![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Binnenland Onderwerpen omtrent de binnenlandse politiek kunnen hier terecht. Let er wel op dat dit subforum enkel over dergelijk algemene zaken gaat die niet thuishoren in de themafora. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Provinciaal Gedeputeerde
|
![]() Om de discussie nog wat te verdiepen is hier vers van de pers de Nederlandse vertaling van de bewuste brief. Welke politieke consequenties moeten we hieruit trekken. Vanuit de Nederlandse politieke partijen en vanuit het Vlaamse Spirit gaan er wellicht interpellaties komen aan het adres van Vaticaanse vertegenwoording in onze lage landen. De smileys zijn uiteraard toevallig wegens het gebruik van haakjes...
CONGREGATIE VOOR DE GELOOFSLEER OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT VOORSTELLEN TOT WETTELIJKE ERKENNING VAN VERBINTENISSEN TUSSEN HOMOSEKSUELE PERSONEN INTRODUCTIE 1. De laatste jaren zijn door paus Johannes Paulus II en de relevante dicasteries van de Heilige Stoel verschillende vragen rond homoseksualiteit meerdere malen behandeld. (1) Homoseksualiteit is een verontrustend moreel en sociaal verschijnsel, ook in de landen waar er nog geen aandacht aan wordt gegeven door het juridisch systeem. Nog zorgelijker is het in die landen die homoseksuele verbintenissen al wettelijke erkenning hebben gegeven of willen geven, waarbij in sommige gevallen zelfs de mogelijkheid wordt gegeven om kinderen te adopteren. De voorliggende overwegingen bevatten geen nieuwe leerstellige uitspraken, maar willen de wezenlijke punten over deze kwestie in herinnering roepen en enkele rationele argumenten geven die de bisschoppen kunnen helpen bij het voorbereiden van meer specifieke stellingnamen gericht op de specifieke situaties in de verschillende gebieden van de wereld; deze stellingnamen zullen erop gericht zijn om waardigheid van het huwelijk, fundament van het gezin, te beschermen en te bevorderen, alsmede de stabiliteit van de maatschappij waarvan deze institutie een constitutief element is. Deze overwegingen zijn ook bedoeld om richting te geven aan katholieke politici door aan te geven hoe zij zich in overeenstemming met het christelijk geweten moeten opstellen wanneer zij geconfronteerd worden met wetsvoorstellen ten aanzien van dit probleem. (2) Aangezien deze materie betrekking heeft op de natuurlijke morele wet, zijn de argumenten die volgen niet alleen gericht tot hen die in Christus geloven, maar tot alle personen die zich inzetten om het gemeenschappelijk welzijn van de maatschappij te bevorderen en te beschermen. I. DE AARD VAN HET HUWELIJK EN ZIJN ONVERVREEMDBARE EIGENSCHAPPEN 2. De kerkelijke leer over het huwelijk en over de complementariteit van de geslachten herhaalt een waarheid die inzichtelijk is voor het heldere verstand en die als zodanig door alle grote culturen van de wereld wordt erkend. Het huwelijk is niet zomaar een relatie tussen menselijke wezens. Het is ingesteld door de Schepper met zijn eigen aard, wezenlijke eigenschappen en doelen. (3) Geen enkele ideologie kan de menselijke geest de zekerheid ontnemen dat een huwelijk uitsluitend bestaat tussen een man en een vrouw, die door wederzijdse zelfgave, eigen en voorbehouden aan henzelf, streven naar de gemeenschap van hun personen. Op deze wijze vervolmaken zij elkaar om samen te werken met God in de voortplanting en de opvoeding van nieuw menselijk leven. 3. De natuurlijke waarheid over het huwelijk werd bevestigd door de Openbaring die in de bijbelse vertellingen over de schepping vervat ligt, en die ook de oorspronkelijke menselijke wijsheid tot uiting brengt, waarin de stem van de natuur zelf kan worden gehoord. Het boek Genesis spreekt over drie fundamentele elementen van het plan van de Schepper voor het huwelijk. Op de eerste plaats werd de mens, het beeld van God, als "man en vrouw" (Gen. 1,27) geschapen. Mannen en vrouwen zijn gelijk als personen en complementair als man en vrouw. De seksualiteit behoort enerzijds tot het biologisch gebied maar wordt anderzijds in het menselijke schepsel verheven tot een nieuw, persoonlijk niveau, waar natuur en geest zich met elkaar verbinden. Het huwelijk is door de Schepper ingesteld als een levensvorm waarin een vereniging van personen wordt gerealiseerd met gebruik van het seksuele vermogen. "Daarom verlaat een man zijn vader en moeder en bindt zich aan zijn vrouw en zij worden één vlees" (Gen. 2, 24). Ten derde: het is Gods wil dat de eenheid van man en vrouw op bijzondere wijze deel heeft aan zijn scheppingswerk. Daarom zegende hij de man en de vrouw met de woorden "Weest vruchtbaar en vermenigvuldig u" (Gen. 1, 28). Daarom behoren seksuele complementariteit en vruchtbaarheid in het plan van de Schepper tot het wezen van het huwelijk. Bovendien is de echtelijke gemeenschap tussen man en vrouw door Christus verheven tot de waardigheid van een sacrament. De kerk leert dat het christelijke huwelijk een werkzaam teken is van het verbond tussen Christus en de kerk (vergelijk Ef. 5, 32). Deze christelijke betekenis van het huwelijk vermindert geenszins de diepe menselijke waarde van de huwelijksband tussen man en vrouw, maar bevestigt en versterkt deze juist (vgl. Mat. 19,3-12; Mc. 10, 6-9). 4. Er zijn absoluut geen gronden om homoseksuele verbintenissen op welke wijze dan ook te beschouwen als gelijkvormig of analoog aan Gods plan ten aanzien van huwelijk en gezin. Het huwelijk is heilig, terwijl homoseksuele handelingen tegen de natuurlijke morele wet ingaan. Homoseksuele handelingen "sluiten de seksuele handeling voor de gave van het leven. Ze komen niet voort uit een oprechte affectieve en seksuele complementariteit. Ze kunnen in geen enkel geval worden goedgekeurd". (4) De Heilige Schrift veroordeelt homoseksuele handelingen "als ernstige verdorvenheid... (vgl. Rom. 1,24-27; 1Kor. 6,10; 1Tim. 1,10). Dit oordeel van de Schrift staat natuurlijk niet toe te concluderen dat iedereen die lijdt aan deze anomalie er persoonlijk verantwoordelijk voor is, maar het getuigt van het feit dat homoseksuele handelingen intrinsiek ongeordend zijn". (5) Dit zelfde morele oordeel kan gevonden worden bij veel christelijke schrijvers van de eerste eeuwen (6) en is unaniem geaccepteerd door de katholieke Traditie. Desalniettemin moeten mannen en vrouwen met homoseksuele neigingen volgens het onderricht van de kerk "met respect, mededogen en gevoeligheid worden bejegend. Ieder teken van onrechtvaardige discriminatie ten aanzien van hen moet voorkomen worden". (7) Ze zijn, net als andere christenen, geroepen om een kuis leven te leiden. (8) De homoseksuele neiging is echter "objectief ongeordend" (9) en homoseksuele praktijken zijn "zonden die op ernstige wijze tegengesteld zijn aan de kuisheid". (10) II. STANDPUNTEN TEN AANZIEN VAN HET PROBLEEM VAN HOMOSEKSUELE VERBINTENISSEN 5. Burgerlijke autoriteiten nemen verschillende standpunten in tegenover de feitelijk bestaande homoseksuele verbintenissen. Soms tolereren ze het verschijnsel gewoonweg; op andere momenten bepleiten ze wettelijke erkenning van zulke verbintenissen, onder het voorwendsel om met het oog op bepaalde rechten discriminatie te voorkomen tegen personen die leven met iemand van het zelfde geslacht. In andere gevallen zijn ze er voor dat homoseksuele verbintenissen wettelijk gelijkgesteld worden aan het huwelijk in eigenlijke zin, zonder de wettelijke mogelijkheid om kinderen te adopteren uit te sluiten. Als het beleid van de regering dat van tolerantie is ten aanzien van de feitelijke situatie, zonder dat homoseksuele verbintenissen expliciet wettelijk worden erkend, is het nodig om voorzichtig de verschillende aspecten van het probleem te onderscheiden. Het moreel geweten vereist dat christenen in elke situatie getuigenis afleggen van de hele morele waarheid, die wordt tegengesproken door zowel de goedkeuring van homoseksuele handelingen als door onrechtvaardige discriminatie van homoseksuele personen. Daarom kunnen discrete en voorzichtige acties effectief zijn; deze zouden kunnen omvatten: het ontmaskeren van de manier waarop dergelijke tolerantie misbruikt of gebruikt zou kunnen worden ten dienste van ideologie, door duidelijk de immorele aard van deze verbintenissen uiteen te zetten; door de regering te herinneren aan de noodzaak om het verschijnsel binnen zekere grenzen te beperken om de publieke moraal veilig te stellen en om, boven alles, te voorkomen dat jonge mensen worden blootgesteld aan misvattingen over seksualiteit en huwelijk die hen de noodzakelijke verdediging zouden ontnemen en bijdragen tot de verspreiding van het verschijnsel. Zij die van tolerantie zouden willen overgaan tot het legitimeren van specifieke rechten voor samenwonende homoseksuele personen moeten er aan herinnerd worden dat de goedkeuring of legitimatie van kwaad iets heel anders is dan het tolereren van kwaad. In die situaties waar homoseksuele verbintenissen wettelijk erkend zijn of wettelijke status en rechten hebben gekregen die aan het huwelijk toebehoren, is het geboden duidelijk en nadrukkelijke verzet te bieden. Men moet elke vorm van formele medewerking aan de verordening of toepassing van zulke ernstig onrechtvaardige wetten achterwege laten, evenals -zoveel als mogelijk is- materiële medewerking op het niveau van hun toepassing. Op dit gebied kan iedereen het recht op gewetensbezwaar uitoefenen. II RATIONELE ARGUMENTEN TEGEN WETTELIJKE ERKENNING VAN HOMOSEKSUELE VERBINTENISSEN 6. Om te begrijpen waarom het nodig is om zich te verzetten tegen wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen moeten ethische overwegingen van verschillende aard in beschouwing worden genomen. Van de orde van de rechte rede Het doel van de burgerlijke wet is zeker beperkter dan dat van de morele wet, (11) maar de burgerlijke wet kan niet in tegenspraak zijn met de rechte rede zonder haar bindende kracht op het geweten te verliezen. (12) Elke menselijk geschapen wet is geoorloofd voorzover deze in overeenstemming is met de natuurlijke morele wet, erkend door de rechte rede, en voor zover deze de onvervreemdbare rechten van iedere persoon respecteert. (13) Wetten ten gunste van homoseksuele verbintenissen zijn tegengesteld aan de rechte rede omdat ze wettelijke garanties toekennen, analoog aan die aan het huwelijk worden toegekend, aan verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht. Gegeven de waarden die op het spel staan in deze kwestie, zou de Staat geen wettelijke status aan zulke verbintenissen kunnen geven zonder haar plicht te verzaken om het huwelijk te bevorderen en te verdedigen als een institutie die wezenlijk is voor het gemeenschappelijk welzijn. Men kan zich afvragen hoe een wet tegengesteld kan zijn aan het gemeenschappelijk welzijn als deze geen speciale vorm van gedrag oplegt, maar alleen wettelijke erkenning geeft aan een feitelijke realiteit die aan niemand onrecht lijkt te doen. Op dit gebied moet men eerst nadenken over het verschil tussen homoseksueel gedrag als privéverschijnsel en hetzelfde gedrag als een sociale relatie die door de wet voorzien en goedgekeurd is, waardoor men het zou willen maken tot één van de instituties binnen de rechtsorde. Dit tweede verschijnsel is niet alleen ernstiger, maar heeft ook een verderstrekkende en diepe invloed, en zou veranderingen in de hele organisatie van de samenleving veroorzaken, tegengesteld aan het gemeenschappelijk welzijn. Burgerlijke wetten zijn structurerende principes van het leven van de mens in de maatschappij, ten goede of ten kwade. Ze "spelen een zeer belangrijke en soms beslissende rol in het beïnvloeden van denkpatronen en gedrag". (14) Leefstijlen en de onderliggende veronderstellingen die ze uitdrukken vormen het leven van de maatschappij niet alleen van de buitenkant, maar neigen ook de perceptie en de evaluatie door de jongere generatie van gedragsvormen te wijzigen. Wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen zou bepaalde fundamentele morele waarden verduisteren en de institutie van het huwelijk devalueren. Van biologische en antropologische orde 7. Het ontbreekt homoseksuele verbintenissen geheel aan de biologische en antropologische elementen van huwelijk en familie die de basis op rationeel niveau zouden zijn om hen wettelijke erkenning te geven. Dergelijke verbintenissen zijn niet in staat om op passende wijze bij te dragen aan de voortplanting en het overleven van het menselijk ras. De mogelijkheid om recent ontdekte methoden van kunstmatige voortplanting te gebruiken verandert, naast het feit dat dit een ernstig gebrek aan respect met zich meebrengt, (15) niets aan deze ontoereikendheid. Het ontbreekt homoseksuele verbintenissen ook volledig aan de echtelijke dimensie, door welke seksuele relaties een menselijke en geordende vorm krijgen. Seksuele relaties zijn menselijk wanneer en voorzover deze de wederzijdse hulp van de geslachten in het huwelijk uitdrukken en bevorderen en open staan voor het doorgeven van nieuw leven. Zoals de ervaring laat zien ontstaan door de afwezigheid van seksuele complementariteit in deze verbintenissen obstakels in de normale ontwikkeling van kinderen die aan de zorg van zulke personen zouden worden toevertrouwd. Zij zouden beroofd worden van de ervaring van hetzij vader-, hetzij moederschap. Toestaan dat kinderen worden geadopteerd door personen die in zulke verbintenissen leven zou eigenlijk betekenen dat deze kinderen geweld wordt aangedaan, in de zin dat hun afhankelijkheid gebruikt zou worden om hen in een omgeving te plaatsen die niet leidt tot hun volledige menselijke ontwikkeling. Dit is ernstig immoreel en in open tegenspraak met het principe, dat ook in de Conventie over de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties wordt erkend, dat de beste belangen van het kind, als de zwakkere en meer kwetsbare partij, de hoogste voorrang moeten krijgen. Van sociale orde 8. De maatschappij heeft haar voortdurende overleven te danken aan het gezin, gegrondvest op het huwelijk. De onvermijdelijke consequentie van de wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen zou de herdefinitie van het huwelijk zijn, dat in haar wettelijke status een institutie zou worden zonder de wezenlijke verwijzing naar de factoren die verbonden zijn met heteroseksualiteit; bijvoorbeeld de voortplanting en de opvoeding van kinderen. Als vanuit het standpunt van de wet het huwelijk tussen een man en een vrouw zou worden beschouwd als slechts één mogelijke vorm van huwelijk, dan zou het concept van huwelijk een radicale verandering ondergaan, met ernstige schade voor het gemeenschappelijk welzijn. Door homoseksuele verbintenissen op een wettelijk niveau te stellen dat analoog is aan dat van het huwelijk en het gezin, handelt de Staat willekeurig en in tegenspraak met zijn plichten. De principes van respect en het niet discrimineren kunnen niet worden ingeroepen om de wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen te ondersteunen. Onderscheid maken tussen personen of sociale erkenning of voordelen weigeren is alleen onacceptabel als het tegengesteld is aan de gerechtigheid. (16) Het weigeren van de sociale en wettelijke status van het huwelijk aan vormen van samenleven die geen huwelijk zijn en kunnen zijn is niet tegengesteld aan de gerechtigheid; integendeel, de gerechtigheid vereist het. Ook kan het principe van de eigen autonomie van het individu niet redelijk worden ingeroepen. Het is één ding om te stellen dat individuele burgers vrij activiteiten mogen ontplooien waarin zij interesse hebben en dat dit valt binnen het gemeenschappelijk burgerlijk recht op vrijheid; het is iets heel anders om te stellen dat activiteiten die niet een betekenisvolle of positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de menselijke persoon in de maatschappij een eigen gekwalificeerde wettelijke erkenning kunnen krijgen. Homoseksuele verbintenissen vervullen zelfs niet op analoge wijze het doel waarvoor het huwelijk en het gezin een specifieke en gekwalificeerde erkenning verdienen. Integendeel, er zijn goede redenen om te stellen dat zulke verbintenissen schadelijk zijn voor de goede ontwikkeling van de menselijke maatschappij, zeker als hun invloed op de samenleving zou toenemen. Van de wettelijke orde 9. Omdat getrouwde stellen de opvolging van generaties waarborgen en vanwege dat feit op eminente wijze van maatschappelijk belang zijn, daarom geeft de burgerlijke wet hen institutionele erkenning. Homoseksuele verbintenissen van de andere kant, hebben geen specifieke aandacht nodig van de kant van de wet, aangezien zij deze functie voor het gemeenschappelijk welzijn niet uitoefenen. Ook ongeldig is het argument dat wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen nodig is om situaties te voorkomen waarin samenwonende homoseksuelen, eenvoudigweg omdat zij samen leven, beroofd zouden kunnen worden van daadwerkelijke erkenning van hun rechten als personen en burgers. In werkelijkheid kunnen ze altijd gebruik maken van de wettelijke voorzieningen - net als alle burgers vanuit het standpunt van hun eigen autonomie - om hun rechten te beschermen op het gebied van het gemeenschappelijk belang. Het zou zwaar onrechtvaardig zijn om het gemeenschappelijk welzijn en rechtvaardige wetten voor het gezin op te offeren om persoonlijk welzijn te beschermen dat gegarandeerd kan en moet worden op manieren die geen schade toebrengen aan de hele maatschappij. (17) IV. STANDPUNTEN VAN KATHOLIEKE POLITICI TEN AANZIEN VAN WETGEVING TEN GUNSTE VAN HOMOSEKSUELE VERBINTENISSEN 10. Als het waar is dat alle katholieken verplicht zijn om zich te verzetten tegen de wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen, dan zijn katholieke politici daartoe op bijzondere wijze verplicht, in overeenstemming met hun verantwoordelijkheid als politici.Wanneer zij geconfronteerd worden met wetsvoorstellen ten gunste van homoseksuele verbintenissen, moeten katholieke politici de volgende ethische overwegingen in acht nemen. Als de wetgeving ten gunste van de homoseksuele verbintenissen voor het eerst wordt voorgesteld in een wetgevende vergadering, dan heeft de katholieke wetgever een morele plicht om zijn verzet duidelijk en publiekelijk te uiten en er tegen te stemmen. Het is ernstig immoreel om ten gunste van een wet die zo schadelijk is voor het gemeenschappelijk welzijn te stemmen. Als de wetgeving ten gunste van de erkenning van homoseksuele verbintenissen al van kracht is, dan moet de katholieke politicus zich er tegen verzetten op de manieren die voor hem mogelijk zijn en zijn verzet bekend maken; het is zijn plicht om getuigenis af te leggen van de waarheid. Als het niet mogelijk is om zo´n wet volledig te herroepen, dan kan de katholieke politicus, indachtig de aanwijzingen vervat in de encycliek Evangelium vitae, "legitiem voorstellen ondersteunen die gericht zijn op het beperken van de schade die door zo´n wet wordt toegebracht en op het verminderen van diens negatieve gevolgen op het niveau van de algemene opinie en de publieke moraal", op voorwaarde dat zijn "absolute persoonlijke verzet" tegen zulke wetten duidelijk en goed bekend was en dat het gevaar voor schandaal vermeden was. (18) Dit betekent niet dat een meer restrictieve wet op dit gebied als rechtvaardig of zelfs acceptabel kan worden gezien; het is eerder een kwestie van de legitieme en plichtsgetrouwe poging tot de herroeping -ten minste gedeeltelijk- van een onrechtvaardige wet als diens volledige intrekking op dat moment niet mogelijk is. CONCLUSIE 11. De Kerk leert dat respect voor homoseksuele personen in geen geval kan leiden tot goedkeuring van homoseksueel gedrag of tot wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen. Het gemeenschappelijk welzijn vraagt dat wetten het huwelijk als basis van het gezin en de primaire eenheid van de maatschappij erkennen, bevorderen en beschermen. Wettelijke erkenning van homoseksuele verbintenissen of het op het zelfde niveau plaatsen als het huwelijk zou niet alleen de goedkeuring van afwijkend gedrag betekenen, met de consequentie dat het een model wordt in de hedendaagse samenleving, maar het zou ook de fundamentele waarden verduisteren die tot het gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid behoren. De Kerk kan niet verzaken in het verdedigen van deze waarden, voor het welzijn van mannen en vrouwen en voor het welzijn van de maatschappij zelf. Paus Johannes Paulus II heeft deze Overwegingen die in de gewone vergadering van deze congregatie besloten zijn, goedgekeurd tijdens de audiëntie van 28 maart 2003, en hun publicatie bevolen. Rome, vanuit de zetel van de Congregatie voor de Geloofsleer, 3 juni 2003, gedachtenis van de Heilige Charles Lwanga en zijn gezellen, martelaren. Kardinaal Joseph Ratzinger Prefect Angelo Amato, S.D.B. Titulair Aartsbisschop van Sila Secretaris VOETNOTEN (1) Vgl. Johannes Paulus II, Angelus Boodschappen van 20 februari 1994 en van 19 juni 1994; Toespraak tot de plenaire vergadering van de pauselijke raad voor het gezin (24 maart 1999); Catechismus van de Katholieke Kerk, nummers 2357-2359, 2396; Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring Persona humana (29 december 1975), 8; Brief over de pastorale zorg voor homoseksuele personen (1 oktober 1986); Enkele overwegingen betreffende het antwoord op wetsvoorstellen over het niet discrimineren van homoseksuele personen (24 juli 1992); Pauselijke Raad voor het Gezin, Brief aan de voorzitters van de Europese bisschoppenconferenties over de resolutie van het Europees Parlement betreffende homoseksuele stellen (24 maart 1994); Gezin, huwelijk en "de facto" verbintenissen (26 juli 2000), 23. (2) Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Leerstellige Notitie over enkele vragen over de deelneming van katholieken aan het politieke leven (24 november 2002), 4. (3) Vgl. Tweede Vaticaans Concilie, Pastorale Constitutie Gaudium et spes, 48. (4) Catechismus van de Katholieke Kerk, nummer 2357. (5) Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring Persona humana (29 december 1975), 8. (6) Vgl. bij voorbeeld, H. Polycarpus, Brief aan de Filippenzen, V, 3; H. Justinus martelaar, Eerste Apologie, 27, 1-4; Athenagoras, Smeekbede voor de Christenen, 34. (7) Catechismus van de Katholieke Kerk, nummer 2358; vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief over de pastorale zorg voor homoseksuele personen (1 oktober 1986), 10. (8) Vgl. Catechismus van de Katholieke Kerk, nummer 2359; vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief over de pastorale zorg voor homoseksuele personen (1 oktober 1986), 12. (9) Catechismus van de Katholieke Kerk, nummer 2358. (10) Ibid., nummer 2396. Vertaling: Roderick Vonhögen
__________________
![]() Elle était socialiste Protestante et féministe Laatste aanpassing van mijn webstek: 17/05/2003, klik HIER |
![]() |
![]() |
![]() |
#2 |
Provinciaal Gedeputeerde
|
![]() Els Van Weert en Jan Roegiers
SPIRIT vraagt reactie minister Michel op uitspraken Vaticaan. Vrijdag 01 augustus 2003 Els Van Weert (voorzitster) en Jan Roegiers (Vlaams Parlementslid) zullen in een brief aan minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel vragen om het Vaticaan via diplomatieke weg duidelijk te maken dat ons land de mensonterende uitspraken van de katholieke Kerk over homoseksualiteit niet pikt. Van Weert en Roegiers zijn voorstander van de openstelling van het huwelijk, maar respecteren eenieder die daar een andere mening over heeft. Wat ze niet pikken, is dat homoseksualiteit als ‘afwijkend gedrag’ wordt getypeerd, zoals Kardinaal Ratzinger namens de Paus doet. Van Weert en Roegiers begrijpen niet dat de leiding van de katholieke Kerk halsstarrig weigert om te leren uit haar historische fouten. Op een moment dat steeds duidelijker wordt dat de oerconservatieve houding van Rome inzake condoomgebruik verantwoordelijk is voor honderdduizenden aidsdoden, mist de leiding van de Kerk opnieuw een kans om de boodschap van naastenliefde die aan de basis van de Kerk zo nadrukkelijk aanwezig is op een moderne manier te vertolken. Uitspraken zoals die van vandaag bevestigen vooroordelen die het voor holebi’s in tal van landen nog steeds onmogelijk maken om zichzelf te zijn.
__________________
![]() Elle était socialiste Protestante et féministe Laatste aanpassing van mijn webstek: 17/05/2003, klik HIER |
![]() |
![]() |
![]() |
#3 | |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 30 mei 2003
Berichten: 2.694
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
#4 |
Perm. Vertegenwoordiger VN
|
![]() Ach, die oude knar brengt af en toe nog eens wat leven in de brouwerij. Ik vind het een schitterend idee van Spirit om die andere beroepsgrapjas Louis Michel op de paus los te laten.
Dit wordt het olijke duo van de jaren '00 ![]()
__________________
Ik distantieer me van al wat ik vroeger heb geschreven |
![]() |
![]() |
![]() |
#5 |
Secretaris-Generaal VN
|
![]() Hoop idd dat de Louis op de uitnodiging ingaat.. zal wel niet..
|
![]() |
![]() |
![]() |
#6 |
Parlementslid
Geregistreerd: 26 juni 2003
Locatie: noordelijke ijszee (ferm fris zeetje)
Berichten: 1.867
|
![]() k'vind dat die mannen van t'vaticaan er nogal een ferm lange brief aan spenderen om ons te laten weten dat zij vinden dat homofillie een ziekte is waar ze zelf aan lijden !
![]()
__________________
Per 20 november 2009 verlaat ik dit politiek kloteland FOREVER - treur niet k'zal t'niet missen ! |
![]() |
![]() |
![]() |
#7 |
Burger
Geregistreerd: 12 juni 2003
Locatie: Leuven & Lanaken
Berichten: 117
|
![]() Deze pauselijke brief maakt een grove denkfout.
Zij zegt : ( 1 ) Dergelijke verbintenissen zijn niet in staat om op passende wijze bij te dragen aan de voortplanting en het overleven van het menselijk ras. en daar onmiddellijk op : De mogelijkheid om recent ontdekte methoden van kunstmatige voortplanting te gebruiken verandert, naast het feit dat dit een ernstig gebrek aan respect met zich meebrengt, (15) niets aan deze ontoereikendheid. Als hun argument van voortplanting (in het geval van vrouwelijke homosexualiteit dus) wegvalt, verschuilen ze zich achter een dogma. Dit is geen morele wet, maar een niet te betwisten, niet aan kritiek onderhevige stelling. Dit druist in tegen de filosofische gedachtengang van de ethiek. ( 2 ) Seksuele relaties zijn menselijk wanneer en voorzover deze de wederzijdse hulp van de geslachten in het huwelijk uitdrukken en bevorderen en open staan voor het doorgeven van nieuw leven. De brief stelt dat seksualiteit dus antropologisch in het teken staat van de voortplanting ("doorgeven van nieuw leven'"). Het staat immers onder de hoofding "Van biologische en antropologische orde" Dit is een fout. Wat de antropologie aantoont is dat in het vormen van verwantschappen er drie uitgangspunten zijn: vrouwen krijgen kinderen, het wereldwijde incest-verbod & het feit dat mannen vrouwen moeten monopoliseren om kinder te krijgen. (zie oa Peter Kloos, "Culturele Antropologie") De antropologie zegt niet dat seksualiteit en voortplanting onlosmakelijk samenhangen. Dat is een band die door de Kerk zelf wordt aangehaald. Gebasseerd op dogmatische-religieuze geschriften. (logisch ook natuurlijk). Daarom echter wel niet filosofisch correct. Verder: SPIRIT wilt wel het juiste doen, dat is al veel waard. Eens benieuwd als er reactie komt uit CD&V-hoek, vooral wat betreft de aangehaalde adoptie-argumentering. |
![]() |
![]() |
![]() |
#8 | |
Staatssecretaris
Geregistreerd: 30 mei 2003
Berichten: 2.694
|
![]() Citaat:
Het probleem van de kerkelijke leer is dat ze stoelt op de Bijbel, de traditie ( kerkvaders etc ) en de Thomistische leer. Vind je in de Bijbel niet wat je wil bewijzen dan ga je toch even te raden bij de twee anderen en omgekeerd... |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#9 | |
Burger
Geregistreerd: 12 juni 2003
Locatie: Leuven & Lanaken
Berichten: 117
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |