Goud & zilver handel 1997- de cijfers.

[Erw]

Eerst de trend van de prijzen, kwestie van de cijfers te kunnen beschouwen tegenover de prijs.
Vanaf 1970. Dit zijn de jaargemiddelden. Uiteindelijk is dat wat telt bij beschouwing over langere termijn, pieken en bodems zijn op zichzelf als referentie onbruikbaar en hoogst misleidend, kijk maar naar dat zogenaamde $50 piekjaar 1980 voor zilver, de gemiddelde prijs van 1980 was amper $16, en 1979 was zelfs een heel stuk hoger.
De meerjaren gemiddelde zilverprijs over 2003-2012 was dubbel die van het meerjaren gemiddelde voorafgaan aan 1980.

jaar $prijszilver $prijsgoud
1970 1.635 35.94
1971 1.394 40.80
1972 1.976 58.16
1973 3.137 97.32
1974 4.391 159.26
1975 4.085 161.02
1976 4.347 124.84
1977 4.706 147.71
1978 5.930 193.22
1979 21.793 306.68
1980 16.393 612.56
1981 8.432 460.03
1982 10.586 375.67
1983 9.121 424.35
1984 6.694 360.48
1985 5.888 317.26
1986 5.364 367.66
1987 6.790 446.46
1988 6.108 436.94
1989 5.543 381.44
1990 4.068 383.51
1991 3.909 362.11
1992 3.710 343.82
1993 4.968 359.77
1994 4.769 384.00
1995 5.148 384.17
1996 4.730 387.77
1997 5.945 330.98
1998 5.549 294.24
1999 5.218 278.88
2000 4.9506 279.11
2001 4.3702 271.04
2002 4.5995 309.73
2003 4.8758 363.38
2004 6.6711 409.72
2005 7.3164 444.74
2006 11.5452 603.46
2007 13.3836 695.39
2008 14.9891 871.96
2009 14.6733 972.35
2010 20.1928 1224.53
2011 35.1192 1571.52
2012 31.1497 1668.98
2013 23.7928 1411.23
2014 20.5139 1286.86

[Erw]

ZILVER
Bron: Silver Institute
(miljoenen ounces, 1 ton = 32150 ounces, 1000 ton = 32,15 miljoen ounces)

Mijnproductie [AANBOD]
1997 520.0
1998 542.1
1999 556.8
2000 591.0
2001 606.2
2002 593.9
2003 597.2
TOTAAL1997-2003 4007.2 RATIO 572.457/JAAR
2004 613.6
2005 637.2
2006 641.3
2007 666.1
2008 683.0
2009 713.6
2010 752.7
2011 757.0
2012 787.0
2013
2014
TOTAAL2004-2012 6251.5 RATIO 694.611/JAAR

Netto overheidsverkopen (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
1997 -0.7
1998 33.5
1999 97.2
2000 60.3
2001 63.0
2002 59.2
2003 88.7
TOTAAL1997-2003 401.2 RATIO 57.314/JAAR
2004 61.9
2005 65.9
2006 78.5
2007 42.5
2008 30.5
2009 15.6
2010 44.2
2011 12.0
2012 7.4
2013
2014
TOTAAL2004-2012 358.5 RATIO 39.833/JAAR

Recyclage [AANBOD]
1997 169.3
1998 193.9
1999 181.6
2000 180.7
2001 182.7
2002 187.5
2003 196.0
TOTAAL1997-2003 1291.7 RATIO 184.529/JAAR
2004 198.7
2005 202.7
2006 206.2
2007 203.0
2008 200.8
2009 199.8
2010 228.8
2011 258.1
2012 253.9
2013
2014
TOTAAL2004-2012 1952 RATIO 216.889/JAAR

Producer Hedging (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
(dit zijn producenten die zich indekken tegen prijsdalingen door nog komende productie op voorhand te verkopen, dus aan de huidige, verondersteld-hogere, prijs. Het benodigde zilver wordt 'geleend' van dealers/edelmetaal"banken", en direct op de markt verkocht, wat dus betekent dat de prijs zich al aanpast alsof de komende productie reeds plaats vond)
1997 68.1
1998 6.5
1999 -16
2000 27.4
2001 -18.9
2002 24.8
2003 -21.0
TOTAAL1997-2003 70.9 RATIO 10.129/JAAR
2004 -2.0
2005 45.9
2006 -11.6
2007 -24.1
2008 -8.7
2009 -17.4
2010 50.4
2011 12.2
2012 -41.5
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -3.2 RATIO -0.355/JAAR

Impliciete Netto Investering (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
(in geval zilver betreft dit Exchange Traded Funds en gelijkaardige constructies, die 1000 ounce baren kopen en opslaan. In wezen bevat dit cijfer ook het 'onbekende', zijnde het verschil tussen de verkregen vraag en aanbodcijfers, vandaar dat de cijfers in latere jaren neerwaarts worden gecorrigeerd, wanneer gegevens dan pas worden ontvangen.)
1997 78.9
1998 45.2
1999 42.0
2000 87.1
2001 -11.4
2002 12.6
2003 7.8
TOTAAL1997-2003 262.2 RATIO 37.457/JAAR = DISINVESTMENT
2004 -5.4
2005 -63.1
2006 -39.5
2007 1.4
2008 -9.3
2009 -116.3
2010 -158.3
2011 -132.3
2012 -160.0
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -682.8 RATIO -75.867/JAAR = INVESTMENT

Industriele toepassingen [VRAAG]
1997 -319.5
1998 -313.2
1999 -336.1
2000 -374.2
2001 -335.6
2002 -340.1
2003 -368.4
TOTAAL1997-2003 -2387.1 RATIO -341.014/JAAR
2004 -389.7
2005 -430.3
2006 -453.0
2007 -486.2
2008 -490.9
2009 -403.6
2010 -500.7
2011 -487.8
2012 -465.9
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -4108.1 RATIO -456.455/JAAR

Fotografie [VRAAG]
1997 -217.4
1998 -225.4
1999 -227.9
2000 -218.3
2001 -213.1
2002 -204.3
2003 -192.9
TOTAAL1997-2003 -1499.3 RATIO -214.186/JAAR
2004 -178.8
2005 -160.3
2006 -142.2
2007 -117.6
2008 -101.3
2009 -79.3
2010 -72.1
2011 -66.1
2012 -57.8
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -975.5 RATIO -108.389/JAAR

Juwelen [VRAAG]
1997 -150.6
1998 -140.6
1999 -159.8
2000 -170.6
2001 -174.3
2002 -168.9
2003 -186.8
TOTAAL1997-2003 -1151.6 RATIO -164.514/JAAR
2004 -187.6
2005 -188.4
2006 -176.5
2007 -183.8
2008 -179.1
2009 -178.7
2010 -192.8
2011 -186.5
2012 -185.6
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -1659 RATIO -184.333/JAAR

Silverware [VRAAG]
(keukenzilver, decoratie, ...)
1997 -117.7
1998 -114.2
1999 -108.6
2000 -96.4
2001 -106.1
2002 -83.5
2003 -85.1
TOTAAL1997-2003 -711.6 RATIO -101.657/JAAR
2004 -68.3
2005 -69.6
2006 -63.4
2007 -61.5
2008 -59.8
2009 -55.0
2010 -52.8
2011 -48.3
2012 -44.9
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -523.6 RATIO -58.178/JAAR

Munten & Medailles [VRAAG]
1997 -30.4
1998 -27.8
1999 -29.1
2000 -32.1
2001 -30.5
2002 -31.6
2003 -35.7
TOTAAL1997-2003 -217.2 RATIO -31.029/JAAR
2004 -42.4
2005 -40.0
2006 -39.8
2007 -39.7
2008 -65.3
2009 -78.8
2010 -99.4
2011 -118.3
2012 -92.7
2013
2014
TOTAAL2004-2012 -616.4 RATIO -68.489/JAAR

[Erw]

GOUD
Bron: World Gold Council
(ton, 1 ton = 32150 ounces, 1000 ton = 32,15 miljoen ounces)

Mijnproductie [AANBOD]
1997 2527
1998 2574
1999 2602
2000 2618
2001 2645
2002 2618
2003 2621
2004 2493
2005 2548
2006 2486
2007 2476
2008 2409
2009 2584
2010 2659
2011 2839
2012 2864.1
2013 3018.6

Netto overheidsverkopen (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
1997 326
1998 363
1999 477
2000 479
2001 520
2002 547
2003 620
2004 479
2005 663
2006 370
2007 484
2008 236
2009 30
2010 77
2011 -455
2012 -544.1
2013 -368.6

Recyclage [AANBOD]
1997 631
1998 1108
1999 620
2000 619
2001 749
2002 872
2003 985
2004 878
2005 897
2006 1126
2007 956
2008 1217
2009 1672
2010 1653
2011 1611.9
2012 1590.8
2013 1371.4

Producer Hedging (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
1995 475
1996 ?
1997 504
1998 97
1999 506
2000 -15
2001 -151
2002 -412
2003 -289
2004 -438
2005 -92
2006 -410
2007 -447
2008 -346
2009 -252
2010 -116

Impliciete Netto Investering (positief=[AANBOD],negatief=[VRAAG])
1997 0
1998 0
1999 0
2000 0
2001 0
2002 3
2003 39
2004 133
2005 208
2006 260
2007 253
2008 321
2009 617
2010 367.7
2011 154.0
2012 279.1
2013 -880.8

Industriele toepassingen [VRAAG]
1) Electronica
1997 234
1998 226
1999 247
2000 283
2001 197
2002 206
2003 233
2004 262
2005 281
2006 308
2007 311
2008 293
2009 246
2010 287
2011 330.4
2012 284.5
2013 282.4
2) Andere industriele toepassingen
1997 115
1998 103
1999 99
2000 99
2001 97
2002 83
2003 81
2004 84
2005 88
2006 91
2007 93
2008 87
2009 74
2010 83

Tandheelkunde (lees: gouden tanden) [VRAAG]
1997 70
1998 64
1999 66
2000 69
2001 69
2002 69
2003 67
2004 68
2005 62
2006 61
2007 58
2008 56
2009 53
2010 50
2011 ?
2012 38.6
2013 37.3

Munten en baren
1997 452
1998 261
1999 359
2000 166
2001 357
2002 339
2003 292
2004 339
2005 386
2006 401
2007 432
2008 862
2009 743
2010 995
2011 1486.7
2012 1289 (baren 962.7 officiele munten 213 medailles+imitatiemunten 113.4)
2013 1654.1 (baren 1266.90 officiele munten 283.4 medailles+imitatiemunten 103.8)

Vraag minus Aanbod:
(dit is wat bij zilver wordt verondersteld als impliciete netto investering, en later wordt gecorrigeerd, bvb als een electronicabedrijf pas jaren later opgeeft dat het toen zoveel ton kocht, dan wordt het cijfer van Industriele vraag verhoogd, en impliciet netto investering verlaagd. Dit verklaart waarom alle latere correcties van impliciete netto investering neerwaarts zijn, echter de World Gold Council voorziet hier voor de goudcijfers een aparte categorie voor).
1997 177
1998 319
1999 294
2000 120
2001 36
2002 265
2003 743
2004 86
2005 283
2006 167
2007 81
2008 293
2009 541
2010 296

[Erw]

Dit onderwerp is louter cijfermateriaal voor mensen die sparen in goud en/of zilver.
De sterke prijsschommelingen maken duidelijk dat er veel geld in plaats van naar goud en/of zilver, naar andermans zakken gaat, en dat die andermans daar iets anders mee doen dan goud en/of zilver kopen.
Cijfermateriaal onder de noemer "meten, is weten".
Het kan helpen om te bepalen welke prijs 'redelijk' is, in het licht van het verleden en het heden. Uiteindelijk vloeit het heden voort uit het verleden, en bijgevolg de eerste leidraad.

[Erw]

Een volgend cijfer element:
Sommigen beweren dat de zilverprijs die van goud volgt.
Dit zijn de feiten:

JAAR ZILVER GOUD RATIO
1970 1.635 35.94 21.98
1971 1.394 40.80 29.27
1972 1.976 58.16 29.43
1973 3.137 97.32 31.02
1974 4.391 159.26 36.27 <- piek zilver
1975 4.085 161.02 39.42 <- piek goud
1976 4.347 124.84 28.72 <- bodem zilver EN bodem goud
1977 4.706 147.71 31.39
1978 5.930 193.22 32.58
1979 21.793 306.68 14.07 <- piek zilver
1980 16.393 612.56 37.37 <- piek goud
1981 8.432 460.03 54.56
1982 10.586 375.67 35.49 <- piek zilver
1983 9.121 424.35 46.52 <- piek goud
1984 6.694 360.48 53.85
1985 5.888 317.26 53.88
1986 5.364 367.66 68.54
1987 6.790 446.46 65.75 <- peak silver AND peak gold
1988 6.108 436.94 71.54
1989 5.543 381.44 68.81
1990 4.068 383.51 94.27
1991 3.909 362.11 92.63
1992 3.710 343.82 92.67 <- bodem zilver EN bodem goud
1993 4.968 359.77 72.42
1994 4.769 384.00 80.52
1995 5.148 384.17 74.63 <- piek zilver
1996 4.730 387.77 81.98 <- piek goud
1997 5.945 330.98 55.67
1998 5.549 294.24 53.03
1999 5.218 278.88 53.45
2000 4.9506 279.11 56.38
2001 4.3702 271.04 62.02 <- bodem zilver EN bodem goud
2002 4.5995 309.73 67.34
2003 4.8758 363.38 74.53
2004 6.6711 409.72 61.42
2005 7.3164 444.74 60.79
2006 11.5452 603.46 52.27
2007 13.3836 695.39 51.96
2008 14.9891 871.96 58.17
2009 14.6733 972.35 66.27
2010 20.1928 1224.53 60.64
2011 35.1192 1571.52 44.75 <- piek zilver
2012 31.1497 1668.98 53.58 <- piek goud
2013 23.7928 1411.23 59.31
2014 20.3715 1294.64 63.55
Het is net het omgekeerde.
Goud volgt zilver.
Een verklaring zou kunnen zijn dat centrale banken en hun institionele en andere meelopers, de goudprijs ondersteunen, omdat goud niet teveel een kneusje zou lijken bij zilver, en meer mensen voor zilver zouden kiezen, waarvan ze niet zoveel stock hebben omdat ze niet kunnen bijkopen zoals ze willen omdat een langdurige hoge zilverprijs allerhande economische gevolgen zou hebben (industrieel en ander gebruik).

[chan]

zou een hoge zilverprijs dan zo erg economische gevolgen hebben voor de industrie?

Een zonnepaneel bevat gemiddeld 1 ounce aan zilver. Als zilver verdubbeld in prijs, betekend dat een prijsverhoging van 15€ op een zonnepaneel (om maar een voorbeeld te geven). De hoeveelheden zilver die worden gebruikt in produkten is meestal maar peanuts, te verwaarlozen op de uiteindelijke prijs van een produkt.

[Erw]

Oorspronkelijk geplaatst door chan

zou een hoge zilverprijs dan zo erg economische gevolgen hebben voor de industrie?

Een zonnepaneel bevat gemiddeld 1 ounce aan zilver. Als zilver verdubbeld in prijs, betekend dat een prijsverhoging van 15€ op een zonnepaneel (om maar een voorbeeld te geven). De hoeveelheden zilver die worden gebruikt in produkten is meestal maar peanuts, te verwaarlozen op de uiteindelijke prijs van een produkt.

Toch vormt het industrieel aandeel in de zilvervraag meer dan 40%. Het is de grootste klasse binnen de vraag. Bvb in 2012 was die 465.9 Moz, op een totaal van 1,048.3 Moz, dus 44,4%.
In 2003 niet veel anders: 368.4 Moz op een totaal van 889.8 Moz, dis 41,4%
Uw 'peanuts' klopt dus niet echt. Per product mag het weinig lijken, maar als je alle toepassingen samenvoegt, dan wordt het veel. Of anders gezegd: vele kleintjes maken een groot.
Aangaande economische gevolgen, de tijd dat de gemiddelde marges van economische actoren enkele tientallen percenten was, is lang over. Kijk hoe de kleine verdwenen doorheen de decennia, omdat omzet vereisten steeds hoger werden om nog rendabel te zijn. Een voorbeeld daarvan zijn de supermarkten, die hooguit enkele percenten winst hebben. Enorme omzetcijfers tegenover flut winstcijfers. Als je ziet hoe men in producten tot op de kleinste onderdelen poogt te besparen, om toch nog een marge over te houden (zoals inox vijsjes door plastieken vijsjes), waar het dus gaat om luttele eurocents, dan zou u moeten beseffen dat een sterk stijgende grondstofprijs, de marges in de basisproductie vrijwel vernietigt. Dat is de reden dat futures markten als dusdanig bestaan. Dat zijn die basisproducenten die zich indekken tegen prijswijzigingen. Echter uiteindelijk draait er dan gewoon iemand anders op ervoor, het is een loutere verschuiving en macro economisch gezien blijft de achteruitgang bestaan, de gevolgen van hogere grondstofprijzen manifesteren zich dan elders, en even vernietigend.
De propagatie in de keten van grondstoffen tot eindproducten is sterk te vergelijken met het principe van de zogenaamde 'money multiplier' op de geldmarkten. Bvb de grondstof prijs van brood, tarwe, is maar een fractie van de broodkost. Sommigen noemen brood zelfs 'gebakken loonkosten'. Wel, tarwe vormt de vertrekzijde van de money multiplier. Verdubbel de prijs langdurig, en de effecten zullen zich met die multiplier doorzetten, en dat is een belangrijke reden waarom de bij basisproducten/grondstoffen beginnende hyperinflatie zo snel catastrofaal wordt.
Moest de zilverprijs langdurig hoog blijven (bvb door centrale banken die hetzelfde uitvreten als ze met goud deden), dan zou de industrie genoopt zijn het zonder zilver te doen. Zeg maar het omgekeerde proces van 140-150 jaar terug. Zonder alternatieven zou een deel van de gedane vooruitgang, tenietgedaan worden. Kleine toestellen zoals gsms zouden weer groter moeten worden. Dus de zilverprijs is belangrijker dan u denkt.

[Nr.10]

BRON aub van al dit cijfermateriaal.