezieren. Hij danst alleen nog om zijn vrijheid te vieren.
Waarom Verveer omdopen tot Alonki? Omdat hij een echte grappenmaker is voor de blanken. De Afrikanen die hij
in de serie tegenkomt, spreekt hij steevast aan op hun verantwoordelijkheid voor de slavenhandel: “Waarom
hebben jullie voorouders mijn voorouders verkocht?” Het klinkt zo pathetisch en misplaatst.
Maar bij alle blanke mensen die hij tegenkomt vertoont hij een totaal andere reactie. Een blanke dame vertelt over
de oker en andere groenten die door Afrikanen zijn meegenomen; je krijgt het gevoel dat ze op een toeristische
reis gingen (“wacht, wacht, ik moet nog de oker meenemen”).
14
Op geen enkel moment vraagt Alonki aan deze dame: “Waarom hebben jouw voorouders mijn voorouders
gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de plantages en dat ook met hun kinderen
en kindskinderen gedaan?” Het komt gewoon niet op bij de grappenmaker.
Als hij Bunskoek ziet, geeft hij haar een grote brasa in plaats van de vraag te stellen: “Daphne, waarom hebben
jouw voorouders mijn voorouders gekocht, in ketenen geslagen op de boot, gedwongen tewerkgesteld op de
plantages en dat ook met hun kinderen en kindskinderen gedaan?” Maar komt hij Afrikanen tegen, dan is dat de
grote vraag die op zijn zwarte lippen brandt: waarom hebben jullie voorouders deze misdaad begaan?
Opmerkelijk is ook zijn neerbuigende houding naar Afrikanen toe.
De winti godsdienst van de Afrikanen noemt hij tovenarij. Mensen die in wonderen en tovenarij geloven – zo is de
boodschap – zijn achterlijk. Even een vergelijking in deze context; wat te denken van de verhalen uit het
christendom: een man loopt op water. Hij verandert water in wijn. Hij is geboren uit een maagd. Hij sterft en wordt
weer geboren. We kunnen zo doorgaan. Wat zou Verveer zeggen van zoveel tovenarij? “Ik moet hier gauw
wegwezen,” was zijn commentaar bij de Afrikaanse godsdienst.
Die neerbuigendheid blijkt ook uit zijn evaluatie van de gastvrijheid die hij van de Afrikanen die hem als zijn
broeder zagen ontving. “Ze willen mijn geld hebben,” was zijn reactie. Tja, zo kun je er ook naar kijken, als je wilt.
Een andere manier van kijken is te laten zien dat er bij weerzien in de diaspora een scala van emoties een rol
spelen: een gevoel van verbondenheid, gastvrijheid en ook de verwachtingen dat je rijke familieleden zich
misschien om je zouden willen bekommeren. Je kunt ervoor kiezen om de nadruk op het ene te leggen of ze
allemaal te tonen. Alonki koos voor het eerste en wel de meest negatieve.
Alonki wilde de kijker het gevoel geven hoe het was om vanaf het binnenland naar de kust te lopen. Natuurlijk
begrijp ik dat ze die arme jongen niet helemaal die 150 km hebben kunnen laten lopen, al was het alleen maar
vanwege de tijdsduur. Maar om het gevoel een klein beetje realiteitswaarde te geven hadden ze hem niet een
rugzak met vers water moeten geven, maar hem in de boeien moeten slaan, een houten balk om zijn nek moeten
plaatsen en een Afrikaan als begeleider meegeven die hem zweepte als hij niet snel genoeg liep. Dat zou pas echt
realistisch zijn geweest. Nu is het alleen maar hilarisch en bagatelliserend om de tocht van de gekidnapte Afrikaan
uit het binnenland te laten zien door een zwarte Surinamer met een rugzak en vers water te tonen alsof het
toeristische reis was.
15
Aflevering 3: Een slaaf komt niet in de hemel
Het schip en het verzwegen concentratiekamp
16
Bron:
Morevian Congregation
My heaven is your hell
Onderdelen
Dit commentaar bestaat uit twee delen:
! De analyse van aflevering 3 van de serie De Slavernij.
! Zaterdag 1 oktober was er een uitzending van het programma Z.O.Z., dat de Multiculturele Televisie
Nederland (MTNL) maakt voor de VPRO. De uitzending was gewijd aan de discussie over de slavernij serie
van de NTR. De eindredacteur van dit programma is Anil Ramdas. Gert Oostindie, Aspha Bijnaar en ik waren
de gasten. De betreffende uitzending zal ik hier ook becommentariëren.
De consistente boodschap
Aflevering 3 is in haar boodschap consistent met aflevering 1 en 2.
Herhaling van een fout verhaal
Bunskoek en Den Heijer reduceren de betekenis van het fort als een centrum voor de organisatie van de handel.
Nu lijkt het alsof de Afrikaanse collaborateurs met de mensen langs de schepen voeren in hun kortjalen om te
kijken wie interesse had in de handelswaar en alsof de organisatie niet werd aangestuurd vanuit de Europeanen.
In mijn vorig commentaar heb ik al aangegeven dat dit niet klopt met de feiten.
De rol van zwarte deskundigen
Leo Balai vertelde een heel deskundig verhaal over het slavenschip Leusden. Balai kent de feiten. Maar
belangrijker nog, Balai weet ook hoe hij het moet duiden. Hij promoveert op dit onderwerp. In het radioprogramma
OVT van de VPRO vertelt Balai dat hij in zijn dissertatie ook de vergelijking van het slavenschip met een
concentratiekamp wilde opnemen. Maar dat mocht niet. Als hij eenmaal gepromoveerd is, wil hij bekijken hoe hij
die vergelijking alsnog kan maken, aldus Balai. Op uitzending gemist kunt u die aflevering beluisteren.
En zo wordt zwarte deskundigheid in de serie misbruikt. De feiten worden door hen verteld, maar ze mogen het
kader niet aangeven. Dat doen de blanke deskundigen. Die doen de montage van hun verhaal. De zwarte
deskundigen vormen de legitimatie van het verhaal dat vanuit een blank perspectief wordt neergezet. De feiten
worden door deze deskundigen wel verteld, maar hun duiding, hun analyse wordt weggelaten.
Jeanne Henriquez is ook zo’n uitmuntende deskundige op Curaçao. Zij figureert in deel 3 als iemand die een deel
van het verhaal vertelt. Jean heeft mij gemaild en gezegd dat ze mijn visie deelt over de slavernijgeschiedenis. Ze
wilde mij naar Curaçao halen om het verhaal te vertellen van de andere kant, vanuit ‘decolonizing the mind’. Ze
heeft me nu officieel uitgenodigd om te spreken op een conferentie op Curaçao van 11-13 november a.s. Aan die
uitnodiging geef ik graag gehoor.
Bagatelliseren
De lijn van bagatelliseren van de misdaad tegen de menselijkheid blijft ook hier bestaan. Na het hele verhaal
verteld te hebben over het slavenschip wordt het kader aangegeven, niet door Leo Balai, maar door Daphne
Bunskoek (lees Den Heijer, Oostindie en Van Stipriaan, de deskundigen die de lijn bepaald hebben). Dat kader is:
“Het was erg op het slavenschip, maar aan wal was het ook niet alles. Homo’s werden ook gewurgd.” We zijn
terug bij af met de vergelijking van een misdaad tegen de menselijkheid met een ophanging van homo’s in
Walcheren of Amsterdam.
Het verhaal van de elite
De serie kaart terecht de rol aan van de elite in Nederland. Maar het belangrijkste orgaan van de elite blijft volledig
buiten schot, namelijk het koningshuis en haar voorgaande instituties. Angstvallig wordt vermeden om de link te
leggen tussen het koningshuis en de misdaad tegen de menselijkheid. Die angst is tekenend voor de serie. Een
onbevangen wetenschappelijke benadering van de Nederlandse elite zou juist dit aspect niet onbelicht hebben
gelaten. Maar het gaat hier niet om onbevangen wetenschappers.
Bunskoek spreekt met een nazaat van een mensenhandelaar die aangeeft dat zij niet wil goedpraten wat haar
voorouders deden, “maar die dingen gebeurden nu eenmaal in die tijd”. Een zwarte historicus zou zo iemand de
vraag stellen: “Uw familie is rijk geworden door een misdaad tegen de menselijkheid. Vindt u niet dat het
familievermogen dat gebaseerd is op deze misdaad gebruikt moet worden om de nazaten van de slachtoffers te
compenseren?” Bunskoek weet dat het stellen van deze vraag kan leiden tot spontane hartkloppingen,
maagbloedingen en harde darmgeluiden bij velen in Nederland en zwijgt hierover.
17
Het onvolledige verhaal van Capitein
Het bizarre verhaal van J. Capitein wordt in deze aflevering verteld vanuit een blank perspectief (zoals trouwens
de hele serie). De lijn is: hier is een zwarte man die slavernij goed praat. Hij had niet de moed om slavernij af te
keuren.
Vanuit een zwart perspectief zouden twee vragen gesteld worden:
! Heeft hij dat helemaal zelf bedacht of is hij opgeleid om dit te vertellen. De feiten spreken voor zich. Hij heeft
het niet zelf bedacht.
! Wat zou er gebeuren als hij gezegd zou hebben: Nederlanders, jullie zijn misdadigers om mensen tot slaaf te
maken! Heel eenvoudig: hij zou aan zijn ballen worden opgehangen aan een boom. Vrouwen, kinderen en
volwassen mannen zouden hem bespugen terwijl hij werd gezweept. Vervolgens zou zijn tong worden
afgeknipt om te voorkomen dat hij die woorden nog een keer zou uitspreken. Zijn handen zouden worden
afgehakt zodat hij die woorden nooit zou kunnen opschrijven. Daarna zou hij levend worden verbrand, zoals
dat vaak gebeurde. Iedere zwarte persoon kan je vertellen dat dit zou kunnen zijn gebeurd. Een blanke
historicus uit de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme kan zich niet voorstellen dat dit zou kunnen
zijn gebeurd en negeert daarom ook de belangrijkste vraag die verklaart waarom die arme Afrikaan deze
nonsens opschreef.
Maar het verhaal zoals Bunskoek dat vertelt is ook nog eens onvolledig. Want toen Capitein terugkeerde naar
Afrika, stierf hij niet uit verdriet omdat de blanken hem niet als predikant wilden hebben. Hij nam een loopje met
het christendom. Zo vertaalde hij een bijbeltekst “Ik ben de Heer, uw God” in een Afrikaanse taal met “Ik ben Jan
Compón” (Compon staat voor de West Indische Compagnie). De dominees konden die vertaling niet goedkeuren.
Maar dat was niet het ergste. Eenmaal terug in Afrika werd hij verliefd op een heidense “zwartinnetje”. De man
stond op het punt weer terug te keren naar zijn Winti-geloof en zou als voormalig christendominee dansen op de
tonen van de apinti-drum, maar dat mocht niet. Hij werd brodeloos, ging de handel in, raakte in schulden en stierf
van ellende.
Conclusie: Aflevering 3 is meer van hetzelfde. De lijnen zijn uitgezet in aflevering 1 en 2. De feiten veranderen in
aflevering 3, maar het kader blijft hetzelfde.
Z.O.Z.: de VPRO uitzending Z.O.Z. (De Slavernij: Sjors en Sjimmie?)
PVV gedachtegoed
Oostindie geeft aan dat het verhaal van de christenslavernij niet onder druk van de PVV erin is gezet, maar dat ze
dat op eigen initiatief hebben gedaan. Dit PVV gedachtegoed zit diep verankerd in de geest van de makers. De
druk van de PVV-ideoloog Martin Bosma was helemaal niet nodig! Net als de PVV zijn ook zij de toer opgegaan
van het bagatelliseren van de Transatlantische slavernij als de misdaad tegen de menselijkheid.
Wat onthullend!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
In de korte tijd van zo’n gesprek kun je van alles en nog wat roepen zonder dat er tijd is om het uitgebreid te
controleren. Maar op internet hebben we alle tijd.
Ik gaf in het gesprek het verschil aan tussen Oostindie en mij. Oostindie beschouwt slavernij niet als een misdaad
tegen de menselijkheid. Hij ontkent dat hij dit geschreven heeft en vindt dat ik hem onterecht dat verwijt maakte.
Maar zijn oratie is gewoon te downloaden via internet. Op pagina 6 schrijft hij: “Grote woorden worden bij de
herdenking van de Atlantische slavernij niet geschuwd. Zo wordt de Atlantische slavernij wel aangeduid met
begrippen als ‘genocide’, ‘(zwarte) Holocaust’ en ‘misdaad tegen de menselijkheid’. Dat zijn woorden die in die zin
werken, dat zij ons dwingen dit verleden serieus onder ogen te zien. Maar het is de vraag of zij ook passen, ons
helpen het verleden beter te begrijpen.”
In de rest van de oratie legt hij uit waarom deze term juist niet bijdraagt tot een beter begrip van de
Transatlantische slavernij.
18
“Niemand in Nederland zou slavernij nog presenteren als iets positiefs”, zegt Oostindie. Maar dit is aantoonbaar
onjuist. Hij behoort samen met zijn collega’s in Nederland tot een stroming die de zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis met man en macht probeert wit te wassen. Die stroming staat bekend onder de naam
“wetenschappelijk kolonialisme”. Zij produceren boeken, artikelen en papers om dat te bewijzen. Zij leiden hun
studenten op om dat te reproduceren.
Lees wat hun collega Piet Emmer schrijft over slavernij: "De nieuwe maatschappij waarin ze [de Afrikanen]
terechtkwamen, kende weliswaar vaak hardere psychische levensomstandigheden dan de oude, maar in
materieel opzicht kregen de Afrikaanse slaven het er gemiddeld beter dan in Afrika… Skeletmetingen geven aan
dat de Nieuwe Wereld meer voedsel en minder hongersnoden in petto had voor de slaven uit Afrika… ”
Over het brandmerken van de slaven schrijft de hoogleraar dat het twee keer werd uitgevoerd: “Een keer als ze
aan boord van het Europese slavenschip kwamen en een keer als ze aan het einde van de reis op de plantage
arriveerden.” Volgens Emmer werd dat als positief ervaren: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe eigenaar voor
hen zou zorgen.” [P.C. Emmer: De Nederlandse slavenhandel 1500-1850. De Arbeiderspers. Amsterdam/
Antwerpen 2003, p. 250-252].
Op een andere plek schrijft hij: “Er is geen indicatie dat opstandige slaven of de Marrons ooit de intentie hadden
om slavernij af te schaffen en naar algemene slavenemancipatie te streven.” De slaven wilden geen einde aan
slavernij, stelt hij. Wat wilden ze wel? “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen
aan andere plantages of op de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en
toe naar andere plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.” [Pieter Emmer: Who abolished
slavery? Resistance and accommodation in the Dutch Caribbean. Paramaribo, may 11th-15th 2008, p. 15-18].
Emmer is geen racist. Hij is een teleurgestelde Nederlander.
De werken van Piet Emmer zijn standaardleerstof op de Universiteit Leiden. Ter ere van zijn afscheid bij zijn
pensionering op 5 juni 2009 kreeg hij een conferentie van de universiteit cadeau. De conferentie werd voorgezeten
door een “teleurgestelde” Gert Oostindie en ingeleid door zijn “teleurgestelde” vrienden van internationale
universiteiten. Henk den Heijer, een “teleurgestelde” Nederlander, roemt hem in zijn oratie als een groot
deskundige en een goede collega.
Excuses
In 2001 nam het Franse parlement een wet aan waarbij slavernij werd erkend als een misdaad tegen de
menselijkheid en excuses werden aangeboden voor het slavernijverleden.
In 2007 bood de burgemeester van London, Ken Livingstone, excuses aan voor de rol van Engeland in de
Transatlantische slavernij waarbij hij verwees naar de instituties die hebben geprofiteerd van de rijkdom van deze
misdaad tegen de menselijkheid.
In 2009 nam de Amerikaanse senaat een voorstel aan van de regering Bush waarin excuses werden aangeboden
aan Afro-Amerikanen voor het “fundamentele onrecht, de wreedheid, bruutheid en onmenselijkheid van slavernij”.
In 2011 stelt Anil Ramdas voor dat Sandew Hira zijn excuses aanbiedt aan de nazaten van de slavenhouders die
een televisieserie maken waarin slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid wordt gebagatelliseerd en een
zwarte bladzijde uit hun geschiedenis wordt witgewassen. Het beste antwoord op dit voorstel komt van een Afro-
Amerikaan, Malcolm X.
Zijn speech over de house negro en de Field negro kun je bekijken op YouTube: http://www.youtube.com/watch?
v=znQe9nUKzvQ.
19
Noten
NTR organiseert eigen applaus
Eeuwenlang was het de gewoonte dat als de blanke man een stinkende scheet liet, zijn zwarte basja’s5 riepen: het
ruikt naar parfum!
De tijden zijn veranderd. De NTR is nu genoodzaakt om zelf haar applaus te organiseren. Er zijn steeds minder
zwarte mensen te vinden die het kruis van de meester met plezier dragen.
In het budget voor de serie zit ook een professioneel promotietraject met o.a. affiches die naar Surinaamse en
Antilliaanse verenigingen worden gestuurd met een aankondiging en een website waar van alles en nog wat te
vinden is, inclusief de mogelijkheid om reacties te leveren. Daar staat niet de vergelijking met die andere misdaad
tegen de menselijkheid - de Holocaust - centraal, maar het verhaal dat slavernij van alle tijden is. Mensen die
geprobeerd hebben om een reactie te sturen met een link naar mijn commentaar op de serie komen tot de
ontdekking dat die reacties niet geplaatst worden. Vooral de reacties met “Complimenten! Complimenten!” worden
gepubliceerd.
Actieve betrokkenheid
Er zijn veel reacties bij ons binnengekomen over hoe het zwarte perspectief in de discussie kan worden
ingebracht. Ze willen weten hoe zij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Ik ben helaas niet in staat al die e-mails
te beantwoorden. Maar de eerste stappen worden nu wel gezet. Mijn oproep aan vormgevers en correctoren heeft
tot hartverwarmende reacties geleid. Samantha Noten heeft intussen de omslag gemaakt voor de bundeling van
commentaren, die op 30 oktober uitkomt als een gratis downloadbare pdf en gebruikt kan worden bij de discussies
die ongetwijfeld zullen volgen over het slavernijverleden.
5 Basja: voorman op de plantages tijdens slavernij.
20
Aflevering 4: Industrie in de tropen
Het absolute dieptepunt in de bagatellisering van een misdaad tegen de menselijkheid
21
Bron:
Cultivation of Indigo
Aflevering 4 was het absolute dieptepunt van de serie. Ik vraag me af of het nog dieper kan.
Het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid is verworden tot een serie anekdotes verteld door zwarte
mensen en ingekaderd in blanke analyses.
De centrale boodschap is: er heerst een evenwicht tussen de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de slavenhouders.
Ze accepteerden elkaar als partners in een bedrijf.
Twee specialisten vertellen dit verhaal: een exploitant en eigenaar van het vakantiecomplex Frederiksdorp
Hagemeyer en een romanschrijfster Cynthia McLeod. In vorige afleveringen werden professoren en promovendi
opgevoerd om het verhaal te vertellen.
Straffen: incidenten of structuur
Hagemeijer van Frederiksdorp vertelt dat het allemaal wel meeviel met de wreedheid tijdens slavernij. Er is maar
één bron – John Stedman – die hierover vertelt, aldus Hagemeyer. Het is misschien het enige boek dat hij gelezen
heeft, maar er zijn er heus wel meer hoor. Neem het boek van J.D. Herlein Beschryvinge van de volksplantinge
Zuriname uit 1718 p. 86: “De swarte Neger Officier moet de gehele dag in 't Veld zijn, en ziet nauwkeurig toe of het
Volk al werkt, 's avonds doet hy van alles kontschap aan zijn Meester, legt 'et mede met hem over wat 's
anderendaags dient verrigt te zijn; zo de Slaven het verkorven hebben, straft hy ze in 't bywezen van zijn Meester,
en na dat ze gestraft zijn, moeten ze de zelve bedanken.”
Vrij vertaald: “De zwarte negerofficier moet de hele dag in het veld zijn en ziet er nauwkeurig op toe dat het volk
ook werkt. ’s Avonds brengt hij verslag uit aan zijn meester en overlegt met hem wat hij de volgende dag moet
doen. Als de slaven het verdienen, moeten ze gestraft worden in het bijzijn van zijn meester. Na de zweepslagen
moet de gestrafte slaaf zijn meester bedanken voor de straf.”
Dit was niet incidenteel, maar structureel.
Maar wacht, waarom gaan we naar boeken van mensen die Suriname hebben bezocht? Waarom gaan we niet
naar de archieven, waarin het beleid is vastgelegd met betrekking tot slavernij, en wel in de slavenwetgeving. Die
wetgeving gold gedurende de hele periode van slavernij. Daarin is in de wet o.a. vastgelegd:
! Een tot slaaf gemaakte Afrikaan was verplicht om een blanke persoon die hij op de weg tegenkwam in alle
nederigheid te begroeten.
! Hij/zij mocht geen schoenen dragen omdat hij/zij anders als volwaardig mens zou worden gezien.
! Hij/zij mocht niet met meer dan 12 mensen aanwezig zijn op een begrafenis. Iedere vorm van organisatie was
verboden.
Wat gebeurde er als de zwarten zich niet aan de wet hielden? Zweepslagen en de Spaanse bok (zie plaatje). Dit is
niet een observatie van een toevallige bezoeker van Suriname. Het was vastgelegd in de wet!
Tula en de functie van straffen
De argumentatie rond de straffen wordt in de serie als volgt uitgelegd:
de meester en de tot slaaf gemaakte moesten een balans vinden om
met elkaar te kunnen leven. Een te zware straf zou een opstand
kunnen uitlokken. Als er niet constant opstanden zijn geweest, dan
betekent het dat de Afrikanen redelijk goed behandeld werden. De
afwezigheid van continue opstanden is een teken van acceptatie van
slavernij.
Klinkt dit logisch? Niet als je de feiten kent.
In 1795 vond er op Curaçao zo’n opstand plaats onder leiding van Tula
en Carpata. Die opstand is minutieus gedocumenteerd. Alle
beleidsafwegingen van de kolonisator zijn vastgelegd in notulen en
briefwisselingen. Daaruit blijkt wat de strategie was: je moet mensen niet constant slaan en wreed straffen. Je
moet ze constant bedreigen dat je ze op ieder moment wreed kan straffen. Als voorbeeld – de gangbare term in de
archieven is eksempel - moet je de leiders van een opstand heel wreed straffen zodat de angst diep in de geest
van de mensen gaat zitten.
In het geval van Tula en Carpata hadden de Nederlandse slavenmeesters besloten om Tula te radbraken (alle
botten te breken), aan een kruis te nagelen en met een toorts zijn gezicht in brand te steken. Carpata, die naast
hem aan een kruis was vastgenageld werd gedwongen om te kijken (zijn hoofd werd naar de zijkant gedraaid) om
hem te laten weten dat dit lot ook hem te wachten stond.
De beleidsreden die genoemd werd: het moet als waarschuwing dienen voor een ieder die dacht dat hij of zij voor
zijn of haar vrijheid zou willen vechten. En dat was effectief. Zo werkte het systeem van slavernij.
En dit is het beleidsverhaal dat door de NTR verzwegen wordt!
22
De balans op een plantage
Het verhaal van de balans tussen de tot slaaf gemaakte Afrikaan en de slavenhouder is de rode draad in de
bijdrage van Hagemeijer en Cynthia McLeod (die toch beter moet weten). Dit verhaal klopt van geen kanten. Want
hoe werkte het systeem?
Een plantage was geen geïsoleerd onderdeel, maar deel van een netwerk. Als er op één plantage een probleem
zou ontstaan, dan zou dat hele netwerk militair en bestuurlijk in actie komen. Dragtenstein geeft in zijn beschrijving
van marronage talloze voorbeelden hiervan. De studies over de opstand op Curaçao tonen dit ook aan. En iedere
Afrikaan wist dat. Er was geen gelijkwaardige relatie van partijen die een balans zochten. De Afrikaan wist dat als
hij maar enigszins protesteerde tegen zijn status, hij vroeg of laat de confrontatie zou moeten aangaan met het
hele systeem.
Ik geef twee voorbeelden van wat er gebeurde als de balans verstoord raakte.
! Dragtenstein behandelt in zijn boek Boston het voorstel van de Marrons tijdens de Tempatie opstand, om
voortaan zelf hout te kappen en tegen betaling te leveren aan de planters. Dat voorstel werd verworpen, want
het ging niet om een balans tussen redelijke partijen. De blanke partij wilde per se gratis arbeid hebben. En
die kon alleen door angst voor terreur afgedwongen worden.
! In 1763 leidde Coffy in Berbice (toen een Nederlandse kolonie) een opstand waarbij zijn leger van Afrikanen
de controle kreeg over een gedeelte van de kolonie. Hij stelde aan gouverneur Van Hoogenheim voor om de
kolonie in tweeën te delen waarbij Afrikanen en Nederlanders in vrijheid en vrede met elkaar zouden leven.
Dat voorstel is resoluut afgewezen. De opstand werd uiteindelijk militair neergeslagen.
Het ging nooit om een balans tussen twee gelijkwaardige partijen zoals McLeod en Hagemeijer stellen. Het doel
was altijd om de zwarte partij te onderwerpen aan de wil van de blanke partij. Die onderwerping is de kern van
slavernij. Alle gepraat over grijze gebieden kan dit feit niet wegpoetsen.
McLeod en Hagemeijer zeggen meerdere keren: “Iedereen besefte dat er in het bedrijf gewerkt moest worden.”
Alsof het gaat om een bedrijf in de moderne tijd waar werknemers en werkgevers een arbeidscontract met elkaar
aangaan. In die situatie beseft iedereen dat er gewerkt moet worden, maar de kern van slavernij is niet een
overeenkomst tussen twee partijen, maar een situatie waarbij de ene partij de andere arbeid onder dwang laat
verrichten. Op het moment dat die dwang er niet is (bijv. door de dreiging met geweld), dan blijft er niets over van
de arbeidsverhouding. Mensen lopen dan gewoon weg. Geen enkele Afrikaan redeneert dan: “Tja, er moet
gewerkt worden.” Wat een onzin verkopen deze mensen!
McLeod gaat zelfs zo ver door te zeggen: “Op de meeste plantages had men een soort compromis, een manier
van leven gevonden. Je bent slaaf. Je weet niet beter. Je moet werken. Nou, je zal werken. Je gaat je natuurlijk
niet uitsloven. Je doet genoeg zodat je meester tevreden is over je. Dan heb je ook een leuk leven.” Een leuk
leven in slavernij! Hoe komt ze erbij!?
Dat is nou precies, Cynthia McLeod, wat kolonisatie van de geest betekent. Hoe komt ze erbij dat ze niet beter
weten, dat ze geen vrijheidsdrang hadden. Dat ze vrijwillig een compromis sloten voor de acceptatie van het
slavenbestaan. Wat een racistische onzin verkondigt een nazaat van een tot slaaf gemaakte Afrikaan. Wat een
ontering van haar voorouders!
Hopeloos amateurisme
Bunskoek vertelt het volgende verhaal: de beurscrisis in Amsterdam bracht Suriname in de problemen. Daarom
sloten ze vrede met de Marrons en besloten ze de slavernij af te schaffen, want er moest steeds meer geld bij.
Wat een ongelooflijk amateurisme! Dit zijn de feiten.
! De beurscrisis vond plaats in 1773.
! Het eerste vredesverdrag werd gesloten in 1760, 13 jaar voor de crisis? Die zaken hadden dus duidelijk niets
met elkaar te maken.
! Afschaffing van de slavernij vond bijna 100 jaar na de
beurscrisis plaats, in 1863. Die verschillende tijdstippen
alleen al zouden vraagtekens moeten plaatsen bij een
relatie tussen deze twee gebeurtenissen.
! De beurscrisis leidde tot een initiële daling van de
productie, maar eigenlijk heeft die crisis geleid tot een
reorganisatie van de economie waarbij de productie juist
omhoog ging! (zie grafiek). Die hoge productie werd
bereikt door slavenarbeid.
! De Nederlandse overheid gaf geen geld aan
noodlijdende planters, maar aan het gouvernement dat
maar niet in staat bleek de planters te dwingen om meer
belasting te betalen.
23
Kortom de NTR maakt een hutspot van feiten die geen verband hebben met elkaar en vertellen een verhaal dat
kant noch wal raakt. Dat is typerend voor deze aflevering die vooral leuke nietszeggende anekdotes wil vertellen
waardoor je vergeet dat je kijkt naar een aflevering die zou moeten gaan over het echte verhaal: de misdaad tegen
de menselijkheid die in Suriname werd begaan.
Maak een aflevering over de joodse Holocaust op die manier. Het zou schokkend zijn. Dit is lachwekkend.
De aflevering eindigt ook triest. Op de boot van McLeod roepen de vrouwen: “Yeah! We hebben slavernij
overleefd!”. Maar dat is niet waar! Ze hebben het helemaal niet overleefd. McLeod zit nog vastgeroest in mental
slavery.
Een enthousiaste Cynthia McLeod die Nederlanders graag laat weten: “Ija, wij zijn blij dat jullie ons uit Afrika
hebben gehaald met slavernij, anders zaten wij nu te creperen in Afrika.” Mijn hemel! Wat een gekoloniseerde
geest. Waarom had je vandaag geen Nelson Mandela kunnen zijn als je in Afrika was geboren? Waarom had je
vandaag niet Ellen Johnson-Sirleaf, of Leymah Gbowee kunnen zijn, de twee Afrikaanse vrouwen die onlangs de
Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen? Waarom presenteer je het oude koloniale beeld van Afrika als een
continent van alleen maar doffe ellende? En Ghana, dat door McLeod wordt genoemd. Ghana is het Afrikaanse
land met de snelst groeiende economie in de wereld en een sterk opkomende middenklasse. Waarom is het
ondenkbaar dat je in Afrika een menswaardig bestaan kunt leiden? Omdat je geest doordrenkt is van zelfhaat en
zelfvernedering.
En dat soort zwarte mensen wil de NTR graag tonen aan haar blanke kijkers.
Noten
Andere visies op You Tube
Grapevine Publications stuurde me de volgende links met visies van Afrikanen over de Transatlantische slavernij.
Bekijk nu eens de zaak van de andere kant.
The Afrikan Slave Trade - pt. 1
The Afrikan Slave Trade - pt. 2
The Afrikan Slave Trade - pt. 3
The Afrikan Slave Trade - pt. 4
Concentratiekampen en slavernij
Naar aanleiding van de vorige nieuwsbrief - waarbij ik melding maakte van de mededeling dat Leo Balai in zijn
dissertatie van zijn promotor Henk den Heijer de vergelijking niet mocht maken tussen concentratiekampen en
slavernij - ontving ik een email van Prof. Dr. Marcel van der Linden van het Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis (IISG). Hij maakte mij erop attent dat voor sommige historici een vergelijking tussen
concentratiekampen en slavenplantages taboe is, maar omgekeerd dat niet het geval is. Historici van het nationaal
socialisme en het stalinisme hebben vaker vergelijkende analyses gemaakt tussen de concentratiekampen en
slavenplantages. Prof. Van der Linden stuurde mij als voorbeeld een artikel toe van Marc Buggelin: Were
Concentration Camp Prisoners Slaves?: The Possibilities and Limits of Comparative History and Global Historical
Perspectives. Het is verschenen in het tijdschrift van IISG.
Leusden
In de serie over kolonialisme die IISR met Sky Televisie maakt, komt ook het verhaal van het schip Leusden voor.
Frank Dragtenstein is onze deskundige die het materiaal van Leusden heeft bestudeerd.
De manier waarop wij hetzelfde onderwerp behandelen is tekenend voor het verschil in benadering tussen de NTR
serie van het wetenschappelijk kolonialisme en onze stroming van Decolonizing the Mind.
Het verhaal zoals de NTR dat vertelt, gaat als volgt: het schip Leusden lijdt schipbreuk op een zandbank in de
Marowijnerivier. De blanke bemanning sluit de luiken, waardoor de opgesloten Afrikanen verdrinken. Dit is een
uitzonderlijke moordpartij van ongekende omvang. Een exces begaan door uitzonderlijk wrede mensen.
Het verhaal zoals wij het vertellen gaat als volgt: de reden waarom de luiken dicht waren gegooid was geen gevolg
van uitzonderlijke wreedheid. Het vloeide voort uit het systeem van de Transatlantische slavernij en zou door alle
blanke bemanningsleden worden gedaan op alle schepen die schipbreuk zouden lijden. Waarom?
Stel je eens voor wat er zou zijn gebeurd, als blanke bemanningsleden de luiken hadden open gedaan. Ze
moesten de mensen die ze normaal hadden geketend van hun ketenen bevrijden. Stel dat ze dat zouden hebben
24
gedaan. Stel dat die mensen niet boos, maar dankbaar zouden zijn. Dat laatste is nog maar de vraag. Stel dat
vervolgens iedereen veilig aan land zou komen en dat er geen gevechten met de blanke bemanningsleden
zouden uitbreken over wie het eerst in de sloepen mocht gaan en dat ze veilig aan land konden komen. Stel dat
dit sprookje waar zou zijn. Wat zou er dan aan land gebeuren? Het doel van de reis was om de Afrikanen tot slaaf
te maken. Zou de blanke bemanning haar missie willen voltooien? Zouden de Afrikanen uit dankbaarheid zelf hun
ketenen omdoen om op de een of andere manier in Paramaribo te geraken om in slavernij te worden gebracht
of zouden ze de blanke bemanning ombrengen als die alleen maar daaraan zou denken? In de NTR-serie worden
die vragen niet gesteld, maar dit zijn wel de vragen die gesteld moeten worden als je wilt weten of het een incident
was of een onderdeel van een systeem. Wie zich in die vragen verdiept zal tot de conclusie komen dat het gedrag
van de bemanning van de Leusden geen uitzonderlijk gedrag was. De luiken werden niet dichtgedaan vanwege
uitzonderlijke wreedheid van een bemanning die afweek van alle andere scheepslui. Ze werden dichtgedaan
omdat ze geen enkel risico wilden lopen dat daaruit vrije mensen naar boven kwamen die met hen zouden
afrekenen.
Oostindie spreekt met twee tongen
Harry Westerink van Doorbraak maakte mij attent op een artikel met de titel “Er bestond geen black Holocaust” in
het Leidse Universiteitsblad Mare, waar vertegenwoordigers van de stroming van het wetenschappelijk
kolonialisme n.a.v. de serie reageren op de kritiek. Voor een Surinaams publiek verkondigt Oostindie in het VPRO
programma Z.O.Z. dat hij wel degelijk vindt dat de Transatlantische slavernij een misdaad was tegen de
menselijkheid was, maar als hij voor eigen parochie preekt, spreekt hij met een andere tong: “Er bestond geen
black Holocaust.” Black Holocaust is de term waarmee wetenschappers slavernij karakteriseren als een misdaad
tegen de menselijkheid.
Wereldomroep volgt slavernij commentaar
Sam Jones maakt voor de Wereldomroep een reportage bij mij thuis waarbij hij samen met mij aflevering 4 van de
slavernij serie volgde. Sam beschrijft het verhaal achter de schermen van het wekelijkse commentaar.
25
Aflevering 5: Ketens van de geest
Onverbeterlijke goedheid bij de afschaffing van slavernij
26
Bron:
Chains
De laatste aflevering begon met een verzameling losse statements over racisme. Maar dit leek plichtmatig, want er
was geen samenhang. Het verhaal dat vervolgens verteld wordt is het klassieke verhaal van het wetenschappelijk
kolonialisme, dat kant noch wal raakt.
De lijn is: “Slavernij is afgeschaft door de goedheid van de Nederlanders.” Carl Haarnack laat zijn gekoesterde
exemplaar zien van De Negerhut van Oom Tom. Het verhaal van Uncle Tom heeft vele harten geraakt. De
voorbeelden van de wrede behandeling hebben op het gemoed van de Nederlanders gewerkt. Baron van Hoevell
heeft voor de tot slaafgemaakte Afrikanen in Suriname gedaan wat Harriette Beecher Stowe, de schrijfster van De
Negerhut van oom Tom, voor Amerika gedaan heeft. De conclusie is duidelijk: “Als slavernij door de Nederlanders
is afgeschaft, dan zijn we hen heel veel dank verschuldigd.” Hoezo excuses eisen van de Nederlandse regering?
In de wetenschappelijke literatuur over het Nederlandse slavernijverleden neemt niemand deze stelling serieus,
zelfs Oostindie en consorten niet. Het is algemeen bekend dat de abolitionistische beweging – de beweging die
streefde naar afschaffing van de slavernij - in Nederland niets voorstelde, al helemaal niet in vergelijking met
Engeland. Die paar vrouwen en mannen uit de abolitionistische theekransjes in Nederland hadden helemaal geen
invloed op het beleid van de regering. Een bundel getiteld Vijftig jaar later onder redactie van Gert Oostindie gaat
uit van deze constatering en probeert de vraag te beantwoorden: als de slavernij niet is afgeschaft vanwege
economische redenen (de auteurs ageren tegen een stelling van de Caribische historicus Eric Williams die betoogt
dat de Westerse regeringen bij de afschaffing van de slavernij hoofdzakelijk uit economische motieven hebben
gehandeld) en ook niet vanwege de morele druk van abolitionisten (de auteurs erkennen dat die afwezig was!),
wat was dan de reden? Oostindie geeft het antwoord: Peer pressure. Onder morele druk van Engeland zou
Nederland de slavernij hebben afgeschaft.
Laten we beginnen met het toetsen van Haarnacks analyse en Oostindie’s idee aan de hand van de feiten. Het
idee dat morele argumenten enige rol hebben gespeeld bij de afschaffing van de slavernij kun je namelijk toetsen.
Je kijkt naar wat de regering in haar beleidsoverwegingen als motief noemt en niet naar wat een geïsoleerd
Kamerlid zonder enige invloed zegt. Die overwegingen zijn uitvoerig gedocumenteerd in het rapport van de
staatscommissie Baud. J.C. Baud bracht in 1853 – tien jaar voor de officiële afschaffing – een rapport uit waarin
als centraal argument wordt opgegeven: “De emancipatie is … een maatregel van materiële [=economische, S.H.]
noodzakelijkheid, zonder welken Suriname onmisbaar te gronde gaat, door het wegsterven zijner landbouwers.
Met de emancipatie zal Suriname wel minder opleveren dan thans, maar zal voor algeheele vernietiging behoed
blijven. Kortom, voor Suriname schijnt de emancipatie het eenig middel van behoud.” Niks moraliteit. Het ging
duidelijk om economie.
Want wat legt de commissie uit? De slavenbevolking bestond in 1849 uit 40.000 personen. In 1858 was het
36.000. Jaarlijks was er een daling van 2-3%. Als dit zou doorzetten, dan zouden er op den duur geen arbeiders
meer zijn. Bovendien nam het aantal kinderen en ouderen toe, en nam daarmee dus het aandeel van de
productieve bevolking af.
Afschaffing van slavernij zou de planters verlossen van de zorg voor de onproductieve bevolking en bovendien de
deur openen naar een ander systeem van arbeid: contractarbeid.
Sterker nog: niet alleen had de commissie geen enkel moreel argument, ze had ook nadrukkelijk morele oordelen
over de tot slaaf gemaakte Afrikanen. Ze waren “lui”, “dom” en “achterlijk”. Glenn Willemsen heeft de oordelen van
de commissie geanalyseerd en schrijft: “In haar beschouwing over emancipatie hield de commissie een pleidooi
voor staatsgezag over de vrijgemaakten en voor vormen van arbeidsdwang. In die context predikte zij opvattingen
en zienswijzen over beschaving en barbaarsheid, de luiheid van de ‘neger’, zijn achterlijkheid en zijn falen als vrije
burger.” Het dieptepunt in het beschavingsniveau van de Nederlandse beleidsmakers destijds, waar Haarnack zo
hoog van opgeeft, is hun voorstel om de slavenhouders te laten compenseren door … de tot slaafgemaakten zelf:
“De aan de van het meesterschap onthevenen opgelegde verpligting om het door den Staat aan hunne meesters
betaalde terug te geven en om de kosten te dragen van het onderhouden en verplegen van de behoeftigen,
bejaarden, weezen en zieken.” De commissie realiseerde zich dat het voorstel niet uitvoerbaar was, omdat zij ”niet
in staat is nu reeds aantewijzen, hoe die verpligtingen zal worden vervuld.” Het staat allemaal in de archieven, in
de officiële rapporten. Niks van Hoevell of Beecher Stowe. Niks moraliteit, maar gewoon ongeciviliseerd gedrag
van de Nederlandse bestuurders bij de afschaffing van de slavernij. Haarnack fantaseert de goedheid van de
Nederlanders erbij. In de gekoloniseerde geest hebben we geleerd om de kolonisator te bedanken voor dingen die
hij helemaal niet heeft gedaan.
Maar Haarnack heeft een groter probleem. Als de Nederlanders zo goed waren om de slavernij af te schaffen,
waar was dan die goedheid gebleven toen ze de slavernij invoerden? Waarom hebben ze überhaupt de slavernij
ingevoerd? Die vraag moet Haarnack eerst beantwoorden en dan maar uitleggen waar die verandering in
goedheid ineens vandaan komt.
27
De geweldige goedheid wil Bunskoek tonen met het verhaal van een Nederlandse arts die kon aantonen dat
zwarte en blanke mensen gelijk waren. Dat was revolutionair, aldus Bunskoek. Iets waar we trots op moeten zijn.
Dat was nogal een statement. Want tot die tijd was het idee: de neger is geen medemens, maar een tussenvorm
tussen mens en dier.
Dit is de feiten verdraaien. Vóór de invoering van de Transatlantische slavernij werden zwarten nog als mensen
gezien. Slavernij in Griekenland was niet gebaseerd op kleur. De opvatting van de arts – dat zwarten, mensen
waren - was dus de normale opvatting toen de slavernij begon. De verandering kwam pas nadat de slavernij werd
ingevoerd en niet daarvoor. De vraag zou moeten zijn: “Hoe komt het dat het beeld dat de arts schetste niet meer
gangbaar was?” Dat is de vraag die bij het verhaal van de arts had moeten worden gesteld.
Slachtofferschap en zelfvernedering
Haarnack presenteert ook het argument dat door wetenschappelijke kolonialisten aangevoerd wordt om het
historisch onrecht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid te bedekken: het argument van het
slachtofferschap. Dit argument wordt nooit gebruikt bij de joodse holocaust.
Wat is slachtofferschap? Dat is niet het beeld dat zelfbewuste mensen over zichzelf hebben, maar het beledigende
etiket dat kolonialisten graag willen plakken op zelfbewuste mensen. Tula, Baron, Boni, en Joli Coeur zagen
zichzelf niet als slachtoffer. Martin Luther King en Malcolm X zagen zichzelf niet als slachtoffers, maar als
vrijheidstrijders.
Mensen die vechten tegen racisme en voor de erkenning van slavernij als een misdaad tegen de menselijkheid en
het witwassen van een zwarte bladzijde in de koloniale geschiedenis zien zichzelf niet als slachtoffers, maar als
strijders tegen de ketenen van mentale slavernij.
De vraag aan Haarnack is: waarom zo beledigend naar Mandela door hem een slachtoffer te noemen in de strijd
tegen Apartheid? Waarom zo beledigend naar Zunder door hem een slachtoffer te noemen in de strijd tegen
mental slavery? Het heeft alles te maken met het criminaliseren van de strijd tegen racisme en mental slavery.
Zelfvernedering
De NTR plakt niet alleen graag het label van slachtoffer op vrijheidsstrijders. Ze wil vooral ook het beeld
benadrukken van zelfvernedering van zwarte mensen. Dat was het meest opvallend in het gesprek met een
rapper die verklaart: “Wij hebben geen rijke cultuur, de Nederlanders wel. Die werken vanuit doelen, groot worden
en sterk worden. Wij hebben hen geholpen om rijk te worden zonder dat zelf te worden.”
Waar heeft hij die onzin vandaan? Niet van Malcolm X of van Martin Luther King. Niet van Mandela of Kwame
Nkrumah. Niet van Garvey of van Bob Marley. Hij heeft het geleerd van de Emmers, Oostindies en Van Stipriaans.
Als hij geluisterd had naar Bob Marley, dan had hij de volgende woorden in zijn oren geknoopt: “Emancipate
yourself from mental slavery”. Waarom moet je jezelf vernederen door te denken dat Mandela geen doelen heeft
weten te stellen in de strijd tegen apartheid? En dat het ANC niet kon plannen om de apartheid ten val te brengen?
Dat de Afrikanen in Suriname niet wisten hoe ze een samenleving in vrijheid konden inrichten en organiseren?
Die rapper maakt duidelijk hoe ver we nog hebben te gaan in de strijd tegen mental slavery en hoe hard die strijd
nodig is.
Het doel van de serie
Het doel van de serie is door Verveer en Bunskoek aan het eind duidelijk gemaakt. Verveer stelt: “Ik doe niet mee
om mensen sorry te laten zeggen, maar om het echte verhaal te vertellen zoals het is geweest, niet meer en niet
minder.”
In de afgelopen vijf afleveringen is duidelijk geworden dat Verveer het omgekeerde heeft gedaan: het echte
verhaal – het verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid – heeft hij systematisch verzwegen en verbloemd.
Dat was zijn rol. Daarvoor werd hij betaald. Want als het echte verhaal van de misdaad tegen de menselijkheid
was verteld, het verhaal van een groot historisch onrecht, zou je dan nog zeggen: het was fout van president Bush
en het Amerikaanse congres om hun excuses aan te bieden voor slavernij. Het was fout van het Franse parlement
om hetzelfde te doen. En als het niet fout was , waarom zou het dan fout zijn als de Nederlandse regering haar
excuses zou aanbieden voor een misdaad die begaan is met steun van de staat der Nederlanden?
Bunskoek eindigt met de mantra waarmee de serie begon: “Slavernij is van alle tijden, zoals de holocaust
(moorden) van alle tijden is.” Gisteren vond in Amsterdam weer een holocaust plaats (bij het beeld van iemand die
vermoord werd). De serie eindigt met het beeld van een zwart meisje dat onderbetaald wordt. En dat wordt
vergeleken met de massale kidnapping vanuit forten aan de West-Afrikaanse kust, georganiseerd door
Europeanen, met scheepstransporten die verzekerd en gefinancierd werden door banken en
28
verzekeringsmaatschappijen. En dat werd allemaal gesteund door staten die de militaire bescherming
organiseerden op de plantages. Dat meisje achter een winkelraam in de Kalverstaat dat naast een etalagepop
staat met winkelend publiek in beeld, dat is waarmee men de slavernij op de plantages in Suriname wilde
vergelijken. Dat is de boodschap van de serie De Slavernij. Het was best leuk leven met de etalagepop in de
Kalverstraat, zouden we nu zeggen. Dat is de manier waarop de slavernij serie een zwarte bladzijde uit de
Nederlandse geschiedenis wilde witwassen.
Maar die poging is mislukt door een verrassend historische wending.
Een verrassend historische wending
De NTR-serie begon als een gewone televisieserie. De makers en hun adviseurs/begeleiders hadden als doel
gesteld om de misdaad tegen de menselijkheid wit te wassen.
Maar in vijf weken tijd is er iets heel verrassends gebeurd. De serie bleek geen gewone televisieserie meer te zijn.
Het was onderdeel geworden van de lange strijd van de zwarte gemeenschap voor erkenning van historisch
onrecht. De serie werd het ultieme voorbeeld van de manier waarop dit historische onrecht zou worden
weggemoffeld en de Nederlandse bevolking ondergedompeld zou worden in een goed georganiseerde poging om
een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis wit te wassen.
Het groeide uit tot een massaal protest vanuit de zwarte gemeenschap tegen de manier waarop Nederland haar
koloniale geschiedenis op de televisie presenteerde.
Het begon onschuldig en heeft ook mij compleet verrast.
De kracht van internet
De website van IISR bevatte tot voor kort statistische informatie, die je niet twee keer hoefde te raadplegen.
Gemiddeld trok de site tussen de 40-60 bezoeken per dag. Op de dag waarop het eerste commentaar werd
gepubliceerd, steeg het aantal bezoeken naar ruim 3000! In de dagen daarna gingen nog enkele honderden
mensen naar de site om het commentaar te raadplegen. En dat werd het patroon. Op de maandag waren het
duizenden bezoekers en de dagen daarna bezochten honderden mensen de site. En achter iedere bezoeker
zaten meerdere mensen die er kennis van namen en de munitie verzamelden om in eigen kring het debat aan te
gaan.
Die duizenden mensen hebben het commentaar gebruikt om discussie te voeren aan de eettafel, in de huiskamer,
op de bijeenkomsten van hun organisaties, in de kantines in hun bedrijven en vooral op internet. Internet bleek
een krachtig instrument voor zelfmobilisatie. Die duizenden mensen waren nu in staat om te veranderen van
passieve lezers in actieve demonstranten. De passieve lezer leest en bergt het materiaal op in het archief. De
demonstrant doet er iets mee. Hij of zij stuurt het door via e-mails, plaatst het op Facebook en stuurt de links naar
de sites van de NTR en van Roué Verveer om vervolgens te constateren dat het niet geplaatst wordt. De actie
verandert in verontwaardiging over zoveel hypocrisie. De verontwaardiging verandert in een groter protest gevoed
en onderbouwd door de commentaren. Na iedere aflevering wist je dat je materiaal had waarmee je verder de
discussie in kon gaan en ook daadwerkelijk inging.
Het gevolg is dat de denkers achter de serie, de professoren over de koloniale geschiedenis, het als een
boemerang terug zagen komen. Eerst langzaam en zwak en vervolgens steeds sterker. De leider van de groep,
Gert Oostindie, stond voor een dilemma. Hoe kun je de aanzwellende kritiek op zijn witwasoperatie de kop
indrukken?
En denkend aan Malcolm X, was daar het antwoord, Malcolm zei: “Als zwarten als ik tot de slaven spraken, dan
vermoorden ze hem niet onmiddellijk. Nee, ze stuurden een house negro achter hem aan, zodat hij diens woorden
teniet kon doen.”
En zo kwam Anil Ramdas, de house negro van de VPRO in actie. Oostindie, die zichzelf had beloofd dat hij nooit
meer met mij in debat zou gaan na het debacle uit 2009 in Vereniging Ons Suriname, vond Ramdas, die ook nooit
meer met mij zou debatteren (naar aanleiding van zijn opmerkingen over een conferentie m.b.t. herstelbetalingen).
“Laten we Sandew Hira mangelen. We nemen Aspha Bijnaar erbij. Drie tegen één.”
Arme Aspha, onder druk van de zwarte kritiek kwam ze niet verder dan: “De NTR heeft gelijk. Hira heeft gelijk.
Jippie, ze hebben allemaal gelijk.” Gaandeweg het programma constateerde Ramdas, dat hij daar niets aan had
en trad uit zijn rol als objectieve journalist. Het was Oostindie/Ramdas tegen Hira. Steeds mij onderbrekend en
29
actief Oostindie ondersteunend, eindigde hij met een verrassing die hij vooraf had bedacht: de kwestie van
excuses op de agenda zetten, niet van de daders van het witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid,
maar van de strijder die hun witwaspraktijk bekritiseerde.
Maar die actie explodeerde in hun gezicht. Het doel van de VPRO operatie was om in één klap de aanzwellende
kritiek de kop in te drukken door te laten zien dat ik onzin verkocht: de professor die zichzelf geweldig vond, de
journalist die zichzelf geweldig vond en een zwarte vrouw die zichzelf niet geweldig vond, zouden de klus moeten
klaren.
Maar mijn kritiek ging gewoon door bij de volgende afleveringen.
De media schonken er aandacht aan. Sam Jones van de Wereldomroep maakte twee interviews met mij. De
eerste was een opname waarbij we samen naar aflevering 4 keken. De tweede ging over mijn buitenlandse reizen.
In het vorige commentaar maakte ik melding van een artikel gepubliceerd in het Leidse Universitair Weekblad
Mare waarin o.a. professor Emmer en professor Oostindie hun koloniale ideeën spuiden. Verschillende mensen
hebben mij geattendeerd op een mooie reactie die daarop is verschenen uit de academische gemeenschap zelf
van de antropoloog Jivke Raffe onder de titel “Waarom niet gewoon toegeven?”
De kritiek had duidelijk gemaakt dat we zaten in een situatie van ”de kleren van de keizer”. Dat is de situatie
waarbij de keizer naakt is en iedereen om hem heen zegt: “Majesteit, wat heeft u een prachtig gewaad aan!!”
Totdat het moment daar is, dat er iemand opstaat en zegt: Hé Gert en Alex, jullie tollie hangt buiten. Hé Aspha, je
schoentje is onbedekt. Jullie zijn naakt. Ha! Ha! Ha!”.
Toen besloten ze tot een andere actie: een ingezonden stuk in de Volkskrant met een erkenning dat er iets van
waarde in de kritiek zat enerzijds en anderzijds een herbevestiging van hun koloniale stellingen. Vlees noch vis.
Maar het ergste was de lafheid.
In plaats van het boetekleed aan te trekken om hun naaktheid te bedekken, trokken ze de kleren van het lijf van
Carla Boos, de eindredactrice van de NTR en riepen: “Nee, wij zijn het niet. Zij is de boosdoener!” Lafheid en
immoraliteit ten top!
We zitten nog steeds in de situatie van de kleren van de keizer. Want wat ze van het lichaam van die arme Boos
trokken, waren geen echte kleren, maar luchtbelletjes , die door hun actie werden weggeblazen, waardoor bleek
dat ze allemaal naakt waren.
Eén persoon uit de vele mailinglijsten becommentarieerde de situatie als volgt: “De koloniale wetenschappers met
hun huisslaven zijn gaan zwichten voor de grote verontwaardiging in de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap. De haarscherpe analyses van Sandew Hira hebben ze steeds als brandende zweepslagen op hun
blote rug ervaren en zijn nu aan het terugkrabbelen.” (Uit: een e-mail circulaire van Glenn Krishnadath op 15
oktober 2010).
Een uitzending van een televisieserie is door internet uitgegroeid tot een krachtig protest tegen een doorzichtige
poging tot witwassen van een misdaad tegen de menselijkheid. Het gaat niet meer om de serie. Het gaat om de
vraag: wat is er mis met de kennisproductie op de Nederlandse universiteiten? Wat schort er aan het beleid van de
NTR in een multiculturele samenleving? En hoe gaat Nederland om met de zwarte holocaust?
Het komt van ver
En mijn rol daarin? Ik heb de commentaren niet helemaal zelf bedacht. Ik heb de feiten en theorieën niet
ontwikkeld. Mijn aandeel is klein. Ik vond ze in discussies met Glenn Willemsen en Kwame Nimako in Nederland,
met Ramon Grosfoguel in Parijs en met Stephen Small in Berkeley. Ik kreeg ze van Marcus Garvey, Mahatma
Gandhi, Martin Luther King en Malcolm X. Ik bestudeerde ze in de werken van C.L.R. James en W.E.B du Bois. Ik
zag ze in de daden van Nelson Mandela en die moedige zwarte mannen en vrouwen die in opstand kwamen in
Afrika tijdens de door Europa georganiseerde kidnapping; ik zag het in hun verzet op de schepen op weg naar de
hel van de plantages (“waar het leven heel leuk is” in de versie van Cynthia McLeod). Ik zag ze in de moed van de
marrons, die met hun baby’s in de armen de slavernij ontvluchtten om in vrijheid te kunnen leven.
30
En met mij is een generatie mensen opgegroeid die in hun leven dezelfde strijdbare route hebben gevolgd als ik.
Die kwamen in beweging en genereerden de sentimenten die leidden tot de volledige ineenstorting van het
prestige en de autoriteit van instituten als het KIT en het KITLV, die terug moeten naar hun oude namen: Koloniaal
Instituut voor de Tropen en Koloniaal Instituut van Taal Land en Volkenkunde. Die ineenstorting was het meest
zichtbaar in De Volkskrant. De ketenen van mental slavery op de universiteiten zijn definitief kapotgeslagen. In
navolging van Martin Luther King kunnen we eindigen met de verlossende kreet: FREE AT LAST! FREE AT LAST!
LORD ALMIGHTY FREE AT LAST!
31
Nawoord
De toekomst van het slavernijverleden
Dit is de tekst die door mij is uitgesproken bij het debat tussen mij en Carla Boos, de eindredactrice van de NTR
televisieserie, dat de Vereniging ‘Ons Suriname' op 30 oktober 2011 organiseerde.
Dames en heren,
Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan ‘Ons Suriname’ voor de organisatie van het debat.
Ook dank aan mijn opponent Carla Boos, die met mij in debat wilde gaan.
Onderwerpen
Mijn visie op de toekomst van het slavernijverleden bestaat uit twee onderdelen:
• Hoe is de traditionele slavernijgeschiedschrijving tot uitdrukking gekomen in de NTR televisieserie De Slavernij
en wat schort daaraan?
• Hoe zouden we in de toekomst om moeten gaan met dat verleden?
Twee stromingen
De meeste mensen hier aanwezig hebben mijn commentaren op de tv-serie kunnen volgen via de nieuwsbrieven
en de website van IISR. Velen hebben die commentaren verspreid en bediscussieerd in eigen kring of daarbuiten.
De conclusie uit het commentaar is: de NTR serie is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse
koloniale geschiedenis wit te wassen. Deze conclusie is uitgebreid onderbouwd met feiten zoals het gelijkstellen
door de NTR serie van een door de staat gesteunde misdaad tegen de menselijkheid met misdaden van
criminelen die door de staat worden vervolgd.
De NTR visie is gebaseerd op één bepaalde stroming in de koloniale geschiedenis, de stroming die ik het
wetenschappelijk kolonialisme noem. De andere stroming, die ik de stroming van ‘decolonizing the mind’ heb
genoemd, heeft een totaal andere benadering van de koloniale geschiedenis. Dat is duidelijk geworden in de
commentaren.
Ik zal de verschillen tussen de twee stromingen belichten aan de hand van voorbeelden die niet in de
commentaren zijn behandeld.
Intenties en resultaten
Echter wil ik eerst graag één onduidelijkheid uit de weg ruimen. Naar mijn mening moet de serie niet beoordeeld
worden naar de intenties waarmee het gemaakt is. Of de intenties nu goed of slecht zijn, dat maakt voor het
resultaat niet uit. Het resultaat moet worden beoordeeld aan de hand van de vragen of de werkelijkheid van het
slavernijverleden wordt weergegeven op een manier die overeenstemt met de feiten of dat het een vervalsing is
van de geschiedenis.
De intenties zijn daarom irrelevant voor de beoordeling van de resultaten. Ze zijn alleen relevant voor de vraag, als
eenmaal vaststaat dat het eindproduct een mislukking is, hoe je wil omgaan met die mislukking. Als je vanuit
slechte intenties opereert, zal je proberen de mislukking te camoufleren. Als je vanuit goede intenties opereert en
je hebt geen weerwoord tegen de argumenten die aantonen dat het om een mislukt product gaat, dan zul je bereid
zijn om na te gaan hoe je die mislukking goed kan maken.
Transatlantische slavernij
De serie heet “De Slavernij”, maar het gaat grotendeels niet over de Transatlantische slavernij, maar over
mensenhandel.
Wat was de Transatlantische slavernij? Dat was een systeem waarbij:
1. In de koloniën in de Amerika’s productiecentra werden opgezet gebaseerd op dwangarbeid van tot slaaf
gemaakte mensen, dus gebaseerd op slavernij.
2. De productiecentra produceerden grondstoffen (mineralen als goud en zilver) en agrarische producten (suiker,
koffie, cacao) voor verdere verwerking in Europa.
3. Deze centra waren schakels in de opbouw van een nieuwe wereldorde. Die wereldorde werd gekenmerkt
door:
• Een economische basis met de opkomst van scheepvaart, financiële markten en een verwerkende industrie.
• Een politieke basis werd gevormd door een koloniaal bestuur dat de mensenrechten vertrapte in de
koloniën: het recht om in vrijheid en menswaardigheid te leven.
• Een sociale en ideologische basis werd gelegd met racisme als leidende ideologie en etnische
verhoudingen waarbij blank aan de top zat van de sociale ladder en niet-blank daar onder.
32
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam, waar geen enkele suikerrietstengel groeide
De beste illustratie voor dit systeem is de tabel uit het boek van Armand Zunder. Armand geeft in de toelichting
fijntjes aan waar het om gaat: er groeide geen enkele suikerrietstengel in Amsterdam, maar in bijna 200 jaar tijd
groeide het aantal suikerraffinaderijen met 300%.
Je kunt niet helemaal begrijpen hoe dit mogelijk was, zonder eerst slavernij te begrijpen. Amsterdam was
onderdeel van een wereldsysteem met Transatlantische slavernij als één van de belangrijke pilaren.
Waarom slavenarbeid?
Waarom is dit systeem opgezet met slavenarbeid, waarom niet met vrije arbeid? De Inheemsen uit Amerika
hadden hun eigen samenleving, hun eigen economie. Ze leefden daar al eeuwen, net als in Azië. Het maximaal
haalbare voor de Europeanen zou ruilhandel zijn geweest en geen productiecentra van grondstoffen en agrarische
producten. Die ruilhandel was er ook in Suriname. Maar ruilhandel zou niet de basis leggen voor een
wereldeconomie. Plantages, goud- en zilvermijnen zouden die basis vormen. Maar daarvoor moet je bezit nemen
van het land van de Inheemsen en hen tot slaaf maken. En dat is wat er ook is gebeurd. Zo is slavernij in Amerika
ontstaan en niet vanuit Afrika.
Paradoxaal genoeg is vrije arbeid in Europa mogelijk geweest door onvrije arbeid in de koloniën. Kwame Nimako
en wijlen Glenn Willemsen leggen dit haarfijn uit in hun nieuwe boek ‘The Dutch Atlantic’.
Sommige mensen zien de voeding en kleding aan de tot slaaf gemaakten als een soort loon. Voeding en kleding
waren geen compensatie voor arbeid, maar een manier om de arbeider in leven te houden. Natasha Kampusch is
een Oostenrijkse vrouw die in 1998 is ontvoerd en door haar kidnapper jarenlang is verkracht. Om die verkrachting
te kunnen uitvoeren, moest ze in leven blijven. Daarvoor werd ze gevoed en gekleed. Niemand zal dat zien als
loon, als compensatie voor verrichte arbeid, want er is geen vrijwillige overeenkomst geweest.
Transatlantische slavernij is niet ontstaan in Afrika
• In tegenstelling tot wat de NTR serie beweert, is de Transatlantische slavernij in de Amerika’s niet ontstaan in
Afrika, maar in Amerika zelf.
• De initiatiefnemers waren geen Afrikanen, maar Europeanen. De man die ermee begon, heette Christopher
Columbus.
• De slachtoffers waren in de eerste instantie geen Afrikanen, maar Inheemsen, vroeger Indianen genoemd.
• De Afrikanen zijn een eeuw later in beeld gekomen, nadat 50-75 miljoen Inheemsen waren omgekomen in één
van de grootste genociden in de geschiedenis van de mensheid.
• Het is uitgebreid gedocumenteerd, het staat in de bronnen. Of je kent de bronnen niet, of je kent ze wel en
misleidt mensen.
Kern van slavernij
De kern van de Transatlantische slavernij was niet de handel in mensen, zoals de tv-serie suggereert, maar de
productie van agrarische producten en mineralen onder dwangarbeid. Het beeld van de omvang van deze
slavernij is in de tv serie dan ook volstrekt onjuist. Daar wordt de indruk gewekt alsof de omvang van het aantal
slachtoffers van slavernij gelijk is aan het aantal mensen dat levend is vertrokken vanuit Afrika.
Periode Aantal
1607 3
1650 40
1661 36
1668 34
1680 20
1752 90
1787 103
Aantal suikerraffinaderijen in Amsterdam 1607-1787
Bron: Armand Zunder: Herstelbetalingen. Amrit 2010, tabel 19.
33
Maar hieronder ziet u een schatting van de omvang van het werkelijke aantal slachtoffers. Zelfs als we de
parameters veranderen, is het duidelijk dat het grootste aantal mensen dat slachtoffer was van de Transatlantische
slavernij, niet het aantal mensen is dat vervoerd was vanuit Afrika, maar het aantal mensen dat is geboren in de
koloniën en daar direct na hun geboorte tot slaaf is gemaakt.
De NTR serie bagatelliseert slavernij door het te reduceren tot enkel mensenhandel en het transport vanuit Afrika.
De klucht van Nederland
Het is misschien goed om even aandacht te schenken aan de grootste Nederlandse grap in de
slavernijgeschiedenis. Velen krijgen er niet genoeg van om er steeds op te wijzen dat het aandeel van Nederland
in de slavenhandel – niet de slavernij – slechts 5% was. Nooit wordt daarbij de vraag gesteld: was het omdat ze
niet meer wilden hebben of omdat ze niet meer konden krijgen?
De bronnen geven het antwoord en dat was in werkelijkheid niet omdat ze niet meer wilden hebben. De
Nederlanders werden namelijk destijds uit Brazilië geschopt door de Portugezen. Ook verloren ze New York en
een goed aantal Caraïbische eilanden aan de Engelsen. Kortom, ze hebben de strijd om de koloniën verloren. Ze
moesten het doen met Suriname en de Antillen en die economieën waren te klein om grotere aantallen tot slaaf
gemaakte Afrikanen te absorberen. Dit staat in de bronnen. Indien je met wetenschappelijke ogen kijkt, dan kun je
dat ook zien.
Zelfs als we voor nu even geen aandacht schenken aan de bronnen en ervan uitgaan dat het echt zo was dat de
Nederlanders niet meer wilden hebben dan 5%. Dan blijft de vraag: waarom wilden ze niet meer hebben als ze
meer hadden kunnen krijgen? Het antwoord dat vaak wordt gegeven, is dat de Nederlanders niet zo onbeschaafd
waren als de Portugezen en de Engelsen. Maar dan rijst nog steeds de vraag: is het meest beschaafde
percentage dan toch niet nul procent? Waarom is er niet voor 0 procent gegaan?
Schatting van het aantal slachtoffers van de Transatlantische slavernij
Minimum Maximum
Vervoerd per schip 12 12
Ratio aantal gestorven per vervoerde persoon 2 5
Absoluut aantal gestorven in Afrika 24 60
Aantal levend aangekomen in de Amerika's 10 10
Ratio aantal geboren per generatie 2 3
Aantal generaties (25 in 250-300 jaar) 10 12
Totaal aantal geboren 200 360
Absolute aantallen
Gestorven in Afrika 24 60
Vervoerd per schip 12 12
Geboren tijdens slavernij 200 360
Totaal aantal slachtoffers 236 432
Percentage
Geboren in Afrika 10% 14%
Vervoerd per schip 5% 3%
Geboren tijdens slavernij 85% 83%
Totaal aantal slachtoffers 100% 100%
34
Er moest gewerkt worden
Niet alleen wordt de kern van slavernij door de tv-serie volledig genegeerd – het gaat niet primair om
mensenhandel maar om dwangarbeid – ook de manier waarop dwangarbeid wordt gepresenteerd is volledig
bezijden de waarheid. Hagemeijer - exploitant van een vakantiewoning op Frederiksdorp annex
slavernijdeskundige – en de inmiddels beruchte romanschrijfster Cynthia McLeod – die van ‘het was best leuk
leven tijdens slavernij’ – zeggen beiden in de serie: “Er moest nu eenmaal worden gewerkt op de plantages.”
Die stelling wordt gepresenteerd alsof het heel vanzelfsprekend was. Mijn vraag is hierbij: waar zijn de
documenten waaruit blijkt dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen en de Europeaan met elkaar zijn overeengekomen
dat er gratis arbeid geleverd moest worden door de Afrikanen? Waar zijn de bronnen waaruit zou blijken dat ze
beiden vonden dat er gewerkt moest worden? Nu, ik kan u verzekeren, die bronnen bestaan niet. Nergens zijn er
documenten waaruit blijkt dat de Afrikanen en Europeanen met elkaar overeenkwamen dat er gratis gewerkt
moest worden door de Afrikanen om de Europeanen hun rijkdom te bezorgen.
Conclusie
1. De NTR serie is nauwelijks gebaseerd op wetenschappelijke feiten, maar meer op koloniale denkbeelden.
2. De serie schetst een vals beeld van wat de Transatlantische slavernij was. Het bagatelliseert de
Transatlantische slavernij.
3. Het is een poging om een zwarte bladzijde uit de Nederlandse koloniale geschiedenis wit te wassen.
Vier actiepunten voor de toekomst
1. Erkenning meervoudig perspectief.
2. Ontwikkeling van kritiek en alternatieven.
3. Koppeling met integratiedebat.
4. Inzet internationale netwerken voor Nederland.
Erkenning meervoudig perspectief
De discussie rond de NTR-serie heeft laten zien dat er twee perspectieven zijn in de slavernij discussie: het
dominante perspectief zoals die door de NTR serie wordt uitgedragen en een gedekoloniseerd perspectief zoals
die vanuit de zwarte gemeenschap is uitgedragen in deze discussie.
Dat zwarte perspectief wordt niet erkend. Er wordt gedaan alsof er maar één perspectief is in de
slavernijdiscussie. Op 8 november organiseert de NTR met de Rode Hoed een discussie over de vraag “Hoe
schrijf je zwarte geschiedenis met overwegend witte bronnen?”. Hier wordt gesuggereerd alsof het probleem aan
de bronnen ligt, maar het ligt in de ogen die naar de bronnen kijken. De vraagstelling zou moeten zijn: “Hoe schrijf
je zwarte geschiedenis met blauwe ogen?”. De manier waarop deze blauwe ogen kijken naar de bronnen is
namelijk problematisch:
• In de NTR serie wordt gesteld dat de slavernij is afgeschaft vanwege de invloed van het boek De Negerhut van
Oom Tom. De motieven voor de afschaffing van slavernij zijn uitgebreid gedocumenteerd in een tiental officiële
staatsrapporten ter onderbouwing van het beleid. Nergens wordt daar gesproken over dit boek. Overal wordt de
Afrikaan in racistische termen beschreven: dom, achterlijk, lui. Dat staat in de bronnen. De genoemde blauwe
ogen kunnen niet zien wat er in de bronnen staan of ze willen het niet zien omdat het zo pijnlijk is voor hun
verheven beeld van de Europese beschaving.
• Henk den Heijer, de grote deskundige van de NTR, schrijft in zijn oratie dat hij niet weet wat de Afrikanen, die in
het ruim van de slavenschepen waren geketend, moeten hebben gedacht. Ze hebben geen geschriften
achtergelaten. Zouden zij die kettingen misschien zien als armbanden? Zou best kunnen, moet hij gedacht
hebben. Die Afrikanen hebben toch van die vreemde gewoonten? Deze blauwe ogen zijn niet in staat om
Afrikanen als normale mensen te zien en kunnen daarom de betekenis van een eenvoudig gegeven als een
ketting niet interpreteren zoals alle andere normale mensen dat wel kunnen zien.
• Dezelfde soort blauwe ogen schuiven alle bronnen opzij om de grootst mogelijke onzin te verkopen. Piet Emmer,
de wetenschappelijke held van de Universiteit Leiden en de mentor van vele wetenschappers, schrijft dat de
Afrikanen twee keer werden gebrandmerkt: Hij schrijft letterlijk: “Ze zagen het als bewijs dat hun nieuwe
eigenaar voor hen zou zorgen.” Hij schrijft dat de tot slaaf gemaakte Afrikanen geen vrijheid wilden. Hij schrijft
letterlijk: “Ze wilden wat meer tijd om te tuinieren. Ze wilden hun producten verkopen aan andere plantages of op
de slavenmarkt. Ze wilden vissen en een geweer om te kunnen jagen. Ze wilden af en toe naar andere
plantages om hun familie te bezoeken. En dat kon allemaal ook.”
Hé, wacht even! Waar zijn die documenten waarin de Afrikanen dat hebben geschreven? Jullie zweren toch bij
de bronnen? Waar zijn die bronnen nu?!
35
U ziet het, de hele discussie over de bronnen wordt door de NTR en de Rode Hoed ingezet alsof er een probleem
is met de bronnen. Maar er is een groot probleem met de ogen die naar de bronnen kijken.
De komende jaren moeten we vechten voor erkenning van het feit dat er twee perspectieven zijn in de koloniale
geschiedenis. Die erkenning zou inhouden:
• Dat in het onderwijs op alle niveaus – universiteiten, hogescholen, voortgezet onderwijs, basisscholen – de
erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in de koloniale geschiedenis.
• Dat in het media- en cultuurbeleid de erkenning komt dat er een meervoudig perspectief is in het kijken naar dat
koloniaal verleden. Ik pleit daarom ook voor een nieuwe tv-serie die vanuit dat andere perspectief wordt
gemaakt.
Ontwikkeling kritiek en alternatief
De commentaren op de NTR-serie waren een manier om te laten zien wat het andere perspectief in de
slavernijdiscussie is. We moeten in de toekomst een stap verder gaan. We zouden mensen moeten trainen om dit
soort commentaren te schrijven voor alle andere publicaties over koloniale geschiedenis. De vele boeken en
artikelen zouden beoordeeld moeten worden op de volgende criteria: klopt het met de feiten en deugt de theorie
die ze verkondigen wel?
Ieder boek of artikel van Oostindie, Van Stipriaan, Emmer, Den Heijer en wat dies meer zij, zou een repliek moeten
krijgen, niet alleen om waarheid te kunnen onderscheiden van fantasie, maar ook om alle argumenten en
tegenargumenten in beeld te krijgen in de slavernijdiscussie.
Vanuit die kritiek kunnen alternatieve tekstboeken gemaakt worden zodat de canon van Nederland wordt
gebaseerd op wetenschappelijke feiten in plaats van op oude koloniale denkbeelden.
Koppeling met integratiedebat
De discussie over de NTR serie gaat niet alleen over een televisieprogramma. Het gaat ook over de vraag wat de
identiteit is van Nederland. Welke rol speelt geschiedenis in die identiteit? Hoe wil Nederland omgaan met het
gegeven dat zij schuldig was aan een misdaad tegen de menselijkheid? Wil je ze wegmoffelen of wil je ze
erkennen? Wat is het verband tussen de denigrerende afbeeldingen op de Gouden Koets en hoe wil je omgaan
met dat koloniale verleden?
Maar ook hoe we de discussie over Sinterklaas en Zwarte Piet de komende jaren gaan organiseren.
En in hoeverre is het PVV gedachtegoed merkbaar in de discussie over de koloniale geschiedenis?
Deze vragen spelen een cruciale rol in het integratiedebat. Hoe wil je omgaan met het slavernijverleden als er nu
een multiculturele samenleving is ontstaan waarin ook nazaten zitten van de daders en ook slachtoffers van die
misdaad tegen de menselijkheid?
Die vragen moeten in de komende jaren op de agenda staan. De NTR-serie is aanleiding om een bredere agenda
op te zetten voor de koppeling met het integratiedebat.
Inzet internationale netwerken
Tot slot, verandering moet soms van buiten komen. Stel je voor dat Amerikaanse, zwarte organisaties jaarlijks
protestbrieven naar Nederlandse ambassades en Nederlandse bedrijven sturen over de jaarlijkse vernedering van
zwarte mensen op 5 december bij de Sinterklaasviering. Stel je voor dat zwarte televisiestations het
beschavingsniveau van Nederland aan de kaak stellen, waarbij kritiek wordt geleverd op de afbeelding op de
gouden koets en de manier waarop hier wordt omgegaan met een misdaad tegen de menselijkheid. Zou dat effect
niet veel groter zijn dan als we onze protesten hier in isolement organiseren?
Ik denk dat we internationaal moeten gaan denken en de strijd voor een geciviliseerd Nederland op internationale
podia moeten brengen. Internationale solidariteit moet worden georganiseerd. Want stel je voor dat Mandela het
heeft over Sinterklaas in Nederland. Hoe gaat de koningin dan reageren?!
Dank voor uw aandacht.
36
(Advertentie)
Steun IISR, word donateur
IISR is een particulier wetenschappelijk instituut met een
emancipatorische functie. Dit soort instituten bestaat overal in de wereld.
Hoewel we geen tegenstander zijn van subsidie, gaan wij ervan uit dat
onze projecten moeten kunnen worden uitgevoerd met enthousiaste inbreng
van mensen die onze emancipatorische missie en visie ondersteunen.
In onze visie wordt het wetenschappelijke karakter van een instituut niet
bepaald door haar financieringswijze, maar door de aard van haar
werkzaamheden.
De activiteiten van IISR als wetenschappelijk instituut zijn:
• Het stimuleren en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het publiceren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.
• Het organiseren van wetenschappelijke conferenties.
• Het bevorderen van het wetenschappelijke debat.
Hoe financieren wij dit werk?
Met enthousiaste inzet van professionals die hun kennis, kunde, tijd en
capaciteiten inzetten om het werk van IISR mogelijk te maken. Dan nog is
er geld nodig voor de zaken als reiskosten, publicatiekosten, organisatie
van activiteiten e.d. U kunt als sponsor van IISR een bijdrage leveren aan
dit emancipatorische werk.
Uw gift is aftrekbaar van de belasting, omdat IISR geregistreerd is bij de
belastingdienst als een Algemene Nut Beogende Instelling (ANBI).
Uw gift is van harte welkom ongeacht de grootte van het bedrag. U kunt
uw gift storten ten name van IISR, RABO bank 1030.57.560 onder
vermelding van “donatie”.
X
Amai.
Elio di Supo is offline   Met citaat antwoorden
Oud 3 juli 2012, 23:53   #19
de Wakkere burger
Banneling
 
 
Geregistreerd: 14 mei 2012
Locatie: Adrianopolis
Berichten: 444
Standaard

In 1472 kwamen de Portugezen voor het eerst in het gebied van het huidige Nigeria; later kwamen de Engelsen. Nadat de Europeanen aanvankelijk in peper en ivoor hadden gehandeld, gingen ze al spoedig over tot de slavenhandel. In 1807 werd de slavenhandel aan Britse onderdanen verboden. De Britten gingen over op de handel in palmolie, terwijl de Portugezen en Spanjaarden nog enige tijd doorgingen met het halen van slaven.
de Wakkere burger is offline   Met citaat antwoorden
Oud 21 juli 2012, 09:57   #20
Egmond Codfried
Banneling
 
 
Geregistreerd: 15 april 2009
Berichten: 4.566
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door de Wakkere burger Bekijk bericht
In 1472 kwamen de Portugezen voor het eerst in het gebied van het huidige Nigeria; later kwamen de Engelsen. Nadat de Europeanen aanvankelijk in peper en ivoor hadden gehandeld, gingen ze al spoedig over tot de slavenhandel. In 1807 werd de slavenhandel aan Britse onderdanen verboden. De Britten gingen over op de handel in palmolie, terwijl de Portugezen en Spanjaarden nog enige tijd doorgingen met het halen van slaven.
En de Nederlanders, waaronder de latere Belgen?
Egmond Codfried is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:56.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be