![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Maatschappij en samenleving Dit subforum handelt over zaken die leven binnen de maatschappij en in die zin politiek relevant (geworden) zijn. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#41 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
ABVV-memorandum voor de federale verkiezingen van 10 juni 2007 [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]D [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]UURZAME ONTWIKKELING IN DIENST VAN WERKGELEGENHEID EN SOCIALE VOORUITGANG [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Als de volgende regering haar volledige termijn uitdoet zal haar legislatuur tot voorbij het jaar 2010 reiken dat in menig opzicht bestempeld wordt als een kanteljaar. Het is het jaar waarin de doelstellingen van de agenda van Lissabon gehaald zouden moeten worden (werkgelegenheidsgraad, niveau van O&O…). Tegelijk wijst o.m. de NBB erop dat de federale staat in geldnood dreigt te komen zonder een herziening van de financiële geldstromen met de gewesten en gemeenschappen terwijl een aantal politieke partijen aandringen op een verregaande staatshervorming. Dit alles gebeurt in een context van liberale globalisering waarop Europa tot nog toe niet het verwachte sociale alternatief bood maar integendeel bijdroeg tot meer concurrentie, meer liberalisering en deregulering. Deze dynamiek leidt tot een verlaging van het loonaandeel in het nationaal inkomen, vergroot de ongelijkheid en de armoede en verzwakt bovendien de herverdelingsinstrumenten zoals een progressieve fiscaliteit, de openbare diensten en de sociale zekerheid. De groeiende agressieve participatie van bepaalde investeringsfondsen van het Angelsaksische type in onze economie – met de bedoeling op zeer korte termijn winst te maken, maar vaak ten nadele van de werkgelegenheid – vormen een bijkomende storende factor. De onzekerheid en onrust bij de werknemers is groot, terwijl een samenleving die zich moet aanpassen aan de belangrijke uitdagingen van globalisering en vergrijzing nood heeft aan zekerheid. Zekerheid voor behoud en verbetering van de sociale bescherming, perspectieven voor de creatie van meer en betere banen, voor het behoud van een sterke en slimme industrie en een verdere uitbouw van de diensten, voor goede openbare diensten met voldoende middelen, voor een duurzame economische ontwikkeling die niet leidt tot meer milieuvervuiling. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 2[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]2 Globalisering en demografische vergrijzing mogen niet als voorwendsel dienen tot minder sociale vooruitgang of tot een afglijding naar een Angelsaksisch model met een minimalistische sociale zekerheid. Integendeel de aanpassing aan een wereld die voortdurend verandert impliceert meer investeringen in menselijk en sociaal kapitaal. De perspectieven op middellange termijn van het Planbureau voor 2007-2011 wijzen op een opleving van de groei in ons land die lichtjes hoger zou zijn dan het Europese gemiddelde. Maar met een jaarlijks gemiddelde groei van 2,2% zou de werkloosheid slechts heel lichtjes dalen. De in die periode geschapen banen zouden immers grotendeels opgeslorpt worden door de toename van de actieve bevolking. Bijgevolg, zelfs al zou ons land volgens het Planbureau in 2011 een werkgelegenheidsgraad van 64% halen – een nooit gezien peil sinds de tweede wereldoorlog – dan nog zal de massale werkloosheid een hoofdbekommernis van de Belgische economie blijven. Om het roer om te gooien moet er dus een groei- en werkgelegenheidsbevorderend economisch beleid gevoerd worden. Daartoe moet ons land tijdens de komende legislatuur het Europese debat over een rechtvaardige verdeling van de vruchten van de groei aankaarten en allianties met andere lidstaten zoeken om de macro- economische beleidsmaatregelen beter te richten naar doelstellingen van duurzame groei en werkgelegenheid. Het ABVV verwacht van de volgende regering een beleid gericht op: volledige en kwaliteitsvolle werkgelegenheid; de gelijkheid man/vrouw; de bezoldiging van de werknemers; een progressieve fiscaliteit en een rechtvaardigere verdeling van de fiscale heffing, performante openbare diensten die over voldoende middelen kunnen beschikken; een sterke, federale sociale zekerheid gebaseerd op het verzekeringsprincipe en op het repartitiestelsel, die beschermd is van privatiseringen… Zo moet zij zorgen voor: • de ontwikkeling en de financiële verankering van de federale solidariteitsmechanismen • een verruiming van de financiering van de sociale zekerheid, door de invoering van een algemene sociale bijdrage, zodat de kloof tussen arbeidsinkomens en sociale uitkeringen kan verminderd worden door welvaartsvaste uitkeringen en een inhaaloperatie voor de laagste en oudste uitkeringen en men het hoofd kan bieden aan de nieuwe noden; • meer kwaliteitsvolle en goedbetaalde banen om het verschijnsel van “working poor” te vermijden en de tewerkstellingskansen voor jongeren te verhogen . Dit impliceert ook een versterking van de huidige maatregelen ter aanmoediging van de collectieve werktijdverkorting met loonbehoud en compenserende aanwervingen waar mogelijk; • het uitwerken van een offensieve strategie gericht op vorming en innovatie in de industrie en de dienstensectoren en dit in synergie met de gewesten: België moet een podiumplaats inzake innovatie en vorming nastreven; • een verdieping van de politieke, sociale en economische democratie; • dat ze een hoofdrol speelt in de regulering van de nieuwe ontwikkelingen op het vlak van de governance van de ondernemingen, zowel op Belgisch als op Europees vlak [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 3[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]3 • een voortrekkersrol voor [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de uitbouw van een democratisch en sociaal Europa met voldoende[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]financiële middelen voor de uitbouw van een sociaal en fiscaal beleid in alle lidstaten, dat zorgt voor een relance van de werkgelegenheid en voor duurzame groei, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de transparantie en de democratische werking van de besluitvorming op het [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]gebied van de (multilaterale en bilaterale) handelsakkoorden en voor het beleid van de grote financiële instellingen zoals de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de eerbiediging van de sociale en milieunormen in het handelsverkeer; [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]• een beleid dat steunt op de principes van duurzaamheid • gendergelijkheid. Deze krachtlijnen worden geconcretiseerd in 10 punten. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 4[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]4 1. H [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ET BEHOUD EN DE VERSTEVIGING VAN DE FEDERALE SOLIDARITEITSMECHANISMEN [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]. Het maatschappijproject van het ABVV steunt op drie fundamentele waarden, nl. solidariteit, democratie en gelijkheid. Het is uit zijn aard zelf internationalistisch en sinds zijn bestaan is onze vakbond actief betrokken bij de uitbouw van het Europese en internationale syndicalisme. Op Europees vlak willen we komen tot een verdieping van het sociaal model door de uitbouw van Europese collectieve onderhandelingen, de invoering van een betere sociale bescherming en de bestrijding van de fiscale concurrentie tussen de lidstaten door een Europese fiscale harmonisatie. Het ABVV verdedigt dus een democratischer en socialer Europa. Europa moet alle vakbondsrechten, met inbegrip van het recht op internationale acties en stakingen, erkennen. Europa moet streven naar een opwaartse harmonisering van de nationale sociale verworvenheden. Wat we op internationaal vlak nog willen opbouwen zullen we uiteraard op federaal vlak niet laten afbouwen. Het ABVV heeft geopteerd voor een "federalisme met drie" om op die manier te zorgen voor een democratischer organisatie van de Staat en de politieke besluitvorming dichter bij de noden van de bevolking te brengen. Dit betekende het besluitvormingsproces doorzichtiger en efficiënter maken zonder afbreuk te doen aan de federale solidariteitsmechanismen. Samen met de overdracht van bevoegdheden van het federale niveau naar de gewesten en gemeenschappen hebben we de structuur van onze organisatie aangepast zodat er een syndicale tegenmacht werd uitgebouwd aangepast aan de staatshervorming. Ook het regionale sociale overleg werd verder uitgebouwd rekening houdend met de opeenvolgende staatshervormingen. We stellen vast dat sommigen nieuwe stappen willen zetten in de regionalisering van bepaalde bevoegdheden. De bevoegdheidsafbakening tussen het federale niveau en de gewesten en gemeenschappen is een verantwoordelijkheid van de politieke overheid . Er valt een zekere evolutie in de beste gekende eisen vast te stellen: van een vraag naar communautarisering van "persoonsgebonden" materies (zoals de gezondheidszorg en de kinderbijslag) is men in sommige partijen geëvolueerd naar eisen voor een grotere autonomie op het gebied van sociaal-economische bevoegdheden (vooral werkgelegenheid, fiscaliteit en soms ook loonvorming). [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 5[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]5 Het ABVV zal waakzaam toezien op het behoud van de federale solidariteit en op de versterking van het federale werkgelegenheidsbeleid dat moet rekening houden met de noden van de drie Gewesten, door een verbetering van de bestaande samenwerking tussen de diverse beleidsniveaus en door een uitgediept sociaal overleg. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]versterking van het werkgelegenheidsbeleid en een betere afstemming van het aanbod van en de vraag naar werk door meer mogelijkheden aan de werknemers te geven voor hun mobiliteit en door de ondernemingen te responsabiliseren om te investeren in steden en subregio’s met veel werkloosheid [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]verbetering van de bestaande samenwerking tussen het federale en het regionale niveau, waarbij een regionaal beleid afgestemd op de eigen noden mogelijk is en het sociaal overleg versterkt wordt. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Het ABVV waarschuwt wel tegen een aanwakkering van de belastingconcurrentie tussen de gewesten door een regionalisering van de vennootschapsbelasting of de invoering van het recht op afcentiemen. Het pleidooi voor fiscale autonomie inzake vennootschapsbelasting is een liberale eis van diegenen die belastingconcurrentie willen hanteren als een instrument om de overheidsuitgaven te drukken of van zij die geloven dat minder belastingen een voldoende voorwaarde is voor meer groei en werkgelegenheid. Er zijn voldoende studies die aantonen dat het goedkoper maken van kapitaal in verhouding tot arbeid niet leidt tot een verbetering van de werkgelegenheid. Bovendien zijn er zeker drie materies die ons direct aanbelangen omdat ze de federale solidariteit waarborgen waarvan we duidelijk zeggen dat die federaal moeten blijven. Er kunnen geen toegevingen gebeuren m.b.t. - de wet van 1968 m.b.t. de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, wat betekent dat ook de loonvorming een federale materie moet blijven - het arbeidsrecht - de sociale zekerheid: deze moet federaal blijven, zonder enige privatisering of financiering in pijlers Wij zijn tegen een regionalisering van de werkloosheidsuitkeringen en de RVA, zoals wij ook altijd tegen de afsplitsing en onderbrenging van een tweede gefiscaliseerde pijler van de gezondheidszorg en de kinderbijslagen geweest zijn [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 6[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]6 2. V [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]OLWAARDIG EN KWALITEITSVOL WERK MET AANTREKKELIJKE LONEN [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]2.1. Innovatie en vorming: een podiumplaats voor België moet de ambitie zijn De boordtabel van de CRB m.b.t. het Belgische innovatiesysteem zegt ons dat België vandaag in geen enkel van de indicatoren tot de best presterende landen behoort. Dit moet veranderen. Het moet de ambitie zijn om tot de top drie van de best presterende Europese landen te behoren: België moet een podiumplaats beogen. De komende vier jaar moeten de mooie intenties inzake innovatie omgezet worden in een concrete beleidsstrategie. De kern van de discussie over concurrentievermogen moet verschuiven van loonkostenbeheersing naar kwaliteitsconcurrentie. Het verlies aan marktaandelen van de Belgische bedrijven moet tegengegaan worden door de ontwikkeling van nieuwe producten of diensten waarvoor de vraag stijgt en de prijsconcurrentie minder intens is en door het aanboren van nieuwe markten. Een milieuvriendelijker productie die minder grondstoffen en minder energie verbruikt moet de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven verbeteren. Zo wordt ook de band tussen meer groei en meer vervuiling doorgeknipt en wordt de basis gelegd voor een duurzame ontwikkeling. Tegelijk moet België zijn ligging ten volle benutten voor de ontwikkeling van logistieke dienstverlening. Daarom wil het ABVV dat de volgende regering werk maakt van: • de uitwerking van een langetermijnvisie en strategie rond innovatie en O&O in samenwerking met de gewesten en die vertaald wordt in een beleidsplan • een evaluatie van de bestaande fiscale stimuli met het oog op een vereenvoudiging, meer doorzichtigheid en een grotere doeltreffendheid • een verbetering van het statuut van de onderzoekers (o.m. bruggen slaan tussen tewerkstelling in publieke en private sector) • een vraagbeleid dat innovatie aanmoedigt door overheidsinvesteringen en door in de openbare aanbestedingen criteria inzake innovatie en duurzaamheid in te voeren • goede praktijken- benchmarking tussen de sectoren, de gemeenschappen en de gewesten te organiseren • een innovatiecultuur te promoten waarin de vakbonden op alle niveaus volwaardig betrokken worden en door de economische en financiële informatie aan de ondernemingsraden te verfijnen zodat een controle op en overleg over de innovatie- inspanningen en energiebesparingen op basis van relevante informatie mogelijk wordt Het innovatiebeleid moet stoelen op een beleid van vorming en opleiding van de werknemers waarvoor de gewesten en gemeenschappen bevoegd zijn. Het ABVV vindt dat de toegang tot kwaliteitsvolle vorming voor alle werknemers, met of zonder baan, op vrijwillige basis, een recht is. Vorming/opleiding moet de werknemers toelaten hun scholingsniveau te behouden en op te krikken en eveneens de parameters van een constant en snel veranderende maatschappij te beheersen. Dit veronderstelt een bijzonder beleid waardoor vrouwen in die opleidingen echt aan de bak komen. Naast de overheidsfinanciering (door gewesten en gemeenschappen) die optimaal gevaloriseerd moet worden, moeten de werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen op het gebied van de omvorming van de arbeidsorganisatie door een passende financiële bijdrage aan vormingsacties en door op zijn minst de in het IPA aangegane verbintenissen na te komen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 7[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]7 Voor de werknemers moet het individuele recht op vorming steunen op een collectief recht dat concreet uitgewerkt moet worden in het kader van globale opleidingsprogramma's in de ondernemingen voor alle werknemerscategorieën en niet bij voorrang voor de hoogst geschoolden. De vormingsplannen van de ondernemingen moeten prioriteit geven aan de kortgeschoolde werknemers en alle werknemers in precaire statuten betrekken bij de vormingsinspanning. Daarbij moeten de regels van het sociaal overleg gerespecteerd worden. Die plannen moeten niet alleen de aanpassing aan het werk omvatten maar ook kansen voor de werknemers om hun competenties te verhogen teneinde hun baan veilig te stellen en zijn arbeidsvooruitzichten te verruimen. Dit veronderstelt het bestrijden van de gendergebonden clichés inzake tewerkstelling (die tot in het onderwijs toe bestaan). Het BEV moet opnieuw gefinancierd en ontwikkeld worden. 2.2. . Doorstromings- en carrièrebegeleiding De doorstromingsprogramma's en het nieuwe carrièrebeheer moeten collectief begeleid worden door - een gelijkschakeling van de vormingsactiviteiten met bezoldigde arbeidsprestaties, die nuttig zijn voor de collectiviteit en het individu, door een trekkingsrecht waarbij de werknemers een verzekerd inkomen hebben voor een forfaitaire vormingsperiode tijdens hun beroepstraject; - de erkenning door de wet van een individueel recht op vorming in materies waarvoor de keuze uitsluitend van de werknemer afhangt en dat onder meer het recht op een competentiebilan en -validering, de hervatting van de studies, enz. omvat; - de invoering van een door de wet omkaderd collectief recht dat de huidige vormingsplannen die in de ondernemingen onderhandeld worden, op basis van meer algemene sectorale akkoorden over o.m. bijscholing en omscholing, voortgezette vorming op de werkplek, opleiding jongeren, enz. 2.3. Vrije en verantwoordelijke loononderhandelingen De wet van 1996 op het concurrentievermogen en de tewerkstelling verplicht ons om in de onderhandelingen rekening te houden met de loonontwikkeling in de drie buurlanden (Frankrijk, Duitsland en Nederland) maar waarborgde ook de automatische loonindexering en de baremieke verhogingen. Wij vragen aan een volgende regering: • een plan om de loonverschillen M/V weg te werken, en dit buiten de norm, • respect voor de fundamentele evenwichten van deze wet: behoud van de automatische indexatie en de baremieke verhogingen • dat er ten volle rekening gehouden wordt met het geheel van het technische verslag dat de CRB in uitvoering van deze wet moet opstellen en waar niet alleen de [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 8[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]8 ontwikkeling van de Belgische lonen in vergelijking met deze in de buurlanden opgevolgd wordt, maar waar ook steeds beter de indicatoren van het Belgische innovatiesysteem in kaart worden gebracht. Op een moment dat er in brede kringen consensus ontstaat dat de toekomst van onze welvaart vooral afhankelijk is van de verbetering van dat innovatiesysteem moet de aandacht voor kostenconcurrentie verschuiven naar maatregelen voor een verbetering van het innovatiesysteem en de opleiding van de werknemers • nog steeds in het kader van het CRB-rapport waarin ook de bijdrageverlagingen en de fiscale incentives voor het bedrijfsleven onderzocht worden, maximaal te zorgen voor een netto schepping van banen met de verleende steun; • om ook de aandeelhouders te responsabiliseren door de superwinsten die momenteel in sommige sectoren gerealiseerd worden, aan te wenden voor investeringen in België om de strategie voor innovatie en werkgelegenheid te versterken • dat er niet geraakt wordt aan de algemeen verbindend verklaring van sectorale CAO’s (geen opting out) • doorzichtigheid over de toplonen van managers en bestuurders. Op een moment dat men de mond vol heeft van loonmatiging, bestaat er een sociale groep die meent daar niets mee te maken te hebben. Er is een echte explosie van de bezoldigingen van de bedrijfsleiders (lonen, stock options, premie bij ontslagen, …). Dit is niet alleen oneerlijk, het is ook niet gunstig voor de ondernemingen en de economie in het algemeen. Daarom vraagt het ABVV: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de impact van die evolutie moet geneutraliseerd worden in de berekening [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]van de indicatieve loonnorm; [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]dat de regering zichzelf de middelen geeft om indien nodig te kunnen[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ingrijpen – naar het voorbeeld van Nederland en Frankrijk – teneinde komaf te maken met de buitensporig hoge lonen die momenteel aan bedrijfsleiders betaald worden; [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]om de codes voor goed bestuur – die vandaag duidelijk ontoereikend zijn als [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]men de patronale tekortkomingen terzake ziet- uit te breiden. Hierbij moet rekening gehouden worden met de gevolgen van de globalisering en met de doelstelling van een betere aanpak van de “human resources” en dit in alle stadia van het besluitvormingsproces in een onderneming. Dit impliceert wetgevend werk om deze codes te evalueren, uit te breiden en om ze effectief te doen eerbiedigen [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 9[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]9 2.4. Verbetering van de kwaliteit van het werk: meer zekerheid minder flexibiliteit 2.4.1. Een maatschappij met twee snelheden België haalde in 2006 de derde plaats op de lijst van landen met de hoogste productiviteit. Zij die werken, moeten zich permanent haasten, van huis naar crèche naar werk en omgekeerd, steeds maar hollen om op tijd te komen. Steeds meer mensen moeten dan ook afhaken. Stress is hoofdoorzaak nummer één geworden voor langdurige ziekten. Velen kunnen niet meer beantwoorden aan de vereisten. Meer dan 14 procent van de volwassen Belgen leeft in een huishouden zonder werk. Ook het aantal kinderen dat in een werkloos gezin woont, ligt bijzonder hoog: 13,5%. Dat is ver boven het Europees gemiddelde van 9,5 procent. Enkel Groot-Brittannië en Bulgarije scoren slechter. Oudere werknemers worden aan de deur gezet, of haken uitgeblust af. Toch klinkt unisono slechts één refrein, eindeloos herhaald: er moet nóg flexibeler en nóg langer gewerkt worden. « Activering van de werklozen » en het langer laten werken van oudere werknemers worden als enige remedie naar voor geschoven om de werkgelegenheidsgraad verhogen. Waarbij de oneigenlijke effecten op de onmisbare aanpassingen in de bedrijven en inzake de arbeidsvoorwaarden, verwaarloosd worden. In 2001 zette ons land de kwaliteit van het werk in het hart van het Europees sociaal model, onder meer via de uitwerking van kwaliteitsindicatoren. We moeten jammer genoeg vaststellen dat deze ambitie gekortwiekt werkt, zowel op Europees (herziening van de strategie van Lissabon) als op Belgisch vlak (destabilisatie van de klassieke arbeidsrelatie). Voor het ABVV is de kwaliteit van het werk een fundamentele kwestie die verankerd moet worden in alle beleidsmaatregelen en een hefboom moet zijn tot verbetering van de levenskwaliteit in het algemeen. De kwaliteit van het werk (arbeidsomstandigheden, arbeidstijd en loon) is echter niet alleen een sociale, maar ook een economische (werknemers = verbruikers) en een politieke uitdaging. 2.4.2. De effectieve arbeidstijd verminderen De werknemers staan vandaag voortdurend bloot aan stress. Hun reële werktijd (met al dan niet betaalde overuren) ligt een stuk hoger dan de wettelijke arbeidsduur. Men moet dus alles in het werk stellen om de stress te doen dalen en de werknemers beter in staat te stellen hun privé- en beroepsleven op elkaar af te stemmen. Langer doen werken in Europa en het aanmoedigen van overuren doen de werkloosheid alleen maar toenemen. We moeten dus de effectieve werktijd blijven verkorten. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 10[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]10 Het ABVV dringt aan op: • een beleid van collectieve en individuele arbeidsherverdeling: - versterking van de bestaande maatregelen ter bevordering van collectieve werktijdverkorting met loonbehoud en compenserende aanwervingen waar mogelijk; - geleidelijke verlaging van de arbeidstijd tot 32 uren per week met behoud van het loon voor de 55-plussers: de bestaande bijdrageverlagingen moeten hiertoe geheroriënteerd worden; - het tijdskrediet moet versterkt worden en mag niet leiden tot situaties waarbij hetzelfde werk in minder tijd gedaan moet worden of met minder personeel: een werknemer in tijdskrediet moet vervangen worden in functie van de mogelijkheden; - maatregelen die het tijdskrediet voor ouderschapsverlof of voor verzorging van zieke familieleden economisch toegankelijk maken voor alle werknemers: de onderbrekingsvergoeding moet op 60% van het laatste loon gebracht worden; - zwangere vrouwen die preventief van de werkplaats verwijderd worden, moeten hun netto inkomen behouden. Het ABVV eist ook dat: • de wettelijke wekelijkse arbeidsduur strikt nageleefd wordt en het presteren van overuren ontmoedigd wordt: iedere prestatie boven de wettelijke arbeidstijd moet aanleiding geven tot overloon, zowel voor de vol- als voor de deeltijdsen; • het meten van de werktijd veralgemeend wordt zodat alle gewerkte overuren duidelijk blijken; • het presteren van overuren gerecupereerd wordt over een korte referteperiode; • de volkomen ongerechtvaardigde maatregel van het generatiepact waarbij brugpensioneerbare werknemers na de tewerkstellingscel en zelfs na een lange loopbaan beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt, afgeschaft wordt; • de minimumdrempel van een derde tijd bij deeltijds werk naar boven toe herzien wordt met mogelijkheid tot afwijking na overleg; • de versterkte fiscale steun (voor overuren, ploegen- en nachtpremies) moet geëvalueerd worden: impact op de begroting en op de ontvangsten voor de sociale zekerheid en vooral impact op de gezondheid, het welzijn en het familiale leven van de werknemers; • concrete maatregelen genomen worden opdat de werknemers (vooral vrouwen) die in bepaalde sectoren en deeltijdse banen vastzitten, echt de mogelijkheid hebben om hun werktijd te verhogen; • de afwijkingen op een derde-tijdbanen strikter omschreven worden; • de opting-outclausule (individuele afwijking van de limiet van de 48-urenweek) die opgenomen is in de richtlijn op de arbeidstijd, verdwijnt zodat alle werknemers van de Europese Unie eenzelfde bescherming genieten; • In dit verband de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie over de wachttijd (met name de SIMAP- en Jaegerarresten) in de tekst van de Richtlijn verankerd wordt. Het ABVV vraagt dus dat de Regering in die zin optreedt in de Raad; • [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]het "vertrouwenspersoneel", op wie de wettelijke arbeidsduur momenteel niet van toepassing is, moet strikt beperkt worden tot het directiepersoneel zoals gedefinieerd voor de sociale verkiezingen [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]; [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 11[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]11 2.4.3. Het arbeidsrecht verbeteren Voor het ABVV moet er dringend voor gezorgd worden, dat de sociale inspecties versterkt worden qua personeel en middelen en dat hun bevoegdheden uitgebreid worden ten einde de rechten van de werknemers effectief te waarborgen, inclusief het respect door onderaannemingsbedrijven van de reglementering en van de CAO’s. De opdrachtgevende onderneming en onderaannemer moeten solidair verantwoordelijk zijn. We eisen ook een meer intense en structurele samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten. Anderzijds, moet de verplichting om redelijke aanpassingen (op fysisch vlak, arbeidsomstandigheden…) door te voeren ten einde iedereen toegang tot werk te garanderen, gecontroleerd wordt. 2.4.4. Verbetering van deeltijdwerk en van de werkomstandigheden. Het arbeidsrecht wordt voortdurend aangevallen. Sommigen beschouwen de beschermende functie ervan als een rem op de economische ontwikkeling: vroeger zorgde het voor de bescherming van werknemers en voor een goede sociale samenhang. Vandaag stelt het de werkgevers in staat om hun werkkrachten te versjacheren. Het ABVV verwacht van een nieuwe regering dat ze initiatieven neemt zodat: • alle vormen van discriminatie effectief bestreden worden; • de werkzekerheid versterkt wordt zodat alle werknemers beschermd zijn ongeacht hun arbeidsovereenkomst: de norm moet de voltijdse arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zijn; • het recht op informatie, raadpleging en collectief overleg voor alle werknemers gewaarborgd wordt, ongeacht het soort onderneming of het soort overeenkomst; • een procedure voor de aanduiding van de paritaire comités voor ondernemingen ingevoerd wordt teneinde komaf te maken met misbruiken en ”sociale dumping” • Er meer middelen vrijgemaakt worden voor het collectief overleg: meer middelen voor de FOD WASO en opwaardering van de rol, het statuut en de omkadering van de paritaire comités alsmede van het statuut van de voorzitters en de secretarissen ervan. 2.4.5. Verbeteringen voor de deeltijdse werknemers De cijfers i.v.m. deeltijdwerk – dat voortdurend toeneemt in België – spreken voor zich: 23,4% van de totale tewerkstelling. Maar zowel qua inkomen als qua arbeidsvoorwaarden is de situatie van de deeltijdsen weinig benijdenswaardig (vooral als ze variabele uurregelingen hebben). Het is geweten dat deeltijdwerk lang niet altijd een vrije keuze is en dat vrouwen vaker deeltijds werken. De aanhangsels bij het basiscontract van deeltijdse werknemers in de vorm van "opeenvolgende minicontracten van bepaalde duur" zijn een illegale praktijk die nochtans wijd verbreid is. Bedoeling ervan is uiteraard het betalen van overloon te vermijden voor de overuren die deeltijdse werknemers presteren en te voorkomen dat hun contractuele uren opgetrokken moeten worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 12[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]12 Voor het ABVV • moeten de deeltijdse werknemers echt de mogelijkheid krijgen om hun statuut te verbeteren en meer arbeidsuren te krijgen, • moeten de controles en de vervolging opgedreven worden en moeten inbreuken op de regelgeving m.b.t. de overuren en de bijkomende uren van de deeltijdsen systematisch gesanctioneerd worden, • moet de nieuwe regeling van de "inkomensgarantie-uitkering" opnieuw bekeken worden vanuit de optiek van de precarisering van de betrokken werknemers, • moeten werknemers die hun prestaties verminderen in het kader van tijdskrediet of loopbaanonderbreking effectief tegen ontslag beschermd worden en moeten hun verbrekingsuitkering en hun aanvullende brugpensioenvergoeding berekend worden op basis van hun voltijds loon. Ingevolge een recent arrest van het Hof van Cassatie vereist dit een aanpassing van de regelgeving. 2.4.6. De jongerentewerkstelling bevorderen De werkloosheidsgraad bij de jongeren van -25 jaar blijft bijzonder hoog in ons land met in bepaalde regio’s en steden erg zorgwekkende cijfers. Er moeten echte voorstellen komen voor de bevordering van het scheppen van kwaliteitsbanen voor die jongeren. De vereenvoudiging van de "jongerencontracten" moet in dit kader ingepast worden. 2.4.7. De situatie van de uitzendkrachten verbeteren Uitzendkrachten zitten in een precaire situatie waardoor ze geen toekomstplannen (zelfstandigheid, woning, …) kunnen maken. Dit zorgt ook voor constante stress. Bovendien zitten die werknemers sinds jaren vast in het uitzendcircuit hoewel dit regelrecht indruist tegen de wetgeving (bijv. VW, …). Het ABVV is van mening dat • de sociale partners binnen de NAR en de Paritaire commissie moeten overleggen om tot verbeteringen te komen, • de controle op de uitzendarbeid versterkt moet worden, hetgeen impliceert dat het begrip "tijdelijke vermeerdering van het werk" opnieuw omschreven wordt, om de syndicale delegatie en de sociale inspectie toe te laten tussen te komen; • er een grootscheepse regularisatie doorgevoerd moet worden van de situatie van de "valse" uitzendkrachten door op het vlak van de vakbondsafvaardiging een voorafgaande overlegfase te voorzien voor elke vorm van uitzendwerk; • de ondertekening van een arbeidsovereenkomst vóór enige opdracht verplicht gesteld wordt; • verboden moeten worden: uitzendcontracten van één dag, uitzendcontracten die onder een bepaald minimum aantal uren zitten, dat een uitzendcontract gevolgd wordt door een contract van bepaalde duur, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 13[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]13 • er geen proeftijd opgelegd worden bij aanwerving na tijdelijke overeenkomsten en opleidingsovereenkomsten. • de toegang tot opleidingen vergemakkelijkt wordt zodat uitzendwerk geen valkuil wordt waardoor kwaliteitsvolle banen ontoegankelijk worden voor uitzendkrachten. • het ontwerp van Europese richtlijn betreffende uitzendwerk aangenomen moet worden ten einde aan alle werknemers uit de Europese Unie een zelfde beschermingspeil te verzekeren. 2.4.8. Herinvesteren in de controle op de terbeschikkingstelling van werknemers Terbeschikkingstelling is een formule waarbij een werkgever een werknemer "uitleent" aan een andere werkgever. Die formule is slechts in bepaalde gevallen en volgens specifieke procedures mogelijk. Een "uitgeleende" werknemer zit vaak voor lange tijd vast tussen minimum twee "werkgevers" (de echte en de onechte). Dit is een ongezonde situatie die bovendien het effectieve recht op collectieve vertegenwoordiging in de weg staat. Door een wijziging van de wet van 1987 vervaagden de grenzen tussen "echte onderaanneming" en "verkapte terbeschikkingstelling". [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Het ABVV eist de aanpassing van de wetgeving (wet van 1987) zodat de inspectie haar opdracht correct kan uitvoeren en dat de solidaire verantwoordelijkheid van de opdrachtgevende onderneming en van de onderaannemer kan gerealiseerd worden [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]2.4.9. Arbeiders/Bedienden Het ABVV wenst dat de harmonisatie naar boven toe van het statuut A/B een aangelegenheid van de sociale partners blijft en dit op basis van een duidelijke kalender en met de wil om tot resultaten te komen. 2.4.10. Carenzdag: afschaffen Het ABVV herinnert aan het engagement uit het IPA 2003-2004 waarbij de sectoren gevraagd werd onderhandelingen op te starten met het oog op de afschaffing van de eerste twee carenzdagen en, voor arbeiders met een anciënniteit van meer dan 15 jaar, ook van de derde carenzdag. Rekening houdend met het hierboven vermelde overleg, dient snel een suppletieve regeling te worden uitgewerkt over de carensdag voor die sectoren die de beoogde doelstelling niet hebben bereikt. De doelstelling van het ABVV blijft de volledige afschaffing van de carenzdag. 2.4.11. Kinderopvang Ten einde iedereen toegang tot kwaliteitsvol werk te geven, moeten er meer opvangplaatsen komen voor kleine kinderen evenals aangepaste opvangstructuren omwille van de flexibiliteit die van de werknemers geëist wordt. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 14[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]14 Het ABVV wijst in dit verband op het belang van een federale werkgeversbijdrage voor de opvang van kinderen (ziek kinderen, noodopvang, flexibele opvang, buitenschoolse opvang). Bij de besteding van die middelen (federale werkgeversbijdrage en federale subsidie van 20 miljoen euro) moet rekening gehouden met de bevoegdheidsverdeling op het gebied van kinderopvang. De besteding moet dus prioritair gebeuren d.m.v. een samenwerkingsakkoord met de gemeenschappen waarbij de continuïteit van alle soorten projecten en de syndicale controle gewaarborgd worden. In elk geval moeten de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten extra middelen voorzien om -in het kader van deze samenwerkingsovereenkomsten- de nodige investeringen mogelijk te maken voor de toegang tot en de uitbouw van een dicht netwerk voor kinderopvang en voor buitenschoolse kinderopvang, flexibele opvang of thuisopvang van zieke kinderen. 2.4.12. Opvangstructuren voor bejaarden Ook de investeringen voor bejaardenopvang moeten toenemen. De openbare diensten moeten middelen ter beschikking krijgen om deze infrastructuur te organiseren zodat ze voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht de inkomens waarover het gezin beschikt. We willen de verdere uitbouw van een federale zorgverzekering door de verbetering van het stelsel voor hulp aan bejaarden. 2.4.13. Arbeiders uit de nieuwe Europese lidstaten De arbeidsvoorwaarden en de sociale rechten van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten die in België komen werken moeten dezelfde zijn als deze van de eigen werknemers. De controlemiddelen op ondernemingen die werknemers in België detacheren, moeten versterkt worden en de sancties tegen ondernemingen die de Belgische sociale wetgeving niet naleven, moeten verstrengd worden. Daarom moet er werk gemaakt worden van: • de uitvoering van het voorafgaande registratiesysteem voor alle buitenlandse werknemers (werknemers en zelfstandigen) (LIMOSA) evenals van de mogelijkheid voor gedetacheerde werknemers en de representatieve vakbondsorganisaties om bij misbruik naar de Belgische rechtbank te stappen; • de hoofdelijke aansprakelijkheid van hoofdaannemers voor de naleving van de arbeidsvoorwaarden van alle werknemers (buitenlandse of niet) die op de werf aanwezig zijn, • meer algemeen een versterking van de middelen van de inspectiediensten in de strijd tegen clandestien werk en sociale fraude; • een versterkte samenwerking tussen de inspectiediensten van de diverse lidstaten (een soort sociale Europol) ten einde de correcte toepassing van richtlijn 96/71 op de detachering te verzekeren. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 15[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]15 2.4.14. Verbetering van het preventieve gezondheidstoezicht op de werknemers Ruim drie jaar na de aankondiging ervan, stelt het ABVV vast dat de belangrijkste maatregelen die in het FARAO-plan werden aangekondigd ondertussen geconcretiseerd zijn. Het ABVV vraagt dat de volgende regering deze initiatieven, waarover ruime consensus bestaat onder de sociale partners, zou respecteren en consolideren. Versterking van de inspectiediensten (Zie ook punt 2.4.3.) Niettemin moeten we vaststellen dat de aangekondigde versterking van de inspectiediensten niet volledig werd gerealiseerd. Het effectieve aantal inspecteurs ligt vandaag lager dan bij het begin van de huidige legislatuur. Het ABVV vraagt dat een gedetailleerd plan zou worden opgesteld om de inspectiediensten te versterker en dat hiervoor de nodige budgetten zouden worden voorzien. Versterking van het preventieve gezondheidstoezicht De evolutie van de arbeidsmarkt, waarbij bedrijven zich steeds meer toespitsen op hun kernactiviteiten, en risicovolle activiteiten steeds vaker doorschuiven naar onderaannemers, leidt ertoe dat gezondheidsrisico’s worden doorgeschoven naar ondernemingen die onvoldoende worden begeleid door preventiedeskundigen. Bovendien zijn er te weinig preventieadviseurs en de huidige financiering van de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk bedient de grote bedrijven het best terwijl ze er in de praktijk het minst beroep zouden moeten op doen. Daarnaast nemen het aantal gezondheidsproblemen als gevolg van stress en pesterijen toe. Het ABVV vraagt daarom dat de volgende regering: • het preventieve gezondheidstoezicht op de werknemers grondig versterkt wordt: meer medische onderzoeken en voldoende preventieadviseurs zodat elke werknemer hetzelfde niveau van bescherming geniet ongeacht het soort bedrijf waar hij werk, • een veralgemeende werkpostfiche zou opleggen voor alle arbeidsposten die aanleiding geven tot preventief gezondheidstoezicht, aangezien hierover ruime consensus bestaat onder sociale partners • een sanering van de sector van de preventiediensten door het opleggen en effectief controleren van minimumprestaties in ondernemingen, en afdoende sanctionering bij niet-respect ervan door: een doeltreffend systeem voor rapportering over de preventieactiviteiten en voor financiële rapportering over de besteding van de inkomsten die gegenereerd worden uit de bijdragen bestemd voor de wettelijke opdrachten van de Externe Diensten. • een hervorming doorvoert van de erkenningsregeling en een versterkt paritair toezicht door de sociale partners op de werking van de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 16[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]16 Inspraak in het nieuwe systeem van normalisering De representatieve werknemersorganisaties moeten kunnen meewerken aan de opstelling van normen voor producten en diensten die een invloed hebben op de veiligheid en de volksgezondheid. De regering moet bijgevolg de representatieve werknemersorganisaties systematisch betrekken bij de invoering van het nieuwe normalisatiesysteem. Reach Reach, het reglement dat op 1 juni 2007 in werking treedt, zal bestaan naast de regelgeving op de bescherming van de gezondheid van de werknemers, hoofdzakelijk m.b.t. de risico's van scheikundige agentia en blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op het werk. Zoals alle lidstaten moet ons land een "helpdesk" oprichten voor het verstrekken van informatie over dergelijke stoffen, die dan gecentraliseerd zal worden in een helpdesk bij het agentschap van Helsinki. De toegang tot die helpdesk mag niet beperkt worden tot de ondernemingswereld: ook de vakbonden en de consumentenverenigingen moeten aan de uitwerking ervan kunnen meewerken en een rechtstreekse toegang ertoe hebben. Ons land moet tevens pleiten voor het nieuwe geharmoniseerde algemeen klasserings- en etiketteersysteem voor scheikundige producten dat door de Verenigde Naties is aangenomen. In datzelfde kader als het gezondheidstoezicht op de werknemers vragen wij de regering een enquête te organiseren naar de inschatting van de prevalentie van professionele blootstellingen aan kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia in de betrokken sectoren. De resultaten van dit onderzoek kunnen dan overgezet worden in "blootstellingskadasters" en op termijn een verlengd gezondheidstoezicht van de blootgestelde werknemers mogelijk maken. Dat toezicht moet dan toevertrouwd worden aan het Fonds voor Beroepsziekten. Verder is het ABVV vragende partij voor Belgische onderzoeken naar de arbeidsvoorwaarden met als mogelijk uitgangspunt een analyse van de beschikbare Belgische gegevens die vervat zijn in de enquêtes van de Europese Stichting voor de Verbetering van de Levens- en de Arbeidsomstandigheden van Dublin. 2.4.15.Een coherent beleid ontwikkelen inzake de sociale integratie en de tewerkstelling van personen met een handicap Het ABVV eist dat personen met een handicap effectief erkend worden als volwaardige burgers en werknemers. Dit veronderstelt - De toepassing van het voorzorgsprincipe vóór enige overheidstussenkomst om na te gaan of er geen directe of indirecte discriminatie is en desgevallend de middelen te voorzien om eventuele hinderpalen voor de gelijke toegang tot de collectieve rechten en diensten weg te nemen; - Een samenhangend beleid op het gebied van de beroepsinschakeling van personen met een handicap op basis van hun competenties, verankerd in het beleid in al zijn dimensies, middels een samenwerking van gespecialiseerde organismen en diensten, waarbij ook rekening gehouden wordt met de dimensie "handicap" in alle beleidsmaatregelen [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 17[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]17 (mobiliteit, vervoer, urbanisme…). Ook middels de responsabilisering van de werkgevers (via een mechanisme van tewerkstellingsplicht en een mutualisering van de kosten) en de ontwikkeling in een aangepaste omgeving van werkplekken voor werknemers met een handicap. 2.4.16. Dienstencheques Het aantal verkochte en terugbetaalde cheques stijgen elke maand. Januari 2007 was een recordmaand met meer dan 4 miljoen terugbetaalde cheques. Er zijn natuurlijk terugverdieneffecten maar de netto kost is ten laste van de sociale zekerheid. Het intomen van de kost voor de sociale zekerheid en alternatieve financiering blijven dus de boodschap. Maar er is ook nood aan financiële stabiliteit. In januari 2007 werd het bedrag dat de overheid bijlegt voor de derde maal verminderd. Dit schept onzekerheid terwijl sommige aspecten van het probleem onvoldoende geëvalueerd worden. Dit is het geval met de prijs die aangerekend wordt aan de gebruiker en die na belastingaftrek (die vooral de hoge inkomens ten goede komt) geen correcte prijs is voor de dienst die aangeboden wordt. Daarom vragen wij aan de volgende regering: • Financiële stabiliteit voor het stelsel, ook door het zoeken naar een correcte prijs voor de gebruiker, meer speciaal door een evaluatie van de fiscale aftrek • Het bevoegde paritair comité moet kunnen werken hetgeen betekent dat er ruimte moet zijn voor de financiering van de verbetering van de lonen en arbeidsvoorwaarden . Het engagement van deze regering om de mogelijke indexering van de lonen in 2007 al te compenseren en om vanaf 2008 een structurele financiering te voorzien die rekening houdt met de inflatie en de verdere verbetering van de arbeidsvoorwaarden moet hard gemaakt worden 2.4.17. Herstructuering – versterking van de wet Renault De Wet-Renault moet effectief toegepast worden. Het ABVV vraagt - dat de overheid of de werkgever onafhankelijke deskundigen ter beschikking van de werknemers stellen die een diepgaande analyse van de situatie van de onderneming moeten maken, - dat de rechtbank of een paritair orgaan uitspraak moet doen over de ernst waarmee de werkgever de door de vakbonden geformuleerde alternatieven behandelt. Is dit niet het geval, dan moet de herstructurering tenietgedaan worden d.m.v. boetes en de terugbetaling van de fiscale kortingen en de sociale bijdrageverlagingen. Al te vaak immers stellen de vakbonden realistische alternatieven voor die zonder rechtvaardiging verworpen worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 18[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]18 3. S [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]TERKE SOCIALE ZEKERHEID [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]WELVAARTSVASTHEID ÉN INHAALOPERATIE PLUS ABSOLUTE VOORRANG AAN DE EERSTE PIJLER [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]! De interprofessionele, sectorale en bedrijfsonderhandelingen doen de lonen evolueren. Minder dan in het verleden, maar desondanks neemt de koopkracht van de werknemers toe. De sociale uitkeringen bleven echter al meer dan 20 jaar ter plaatse trappelen. Ze werden enkel geïndexeerd, waardoor ze steeds verder achterop geraakten ten opzichte van de gemiddelde welvaart. In sommige sectoren (werkloosheid, ziekte-uitkeringen) is in de jaren’80 bovendien zwaar bespaard. Door gebrek aan welvaartsaanpassingen staan een aantal sociale verzekeringen aan de rand van de bijstand: • werd je in 1980 langdurig ziek, dan kreeg je gemiddeld 45% van je loon, vandaag nog 31 %; • werd je toen werkloos, dan kreeg je gemiddeld 46%; vandaag nog 27%; • en de werknemerspensioenen vielen terug van 34 naar 32% van het gemiddeld brutoloon, waardoor ze inzake netto vervangingsratio (= netto pensioen/netto loon) aan het staartje hangen in Europa. 3.1. Welvaartvaste uitkeringen en een inhaaloperatie plus absolute voorrang aan het wettelijk pensioen. De paarse regering voerde een systeem van welvaartsaanpassingen voor de sociale uitkeringen in. Om de twee jaar kunnen de sociale gesprekspartners nu onderhandelen over een enveloppe die voldoende is om alle uitkeringen met 1% te verhogen, en de minima met 2%. Maar deze verhogingen zijn gekoppeld aan allerlei voorwaarden. Het ABVV is van mening dat alleen het wettelijk pensioen aan alle werknemers een deftig pensioen kan waarborgen. Precies daarom blijft de eerste pijler prioritair en moet die verbeterd worden. Het ABVV herhaalt zijn terechte eis tot invoering van een echte automatische koppeling van de sociale uitkeringen aan de welvaart. Het vraagt aan de volgende regering: - dat in dit perspectief de voorziene wetgeving en de daarin voorziene welvaartsaanpassingen toegepast worden. De uitkeringen moet procentueel en op maandbasis verhoogd worden; - een regelmatige inhaaloperatie voor de kleine en oudste pensioenen; - een globale herwaardering van alle pensioenen van de 1 [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=2][FONT=Times]e [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]pijler om elke verglijding naar een wettelijk basispensioen te vermijden; - het behoud (voor de openbare diensten) van de perequatie van de pensioenen (wet van 1969) plus een verbetering met name een toepassing op alle statutaire ambtenaren; - het automatisch optrekken van het refertebedrag dat toegang geeft tot voordelen en rechten (OMNIO, MAF, berekening huishuur voor een sociale woning, …) en dit bij elke verhoging van het pensioenbedrag(n.a.v. welvaartsaanpassingen, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 19[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]19 indexering,…) om te vermijden dat de positieve gevolgen hiervan elders zouden worden geneutraliseerd; - efficiënte maatregelen om de gevolgen van de blijvende stijging van de energiekostprijs (die een flinke hap in het gezinsbudget betekent)te neutraliseren. Iedereen heeft immers recht op verwarming en verlichting … - hogere welvaartsaanpassingen indien de lonen meer stijgen dan de in deze wet voorziene percentages; - een inhaaloperatie voor de laagste en de oudste uitkeringen, om de vroegere besparingen te compenseren voor diegenen die het meest nodig hebben; - behoud van de bestaande belastingverminderingen voor vervangingsinkomens... 3.2. De arbeidsmarkt: geen culpabilisering maar recht op een kwaliteitsvol traject Vroeger hadden mensen een vaste job. Vandaag worden bedrijven om de haverklap “geherstructureerd” om meer winst te maken. Velen voelen zich daardoor bedreigd in hun bestaan. “Flexicurity” is een modewoord. Maar diegenen die ermee koketteren, willen alleen de “flexy”, en vergeten de “security”. “Security” betekent dat wie zijn werk (tijdelijk) verliest security moet hebben over zijn behoud van levensstandaard. Dit kan alleen door ons huidig systeem van werkloosheidssteun voor onbepaalde duur te behouden, en door hogere vervangingsratio’s! Het is niet normaal dat een werknemer die werkloos of ziek valt direct terug valt op een inkomen dat slechts 1/3’de tot de helft bedraagt van zijn vroeger loon. We vragen daarom aan de volgende regering om de vervangingspercentages in het eerste jaar werkloosheid of ziekte ook voor de samenwonenden, op te trekken tot 60% en het plafond te verhogen! De sociale uitkeringen zijn het resultaat van de solidariteit tussen de werknemers. Een sociale uitkering moet eerst en vooral een degelijk vervangingsinkomen verzekeren voor de betrokkenen. Werklozen moeten wel recht hebben op een kwaliteitsvol traject naar duurzaam werk dat rekening houdt met de individuele problemen van de werkzoekenden (beroepsaspiraties, opleiding, verplaatsing, zorgtaak, kinderopvang, medische of psychische problemen….). In geen geval mogen werklozen het slachtoffer worden van een carrousel van uitzichtloze convocaties door de RVA zonder reëel perspectief en noch minder van een aanpak die eerder de werklozen en de bruggepensioneerden wil sanctioneren dan uitzicht geven op een concrete job. Het ABVV pleit voor een sociale en solidaire staat en dus voor een positieve aanpak maar hekelt de culpabilisering van de werklozen waartoe de huidige procedure voor de controle van de beschikbaarheid kan leiden. Dit is absoluut onaanvaardbaar omdat er onvoldoende werkaanbod is. De reglementering op de beschikbaarheid van de werklozen moet in die zin herzien worden. We weigeren de huidige procedure inzake beschikbaarheid uit te breiden naar de werklozen van meer dan 50 jaar. Bovendien moet de volkomen ongerechtvaardigde maatregel van het generatiepact waarbij brugpensioneerbare werknemers na de tewerkstellingscel en zelfs na een lange loopbaan beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt, afgeschaft worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 20[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]20 3.3 De nieuwe gezinsvormen Het ABVV wil een moderne sociale zekerheid die aangepast wordt aan de maatschappelijke evoluties en de gezinnen, waarbij aandacht uitgaat naar de specifieke doelgroepen, nieuwe gezinsvormen en naar nieuwe trends op de arbeidsmarkt. Het kostwinnersmodel is niet langer de regel en ons sociaal zekerheidsmodel moet hieraan aangepast worden. Zowel op fiscaal vlak als in de sociale zekerheid was het model tot voor enkele jaren nog gebaseerd op het model van een echtpaar, waar enkel de man werkte en dus instond voor het inkomen en de sociale bescherming van het gezin. Op fiscaal vlak – als gevolg van de wil om de levenskeuzes niet te bestraffen – is het model geëvolueerd naar individualisering In de sociale zekerheid echter blijft de logica van bestaanszekerheid op gezinsniveau de regel, zowel voor de prestaties als voor de uitkeringen. In een logica van herstel van het verzekeringsprincipe en niet-bestraffing van vrouwenarbeid, moeten stappen worden voorzien om de individualisering van de rechten te verwezenlijken, d.w.z. aan elkeen rechten toekennen, naargelang van de periodes van loontrekkende arbeid of periodes gelijkgesteld met loontrekkende arbeid, ongeacht de gezinstoestand. In deze stapsgewijze aanpak moeten een overgangsperiode en modaliteiten worden voorzien die garanderen dat de huidige verworven rechten inzake afgeleide rechten niet in het gedrang zouden komen en dat er rekening gehouden wordt met de specifieke situatie van de eenoudergezinnen en de alleenstaanden. We vragen daarenboven aan de komende regering dat - de alleenstaande gepensioneerden ook kunnen genieten van het gezinstarief (75% i.p.v. 60% van het loon verdiend in de ganse carrière), - alleenstaande werklozen en invaliden kunnen genieten van een hoger vervangingspercentage: wij willen dat ze binnen de twee jaar opgetrokken worden tot minstens, voor de tweede periode, 55% van het laatste loon! - de kinderbijslag van eenoudergezinnen en van de sociale uitkeringstrekkers naar boven toe geharmoniseerd worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 21[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]21 3.4. Verbetering van de pensioenen van de werknemers die slachtoffer waren van een beroepsziekte of een arbeidsongeval. Het ABVV heeft zich steeds verzet tegen het volmachtenbesluit van 1983 waarbij de cumulatie van uitkeringen voor een beroepsziekte en/of een arbeidsongeval met een rust- of een overlevingspensioen beperkt werd. Een arrest geeft het Hof van Cassatie ( Arrest Gallez) gaf ons gelijk door de maatregel onwettelijk te verklaren Het ABVV vraagt aan de volgende regering om de consequenties uit dit arrest te trekken en eist een betekenisvolle verbetering van de situatie van de gepensioneerden die het slachtoffer van een beroepsrisico werden. De doelstelling van het ABVV blijft de volledige cumulatie zoals dit voor het volmachtsbesluit van 1983 de regel was. 3.5. Meer en ruimere financiering van de sociale zekerheid! Het ABVV heeft een uitgewerkt en becijferd voorstel dat tegelijk antwoord geeft op verscheidene fundamentele problemen van onze sociale zekerheid: - een gebrek aan structurele alternatieve financiering; - en het ontbreken van een mechanisme dat de nodige financiële middelen voorziet om de uitkeringen welvaartsvast te maken; - de afwezigheid van middelen om het hoofd te bieden aan de nieuwe sociale behoeften. 3.5.1. Een groter deel van de opbrengst van de roerende voorheffing naar de sociale zekerheid Met de komst van de Europese Spaarrichtlijn moet ook op spaargeld belegd in het buitenland, bijvoorbeeld in Luxemburg, belastingen betaald worden en wordt een stuk van deze belasting doorgestort naar de Belgische schatkist. Het ABVV speelde in op deze actualiteit door te eisen dat een vastgesteld deel van de voorziene opbrengst zou gereserveerd worden voor de financiering van onze sociale zekerheid. Dit bekwamen we, maar de volgende regering moet het percentage dat naar de sociale zekerheid gaat optrekken . 3.5.2. Invoering van een Algemene Sociale Bijdrage (ASB) Is het rechtvaardig dat alleen de werknemers en de ambtenaren vandaag “bijzondere bijdrage” betalen? Je weet wel, deze speciale bijdrage die je elke maand op je loonbriefje vindt! De crisisbijdrage werd afgeschaft, de belastingen verminderd. Maar deze “bijzondere bijdrage”, alleen betaald door de loontrekkenden, bleef onverminderd bestaan! Deze bijdrage is niet alleen “bijzonder” omdat ze alleen door de loontrekkenden betaald wordt. Ze is bovendien asociaal: de hoge lonen betalen proportioneel minder dan de lage! [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 22[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]22 Nu is het niet onze bedoeling om deze bijzondere bijdrage zo maar af te schaffen, en niets in de plaats te brengen. Door de vergrijzing zullen we immers méér, en niet minder, middelen nodig hebben voor de overheid en de sociale zekerheid. Volgens de Vergrijzingcommissie zou de impact van de vergrijzing op de overheidsfinanciën in 2030 3,8% van het BBP moeten bedragen. Dit is niet onoverkomelijk. Zo zou de groeiende migratiestroom, o.m. vanuit de nieuwe lidstaten, in de komende jaren de impact van de vergrijzing kunnen verzachten. Bovendien zal onze rijkdom ook verder groeien. Het Federaal Planbureau vertrekt van een hypothese waarbij de groei met 1,75% per jaar zou toenemen zodat de geproduceerde rijkdom tegen 2030 met bijna 50% zou toenemen. Maar het veronderstelt wel een federale overheidsbegroting met een overschot, een voldoende en structurele financiering van het Zilverfonds en een verhoging van de werkgelegenheid. Dit alles veronderstelt vooral méér herverdeling. Niet minder! Het is soms verwonderlijk om dezelfde politici die gisteren waarschuwden voor de kosten van de vergrijzing, vandaag alleen maar te horen pleiten voor lasten- en belastingverlagingen… We moeten de “bijzondere bijdrage” hervormen en rechtvaardig maken. Nu betalen twee gehuwde partners met het minimumloon maximaal. Een manager met een superhoog loon betaalt echter niets op het bovenste deel van zijn inkomen. De bijzondere bijdrage moet dus progressief worden i.p.v. degressief. Ze zou ook op het individueel inkomen moeten berekend worden, i.p.v. op het gezinsinkomen. Toch curieus dat alle belastingen vandaag op het individueel inkomen berekend worden, behalve deze bijdrage, die alleen door de werknemers betaald wordt. Waarom moeten trouwens alleen de werknemers betalen? Voert de overheid geen politiek waarbij de sociale bescherming voor alle burgers niet steeds meer gelijk wordt. Het sociaal statuut van de zelfstandigen is in de laatste jaren sterk verbeterd. Vanaf volgend jaar zal elke Belg ook op dezelfde manier kunnen genieten van alle rechten op gezondheidszorg? Deze enorme uitgave wordt echter uitsluitend betaald door de loontrekkenden, want hun sociaal zekerheidsstelsel draagt 94% van de kost. Is het dan niet logisch dat iedereen, dat alle inkomens, ook op dezelfde manier bijdragen voor de sociale zekerheid? Iedereen zou moeten betalen Ook de zelfstandigen, ook de renteniers, ook de inkomens uit huur of vermogen. Dus niet alleen de werknemers! Wij vragen aan de volgende regering om de “bijzondere” bijdrage af te schaffen en een “algemene sociale” bijdrage in te voeren: de ASB. 3.5.3 Bijdrageverlaging: evaluatie en een moratorium De omvang van de bijdrageverlaging is sterk gestegen: tussen 1999 en 2007 stijgt ze met 4 miljard € (van 1,9 naar 6 miljard euro). Tegelijk bekwamen we een alternatieve financiering. Deze steeg in dezelfde periode met 5 miljard €, en bedraagt nu 8,3 miljard €. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 23[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]23 Het heeft natuurlijk geen zin om bijkomende financiering te zoeken voor de sociale zekerheid indien het aanwezige geld verspild wordt. Daarom vragen we: - een moratorium op bijkomende bijdrageverlagingen: we willen eerst dat de bestaande bijdrageverlagingen geëvalueerd worden op hun efficiëntie voor de tewerkstelling, en desnoods geheroriënteerd worden met een daadwerkelijke verplichting tot schepping of althans tot behoud van de tewerkstelling; - dat de sociale maribel behouden wordt en aangepast aan de evolutie van de reële lonen; - dat de verschillende openbare autoriteiten de juiste bijdragen betalen voor de kost van de sociale zekerheid voor hun personeel (pensioen, gezondheidszorg, loopbaanonderbreking,…); - dat de zelfstandigen alle kosten voor uitkeringen die hen ten goede komen dragen i.p.v. ze af te wentelen op het stelsel van de werknemers; - een vetorecht van de sociale partners tegen het afschuiven van facturen die niets met de sociale zekerheid te maken hebben. 3.6. Administratieve vereenvoudiging Een verdere administratieve vereenvoudiging kan de formaliteiten voor de sociale uitkeringstrekkers verlichten. Maar deze operatie moet wel alle rechten van de betrokkenen garanderen. 3.7. Absolute voorrang aan de eerste pijler, maar versterking van de positie van de werknemers in de tweede pijler Alleen het wettelijke pensioen is in staat om alle werknemers een degelijk pensioen te garanderen. Daarom blijven wij voorrang geven aan de eerste pijler. Aanvullende pensioenen moeten worden gedemocratiseerd, maar mogen nooit in de plaats treden van verbeteringen aan het wettelijke pensioen. De tweede pijler ontbeert immers de solidariteitsmechanismen die zijn voorzien in de eerste pijler. In de tweede pijler worden meer en meer sectorale pensioenplannen opgestart. De uitbouw van sectorfondsen kan op onze instemming rekenen, omdat bij sectorfondsen wel voorzien wordt in solidariteit. Bovendien garanderen ze de werknemers inspraak en informatie. Nochtans blijft de tweede pijler voornamelijk het speelterrein van groepsverzekeraars en bedrijfspensioenfondsen. Dergelijke plannen bieden heel wat minder mogelijkheden qua inspraak en informatie. Vermits aanvullende pensioenen deel uitmaken van het loon, hebben de werknemers het recht om te weten hoeveel hun kapitaal of rente zal bedragen, hoe dit wordt berekend en hoe het geld wordt belegd (bijv. of dit op een ethische of maatschappelijk verantwoorde wijze gebeurt). Momenteel is het recht op inspraak en informatie niet voldoende verzekerd. Daarom moet de positie van de werknemers binnen de tweede pijler worden versterkt, en dit zowel op het niveau van de onderneming en het paritair comité als binnen de nationale overlegorganen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 24[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]24 Daarom eist het ABVV een aantal verbeteringen: - Een deel van de spaargelden van de werknemers uit de sectorale pensioenfondsen opnieuw in de economie investeren, ten einde de tewerkstelling en de netto schepping van banen in de drie gewesten te bevorderen. - De werknemersafvaardiging in de ondernemingsraad of het CPBW moet het recht krijgen om de aanwezigheid van een actuaris van de pensioeninstelling of de CBFA te eisen op de vergaderingen waarop het pensioenstelsel wordt besproken. Eenzelfde recht moet worden toegekend aan de vakbondsafvaardiging. - De WAP moet gewijzigd worden zodat de werknemers die bijdragen betalen voor een groepsverzekering, betrokken worden bij het beheer via een toezichtcomité. - De minister van pensioenen moet, in overleg met de pensioensector, modellen van pensioenfiches uitwerken voor de verschillende soorten pensioenplannen. Op deze manier worden de pensioenfiches onderling vergelijkbaar, wat de transparantie ervan zal verhogen. Het is eveneens nodig de “traceerbaarheid” van het gespaarde kapitaal te vergemakkelijken en zo een ethisch beleggingsbeleid in de hand werken. - De toekomstige regering moet ook alle nodige maatregelen treffen om de goede werking van de gegevensbank over de pensioenen (eerste en tweede pijler) te garanderen. Deze gegevensbank is immers essentieel voor de werknemers om kennis te nemen en besef te hebben van al hun rechten inzake pensioenen. Bovendien is het maar door de goede werking van die gegevensbank dat de overheid de nodige maatregelen zal kunnen nemen om de fiscale fraude in de tweede pijler onmogelijk te maken. Die praktijken van fiscale fraude tasten immers het vertrouwen en de geloofwaardigheid van dit middel fors aan. - Er dient een evaluatie te gebeuren van de werking van de Commissie voor aanvullende pensioenen. Bovendien vragen wij de regering om - een beleid te voeren dat sectorale plannen aanmoedigt en bedrijfsplannen ontmoedigt, - de verplichting in te voeren om te voorzien in bepaalde solidariteitsprestaties (zoals bijv. doorbetalen van de premie bij ziekte, zwangerschap of tijdskrediet, indexeren van de uitkeringen, minimale uitkering bij overlijden toe te kennen aan de partner en/of kinderen van de overleden werknemer, …), - wettelijke maatregelen uit te vaardigen om, in geval van overlijden, de voordelen te regelen die afhangen van de onderhandelingen werknemer/werkgever, - een beleid te voeren dat gericht is op het aanmoedigen van pensioenplannen van het type ‘te bereiken doel’ (het aanvullend pensioen in functie van het laatste loon) en op het ontmoedigen van pensioenplannen van het type ‘vaste bijdragen’ (de werkgever en/of de pensioeninstelling verbinden er zich toe alleen maar een minimumrendement op de bijdragen te waarborgen), - een evaluatie van de totale kostprijs van de belastingverminderingen voorzien in de diverse aanvullende pensioenstelsels en van de daaruit voortvloeiende minderontvangsten voor de Staatskas. Dit resultaat moet dan in verband worden gebracht met de middelen die worden besteed aan de verbetering van de wettelijke pensioenen, - geen nieuwe fiscale voordelen toe te kennen aan de derde pijler. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 25[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]25 4. B [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ETAALBARE EN GOEDE GEZONDHEIDSZORGEN VOOR IEDEREEN [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]4.1. Toegankelijke en goede gezondheidszorg voor iedereen Een goede en betaalbare gezondheidszorg veronderstelt een gezonde financiering. De financiering van de gezondheidszorg wordt vandaag voornamelijk geput uit sociale bijdragen op de lonen. In België bestaat er een universele dekking. Toch wordt de financiering vandaag nog voor 94 % ten laste gelegd van het werknemersstelsel uit de privé-sector. Rekening houdend met de vergrijzing de voortdurende technologische evolutie en de dekking van de kleine risico’s van de zelfstandigen vanaf 2008 moeten dan ook maatregelen genomen worden om de evolutie van de uitgaven te controleren. Het ABVV wil de gezondheidssector federaal en in de sociale zekerheid houden, en wil ook dat de sociale bijdragen op die manier blijven bijdragen aan de financiering van deze sector. Dus geen “big bang” door de invoering van een tweepijlersysteem. Geen volledige fiscalisering van de gezondheidssector. De financiering van de gezondheidsuitgaven en van de sociale zekerheid in het algemeen, komt in gevaar als de gezondheidsuitgaven alléén moeten betaald worden uit sociale bijdragen op de lonen. De nieuwe wetgeving voorziet wel dat vanaf 2008 een belangrijk deel van de stijging van de gezondheidsuitgaven door de overheid zal betaald worden. Als de gezondheidsuitgaven bijv. met 3,5% zouden stijgen, maar de inkomsten uit sociale bijdragen slechts met 1%, dan zou de staat het overschot (2,5%) bijpassen. Het ABVV vraagt aan de nieuwe regering om deze bepaling correct toe te passen en indien de uitgaven hoger liggen dat de toename van de bijdragen bij te passen met bijkomende fiscale middelen om onze gezondheidszorg sociaal en van een hoge kwaliteit te houden! 4.2. Toegankelijkheid verder verbeteren! Met de invoering van het OMNIO-statuut, en de omvorming van de fiscale naar een sociale Maximumfactuur, waardoor de patiënten niet langer moeten wachten op de fiscale afrekening vooraleer hun teveel betaald remgeld terug te krijgen, zette minister Demotte belangrijke stappen naar een betere toegankelijkheid van onze gezondheidszorg. Het aanrekenen van supplementen in ziekenhuizen blijft vandaag nog de grootste rem op de toegankelijkheid voor de patiënt. Daarom eist het ABVV dat de nieuwe regering paal en perk stelt aan de willekeurige en onoverzichtelijke aanrekening van ziekenhuissupplementen. Dit is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid van het systeem op lange termijn. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 26[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]26 Doordat de geneesmiddelen onderworpen zijn aan de gewone regels van de commerciële markt gebeurd het dat de meest kwetsbaren van onze samenleving dit soort uitgaven uitstellen. Daarom moeten we vermijden dat de patiënten de dupe worden van de terechte bekommernis om de prijzen van de geneesmiddelen in bedwang te houden. Daarom moet de regering op de eerste plaats de voorschrijvers verder responsabiliseren. Volgens het ABVV moeten er maatregelen genomen worden opdat de farmaceutische industrie ruimschoots bijdraagt tot de noodzakelijke besparingsinspanningen. De helft van de overschrijding van het budget wordt immers veroorzaakt door de farmaceutische industrie. Ook het KIWI-model is, zoals het toegepast wordt in Nieuw-Zeeland of Canada, een goed middel om de prijsvorming van de geneesmiddelen af te zwakken in het belang van de patiënt. De zwakte van de variant die in België werd ingevoerd, is zijn invoering in versoepelde vorm. De geneesmiddelen die nog onder patent staan worden uitgesloten, waardoor de efficiëntie van het mechanisme van het goedkoopste bod in een aanbesteding al veel van zijn waarde verliest. Het ABVV eist een uitbreiding en concrete toepassing van het KIWI-model, dat de concurrentie organiseert tussen de farmaceutische bedrijven ten einde de laagste prijs voor geneesmiddelen te bekomen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 27[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]27 5. S [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]OCIALE [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times], [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ECONOMISCHE EN POLITIEKE DEMOCRATIE [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]5.1. Ook in KMO’s Kleine en middelgrote ondernemingen, ze stellen het leeuwendeel van de Belgische bevolking tewerk, waaronder trouwens ook heel wat vrouwen. Echter, KMO-werknemers verdienen minder dan hun collega’s in een grote onderneming en er komen meer arbeidsongevallen voor met bovendien ernstiger gevolgen. Ze hebben vaker te kampen met problemen op het vlak arbeidsvoorwaarden (de reglementering voor ontslag en vooropzeg wordt niet altijd correct gevolgd; de beloning is te laag en vaak willekeurig), over arbeidsorganisatie (doorgaans overdreven vraag naar flexibiliteit; problemen in verband met overuren en vakantieplanning) en over arbeidsverhoudingen (KMO-werknemers blijven vandaag de dag grotendeels verstoken van elk sociaal overleg). De aandacht voor personeelsbeleid en voor vorming en opleiding is bovendien vaak ver weg. Andere Europese landen staan vaak al veel verder met betrekking tot de verdediging van de belangen van werknemers in kleine en middelgrote ondernemingen. België blijft achterop hinken. Op 23 maart 2007 zal het 2 jaar zijn dat België de Europese richtlijn m.b.t. informatie en raadpleging van de werknemers had moeten omzetten. In het kader van de omzetting van deze richtlijn eist het ABVV een vakbondsvertegenwoordiging vanaf 20 werknemers via de verlaging van de drempel voor het instellen van CPBW’s vanaf 20 werknemers. 5.2. Een betere bescherming voor al onze delegees Kandidaten bij de sociale verkiezingen en leden van de ondernemingsraad en het CPBW worden door de wet beschermd tegen ontslag. Deze werknemers kunnen slechts worden ontslagen om dringende reden of om economische of technische reden. Vooraleer de werkgever tot ontslag kan overgaan, moet hij een procedure volgen. Volgt de werkgever de procedure niet, dan moet hij een hogere ontslagvergoeding betalen. Ondanks de hogere ontslagvergoeding, zijn er toch werkgevers die afgevaardigden ontslaan om vakbondsredenen, en dit zonder de procedure te respecteren. Daarom vraagt het ABVV dat: 1. in tegenstelling tot de huidige praktijk, het principe van het behoud van de afgevaardigde in zijn job en zijn functie tijdens de rechtsprocedure de regel wordt. Afwijkingen op die regel kunnen enkel een uitzondering zijn. 2. Wordt de procedure niet opgestart of nageleefd, dan moet de afgevaardigde in zijn functie behouden worden. 3. Het recht op reïntegratie moet gewaarborgd worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 28[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]28 Leden van de syndicale delegatie lopen dezelfde risico’s op ontslag als leden van de ondernemingsraad en het CPBW. Toch is hun bescherming tegen ontslag veel minder uitgebreid dan de bescherming tegen ontslag van de leden van de ondernemingsraad en het CPBW. Daarom moeten de leden van de syndicale delegatie dezelfde bescherming krijgen als de leden van de ondernemingsraad en het CPBW (bv. uitbreiding van de bescherming tot kandidaat-afgevaardigden, beperking van de ontslagmotieven, verhoging van de beschermingsvergoeding, …). Geen inmenging van rechtbanken in collectieve conflicten Hoewel het stakingsrecht een grondrecht is, doen werkgevers steeds vaker een beroep op rechtbanken om stakingen onmogelijk te maken. Door middel van een eenzijdig verzoekschrift maken ze een vordering aanhangig bij de voorzitter van een burgerlijke rechtbank, met de vraag om een dwangsom op te leggen. In 2005 hebben rechters op vraag van werkgevers "preventieve" bevelschriften uitgevaardigd, dus zonder enige aanwijzing van "feitelijkheden". Al deze juridische acties intimideren stakers en zo dreigt het stakingsrecht te worden aangetast. Nochtans werd in 2002 door de sociale partners een “Herenakkoord” afgesloten, met daarin de afspraak dat de werkgevers geen beroep zouden doen op dit soort acties. Daarom moeten de regering en de rechterlijke macht eraan herinnerd worden dat - het stakingsrecht een grondrecht is dat erkend en beschermd is door instanties zoals de Raad van Europa en de IAO; - ons land hiervoor al veroordeeld werd door de toezichtinstanties van het Europees sociaal handvest (Raad van Europa); - dat collectieve conflicten wettelijk niet door rechtbanken en zeker niet door burgerlijke rechtbanken (die trouwens geen "natuurlijke" rechtbanken zijn op sociaal vlak) beslecht kunnen worden; - de Belgische wetgeving in de schoot van de FOD WASO voldoende instrumenten voor het bijleggen van sociale conflicten bevat. Collectieve conflicten mogen niet worden beslecht door burgerlijke rechtbanken, maar moeten het voorwerp uitmaken van onderhandelingen en overleg. Indien er toch een eenzijdig verzoekschrift komt, moet er in elk geval een tegensprekelijk debat verplicht worden. Binnen de FOD WASO moet een crisiscel worden opgericht met de belangrijkste sociale bemiddelaars. De actiemiddelen van de sociale bemiddelaars moeten versterkt worden zonder dat ze daarbij echter de rol van scheidsrechter toegewezen krijgen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 29[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]29 Zoniet moet het VBO opnieuw voor zijn verantwoordelijkheid geplaatst worden omwille van de niet-naleving van het Herenakkoord van 2002. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Syndicale onafhankelijkheid [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]De onafhankelijkheid van de vakbondsorganisaties moet absoluut gevrijwaard worden. Aanvallen op deze onafhankelijkheid kan het ABVV niet dulden. Het ABVV eist dat artikel 66, 4 [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=2][FONT=Times]de [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]lid (medeplichtigheid) en 406 van het Strafwetboek (moedwillig hinderen van het verkeer) niet misbruikt en gebruikt worden tegen militanten of vakbondsvertegenwoordigers omdat ze de werknemers tot syndicale actie aanzetten of tegen (militanten van) de vakbonden omwille van het feit dat zij, in het kader van hun actie, het verkeer belemmeren (bijv. via blokkades). Sociale engineering bekampen Ondernemingen vanaf 50 werknemers zijn nu al wettelijk verplicht om overlegorganen op te richten. Toch stellen we ook bij deze ondernemingen moeilijkheden met het sociaal overleg vast. Sommige onder hen passen zelfs trucjes toe om te ontkomen aan de verplichting tot oprichting van overlegorganen. Er zijn er die zich opsplitsen in kleinere vestigingen die een economische band behouden met het moederbedrijf. Op sociaal vlak worden ze echter zo georganiseerd dat ze niet aan de voorwaarden voor een technische bedrijfseenheid voldoen. Andere ondernemingen die weten dat ze in elk geval overlegorganen moeten oprichten, doen er alles aan om het aantal organen te beperken. Al hebben ze al jarenlang meerdere goed functionerende ondernemingsraden en comités, ze doen graag een beroep op dure advocaten om het aantal organen en vooral beschermde werknemers te verminderen. Beide strategieën schaden het recht op inspraak van de werknemers en doen dus afbreuk aan de geest van de wetgeving. Daarom wil het ABVV dat dergelijke vormen van wetsontwijking onmogelijk worden gemaakt. De sociale partners zouden deze problematiek moeten bespreken in de Nationale Arbeidsraad. Komt er in de Nationale Arbeidsraad geen oplossing uit de bus, dan moet de regering zelf een initiatief nemen [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Rechten van de mens Het ABVV vraagt een ernstige evaluatie van de “anti-terrosimewet” [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 30[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]30 6. K [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]RACHTIGE OPENBARE DIENSTEN EN RECHTVAARDIGER FISCALITEIT [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Openbare diensten, een democratische eis Tijdens zijn Statutair congres van 2006 heeft het ABVV bevestigd dat de sociale zekerheid en “de openbare diensten de pijlers zijn van de sociale Staat en het handelsmerk vormen van gevorderde democratieën.” De openbare diensten vormen immers een bevoorrecht middel voor de burgers om hun rechten uit te oefenen. Het gaat bijvoorbeeld over recht op gezondheidszorg, sociale zekerheid, communicatie, huisvesting, transport, opleiding, cultuur, energie, werk, beroepsopleidingen,… Deze rechten mogen door niemand beperkt of opgeheven worden en zijn de basis van de menselijke waardigheid en dragen hierdoor bij tot de effectieve uitoefening van het burgerschap. De openbare diensten zijn essentiële instrumenten voor de gelijkheid tussen de burgers, waar iedereen, ongeacht zijn fortuin, geslacht of oorsprong, zeker toegang toe heeft. Op die manier versterken deze diensten de sociale cohesie en integratie en maken ze, steeds het collectieve belang indachtig, de invoering van een duurzaam ontwikkelingsbeleid mogelijk. Voor het ABVV is pleiten voor de bevordering en ontwikkeling van kwalitatieve openbare diensten, die sociaal doeltreffend zijn en beschikken over de nodige menselijke en materiële middelen voor de goede werking ervan, geen waardeloos achterhoedegevecht, zoals sommigen willen laten uitschijnen. In tegendeel, het is een progressieve, humanistische eis, en nog meer dan dat, het is een democratische voorwaarde. Een dergelijke eis veronderstelt dat de legitimiteit van de rol van de openbare diensten hersteld wordt. De regulerende rol van de Staat en zijn rol als actor in de economie moeten geherwaardeerd worden. De bevordering en ontwikkeling van kwaliteitsvolle openbare diensten, die voor hun goede werking, beschikken over de nodige menselijke en materiële middelen vormt voor het ABVV een onontbeerlijke voorwaarde om de levenskwaliteit van alle burgers te waarborgen. Het toepassingsgebied van de openbare sector is ruim en berust op enkele grote principes: - Gelijkheid en universaliteit: de toegankelijkheid moet gegarandeerd worden voor alle burgers, ongeacht hun inkomen en woonplaats. - Continuïteit en aanpasbaarheid: de openbare dienst werd opgericht om te voldoen aan een basisbehoefte en kan niet stopgezet worden door een faillissement of delocalisatie, maar moet evolueren om vooruitgang, vooral nieuwe technieken, te integreren. Daarom dient te worden onderstreept dat het continuïteitsprincipe de uitoefening van het stakingsrecht niet mag verbieden. Het ABVV vraagt dat de volgende Regering zich verzet tegen elke beperking van het stakingsrecht en tegen elke poging tot invoering van een minimumdienst bij de openbare diensten. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 31[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]31 - De neutraliteits- en laïciteitsbeginselen beschermen de burger tegen willekeur en vormen een garantie dat zijn levensbeschouwelijke keuzes gerespecteerd worden (vooral inzake onderwijs en gezondheidszorgen). Juist om deze neutraliteit te vrijwaren, wil het ABVV dat de volgende Regering overgaat tot de statutarisering van het contractueel personeel. Het statuut moet opnieuw de regel worden bij de openbare diensten. Voor het ABVV is het personeelsstatuut geen voorrecht, maar wel de garantie voor de onafhankelijkheid van de personeelsleden ten opzichte van de politieke overheid en voor hun neutraliteit tegenoverstaan van de burgers/gebruikers. Het ABVV verzet zich tevens tegen interimwerk in de openbare diensten. Volgens het ABVV behoort de beslissing voor de oprichting van een openbare dienst tot de bevoegdheid van de overheid. Deze overheid is van mening dat de egalitaire en continue levering van een dienst aan de hele bevolking van primordiaal belang is voor de sociale, territoriale en economische cohesie. De overheid staat garant voor het collectief belang en moet bepalen wat tot het algemene belang behoort. Daarom moet ze maatregelen nemen die volgens haar het meest geschikt zijn om hieraan te voldoen. De oprichting van een openbare dienst is dus een politieke keuze. Ditzelfde geldt, a contrario, voor wat de privatiseringen betreft. Het ABVV vraagt dus dat de volgende Regering een politiek debat voert over de oprichting van openbare diensten. Er dient aan heel wat behoeften te worden voldaan om, met name, de levenskwaliteit van alle Burgers te verbeteren. Het is aan de overheid om hierop een antwoord te geven. Bovendien zal de bevrediging van deze behoeften onvermijdelijk gepaard gaan met de daadwerkelijke schepping van talrijke nieuwe banen. Rekening houdend met hun specificiteiten is het ABVV van mening dat de openbare diensten dienen te worden uitgesloten uit de concurrentieregels, zoniet ontstaat het risico dat de ongelijkheden op een dramatische manier toenemen. Doordat men deze persoonlijke voordelen steeds wil doen toenemen, wordt het grootste deel van de burgers naar een onzekere toestand gedreven. Talloze voorbeelden hebben reeds aangetoond dat de markt niet aan zichzelf mag worden overgelaten, maar dient te worden gereglementeerd. Daarom vraagt het ABVV dat de Regering zich verzet tegen het liberaliserings- en privatiseringsproces dat momenteel aan de gang is bij de openbare diensten. De openbare sector vormt een economische macht en een belangrijke troef voor de ontwikkeling van de andere activiteitensectoren. Deze sector moet een instrument zijn voor de beheersing van alle strategische terreinen, noodzakelijke industriële domeinen of geavanceerde technologieën en moet tegelijkertijd een middel zijn om de economie te reguleren. In eerste instantie moet de openbare sector echter de rijkdommen verdelen door de [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 32[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]32 productie van goederen en diensten en door de organisatie en het beheer van inkomensoverdrachten met behulp van sociale beschermingsmechanismen. Daarom ijvert het ABVV voor een investeringspolitiek in de openbare diensten. Een dergelijk beleid zal gunstig zijn voor de economische heropleving, het zal banen scheppen en het mogelijk maken om de kwaliteit van de aan de bevolking geleverde diensten te verhogen. Het ABVV wil een samenleving waarin solidariteit de rode draad vormt. Voldoende financiële middelen voor een sterke sociale zekerheid en voor goed werkende overheidsdiensten vormen de basis van een beschaafde samenleving die niet slaafs de wetten van de vrije markt volgt. Belastingen zijn nodig… “Weinig mensen betalen graag belastingen, maar de meesten begrijpen wel dat ze nodig zijn voor de financiering van de openbare diensten en de infrastructuur waar gezinnen en ondernemingen gebruik van maken: onderzoek, gezondheidszorg, opvoeding, veiligheid enz. Het niet naleven van de fiscale wetgeving beperkt de middelen van de overheid om deze diensten te garanderen. Bovendien is dit ook een flagrant onrecht voor het merendeel van de belastingbetalers die de wet wel naleven en die dan gedwongen zijn een groter deel van de fiscale lasten te dragen.” Dit citaat zou zo een document van het ABVV kunnen komen… maar het komt uit een publicatie van de OESO van oktober 2006, het machtige studiebureau van de geïndustrialiseerde landen, dat bekend staat voor zijn neoliberale standpunten. Spijtig dat de OESO geen krachtiger aanbevelingen formuleert om dit effectief af te dwingen…… Minder belastingen = … minder ontvangsten! Door unilateraal de nadruk te legen op de kostencompetitiviteit, heeft de regering aan de werkgevers meerdere sociale bijdrageverminderingen en belastingsverlagingen toegekend. Daar waar we een alternatieve financiering konden verkrijgen om de bijdrageverminderingen te compenseren, werden er nog altijd geen compenserende maatregelen getroffen voor de belastingsverlagingen. Dit heeft de financieringsbasis van de openbare diensten aan het wankelen gebracht: openbaar vervoer, sociale inspecties,… In tegenstelling tot wat de liberale ideologie wil laten geloven, leiden minder belastingen niet tot meer inkomsten. Wel integendeel! We kunnen dus alleen maar vaststellen dat de belastinghervorming van minister Reynders enkel leidde tot een vermindering van de fiscale inkomsten, zonder dat dit met structurele maatregelen gecompenseerd werd. De overheidsfinanciën waren er zo erg aan toe dat enkel dankzij ‘one-shot’-maatregelen zoals de verkoop van de ‘juwelen’ van de Staat en de fiscale amnestie, het begrotingsevenwicht hersteld kon worden. De belastinghervorming legt eigenlijk een hypotheek op de financiering van het Zilverfonds dat o.m. door de begrotingsoverschotten verzekerd wordt. In de komende jaren zullen dergelijke eenzijdige belastingverlagingen niet meer des te minder mogelijk zijn daar voor de onmiddellijke toekomst naar nieuwe inkomsten gezocht zal moeten worden om de opbrengst van de one-shot-maatregelen uit het verleden te compenseren. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 33[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]33 Het ABVV is gekant tegen elke nieuwe fiscale hervorming die de middelen van de overheid of het progressieve karakter van de belasting zou verminderen. Bovendien verwachten we van de regering een spoedig en duidelijk antwoord op de waarschuwingen van diverse instellingen die stellen dat er een oplossing moet komen voor de herfinanciering van de federale overheid zodat die in staat zal zijn om de kosten van de vergrijzing in de toekomst te dragen Geen eenzijdige belastingverlaging, wel herverdeling van de fiscale druk Het ABVV wil het debat over een rechtvaardiger belastingstelsel opnieuw bovenaan de sociaal – politieke agenda plaatsen met het oog op: een rechtvaardiger belasting van inkomens en vermogens, een voldoende financiering van de overheidsdiensten, een grotere en aangepaste financiering van de sociale zekerheid die tewerkstellingvriendelijker moet zijn. Het ABVV eist daarom dat er niet langer simpelweg over belastingverlaging gepraat wordt, maar over een rechtvaardiger verdeling van de belastingheffing: minder belasting op arbeid, meer op andere inkomens. De verdediging en bevordering van correct gefinancierde openbare diensten verloopt aan de hand van een rehabilitatie van de belastingen. Ten einde de rijkdommen te kunnen verdelen, moeten de belastingen: betrekking hebben op alle inkomens (strijd tegen de fraude); progressiever zijn; geheven worden op de totale inkomsten van arbeid en kapitaal. betrekking hebben op het fortuin. Tijd voor een ambitieus fiscaal actieplan… Ten einde de belastingsdruk op een rechtvaardigere manier te spreiden, wenst het ABVV dat op fiscaal vlak: • de belastingadministratie meer middelen en mogelijkheden krijgt om de belastingen op een efficiënte manier te innen • de inkomsten van de zelfstandigen beter gekend en belast worden. Het stelsel van verlaagde tarieven voor de KMO’s moet worden afgeschaft. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Zoals aangetoond in een studie van de Europese Commissie heeft dit voorkeursstelsel enkel tot gevolg dat zelfstandigen fiscaal en parafiscaal ertoe worden aangezet een onderneming op te richten om op die manier minder belastingen en sociale bijdragen te moeten betalen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Bovendien moeten bepaalde stelsels van forfaitaire belastingheffing die sommige categorieën van zelfstandigen en vrije beroepen nog genieten, definitief worden afgeschaft. Deze belastingbetalers moeten op basis van hun werkelijke inkomsten belast worden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 34[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]34 • België zich niet laat meeslepen in de ongebreidelde concurrentieslag tussen Europese lidstaten. Dit betekent onder andere een categorische weigering van de invoering van een ‘flat tax’ (eenvormige belasting ongeacht het bedrag van de belastbare inkomens). Een dergelijke belasting druist in tegen elke vorm van herverdeling; zij komt eigenlijk neer op een subsidiëring van de hoogste inkomens en brengt een groot verlies van fiscale inkomsten met zich mee. • de mogelijkheden van de Europese richtlijn m.b.t. de belastingheffing op spaargeld beter worden benut ten einde een beter zicht te hebben op alle inkomens en vermogens - door een vermogenskadaster op te stellen, - door het fiscaal bankgeheim volledig af te schaffen, - door de omvang van de vrijstellingen op het vlak van spaarfiscaliteit (beveks,…) te beperken, - door de reeds besliste afschaffing van de effecten aan toonder sneller door te voeren. Deze maatregelen moeten ook een belasting van de meerwaarden mogelijk maken. • de fiscale uitgaven worden geëvalueerd om na te gaan hoe ze verdeeld zijn over de verschillende categorieën van belastingbetalers en om de werking en de gegrondheid ervan te beoordelen. • een diepgaande evaluatie (impact op begroting en werkgelegenheid) van de fiscale stimuli die aan de ondernemingen worden toegekend en wil ten laatste tegen eind 2007 de effecten en de kostprijs van de aftrek van de notionele intresten evalueren. • de herverdeling van de belastingsdruk moet bovendien steunen op de volgende maatregelen: - de invoering van een belasting op grote vermogens, - de invoering van een belasting op de meerwaarden, - een rechtvaardiger belasting van de huurinkomsten, - de heffing van een algemene sociale bijdrage op alle inkomenssoorten en het afschaffen van de onrechtvaardige "bijzondere socialezekerheidsbijdrage" (zie hoofdstuk sociale zekerheid). • om de duurzame ontwikkeling te bevorderen en voldoende middelen te vinden voor de overheden, wenst het ABVV eveneens het debat aan te gaan over de groene fiscaliteit, waarbij: - een verschil moet worden gemaakt in de heffingen, rekening houdend met de draagkracht van de gebruikers; - nieuwe opbrengsten moeten worden aangewend voor sociale, ecologische of economische doeleinden, zonder te raken aan het basisprincipe van het algemene karakter van de belastingen; - specifieke begeleidende maatregelen moeten worden genomen ten gunste van lage inkomens; - in gepaste informatie en begeleiding moeten worden voorzien; - [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]een strengere belastingheffing op bedrijfswagens [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 35[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]35 Geen Europa zonder openbare diensten. Europa wordt verder uitgebouwd in een sfeer van wantrouwen ten aanzien van al wat niet tot de handelssector of de interne markt behoort. We moeten dus wel vaststellen dat de openbare diensten, zoals wij ze definiëren, worden genegeerd in de Europese uitbouw, ondanks het feit dat ze stevig verankerd zitten in de traditie van bepaalde lidstaten. Zo klaagt het ABVV de semantische verandering aan die ons verplicht te spreken van diensten van algemeen economisch belang in plaats van openbare diensten. Dit is niet onbelangrijk. In feite betekent dit dat de rol van de publieke overheden wordt genegeerd. De begrippen “ diensten van algemeen belang” en “universele dienst” vormen immers geen alternatief op de markt, maar maken daarentegen integraal deel uit van het mededingingsmodel. In tegenstelling tot de openbare dienst, die duidelijk laat verstaan dat er naast de privé - markt nog een openbaar domein is, met opdrachten die eigen zijn aan dit domein. In haar Witboek over de diensten van algemeen belang stelt de Commissie ronduit dat deze twee begrippen niet mogen worden verward. De DAEB zijn de tegenhangers van de openbare diensten. Terwijl deze laatste worden opgericht op basis van een democratische beslissing om tegemoet te komen aan een collectieve behoefte, bestaan de DEAB uitsluitend om te verhelpen aan de tekortkomingen van de markt. In haar Groenboek over de DAB bevestigt de Commissie overigens dat “ de markt gewoonlijk de optimale toewijzing van middelen verzekert ten behoeve van heel de maatschappij”. De DAEB zijn dus geen alternatief op de markt, maar maken integraal deel uit van het mededingingsmodel. Bovendien is er een verschuiving van de DAB naar de DAEB. De Europese Commissie heeft verklaard dat onmogelijk een lijst kan worden opgesteld van de DAB die als niet economisch moeten worden beschouwd. Deze verschuiving is uiterst problematisch. Bij deze gelegenheid wil het ABVV, trouw aan zijn Congresstandpunten, zijn gehechtheid aan het begrip “openbare dienst” herhalen. Dit begrip betekent meer en is beter dan de concepten “ diensten van algemeen belang”, “diensten van algemeen economisch belang” en nu “sociale diensten van algemeen belang”. MEER want de openbare diensten omvatten alle diensten die de burgers de middelen geven om een waardig leven te leiden, door hen de mogelijkheid te bieden hun grondrechten uit te oefenen. Beter want door de solidariteit zijn de openbare diensten iets anders dan een eenvoudig lapmiddel voor de tekortkomingen van de markt. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 36[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]36 Daarom vraagt het ABVV de volgende Regering zich volledig in te zetten voor een kaderrichtlijn die de openbare diensten te verdedigt. Het ABVV hoopt ook dat de volgende Regering zich krachtig zal verzetten tegen de liberalisering, die op Europees niveau wordt uitgelokt. De postsector vormt hier een veelzeggend voorbeeld. Het ABVV vraagt een moratorium over de liberaliseringen. Een onafhankelijke en ernstige studie zou welkom zijn om te oordelen over de rampzalige impact van deze beleidsvormen, zowel op de werknemers als op de gebruikers. Het ABVV vraagt de volgende Regering de dreigende privatiseringen, die momenteel wegen op de sociale diensten en de gezondheidsdiensten, te verhinderen. Het ABVV dringt erop aan dat de volgende Regering zich volledig inspant om de openbare diensten tot de kern van de Verdragen te maken. Het ABVV verwacht van de volgende Regering dat ze de openbare diensten opnieuw in het hart van ons sociale model plaatst, want de Mens, zijn waardigheid en zijn grondrechten vormen de kern van dit debat. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 37[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]37 7. E [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]EN NIEUW ELAN VOOR HET SOCIALE [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]E [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]UROPA [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Op 27 maart 2007 werd in de 27 lidstaten van de Europese Unie de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome gevierd. Bij deze gelegenheid werd ook verwezen naar de voortrekkersrol van België, één van de zes landen die het Verdrag destijds ondertekenden. Er werd aan herinnerd dat de basistekst, naast economische doelstellingen zoals de realisatie van de gemeenschappelijke markt of de progressieve toenadering van het economische beleidsvormen van de Lidstaten, van bij het begin eveneens fundamentele sociale doelstellingen omvatte, zoals de bevordering van de werkgelegenheid, de verbetering van levens- en werkomstandigheden en de strijd tegen uitsluiting. Men verzekerde dat de Europese Unie sinds een halve eeuw garant staat voor het behoud van de vrede dankzij de economische en sociale ontwikkeling van een regio van ondertussen zevenentwintig lidstaten. Hoe komt het dan dat wij, niettegenstaande deze ogenschijnlijk vleiende balans, ons steeds moeilijker kunnen identificeren met de manier waarop Europa verder wordt uitgebouwd? Hoe komt het dat Europa blijkbaar steeds meer moeite heeft om haar meerwaarde te bewijzen in het licht van de globalisering? Als Europa politiek naast nieuwe grootmachten zoals China en of India wil blijven voorbestaan, moet het zijn eigen sociale model ontwikkelen dat gebaseerd is op gemeenschappelijke principes en waarden, zoals democratie, sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en solidariteit. Ondanks hun diversiteit vormen die principes en waarden de grondslag van het sociale systeem in elk van de lidstaten. Op het vlak van werkgelegenheidsbeleid en sociale bescherming, kan de Europese Unie niet in de plaats treden van de lidstaten. Het ABVV wil dat de actie van de Unie terzake het mogelijk maakt een kader te creëren waarin deze domeinen met zekerheid kunnen worden ontwikkeld, zonder zich daarbij te verlaten op de wetten van de markt. Er moet meer bepaald gestreefd worden naar minimale sociale normen, waarbij de grote principes van de nationale modellen worden vrijwaard, met respect voor de geschiedenis en de interne evenwichten binnen de lidstaten. De minima in elk land moeten gevrijwaard worden en op Europees vlak moet er gestreefd worden naar een opwaartse harmonisatie van de minima. Daarnaast moet ook gestreefd worden naar een daadwerkelijke bescherming of Europese minimale sociale zekerheid. Sociale bescherming, een verantwoordelijke sociale dialoog en sterke openbare diensten staan net zoals de syndicale vrijheden centraal in het sociale model dat wij willen bevorderen. Kwaliteitsvolle openbare diensten zijn een essentieel onderdeel van het Europees sociaal model. Op Europees niveau spreekt men echter niet eens van “openbare diensten” maar enkel van “diensten van algemeen economisch belang”. Deze diensten van algemeen economisch belang vallen per definitie binnen de werkingssfeer van de regels van de interne markt en mededinging. Bovendien worden steeds meer diensten die het algemeen belang dienen beschouwd als diensten van algemeen economisch belang. Dit verschil in terminologie doet dus fundamenteel afbreuk aan de essentie van de openbare diensten. Tot nu toe waren privatisering en liberalisering (onder meer in de sectoren energie, post en telecommunicatie) het enige alternatief dat voorgesteld werd voor de uitbouw van de openbare diensten. Het is hoog tijd dat andere oplossingen op tafel komen! [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 38[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]38 Het ABVV vraagt aan de toekomstige Belgische regering er zich toe te verbinden een echt Europees sociaal model te bevorderen en daarvoor bondgenoten te zoeken onder de andere lidstaten. Voorts dringt het ABVV erop aan dat in de komende 4 jaar vooruitgang wordt geboekt in de volgende dossiers: - Een verschuiving van de fiscale last van de factor arbeid naar de factor kapitaal en het milieu: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Harmonisering van de vennootschapsbelasting, zowel wat de grondslag als [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]wat de tarieven betreft, om fiscale concurrentie tussen de lidstaten te vermijden en voor meer transparantie te zorgen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Harmonisering en ontwikkeling van een Europese groene fiscaliteit om de [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]strijd tegen de klimaatsverandering beter te coördineren en milieudumping te vermijden. Met een deel van de opbrengst kan de Europese infrastructuur m.b.t. duurzame ontwikkeling worden gefinancierd. - Herstructureringen: België moet streven naar een pro-actieve aanpak van het probleem van de herstructureringen, zowel op industrieel als op sociaal vlak, door middel van concrete maatregelen: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Aanstelling van een commissaris belast met de uitwerking van een[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]preventief herstructureringsbeleid. Op die manier zouden vrijwillige bemiddelingsmechanismen ontwikkeld kunnen worden in geval van grensoverschrijdende sociale conflicten [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Terugvordering van het geïndexeerde bedrag van de Europese hulp, met [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]inbegrip van de Europese fondsen, indien de onderneming binnen de tien jaar na het verkrijgen van de hulp naar het buitenland verhuist. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]De middelen van het fonds voor de aanpassing aan de globalisering [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]verhogen om tegemoet te komen aan de sociale noden van de werknemers, ook in sectoren als textiel en confectie. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Het idee van Europese sectorale sluitingsfondsen bevorderen op basis van [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]wat in het EGKS-verdrag voorzien was voor de grote herstructureringen in de steenkool- en de staalsector. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Geen herstructurering zonder eerbiediging van de informatie & consultatie[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]van de werknemers en telkens wanneer er zijn, van de vakbonden op Europees en nationaal vlak. Eerbiediging van de richtlijn Renault. Expliciete erkenning van de Europese vakbondsfederaties en van de nationale vakbonden bij de geplande herziening van de richtlijn op de EOR. - De strategie van Lissabon moet opnieuw in evenwicht gebracht worden ten gunste van de pijlers werkgelegenheid en sociale cohesie. Het zou nuttig zijn om een strategie voor de creatie van kwaliteitsvol werk in de nationale hervormingsplannen op te nemen, om het sociale luik van de Lissabonstrategie te versterken. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 39[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]39 - Arbeidsmarkt en recht: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Richtlijn arbeidstijd: de Belgische regering moet bondgenoten zoeken en de [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]onmiddellijke afschaffing blijven vragen van de “opt out” (individuele afwijking van de limiet van de 48-urenweek). Ze moet blijven ijveren voor de erkenning van wachttijd als werktijd. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Oprichting van een sociale Europol: het vrij verkeer van werknemers vereist [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]meer dan ooit een coördinatie van de nationale inspectiediensten om sociale fraude van ondernemingen te bestrijden. Dit impliceert ook de verplichte integratie, binnen een concreet tijdspad, van sociale zekerheidsdatabestanden tussen de Europese lidstaten. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Nadenken over en voorbereiden van de harmonisatie van de essentiële [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]bestanddelen van het recht op arbeid in het vooruitzicht van een Europees collectief arbeidsrecht. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Het ABVV vraagt de regering een sociaal Europa te verdedigen en te [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]promoten dat de ontluikende Europese arbeidsmarkt kan aanpassen aan de uitdagingen van de mondialisering, de industriële veranderingen, de technologische innovaties en de migraties, dit ter versterking van de werkgelegenheid, de kwaliteit van het werk en de sociale rechten. Ons land kent al een grote flexibiliteit die overigens collectief omkaderd moet worden. De huidige en toekomstige discussies verbonden aan concepten zoals flexicurity of aan initiatieven zoals het Groenboek over de modernisering van het arbeidsrecht, moeten leiden tot meer werkzekerheid niet tot een uitbreiding van de precarisering van de werknemers. - Collectieve onderhandelingen valoriseren, het sociale overleg naar alle niveaus uitbreiden en de Europese sociale dialoog ondersteunen, onder meer door zich te scharen achter het voorstel vervat in het sociaal programma 2007-2010 om een wettelijk kader te creëren voor grensoverschrijdende onderhandelingen. - Om naar een dergelijk kader te gaan moet Europa eerst van de lidstaten eisen dat zij [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de vakbonden erkennen als representatieve gesprekspartner, [/FONT] o [FONT=Times]het recht op grensoverschrijdende collectieve actie (staking) [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]erkennen, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]de in een Europees kader bedongen akkoorden oplijsten en [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]registreren. In afwachting van de uitwerking van een wettelijk transnationaal onderhandelingskader wijst het ABVV erop dat enkel het nationale onderhandelingskader legitiem is. - Het ABVV vraagt aan de nieuwe Belgische regering om druk uit te oefenen op de Europese Commissie opdat deze werk zou maken van een kaderrichtlijn over de openbare diensten die een aantal fundamentele principes, eigen aan alle openbare diensten, een wettelijke erkenning geeft, die het algemeen belang doet primeren op de regels van de interne markt en die de overheden vrij laat om te [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 40[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]40 beslissen over de beste manier om de openbare diensten te financieren: [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Het opstellen van een kaderrichtlijn om de openbare diensten te [/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]beschermen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Zich blijven verzetten tegen het voorstel van Europese richtlijn dat de totale[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]vrijmaking beoogt van de postdiensten vanaf 1 januari 2009. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Courier][SIZE=3][FONT=Courier]o [FONT=Times]Zich verzetten tegen de pogingen van de Commissie om de sociale en[/FONT] [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]gezondheidsdiensten te privatiseren Het ABVV eist dat Europa erover zou waken dat de beleidsmaatregelen van de internationale financiële instellingen (waaronder de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds, maar ook de Wereldhandelsorganisatie) ingepast worden in de beleidsmaatregelen van de Algemene vergadering van de UNO en zijn agentschappen. Europa moet zich in de commerciële onderhandelingen ook engageren om het openbare karakter van een aantal sectoren (gezondheid, onderwijs, cultuur, water, …) te verdedigen. Dat Europa in bilaterale akkoorden een verdere liberalisering van sommige diensten eist die verdergaat dan wat in het kader van de multilaterale instanties besproken wordt, is onaanvaardbaar. Het ABVV eist in alle commerciële onderhandelingen een moratorium dat een ernstige evaluatie van de tot nu toe genomen liberaliseringsmaatregelen mogelijk maakt qua impact op de ontwikkeling van de zuidelijke landen, op de werkgelegenheid in het algemeen, op de economische groei, het vergroten van de ongelijkheid en het duurzame karakter van die maatregelen. Het ABVV vraagt de regering dit sociaal en democratisch Europa te promoten en dus te ijveren voor - [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]de aanvaarding van het Sociaal Handvest van de grondrechten als volwaardig deel van een nieuw grondwettelijk verdrag, [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]- [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]de versterking van de bevoegdheden van het Parlement [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]- [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]het einde van de unanimiteit en de verplichte medebeslissing inzake fiscale en sociale zaken [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]- [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]de verplichting om het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over alle fiscale en sociale aangelegenheden. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 41[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]41 8. V [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]OOR EEN KLIMAAT [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]- [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]EN ENERGIEBELEID DAT DUURZAAM [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times], [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]DUIDELIJK EN SOLIDAIR IS EN DE ZONNE [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]- [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ENERGIE NIET VERGEET [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Met de mondiale klimaatsveranderingen waarvan de gevolgen met de dag duidelijker worden kan het ABVV niet aan de zijlijn blijven staan. Daarom blijven wij onze leden verder sensibiliseren om verstandiger met energie om te gaan zowel op de werkvloer als thuis. Het ABVV is overtuigd van de kansen die een klimaatbeleid met zich kan meebrengen en is voorstander van de goedkeuring van ambitieuze projecten voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen op het niveau van de Europese Unie. Zij pleit dan ook voor een de organisatie van een breed sociaal overleg over de sturing van de investeringskeuzes, waarbij rekening gehouden wordt met: milieubekommernissen (beheer nucleair afval, uitstoot broeikasgassen,…), met de noodzaak om de bevoorradingszekerheid van het land, het behoud van de investeringen en de werkzekerheid te verzekeren, om vormingen te organiseren waardoor werknemers over de nodige kwalificaties beschikken om te kunnen deelnemen aan het uitvoeren van keuzes inzake energie- en klimaatbeleid, om de grootst mogelijke energie- efficiëntie te bereiken, de nucleaire veiligheid streng te controleren, het recht op energie te waarborgen,… Dit sociaal overleg bestaat momenteel niet meer omdat het Nationaal Comité voor de Energie die bevoegdheid niet langer uitoefent. Op Europees niveau pleit het ABVV er eveneens voor dat de Belgische regering de vraag van het Europees Vakverbond m.b.t. een daadwerkelijke Europese sociale dialoog zou steunen om zo rekening te houden met de (positieve en negatieve) sociale gevolgen van de noodzakelijke veranderingen. Deze veranderingen moeten innoverend en positief zijn om de koolstof- contrainte om te vormen tot een gunstige gelegenheid voor de ontwikkeling van de Europese industrie en voor het behoud van de banen in die industrie. Er moet dus van een defensieve versie van herstructureringen (de traditionele industrieën die concurrentie ondervinden van de opkomende) overgestapt worden op een offensieve visie (de toekomst voorbereiden), namelijk door te stoelen op de resultaten van een studie over de impact van de klimaatswijzigingen op de werkgelegenheid (studie uitgevoerd in 11 Europese landen, op initiatief van het EVV). Met als kernidee: anticiperen, aanpassen, investeren en de solidariteit (in zijn diverse vormen) organiseren. Zoniet zullen de armste en de meest kwetsbare groepen het hardst getroffen worden, dit zowel in de ontwikkelde landen als in de opkomende landen. In diezelfde context vraagt het ABVV ook dat de federale regering ertoe zou bijdragen de Europese regeringen die uitstootkredieten verwerven via het CDM (Clean Development Mechanism) ertoe te brengen een procedure in te voeren voor raadpleging met de nationale medespelers en een clausule inzake de sociale en milieuverantwoordelijkheid m.b.t. hun projecten op te leggen. Het EVV is van mening dat België hier een nuttige referentie kan zijn. Binnen die lange termijnvisie en Europese context dient de nodige durf aan boord te worden gelegd om de nodige maatregelen te nemen. En hierbij dient alvast vertokken te worden van een maximalistische invulling van een vraagzijdebeleid. Het ABVV vraagt dan ook dat de energie-efficiëntie bevorderd wordt door zeer concrete acties, dit in alle sectoren en dat de hinderpalen voor de nodige energiebesparingen dringend weggewerkt worden. Het rationeel energiegebruik is immers de beste manier om een antwoord te bieden aan de klimaatuitdaging, om de energieafhankelijkheid te verminderen, om de problemen van kansarme gezinnen bij het betalen van hun energiefactuur te verminderen, om de natuurlijke rijkdommen te bewaren voor de volgende generaties. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 42[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]42 8.1. De sector van de gebouwen Er zijn concrete en omvangrijke acties nodig in de sector huisvesting, een sector met een enorm potentieel aan economisch rendabele investeringen. Immers, ongeveer de helft van de woningen in België zijn slecht geïsoleerd. Op Europees vlak bengelen we dan ook aan de staart (3 [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=2][FONT=Times]de [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]laatste plaats). Verwarming is verantwoordelijk voor 16% van de uitstoot van broeikasgassen. Als men weet dat een degelijk geïsoleerde woning het energieverbruik met 60% kan drukken, dan liggen hier veel mogelijkheden om bij te dragen aan de Kyotonorm. Beter isoleren betekent niet alleen energiebesparing en dus ook minder kosten voor de gezinnen. Het betekent ook dat het ons land minder afhankelijk op energiegebied kan maken en de broeikasgasuitstoot kan verminderen. Bovendien kan dit middelen vrijmaken die elders ingezet kunnen worden, waarbij ook nog eens, voor de betrokken beroepen, de werkgelegenheid op alle niveaus opgekrikt kan worden. Het ABVV stelt dan ook voor om in België, naar het voorbeeld van wat in Duitsland gedaan werd op voorstel van de Duitse vakbond DGB, een ‘Alliantie voor werk en milieu’ in het leven te roepen en daarbij een beroep te doen op het Kyotofonds. Deze Alliantie tussen alle betrokken medespelers (vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, overheid, vertegenwoordigers betrokken beroepen, medespelers uit de sociale economie,…) moet aan de basis liggen van een groots programma voor hulp aan de energierenovatie van het woningpark in België, meer bepaald de toekenning van kredieten met voorkeurtarief en de uitbouw van een stelsel van derde investeerders, waarbij de hulp in de eerste plaats naar kansarme gezinnen moet gaan. Het accent zal dan ook liggen op investeringen in sociale huisvesting en in huisvesting ten voordele van kansarme groepen, waarbij dan hun energiefactuur prioritair omlaag kan. De federale regering gaf al een eerste antwoord op dit ABVV-voorstel via de oprichting van het fonds voor de vermindering van de globale energiekosten dat daartoe over de nodige middelen moet kunnen beschikken, onder meer d.m.v. leningen uit het Synatomfonds, om de uitvoering mogelijk te maken van een overlegd project, groots qua omvang, dat werkgelegenheid schept en bijdraagt tot meer welzijn, dat een antwoord biedt op de uitdaging die de klimaatswijziging is. 8.2 De sectoren gas- en elektriciteit Wat de investeringen in de elektriciteitssector betreft, wijst het ABVV op de noodzaak van maatregelen om de vraag naar elektriciteit in toom te houden en de technologieën en bevoorradingsbronnen te diversifiëren. België kan een belangrijke ontwikkelingspool worden voor nieuwe technologieën, maar dient haar prioriteiten juist te leggen. Zo presteren we op het vlak van hernieuwbare energie nog altijd zeer zwak en zijn ook interessante toepassingen als warmte kracht koppeling ondermaats aanwezig in onze energie mix. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 43[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]43 De wet op de kernuitstap Inzake kernenergie wil het ABVV de wet op de uitstap uit kernenergie niet in vraag stellen. Een voluntaristisch energiebeleid biedt heel wat positieve perspectieven op sociaal, economisch en milieuvlak. Dergelijk beleid mag evenwel niet ten koste gaan van de energiebevoorradingszekerheid en mag evenmin leiden tot afbouw van werkgelegenheid noch tot prijsstijgingen. Integendeel, het energiebeleid moet volgende elementen inhouden: a) een prijsdaling van de elektriciteit, met name voor de gezinnen; b) de oprichting van een fonds gefinancierd met de marges voortvloeiend uit het feit dat de Belgische kerncentrales nagenoeg volledig afgeschreven zijn; c) een ambitieus REG-beleid, met ondersteuning van investeringen ter verbetering van de energie-efficiëntie en de ontwikkeling van hernieuwbare energie (waaronder zonne- energie), en om daar waar nodig prijsdalingen mogelijk te maken; d) de sluiting van Doel 1 en Doel 2 ten laatste in 2015 zoals voorzien in de uitstapwet, omwille van de kwetsbaarheid van die centrales en de daaraan verbonden risico's. Zo kan ons land, zonder dat dit de bevoorradingsveiligheid in gevaar brengt aangezien het gaat om kleine centrales, ervaring en knowhow opdoen op het gebied van de ontmanteling van productiecentrales en het kernafvalbeheer. Dit is absoluut noodzakelijk vooraleer men het probleem van de eventuele herziening van de uitstapwet zou bespreken. De wet op de uitstap uit kernenergie mag niet beletten dat het onderzoek naar de gevolgen van stralingen en ook naar de bouw van veiliger, tegen terrorismerisico's beschutte kerncentrales die minder uranium verbruiken… en naar de ontwikkeling van bevredigende methodes voor het nucleaire afvalbeheer voortgezet wordt. Dit soort onderzoek kan perspectieven bieden voor een terugkeer naar kernenergie op middellange en lange termijn in een context van duurzame ontwikkeling. Bovendien moeten de competenties die nodig zijn voor de opvolging en de controle tijdens de levensduur van de centrales, voor de ontmantelingsfase, voor het afvalbeheer… in België gehouden worden. Nucleair onderzoek en gezondheid Op het gebied van nucleaire research wenst het ABVV dat meer middelen gaan naar de preventie van risico's voor de gezondheid van de werknemers en de bevolking. Moeten versterkt worden: • het onderzoek met het oog op een goed beheer van kernafval, op de controle van de kwaliteit van de voorwaarden in de tijd… ; • het onderzoek verbonden aan stralingsbescherming, aan de veiligheid van de installaties (preventie terrorismerisico’s, preventie technische problemen…), aan de impact op het milieu, aan de gevolgen van ioniserende stralingen voor de gezondheid, aan het effect van [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 44[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]44 ioniserende stralen in de ruimte, aan de stralingsbescherming van patiënten en medisch personeel bij de toepassing van ioniserende stralen in de geneeskunde… ; • een transparante communicatie op basis van kwaliteitsvolle info die ter beschikking van de bevolking moet zijn. Deze maatschappelijk belangrijke research moet ook ter beschikking van de overheid zijn. Er moet ook onderzocht worden of dit soort research ontwikkeld kan worden in de nabijheid van MOL en DESSEL, waar kernafval met lage en middelhoge radioactiviteit zal worden opgeslagen, wat dan mogelijkheden zou bieden om de tewerkstelling te garanderen. Werking van de elektriciteitsmarkt Wat de werking van de elektriciteitsmarkt na de vrijmaking van de elektriciteitssector betreft, vraagt het ABVV om bij wijze van overgangsmaatregel bepaalde aspecten van de markt eventueel opnieuw te reguleren, in het bijzonder de prijsontwikkeling, teneinde de anomalieën als gevolg van het huidige gebrek aan concurrentie te corrigeren. De gas- en de elektriciteitsmarkt moeten stevig gereguleerd worden, vooral in de huidige context waarbij er geen Europese regulering bestaat en die markten door enkele grote ondernemingen gecontroleerd worden. Wat de elektriciteitsprijs betreft moet de regering een voor de kleine verbruikers voordelig tariefbeleid en een sociaal beleid voor gezinnen in moeilijkheden opleggen. Door het tariefprogramma dat het ABVV vraagt - zou de kostprijs voor de plaatsing van een tweevoudig uurtariefmeter dalen; - zou verhinderd worden dat uitbreiding van het nachttarief tot in het weekend leidt tot een prijsstijging van het volle dagtarief noch tot een stijging van andere tarieven; daarbij moet die maatregel gefinancierd worden met de middelen die voortvloeien uit de nagenoeg volledige afschrijving van het Belgische kerncentralepark; - zou het jaarlijkse vastrecht voor de gezinnen die jaarlijks tot 5.500 kWh verbruiken, afgeschaft kunnen worden; - zou de eenheidsprijs van elektriciteit voor gezinnen die jaarlijks minder dan 5.500 kWh verbruiken, verlaagd kunnen worden. Wat de sociale gas- en elektriciteitstarieven betreft, stelt het ABVV dat er eenzelfde sociaal tarief over het hele grondgebied aangehouden moeten worden; het moet het laagste van alle tarieven zijn en automatisch toegekend worden aan alle gezinnen die behoren tot de categorieën die er aanspraak kunnen op maken. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 45[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]45 8.3. Mobiliteit Streven naar duurzame mobiliteit De ontbrekende link tussen de groei van niet-duurzaam transport en de groei van het BBP is, vanuit milieu- en sociaal oogpunt, één van de meest zorgwekkende trends die de strategie voor duurzame ontwikkeling niet heeft kunnen ombuigen. Het groeiende wegverkeer - te wijten aan onze manier van leven en de ontwikkeling van onze maatschappij én aan de nieuwe strategische beslissingen van ondernemingen om voorrang te geven aan flexibiliteit en strakke leveringsschema’s, waardoor de industriezones noodzakelijkerwijze dicht tegen de grote verkeersassen en dus ver van de woonplaatsen ingeplant worden - veroorzaakt ernstige milieuproblemen (verkeersopstoppingen, uitstoot van koolstofdioxide, uitstoot van micropartikels…) en grote problemen inzake veiligheid, ruimtelijke ordening… Het ABVV buigt zich al geruime tijd over duurzame mobiliteit en pleit daar ook voor. Want werknemers voelen dagelijks de gevolgen van een slecht transportbeheer: tijdverlies, lagere levenskwaliteit en minder welzijn op het werk, hoger kostenplaatje, ongevallen, stress, moeilijkheden om privé en professioneel leven te combineren, vervuiling van het landschap … Het ABVV wil echter ook deelnemen aan het ontwikkelen van een mobiliteitsbeleid dat leidt naar een daling van het olieverbruik en van de uitstoot van vervuilende stoffen in de transportsector. Dit alles moet een gunstig effect hebben op het leefmilieu, op de gezondheid en de levenskwaliteit van de huidige en toekomstige generaties, zonder dat de economische efficiëntie er moet bij inboeten. Het lijkt ons noodzakelijk dat iedereen gemobiliseerd wordt: - om de verloren tijd om te zetten in kwaliteitsvolle tijd, - om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke verplaatsingen kunnen plaatsvinden met respect voor het leefmilieu en voor de doelstellingen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, - om de vervoergewoonten te veranderen zonder de ongelijkheid in mobiliteit te verscherpen (beschikbaarheid van kwaliteitsvolle alternatieven indien economische drukmiddelen zoals prijs en taksen gebruikt worden om het gebruik van een transportmiddel aan banden te leggen, respect voor de eisen inzake de werkorganisatie …), - om onze afhankelijkheid van olie als energiebron af te bouwen en de olievoorraad voor de toekomstige generaties veilig te stellen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 46[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]46 Daarom vraagt het ABVV met voorrang: - de ontwikkeling van een gratis collectief woon-werk-vervoersysteem voor de werknemers zodat dit verplaatsingssysteem meer ingeburgerd geraakt (openbaar vervoer, carpooling, vervoer georganiseerd door de werkgever ) - nieuwe investeringen (die werkgelegenheid creëren) in infrastructuur en in een kwaliteitsvol openbaar vervoer, - een sterke verbetering in de bereikbaarheid van de activiteitszones door een (verbeterde) ontsluiting via openbaar vervoer en/of collectief vervoer - dat de integratie van de externe kosten in de prijs (via taksen) niet als gevolg heeft dat de minst begunstigde sociale klassen minder toegang hebben tot mobiliteit. - een debat over de ontwikkeling van een al omvattend mobiliteitssysteem welke de consument vlot toelaat alle vormen van openbaar vervoer, alsook systemen van autodelen, huurfietsen, taxi’s of internationale treinen te gebruiken - werkgevers die hun werknemers een bedrijfswagen aanbieden moeten hen laten kiezen tussen een wagen of een mobiliteitsbudget voor hetzelfde bedrag waarover men vrij kan beslissen. - de definitie van een - ambitieus en duurzaam - nationaal mobiliteitsplan, uitgewerkt in overleg met de sociale gesprekspartners, meer bepaald aan de hand van de resultaten van de enquête over woon-werkverkeer en van de analyse van de CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven). Dit nationaal mobiliteitsplan moet bindend zijn voor de overheden (gewestelijke en federale, elk volgens eigen bevoegdheid en mogelijkheden) en moet ook voorzien in ondersteuning van en/of engagementen voor intermodaal transport, bedrijfsvervoerplannen, mobiliteitsplannen per activiteitszone, uitbreiding van financiële ondersteuning ter aanmoediging van het fietsgebruik, een milieuvriendelijk bedrijfswagenpark, uitbouw van carsharing en carpooling, … - een wettelijke bepaling waarbij bedrijven met meer dan 50 werknemers verplicht worden om mobiliteitsplannen uit te werken wanneer blijkt dat de enquête over woon- werkverkeer in het betrokken bedrijf niet leidt tot een verbetering van het sociaal overleg inzake mobiliteit. Petroleumsector Wat de petroleumprijzen betreft wil het ABVV bodemprijzen voor alle petroleumproducten (om verspilling te voorkomen) en maximumprijzen voor huisbrandolie (zodat iedereen zich voor een redelijke prijs kan verwarmen). Verder pleit het ABVV voor spoedige structurele maatregelen om ons verbruik en onze petroleumafhankelijkheid te verminderen en voor mobiliteits- en bedrijfsvervoerplannen daar waar die nog niet bestaan. Indien blijk dat de federale mobilteitsenquête geen aanleiding geeft tot een verhoging sociaal overleg over mobiliteit dan moet de mobiliteitsplan stapsgewijs verplicht worden, te beginnen met de bedrijven waar de problemen zich het scherpst stellen. Het ABVV vraagt de regering ook de stookolierekening van behoeftige gezinnen te verlichten en eist daarbij dat niet de verbruikers maar de petroleummaatschappijen het stookoliefonds financieren. Het vraagt daarbij dat de stookolierekening van de gezinnen verlicht wordt in functie van het gezinsinkomen door dus de gezinnen met een laag inkomen meer te geven. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 47[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]47 8.4 Bedrijven en energie & klimaat Energiebeleid wordt meer en meer een zeer strategisch element in de bedrijfsvoering. Dit heeft alles te maken met de energiekosten en met de verplichtingen die in het kader van de Kyotodoelstelling aan bedrijven worden opgelegd. Bedrijven moeten dus moderniseren: hun energie-efficiëntie moet omhoog. Goed voor het klimaat, maar vooraal essentieel voor de werkgelegenheid: performante bedrijven betekenen een verankering van jobs. Redenen genoeg dus om het energiebeleid van bedrijven ook syndicaal, op het vlak van dat bedrijf, mee te bewaken. De syndicale informatierechten betreffende energie op het niveau van de onderneming zijn echter beperkt, en dus worden werknemersdelegaties vaak enkel geïnformeerd wanneer het de directie past … of helemaal niet. Het ABVV pleit dan ook voor een uitbreiding én een specificatie van de informatierechten van de ondernemingsraden (en, bij ontstentenis, van het CPBW) meer bepaald met betrekking tot de investeringen in energie-efficiëntie en met betrekking tot de energiekosten van het bedrijf. Deze uitbreiding dient ingeschreven te worden in de federale wetgeving m.b.t. de ondernemingsraden en zal dan gelden voor alle in België gevestigde bedrijven. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 48[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]48 9. S [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]OLIDARITEIT ZONDER GRENZEN [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]Solidariteit mag niet stoppen bij de grens. Met de globalisering is de vakbeweging in een nieuwe fase van zijn internationalisme aanbeland. Volgens het ABVV moet er tegengas gegeven worden en moet de globalisering in de hand gehouden en sociaal en ecologisch gereguleerd worden om iedereen fatsoenlijke werkomstandigheden in een kwaliteitsvolle leefomgeving te verzekeren. Een andere wereld is mogelijk. De globalisering leidt tot een nieuw soort ongelijkheid. De traditionele ongelijkheid noord/zuid neemt af als gevolg van de opmars van economieën als China of India. Maar achter die opmars gaan andere ongelijkheden schuil. De ongelijkheden in die landen nemen nog sneller toe en dat is vooral het geval in de opkomende economieën. De multinationals worden machtiger dan de Staten. Tegelijkertijd krijgt de vakbeweging af te rekenen met een nieuw soort werkgevers zonder gezicht die over gigantische middelen beschikken, nl. de pensioenfondsen en de kapitaalinvesteringsfondsen (private equity funds en hedge funds). Dit financiële kapitalisme streeft op korte termijn winstmaximalisatie uit financiële beleggingen en speculatie na. En dan zijn er nog al die regio's waar de trein van de globalisering wel doorheen raast, maar die niet de minste hoop hebben dat ze er ooit zelf zullen kunnen opspringen. Regio's die vaak te kampen hebben met geweld en oorlog. Het zijn dus steeds weer de armsten, en vaak de werknemers, die de hoogste tol betalen voor het geweld in of tussen landen en samenlevingen. Veel van die conflicten vinden onder meer hun oorzaak in de sociale en economische onrechtvaardigheid. 9.1. Ontwikkelingssamenwerking in functie van de reële noden van de bevolking De vakbondsexpertise gebruiken als motor van de verandering Sinds 1999 worden de vakbonden erkend als indirecte actoren van de ontwikkelingssamenwerking. En vanaf 2001 werden ze erkend als volwaardige spelers op het gebied van de preventieve diplomatie (conflictbeheersing). Die taken waren een aanvulling op de samenwerking met Oost-Europa. Het ABVV verwacht van de regering dat zij de expertise en de knowhow van de Belgische vakbonden op het gebied van internationale samenwerking erkent en ze een legitieme autonomie in de uitwerking van hun internationale programma's geeft: • de vakbonden opnieuw volwaardig toegang geven tot de budgetlijn "preventieve diplomatie" van de FOD Buitenlandse Zaken; • de voortdurende vermindering van de budgetlijnen in de schoot van de FOD Werk en de FOD Sociale Zaken stoppen, teneinde de samenwerking met de landen van Oost- Europa te bevorderen; • zorgen voor een gewaarborgde structurele financiering voor vijf jaar in het kader van het syndicaal programma (met co-financiering van de FOD ontwikkelingssamenwerking) en voor een gewaarborgde indexering van dit jaarbedrag. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 49[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]49 Op het vlak van ontwikkelingssamenwerking vraagt het ABVV aan de regering dat: • ze het ABVV steunt in zijn rol als medespeler in de ontwikkelingshulp, en wel via de goedkeuring van het ABVV-programma 2007-2011; • ons land inzake ontwikkelingssamenwerking niet alleen zijn verbintenissen nakomt en het cijfer van 0,7% van het BBP haalt om de millenniumdoelstellingen en waardig werk voor de volkeren in de wereld te realiseren; het moet er vooral voor zorgen dat die hulp terechtkomt bij de meest kwetsbare bevolkingsgroepen in de wereld; • het cijfer van 0,7% berekend wordt volgens een "thematische benadering" die toegespitst is op de noden van de bevolking, en niet volgens het principe van de "geografische concentratie" dat momenteel door de OESO gebruikt wordt; • de "bevordering van de Internationale Arbeidsorganisatie als sociaal wetgever in het kader van een democratische governance op wereldvlak" ondersteund wordt. De internationale rechtsarchitectuur moet herzien worden zodat de normen van de VN- agentschappen dwingend gemaakt worden in het kader van het beheer van de handelsgeschillen door het Geschillenregelingsorgaan van de WHO; • de sociale dialoog, het democratische bestuur en de naleving van de sociale en milieunormen bevorderd worden; • ons land ter bevordering van de sociale en de milieunormen meer gebruik maakt van de flexibiliteitsmechanismen van het protocol van Kyoto. Onder die flexibiliteitsmechanismen moet voorrang gegeven worden aan de "Clean Development Mechanism" en "Joint Implementation" ten opzichte van de aankoop van emissierechten. Volgens het ABVV is het van essentieel belang dat de met die mechanismen gerealiseerde investeringsprojecten de internationaal erkende sociale en milieunormen eerbiedigen en dat de vakbonden in het verkrijgende en in het gastland over die projecten geraadpleegd worden. 9.2. Waardig werk Waardig werk is werk dat productief en vrij gekozen is met respect voor de werknemersrechten, met inbegrip van de fundamentele arbeidsrechten zoals die vastgelegd zijn door de IAO. Waardig werk staat daarnaast ook voor sociale bescherming, sociale dialoog én voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Voor het ABVV is waardig werk de enige duurzame weg om uit de armoede te geraken en is een fundamentele bouwsteen voor democratie en sociale cohesie. Het ABVV denkt dat de acht millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (armoede en honger uitbannen; basisonderwijs voor iedereen; gelijkheid en zelfstandigheid van de vrouw bevorderen; kindersterfte terugdringen; gezondheid van de moeders verbeteren; aids, malaria,… bestrijden; duurzaam leefmilieu; invoering op wereldvlak van een partnerschap voor ontwikkeling) een vrome wens zullen blijven als de middelen om ze te verwezenlijken niet bepaald worden. Bevordering van waardig werk in alle betrokken sectoren is het enige middel om duurzaam uit de armoede weg te geraken. Het ABVV vraagt dus aan de regering waardig werk bij al haar partners in ontwikkelingssamenwerking te bevorderen, met andere woorden al haar partners te vragen de acht basisconventies van de IAO die waardig werk omschrijven, te bekrachtigen als ze dit nog niet gedaan hebben. Samenwerking met partners die de meest elementaire rechten weigeren te bekrachtigen is niet gezond. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 50[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]50 Internationale handel en economische groei alleen kunnen armoede niet uitroeien. In veel landen is en blijft de gecreëerde welvaart geconcentreerd in de handen van enkelen. De ongelijkheid binnen maatschappijen neemt toe, net als de druk op loon- en arbeidsvoorwaarden. Werknemers overal ter wereld worden al te gemakkelijk tegen elkaar uitgespeeld in functie van het winstbejag. Er is dringend nood aan een regulerend kader dat dumping op sociaal, fiscaal en milieuvlak aan banden legt en dat waardig werk promoot. Waardig werk is een sleutelmechanisme voor de herverdeling van welvaart en is een motor voor duurzame ontwikkeling. Het is een essentieel element om de sociale minimumbasis op wereldvlak te verhogen en op die manier het gevaar voor sociale dumping die de "race to the bottom" voedt, te verminderen. Het ABVV vraagt aan de nieuwe Belgische regering om actief bij te dragen aan de opvolging en realisering van de mededeling van de Europese Commissie van januari 2004 over de sociale dimensie van globalisering en van de besluiten van de Europese Raad van december 2006 en van de mededeling van de Europese Commissie van mei 2006 over de promotie van kwaliteitsvol werk via: - evaluaties van de impact van beleidsbeslissingen op waardig werk - het actief ondersteunen van en pleiten voor de uitbreiding van de decent work pilot programmes van de Internationale Arbeidsorganisatie die tot doel hebben om waardig werk op nationaal niveau te implementeren - het afdwingbaar maken van de OESO-richtlijnen voor multinationals - het toezien op het feit dat het beleid van de multilaterale instellingen zoals de Wereldbank, het IMF, de WHO en de VN kwaliteitsvol werk actief promoot via de Belgische vertegenwoordiging in de instellingen of via de Belgische vertegenwoordigers in comité 133 - het toezien op het feit dat elk bilateraal handelsakkoord dat de Europese Commissie onderhandelt een verbintenis van beide handelspartners bevat tot het tot het nastreven van kwaliteitsvol werk, het volledig respecteren van de fundamentele werknemersrechten en het niet ondermijnen van deze sociale rechten om meer investeringen aan te trekken of handel te creëren via de Belgische vertegenwoordigers in comité 133 - het toezien op de correcte toepassing van het Algemene Preferentiestelsel+ dat landen beloont met handelsvoordelen als ze een aantal fundamentele arbeidsnormen en milieunormen ratificeren en implementeren en dat landen deze voordelen ook weer kan ontnemen als dit niet (meer) gebeurt via de permanente Belgische vertegenwoordigers bij de Europese Unie - De uitvoering van het principe van waardig werk vereist in eigen land de verbetering van de bescherming van de vakbondsafgevaardigden, de niet-inmenging van de burgerlijke rechtbanken in collectieve geschillen en de vertegenwoordiging van de werknemers in alle ondernemingen, ook in de KMO's. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 51[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]51 Het ABVV vraagt de toekomstige regering - haar pacifistisch beleid kracht bij te zetten temeer omdat ons land momenteel zitting heeft in de Veiligheidsraad van de UNO; - op wereldvlak: strijd tegen aids; recht op water, op onderwijs en op gezondheidszorg, te beginnen met de kinderen; - eerbiediging van de vakbondsvrijheid op wereldvlak waarbij wat gebeurt in Colombia, Birma,… veroordeeld moet worden. 9.3. Mensen zonder papieren (ratificatie conventie 143 BIT) "Mensen zonder papieren" zijn het eerste slachtoffer van het economische geweld waardoor mannen, vrouwen, kinderen ertoe gedreven worden hun land, hun cultuur, hun gezin op gevaar van hun eigen leven te verlaten om in ons land een beter leven te zoeken. In het kader van de mobilisatie van de mensen zonder papieren en de kerkbezettingen in 2006 steunde het ABVV actief de eisen van de mensen zonder papieren, onder meer n.a.v. het parlementaire debat over de hervorming van de asielprocedure, waarbij het opkwam voor een regularisatie naar het voorbeeld van de regularisatie die in januari 2000 doorgevoerd werd. De huidige regering heeft daar echter geen gehoor aan gegeven. Het ABVV eist van de volgende regering de invoering van een permanente regularisatieprocedure op basis van objectieve criteria (de behandelingsduur van een dossier – een procedure van drie jaar -, de onmogelijkheid voor zwaar zieken op een degelijke verzorging in eigen land, onmogelijkheid van terugkeer, duurzame band met België), die toevertrouwd wordt aan een onafhankelijke commissie naar het voorbeeld van de regularisatieprocedure die in januari 2000 doorgevoerd werd. Met de sociale gesprekspartners moet nagedacht worden over de mogelijkheid tot regularisatie via werk waarbij men zich kan spiegelen aan het Spaanse en Italiaanse voorbeeld waarbij honderdduizenden werknemers zonder rechten massaal geregulariseerd werden… Het ABVV vraagt eveneens de erkenning aks criterium om asielrecht te verkrijgen van vervolgingen die specifiek de vrouwen treffen (verkrachting als oorlogsdaad, eremoord, genitale verminkingen, prostitutie, beroepsverbod, rechtsonbekwaamheid, gedwongen huwelijk,… In het kader van de mensenhandel waar mannen en vrouwen bijna als slaven uitgebuit worden, vraagt het ABVV de snelle regularisatie van de betrokkenen zowel wat het verblijfsrecht als hun rechten als werknemer betreft. Dit houdt in dat die uitgebuite werknemers zich vrij tot de Belgische rechtbanken moeten kunnen wenden om de naleving van hun rechten te eisen, zonder dat ze uitzetting uit het land moeten vrezen. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 52[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]52 Wat de arbeidsmigranten met of zonder papieren betreft eist het ABVV dat ons land zowel conventie nr. 143 van de IAO betreffende de arbeidsmigranten alsmede het UNO-Verdrag over de rechten van arbeidsmigranten en hun familieleden bekrachtigt. Er is immers geen enkel argument dat het niet ratificeren van dergelijke fundamentele verdragen kan rechtvaardigen. In het ruimere kader van de toegang tot het Belgische grondgebied herhaalt het ABVV dat het gekant blijft tegen het bestaan van gesloten centra en in het bijzonder tegen de opsluiting van minderjarige kinderen in die centra, ongeacht of ze vergezeld zijn van hun ouders of niet. 9.4. Nabije Oosten Het ABVV roept de Belgische en Europese autoriteiten op te ijveren voor vrede in het Nabije Oosten. Het herinnert eraan dat het voorstander is van de oprichting in de regio van twee onafhankelijke Staten. Het ABVV vraagt bijgevolg aan de toekomstige regering te ijveren voor de oprichting en de erkenning van een leefbare Palestijnse Staat, zoals voorzien in de resoluties van de UNO, om zo bij te dragen tot een duurzame vrede in de regio. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 53[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]53 10. G [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]ENDERMAINSTREAMING [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]. Eerst en vooral willen wij de nadruk leggen op de positieve evolutie inzake gendermainstreaming en de vooruitgang die tijdens de laatste legislatuur bereikt werd : - de wet op de gendermainstreaming, - het handvest “voor de gelijkheid van mannen en vrouwen, de mannen gaan ervoor” ondertekend door een aantal mannelijke bekende Belgen, - het handvest voor gelijkheid van mannen en vrouwen, ondertekend door de democratische partijen (23/01/07), - de conferenties ‘vrouw en pensioen’, - het officiële verslag over de loonkloof, - het opstellen van een checklist m.b.t. een sekseneutrale functieclassificatie,… De volgende regering zal dus duidelijk moeten aantonen dat ze daadwerkelijk dit engagement wil overnemen en de strijd/uitdaging voor meer gelijkheid wil verder zetten. En dit in afstemming op initiatieven van regio’s en gemeenschappen conform interprofessioneel akkoord. Wat het politieke landschap betreft, pleit het ABVV voor meer vrouwelijke federale ministers. In 2007 waren er immers maar 3 vrouwelijke federale ministers op een totaal van 15. Het ABVV pleit bovendien voor de aanstelling van een federale minister voor de gelijkheid M/V die qua algemeen beleid een rol zou kunnen spelen. Dit betekent dan ook: - dat die minister over voldoende middelen moet beschikken, - dat er een methodologie uitgewerkt moet worden m.b.t. de concrete toepassing van de wet op de gendermainstreaming (transversaal aspect van de gendermainstreaming), - dat er een interpellatierecht nodig is m.b.t. de effectieve toepassing van de wet op de gendermainstreaming. Wat de overheidsinstellingen m.b.t. gelijkheid M/V betreft: het ABVV vraagt meer middelen voor het Instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen zodat dit zijn opdracht naar behoren kan vervullen. Het instituut moet ook een sleutelrol spelen in het beleid m.b.t. de gelijkheid M/V op alle beleidsniveaus. Bovendien wensen wij dat de sociale partners deel uitmaken van het Beheerscomité van dit organisme. Het ABVV wil meer en grondiger onderzoek m.b.t. alle indirecte vormen van discriminatie op het werk waarmee werknemers en werkneemsters te maken krijgen, onder meer op de arbeidsmarkt (vorming & opleiding, overuren, aanvullende pensioenen, geen of onvoldoende kinderopvangstructuren of diensten voor hulp aan zorgbehoevenden,…). Dit alles onder impuls van de FOD Wetenschapsbeleid. Het ABVV wenst bovendien een daadwerkelijke inspanning om systematisch een inventaris op te maken van alle research (uitbouwen federaal netwerk Sophia). Het vijfde thema is dat van de moederschapsbescherming. Dit is immers geen vorm van positieve discriminatie, maar wel een voorwaarde tot gelijkheid. Het ABVV eist dan ook dat België de IAO-conventie nr. 183 ratificeert. [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 54[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]54 Wat de regelgeving betreffende de moederschapsbescherming betreft, stellen wij vast dat er grote ongelijkheden bestaan in de bescherming van het moederschap in het algemeen en in de toepassing van de bestaande wetgeving betreffende de bescherming van de zwangere/borstvoeding gevende werkneemsters in het bijzonder. Het is niet normaal dat de vergoeding niet dezelfde is voor alle erkende risico's (m.b.t. gezondheid en veiligheid en de eventuele gevolgen zowel voor de zwangere vrouw als voor het kind) die aanleiding geven tot een verwijdering uit de werkplek. Het ABVV vraagt wijzigingen in de bestaande wetgeving zodat een einde gesteld kan worden aan de verwarring tussen zwangerschap en ziekte en de gelijke behandeling van alle zwangere/borstvoeding gevende werkneemsters verzekerd kan worden. Inzake de regelgeving over moederschapsbescherming is het ABVV van mening dat het niet normaal is dat het verwijderen van de arbeidspost tijdens de zwangerschap of de borstvoedingsperiode (omwille van een vastgesteld risico) als een ziekte beschouwd wordt en vergoed wordt door het FBZ of door het RIZIV en dat de bestaande regelgeving inzake de dekking van de verwijdering tot discriminaties tussen de werkneemsters leidt. Wij willen dan ook wijzigingen zodat de bescherming van de zwangere en zogende werkneemsters verzekerd wordt via het erkennen van zwangerschap en moederschap, zonder verwarring met ziekte, ter bevordering dus van de gendergelijkheid inzake tewerkstelling. Het zesde thema waarop wij de nadruk willen leggen, is dat van de pensioenen. Het ABVV verheugt zich over de initiatieven die tijdens de vorige legislatuur genomen werden, zoals: de 4 conferenties ‘vrouw en pensioen’, diverse brochures voor jonge werkneemsters, de site www.kenuwpensioen.be. Het ABVV wenst echter nadrukkelijk dat het debat verder wordt gezet en in een concreter stadium terechtkomt. Immers, een deel van de discriminaties op de arbeidsmarkt moeten het voorwerp uitmaken van een doelbewust beleid, bedoeld om die discriminaties de wereld uit te helpen. Aan de andere kant beveelt het ABVV een hervorming van ons pensioenstelsel aan. Inzake sociale zekerheid, is het ABVV sinds 1986 voorstander van een individualisering van de afgeleide rechten, zonder echter hierdoor armoede te willen veroorzaken en zonder overhaast te werk te willen gaan. Hiertoe moet dan ook in een overgangsperiode worden voorzien, in etappes om de individualisering van de rechten te concretiseren (d.w.z. elke individuele persoon rechten verlenen, in functie van de periodes van werk als loontrekkende en/of de gelijkgestelde periodes, zonder verwijzing naar de gezinssituatie). Bovendien vraagt het ABVV corrigerende maatregelen in de sociale zekerheid ter versterking van het statuut van de deeltijdwerkers. Tot slot wenst het ABVV dat de loonkloof op de arbeidsmarkt weggewerkt wordt. Hiertoe stelt het concrete denksporen voor. Wij willen immers wetten die acties voortbrengen (zoals die bestaan in andere landen) die de loonkloof kunnen verkleinen . Bovendien willen wij dat het volgende officiële verslag over de loonkloof vollediger is en dan ook gegevens opneemt over sectoren met een hoog percentage vrouwelijke tewerkstelling (zoals het onderwijs, de socio-culturele sector, de sector gezondheidszorg). Wat de huidige vooruitgang betreft, vragen wij de implementatie van een observatorium voor loongelijkheid, waarvan de sociale gesprekspartners deel uitmaken. Wij wensen dat dit observatorium jaarlijks aanbevelingen terzake doet. Het ABVV vraagt eveneens een auditinstrument dat werkgevers en vakbonden in staat stelt het loonverschil in de bedrijven te [/FONT][/SIZE][/FONT][FONT=arial,sans-serif]Page 55[/FONT] [FONT=Times][SIZE=3][FONT=Times]55 ontcijferen. Wij wensen bovendien dat de volgende regering maatregelen zou uitwerken om de werkgevers aan te sporen én aan te moedigen om de genderdimensie op te nemen in hun bedrijfsbeleid. Het ABVV blijft de nadruk leggen op de noodzaak van kwaliteitsvolle en voor iedereen (qua prijs) toegankelijke openbare diensten. Het ABVV vraagt een uitbreiding van de opvangstructuren voor jonge kinderen. Dit om iedereen de toegang tot een kwaliteitsvolle baan te garanderen. Immers, onze maatschappij en ook de noden zijn geëvolueerd (eenoudergezinnen, co-ouderschap, …). Deze eis belangt dan ook iedereen aan. Inzake gendermainstreaming kan de ABVV-boodschap aan de volgende regering in één enkele zin worden samengevat: een transversale toepassing van de geïntegreerde genderbenadering op alle beleidslijnen, zodat alle werknemers en werkneemsters recht hebben op een kwaliteitsvolle baan. [/FONT][/SIZE][/FONT]postamble();
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#42 | ||||
Banneling
Geregistreerd: 23 januari 2003
Berichten: 12.310
|
![]() Citaat:
Aangezien ze productiecapaciteit aan het afbouwen zijn, lijkt dat me iets te kort door de bocht. Ze zijn net dezelfde richting aan het uitgaan. Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
||||
![]() |
![]() |
![]() |
#43 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
inderdaad men ziet meer in een herverdeling dan in een belastingverlaging,men moet het daar niet mee eens zijn he.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer Laatst gewijzigd door BitterSweet : 20 april 2007 om 19:11. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#44 |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#45 |
Vreemdeling
Geregistreerd: 7 mei 2006
Berichten: 11
|
![]() Vakbond = pest voor werkgever
|
![]() |
![]() |
![]() |
#46 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 4 juli 2004
Berichten: 82.096
|
![]() Citaat:
En dat is dan het standpunt van iemand die lid is (en tot voor kort zelfs in een lokaal bestuur zat) van een vakbond. Die apen van het abvv denken nog in de 19° eeuw te leven. (Ik heb zelf den ouden Tobbak nog eens horen zeggen, dat toen men een voorstelleke lanceerde om kapitaal te belasten, heel wat abvv-leden toch zo bezorgd waren dat een deel van de rente van hun kasbons edm ook zou afgeroomd worden. Er zijn tegenwoordig heel wat arbeiders die wat centjes opzij staan hebben ....) Die apen van het abvv weten nog steeds niet dat in de 21° eeuw het veel beter is voor de waarkman dat de hoofdmoot van belastingen niet meer afgenomen zou worden van arbeid, maar wel van andere diverse dingen, genre indirekte belastingen. Je moet arbeidsplaatsen beschermen, in plaats van ze te vergiftigen. En zo zijn er nog wel een aantal andere dingen, buiten het onderwerp van den draad, die die gasten dik verkeerd voorhebben. De vakbonden zijn inderdaad mede verantwoordelijk dat Vlaanderen niet bereikt wat het zou kunnen bereiken (en nog erger voor Wallonië, waar hun invloed groter is; reden voor separatisme; als je echtgenote meer dan de helft van het gezinsbudget besteedt aan kosmetika, terwijl er niet genoeg gezond voedsel op tafel komt, neem dan van mij aan: gooi ze buiten)
__________________
Vlaanderen is niet van iedereen. Vlaanderen is enkel van hen die een inspanning doen om ertoe te behoren. De grendel-grondwet moet wijken om eindelijk de broodnodige veranderingen te kunnen doorvoeren. Nadien kan de grondwet herstemd worden. Dat is nog gebeurd. Ik heb de partij gesticht op drie lijnen: Vlaams en Europees, vrij en verantwoordelijk, en sterk en sociaal. Vandaag is dat de grondstroom in Vlaanderen. Geert Bourgeois (N-VA) |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#47 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 oktober 2005
Locatie: geel 2440
Berichten: 27.815
|
![]() Ik denk nochtans dat werkgevers zich geen reet meer aantrekken van Vakbonden in deze tijd(maar goed ook)....
__________________
In alles zit er wel wat waarheid ,je moet er enkel maar naar willen luisteren |
![]() |
![]() |
![]() |
#48 |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Ik moet het toch niet met alles eens zijn Chipie,ik heb ook wel een eigen oordeel hoor.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
![]() |
![]() |
![]() |
#49 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
Inderdaad; net wat ze nu ook doen. Overuren zijn geen bron van overcapaciteit. Dus basically zou je eveneens de sites sluiten, en zou je er nadien voor zorgen dat voor de overblijvers verzekerde arbeidsomstandigheden zijn. aar exact verschil je van de huidige beleidsmakers?[/quote] quote bittersweet Mss dat men de sluitende begroting maar eens moet vergeten en daadwerkelijk de belasting op arbeid moet verlagen,om winst te maken moet men eerst investeren.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer Laatst gewijzigd door BitterSweet : 21 april 2007 om 20:11. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#50 |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() Ik ken nochtans een staatsbedrijf, dat vroeger met 200% te veel personeel schijnbaar nog enorme winsten wist te vergaren en dit zonder al te veel investeringen...
Ze waren trouwens de eerste uitvinders van het draadloos (telefoon)netwerk... Hun klanten zaten namelijk meer zonder dan met draad... ![]() Voor een aansluiting moest men namelijk maanden wachten, als men politieke connecties had (anders kon het tot een half jaar uitlopen). Laatst gewijzigd door Chipie : 21 april 2007 om 20:26. |
![]() |
![]() |
![]() |
#51 |
Parlementslid
Geregistreerd: 23 december 2006
Berichten: 1.670
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#52 |
Banneling
Geregistreerd: 23 januari 2003
Berichten: 12.310
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#53 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
Daar kun je toch niks tegen hebben.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#54 | |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() Citaat:
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#55 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
En ja met een belastingverlaging om investering meer mogelijk te maken,dat er hier en daar slachtoffers vallen zal wel maar geen duizenden mensen tegelijk. Het werk is er,maar nu net niet in Belgie dat moet toch tot nadenken stemmen!
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#56 | |
Banneling
Geregistreerd: 23 januari 2003
Berichten: 12.310
|
![]() Citaat:
|
|
![]() |
![]() |
![]() |
#57 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
Spreiden is de boodschap,maar nee dat doen ze niet ze gaan hun grote winsten toch niet opsouperen door lonen uit te betalen zeker. Tel daarbij de hoge loonkost in Belgie en verkassen is de boodschap. Winsten en produktie spreiden in de tijd brengt dan weer niet genoeg op waarschijnlijk,maar zou met een Europese overeenkomst voor meer vaste tewerkstelling kunnen leiden. U bekijkt overcapaciteit als de regel om aan het werk te kunnen blijven,ik redeneer anders,spreidt het over een langere periode zonder overcapaciteit en hef minder belastingen op de werknemer. Mss minder zuivere winst-maar minder loonkost en werknemers die aan het werk blijven.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#58 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
Als ge moet kakken Chippie doe het dan op de juiste kop
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#59 | |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() Citaat:
![]() Als men staatsmonopolist is, kan men vragen wat men wil, nietwaar? Nu maakt Belgacom met duizenden mensen minder, een veel hogere winst en moet de 'burger' een pak minder betalen, omwille van de concurrentie... Remember? ![]() U weet toch zelf dat U, bij manier van spreken, nooit hebt moeten werken en overbeschermd was... Plus geld schepte met emmers... ![]() Laatst gewijzigd door Chipie : 22 april 2007 om 23:02. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#60 | |
Minister-President
Geregistreerd: 20 december 2004
Berichten: 4.290
|
![]() Citaat:
Jaja,t'zal wel zijn;maar ondertussen zitten er wel 11.000 op brugpensioen he Chippie,en die doen nog veel minder! Ik ben begonnen aan 4.400bf in de maand toen anderen 7000bf hadden en tegen de tijd dat ik 25.000bf had hadden die er 30.000. Pas veel later ben ik erover gesprongen,door mijn dienstjaren en door hoger in graad te worden. En ja chipie ik heb een heel degelijk brugpensioen en later op pensioen zal dat niet verminderen. En trouwens ik wil tegen u best eens een rondje werken hoor,als ge altijd alleen op de baan bent leert ge uwe plan wel trekken integenstelling tot wat gij denkt. Maak ik u uit voor luiaard? En zeg nu zelf eens waar hecht ge meer waarde aan ? aan ontslagen doppers aan Bruggepensioneerden of aan mensen die toen een baan hadden en nu niet meer.
__________________
We zijn vrij tot op het moment dat we kiezen, van dan af controleert de keuze de kiezer |
|
![]() |
![]() |