VVSG: Groenestroomcertificaten blijven noodzakelijk voor elektriciteit uit restafvalv

[Politics.be]

De Vlaamse afvalintercommunales betreuren de eenzijdige visie die de Bond Beter Leefmilieu op donderdag 19 april verspreidde over de ondersteuning van energierecuperatie bij huisvuilverbrandingsinstallaties. De federatie van milieu- en natuurverenigingen richt haar pijlen volgens de lokale besturen net op een van de properste vormen van elektriciteitsproductie. Met de elektriciteitsproductie uit afval zijn grote investeringen gemoeid, en bovendien beantwoorden de afvalverbrandingsinstallaties in Vlaanderen aan de strengste milieunormen.

De Vlaamse gemeenten en afvalintercommunales kunnen het niet genoeg herhalen: het apart inzamelen en recycleren van huishoudelijk afval verdient de absolute voorkeur boven afvalverbranding. De gemeenten en intercommunales voegen in dat verband trouwens de daad bij het woord. In samenwerking met de burger zorgen lokale besturen er voor dat 71% van het huishoudelijk afval gerecycleerd wordt. Daarenboven zorgen de preventiecampagnes van diezelfde overheden er voor dat het huishoudelijk afval sinds 2002 niet meer toeneemt. Geen enkel ander land ter wereld kan vergelijkbare resultaten voorleggen.

Het restafval dat overblijft, wordt allemaal verbrand met energierecuperatie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de energie die men zo produceert afkomstig is van biogene koolstof, en dus hernieuwbaar is. Het klopt dat huisvuilverbrandingsinstallaties voor dat deel van hun elektriciteit recht hebben op groenestroomcertificaten. Ook in andere Europese landen past men vergelijkbare ondersteuningsmechanismen toe. Daar gaat men er meestal van uit dat 50% van de geproduceerde elektriciteit hernieuwbaar is.

De opbrengst van de groenestroomcertificaten en van de verkochte elektriciteit dekt nauwelijks de meerkosten die de installaties hebben om die elektriciteit te produceren. Afval verbranden zonder energierecuperatie is goedkoper dan afvalverbranding met energierecuperatie. De certificaten zijn daarom broodnodig om investeringen in extra energierecuperatie mogelijk te maken. Dergelijke investeringen zouden, zonder het groenestroomcertificaat, niet realistisch zijn. Dat afschilderen als een zinloze of milieuschadelijke subsidie is de waarheid geweld aandoen.

Van alle processen waarbij energie gemaakt wordt uit biomassa is geen enkele sector onderhevig aan even strenge normen en controles als deze van toepassing op de huisvuilverbrandingsinstallaties. Dat maakt dat de emissies per geproduceerde kWh bij de allerlaagste zijn. Ook dat vraagt heel wat inspanningen. De afvalverbrandingssector is al jarenlang toonaangevend in de bestrijding van schadelijke emissies.

De BBL suggereert dat gemeenten geld verdienen aan deze certificaten en aan de verbranding van het huishoudelijk afval. Dat is onterecht. Lokale besturen dragen uit eigen middelen nog altijd zelf bij voor een belangrijk deel in de kosten voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval.

De Vlaamse gemeenten en afvalintercommunales betreuren het dat de BBL zich met zijn standpunt richt op een sector die al jaren – samen met de BBL overigens – timmert aan de weg van het Vlaams milieubeleid. En voor wie de groenestroomcertificaten terecht en noodzakelijk zijn.


Bron: politics.be