Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 18 mei 2005
Locatie: Limburg
Berichten: 50.319
|
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Henri1
Strak plan. Denk je dat je ongestraft kunt doorgaan met de aarde te beroven van haar natuurlijke rijkdommen?
|
Sympathie voor Marokko ofzo?
Ja, natuurlijk. Of heb jij een alternatief?
De aarde voelt daar niets van hoor.
• Ter informatie en opfrissing wat fosfor waard is voor de mens, de lange context: (ik plak maar een stukje van het lang artikel met grafieken en figuren, de fosfaatkringloop)
Citaat:
https://geografie.nl/artikel/fosfaat...selvoorziening
Fosfaatschaarste bedreigt wereldvoedselvoorziening
1 oktober 2016
Dankzij kunstmest kon de landbouwproductie de groei van de wereldbevolking bijhouden. Het belangrijkste bestanddeel daarvan, fosfaat, dreigt echter op te raken en kan een speelbal worden van geopolitiek. Hergebruik van fosfaat is mogelijk, maar ook moeilijk en ontoereikend.
Voor het leven op aarde is fosfor even belangrijk als water, koolstof en zuurstof. Fosfor is een vitale component van de celwanden en het dna van micro-organismen, planten, dieren en mensen. Vooral voor de vorming van botten en tanden is het essentieel. Het mineraal speelt verder een belangrijke rol in onze spijsvertering en de regulering van talrijke processen in ons lichaam zoals het functioneren van ons zenuwstelsel. Veel chemische reacties in ons lichaam zijn afhankelijk van fosfor. Het komt niet in pure vorm voor in ons lijf (pure fosfor is zelfs gevaarlijk en ontbrandt spontaan als het met zuurstof in aanraking komt), maar gaat altijd een verbinding aan met andere stoffen (fosfaatverbindingen). Voor fosfor bestaan geen alternatieven of substituten. De chemicus Isaac Asimov noemde het element in 1959 dan ook the bottleneck of life en waarschuwde toen al voor tekorten.
Beperkende factor
Mensen krijgen fosfor binnen door het eten van groenten, fruit, vlees en zuivel. Een volwassene heeft per dag gemiddeld 700 tot 1000 milligram fosfor nodig. Dieren halen het uit gras, veevoer en supplementen. Planten onttrekken fosfor aan de bodem waaruit hun wortels het in opgeloste vorm opnemen.
Fosfor komt van nature voor in bodems, maar dan in wisselende hoeveelheden en altijd in lage concentraties. In 1840 ontdekte de Duitse scheikundige Justus von Liebig dat fosfaat (naast stikstof en kali) dé beperkende factor was bij gewasopbrengsten. In de eeuwen daarvoor waren boeren voor hogere opbrengsten afhankelijk van fosfaten in organische mest, plantenresten en menselijke fecaliën. Daarmee krikten ze het (lage) natuurlijke fosfaatgehalte van hun grond op. Hogere gewasopbrengsten waren toen nog gebonden aan lokale kringlopen.
Tot ver in de 20e eeuw kwamen strontophalers met hun beerwagens langs om menselijke ontlasting in stedelijke buurten zonder riolering te verzamelen. Vanwege de stank werden ze in Amsterdam spottend ‘Boldootwagens’ genoemd, naar een bekend merk eau de cologne. De pies en poep kwamen terecht op akkers of werden vanwege de fosfaten gebruikt voor het maken van zeep. In China werd deze zogenoemde secreetmest (mest uit toiletten) pas onlangs vervangen door synthetische kunstmest.
Syntetische kunstmest
Na de ontdekking van Von Liebig werd er ook fosfaatrijk beendermeel gebruikt, Thomasslakkenmeel (fijngemalen hoogovenslakken van fosfaatrijk ijzererts) en vooral guano. Die organische, natuurlijke kunstmest bestond uit uitwerpselen van zeevogels, die duizenden jaren lang hadden gebroed op eilandjes voor de kust van Peru en in de Stille Oceaan. Door het ontbreken van regen waren de uitwerpselen niet weggespoeld, en daar geconserveerd. Daarnaast kwam er guano uit grotten waar enorme kolonies vleermuizen eeuwenlang hun ontlasting hadden gedeponeerd. De voorraden guano raakten echter snel uitgeput. Daarom schakelde men begin vorige eeuw over op anorganisch fosfaaterts, waarvan eind 19e eeuw grote voorraden ontdekt waren in de Verenigde Staten en later ook in andere landen. Na de Tweede Wereldoorlog nam de winning van fosfaaterts voor de productie van synthetische kunstmest in fabrieken een enorme vlucht. Zonder dit extra fosfaat zou de Groene Revolutie onmogelijk geweest zijn. Daardoor konden miljarden extra monden gevoed worden en hoefde het areaal landbouwgrond niet navenant uitgebreid te worden. De externe toediening van fosfaat (naast stikstof en kali) was belangrijker dan de uitbreiding van het landbouwareaal om de groei van de wereldbevolking (van een miljard in 1850 naar ruim zeven miljard nu) op te vangen. Jaarlijks strooien boeren circa 18 miljoen ton fosfor uit over hun velden. Gemiddeld 13 kilogram per hectare, variërend van 25 kilogram in Europa tot 2 kilogram in Afrika bezuiden de Sahara.
Door de externe toediening van fosfaat – eerst uit guano, later uit fosfaaterts – werden gebiedsgebonden, lokale kringlopen (sedimentatie door overstromingen, mest van vee, menselijke fecaliën) en de mondiale fosfaatcyclus doorbroken. Daar ligt ook de basis van problemen zoals fosfaatoverschotten en eutrofiëring aan de ene kant, en mogelijke toekomstige tekorten aan de andere kant.
Natuurlijke fosfaatkringloop
De natuurlijke fosfaatcyclus duurt miljoenen jaren. Eerst verweren gesteenten. Vervolgens transporteren wind en water het verweringsmateriaal inclusief de fosfaatverbindingen naar kustzeeën en oceanen. Daar bezinkt het samen met de resten van dode planten en dieren. Daaruit ontstaan afzettingsgesteenten die later weer opgeheven kunnen worden, waarna de cyclus opnieuw begint. In sommige afzettingsgesteenten (vooral apatiet) zitten geconcentreerde en economisch winbare hoeveelheden fosfaatverbindingen. Het fosfaat daarin is afkomstig uit dierresten (skeletten, tanden) en voedselrijk zeewater. Behalve door geotektoniek komen fosfaten binnen deze cyclus ook weer beschikbaar via vulkaanuitbarstingen en het opwellen van oceaanwater zoals voor de kust van Peru.
Verstoring
Deze natuurlijke cyclus wordt nu verstoord. Door de winning van fosfaaterts ten behoeve van kunstmestproductie en het gebruik ervan in ons voedselsysteem stroomt er jaarlijks zo’n 22 miljoen ton fosfaat méér van de mijnen naar de oceanen dan van nature het geval zou zijn. Van mijn naar oceaan legt het fosfaat allerlei trajecten af. Slechts een vijfde van het gedolven fosfaat komt in de vorm van voedsel op ons bord terecht. De rest gaat verloren in onderdelen van ons voedselsysteem. Zo verdwijnt er veel fosfaat door bodemerosie, mest van vee, gewasresten, voedselresten zoals botten, en voedselverspilling.
Eutrofiëring
De extra fosfaten in het mondiale voedselsysteem zorgen niet alleen voor een ongekende verhoging van de voedselproductie, maar leveren ook problemen op. Het belangrijkst is de eutrofiëring van sloten en meren, kustzeeën en oceanen. De extra nutriënten in de vorm van uitgespoelde fosfaten leiden tot giftige algengroei en -bloei met nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit, het waterleven en de recreatie. Soms zijn de gevolgen ronduit desastreus zoals in de honderden zuurstofloze ‘dode zones’ van kustzeeën, vooral in Noord-Amerika, Europa en Oost-Azië. Door de invoering van fosfaatvrije wasmiddelen in 1987 verbeterde in Nederland de waterkwaliteit, maar dit stokte na 2000 door het voortgezette gebruik van kunstmest in de landbouw.
Peak Phosphorus
Een ander milieuprobleem is de fysieke uitputting van de mondiale fosfaatreserves. Dit speelt op een veel langere termijn dan de eutrofiëring. De fosfaten zelf verdwijnen niet, maar raken zodanig verspreid en verdund dat ze in geconcentreerde en voor allerlei toepassingen bruikbare vorm wel uitgeput raken. Als ze eenmaal in de oceaan belanden, zijn de concentraties te gering om ze te winnen.
Zoals er sprake is van Peak oil en Peak water, spreken onderzoekers ook over Peak Phosphorus. Dat is het moment waarop de productie niet meer kan stijgen, maar de vraag blijft bestaan. Na de piek gaat de productie dalen, en nemen de kwaliteit (meer verontreinigingen, onder andere met giftig cadmium of radioactief uranium) en winbaarheid (lager fosfaatgehalte) af. De meningen verschillen over het tijdstip van de fosfaatpiek. Sommige wetenschappers voorzien deze al tussen 2030 en 2035, anderen tussen 2070 en 2084 of nog later. De schattingen zijn afhankelijk van allerlei aannamen. Zo kun je uitgaan van direct winbare hoeveelheden of van potentieel winbare hoeveelheden bij hogere prijzen en betere technologieën. Daarnaast speelt de toename van het fosfaatverbruik een rol. Die is afhankelijk van de bevolkingsgroei, voedselconsumptiepatronen en vervanging van fossiele brandstoffen door biobrandstoffen. Uitgaande van een bevolkingsgroei tot 9,2 miljard in 2050 en een stabilisatie daarna, overschakeling van de hele wereldbevolking op een westers dieet (met veel vlees en zuivel) en 10 procent biobrandstoffen (voor de verbouw daarvan zijn ook fosfaten nodig) zal de direct winbare hoeveelheid over 75 jaar uitgeput zijn en de totale voorraad (direct winbaar + potentieel winbaar) over 170 jaar. Al ver voor dat tijdstip kan de huidige wereldbevolking niet meer gevoed worden met de bestaande productietechnieken van fosfaat en voedsel. Tegen die tijd worden er overigens ook tekorten voorzien van andere micronutriënten zoals zink, koper, borium en molybdeen. Daarnaast moet de landbouw om fosfaat concurreren met de industrie, waar het gebruikt wordt in wasmiddelen, plastics, vlamvertragers en bestrijdingsmiddelen.
Geopolitiek
De fysieke schaarste wordt nog versterkt door de geografisch ongelijke spreiding van fosfaaterts. Er zijn 35 landen met fosfaatreserves, maar daarvan ligt 90 procent in slechts zes landen. Marokko is daarvan met 74 procent verreweg de grootste en met afstand ook de belangrijkste exporteur. China en de VS exporteren weinig. Al het Marokkaanse fosfaat wordt gewonnen door het staatsbedrijf Office Chérifien des Phosphates (OCP) en een onbekend deel daarvan (naar schatting 10 procent) komt uit de betwiste Westelijke Sahara, dat in 1975 grotendeels is ingelijfd door Marokko. Die annexatie wordt echter niet erkend door de VN en afzonderlijke lidstaten.
De geografische concentratie van fosfaatreserves brengt risico’s met zich mee. Zo ontwrichtte de Arabische Lente de relatief kleine fosfaatexport van Tunesië. Wat zou er gebeurd zijn als de Arabische Lente ook in Marokko was ontketend en evenveel politieke onrust teweeg gebracht had als in Libië, Egypte en Syrië? Syrië exporteerde vóór het uitbreken van de burgeroorlog 40 procent van zijn fosfaat naar de EU. Tegenwoordig produceert het land veel minder en gaat het meeste fosfaat naar bondgenoot Iran. Om het eigen aanbod te beschermen, stelde China, ’s werelds grootste gebruiker van fosfaat en na Marokko het land met de meeste reserves, in 2008 een exportheffing van 135 procent in. Hierdoor, en door de sterk gestegen vraag op de wereldmarkt ten tijde van de toenmalige voedselcrisis, rezen de prijzen ineens de pan uit. Onder druk van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is de exportheffing inmiddels teruggedraaid. De prijs daalde daarna, maar niet tot het oude niveau. Het lijkt erop dat Marokko zich bewust geworden is van zijn positie als fosfaatsupermacht en de prijs hoog wist te houden. Tot een internationale boycot van Marokko vanwege de bezetting van de Westelijke Sahara is het nooit gekomen. De afhankelijkheid van Marokkaans fosfaat speelt daarbij ongetwijfeld een rol.
[.....]
|
Daar hoeft geen tekening bij hoe ze nu juichen in Europa. Als alles vlot verloopt gaan ze daar al in 2018 fosfaatertsen bovenhalen. En Noorwegen kan dat zo duurzaam mogelijk.
https://www.foodlog.nl/gespot/2023-07-05/
Citaat:
https://www.msn.com/nl-nl/gezondheid...StaticFallback
Europa heeft opeens de grootste voorraad fosfor
[...]
Vergunningen
"Daarom geloven we dat het fosfor dat we kunnen produceren belangrijk zal zijn voor het Westen - het zorgt voor autonomie," aldus oprichter Michael Wurmser. Daar is overigens nog wel een voorwaarde aan verbonden - en dat is ongetwijfeld de reden dat Wurmser zich meldde bij de EC. Want het verkrijgen van de vergunningen om het fosfaatgesteente te mogen gaan winnen, kan nog wel een aantal jaren duren. Tien tot 15 jaar tussen de ontdekking en de eerste commerciële winning is geen uitzondering.
Volgens Wurmser heeft de Noorse regering het project tot op heden "zeer gesteund" en is aan alle basisvoorwaarden voor het verkrijgen van de mijnbouwvergunningen voldaan, inclusief de economische haalbaarheidsstudies. Noorwegen heeft verklaard dat alle 'kritieke grondstofprojecten' een versnelde goedkeuring zouden krijgen. Maar in de EU ligt dat iets anders. Fosfor en fosfaatgesteente zijn 'kritieke', maar geen 'strategische' grondstoffen. En voor strategische grondstoffen gelden versnelde vergunningsregels. Dus zegt Wurmser: "Wat belangrijk is, is dat het strategische belang van deze grondstoffen wordt begrepen door de ambtenaren in Brussel."
Duurzame fosforwinning
De laatste troef die Wurmser uitspeelt is de duurzaamheid van het Noorse fosfor. Fosforraffinage is een zeer koolstofintensief proces. "Jaren geleden was er enige verwerking van het gesteente in Nederland, maar die is gestopt vanwege de zware vervuiling," zegt Wurmser. Het grootste deel van de industrie is momenteel geconcentreerd in China, Vietnam en Kazachstan. Maar Noorwegen kan aan strengere milieunormen voldoen dan die Aziatische concurrenten, door het toepassen van technologie voor koolstofafvang en -opslag. "Fosfor uit China, Vietnam of Kazachstan maakt van een zonnepaneel niet per se een groen product," aldus Wurmser. "Dat onderstreept dus ons concept dat duurzaamheid begint in de grond, bij het uitgraven." Als alles meewerkt, zou de eerste mijn in 2028 operationeel kunnen zijn.
|
Laatst gewijzigd door Micele : 8 juli 2023 om 10:41.
|