![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Partijpolitiek en stromingen In dit forum kun je discussiëren over (standpunten van) politieke partijen. en (standpunten van) politieke stromingen, al dan niet vertegenwoordigd door een (niet-partijpolitieke) organisatie. |
Bekijk resultaten enquête: Zou U voor Stafan kunnen kiezen | |||
Ja |
![]() ![]() ![]() |
13 | 38,24% |
Nee |
![]() ![]() ![]() |
16 | 47,06% |
Ik vind het wel ne toffe,maar dat programma trekt op niets |
![]() ![]() ![]() |
4 | 11,76% |
Ik weet het niet |
![]() ![]() ![]() |
1 | 2,94% |
Aantal stemmers: 34. Je mag niet stemmen in deze enquête |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#41 |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]() Allez gij,het georgisme wou het vws in ons strot duwen,van dogmas gesproken...
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
![]() |
![]() |
![]() |
#42 | |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() Citaat:
![]() Gelukkig voor de CAP staat U op geen lijst... ![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#43 |
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 9 juni 2004
Locatie: mechelen
Berichten: 11.970
|
![]() uwen glazen bol laat het nog maar es afweten, schat.
__________________
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens |
![]() |
![]() |
![]() |
#44 |
Banneling
Geregistreerd: 4 oktober 2006
Locatie: Berlaar
Berichten: 2.951
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#45 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 oktober 2005
Locatie: geel 2440
Berichten: 27.815
|
![]() Citaat:
![]()
__________________
In alles zit er wel wat waarheid ,je moet er enkel maar naar willen luisteren |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#46 |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#47 | |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]() Citaat:
De notie omtrent normen is dubbelzinnig. Er zijn twee verschillende zaken te onderzoeken. De eerste betekent wat er moet zijn. In deze visie is de norm de tegenstelling van het feitelijke, zoals de orde van het voorschrift de tegenstelling is van het beschrijvende. We constateren feiten terwijl normen dwingen, vereisen of verbieden. Maar in een tweede betekenis kan de norm duiden op wat er is. De norm wordt in dat geval het feitelijke, in de zin van `wat we als normaal beschouwen, rijmt met het bestaan in de orde der dingen´. De norm verwijst dan niet naar de orde van de voorschriften of de wetten, maar veeleer naar de realiteit van wat er is: de regel, eerder dan de wet. Het is bovendien de oorspronkelijke etymologie van de term. In het latijn betekent normaal “winkelhaak, regel”. De regel duidt in dat geval minder op wat er moet zijn dan op wat er is, en wat meer is, duidt niet op wat niet kan zijn, het noodzakelijke, want de orde van de regel is nog verschillend van de eenvoudige orde van het feitelijke. Er zijn dus in werkelijkheid drie zaken te onderscheiden: het feitelijke,dat niks te maken heeft met de norm, de regel, die de norm aanduidt van wat er is, de reële norm, en uiteindelijk wat wij de ideale norm zouden kunnen noemen, m.a.w., de norm van wat er moet zijn. De notie van marge is éénzijdig, lijdt niet aan dubbelzinnigheid en is de tegenstelling van de norm, tegelijk wat zich niet aan de regel houdt, welke verschillend, speciaal, buitengewoon is, enz., en wat zich verzet tegen wat er moet zijn: de notie van marge betekent dus zelfkant en afwijking. Het probleem in de verhoudingen tussen de norm en de marge zit dus in de dubbelzinnigheid van de norm. Maar de paradox van de norm die aanduidt wat er is en wat er zou moeten zijn slaat onmiddellijk terug op de vraag van de definitie van de marge en de marginaliteit. Kunnen we ons houden aan een definitie van de marge als zelfkant in verhouding met de norm en het zich onthouden van elke vorm van waardeoordeel wat betreft de marginaliteit beschouwd als zijnde een afwijking? De norm als de regel en de marge als zelfkant We beschouwen als normaal wat dikwijls, regelmatig voorkomt. De norm verwijst naar de orde van het feitelijke,m.a.w. tegelijkertijd refereert het naar het banale, gemeenschappelijke, alledaagse. We komen te weten, in dit perspectief, wat normaal is in een gemeenschap met een analyse ervan vertrekkend uit een nauwkeurig statistisch oogpunt. In een gegeven gemeenschap is de regel dat een bepaalde houding wordt aangenomen, dat een gegeven gedraging gangbaar is. De regel is zo, wat bestaat in de orde van het gebruikelijke of de zeden. Normaal is wat we gebruikelijk vaststellen. De regel is bijgevolg wat maakt dat wij ons schikken naar de zeden en gewoonten van een land, een natie, een gemeenschap. Het individu treedt dan in een gietvorm. Hij ageert, denkt, voelt gelijk als men ageert,denkt, voelt in de gemeenschap waar hij zich bevindt. Het is het koninkrijk van de ideologie, de mode, het stereotype, de culturele uniformiteit, enz. De norm is derhalve wat de homogeniteit in de gemeenschap in de hand werkt, wat de gelijkenis bevordert in verhouding met de verschillen. Het is wat ervoor zorgt dat we geen vragen stellen, of liever, dat we ons niet steeds dezelfde vraag stellen: ben ik normaal, en zo niet, wat kan ik doen om het te worden ? Er is iets dat bang maakt tegenover wat niet conform is met de rest van de gemeenschap. De norm komt zo over als dwangmatig, zelfs al is ze niet normatief in de zin van een voorschrift. De norm eindigt met vereisen wat in het begin maar voorstellen waren. Uit de simpele vaststelling van wat er is, kan het individu kan niet voorkomen eruit af te leiden, alsof het een verplichting is, wat hij moet doen. Het individu voelt zich verplicht door de norm, alhoewel deze niets vereist. Het is de kracht van de hoeveelheid. Het is een kwantitatief argument. In feite gebeurt alles alsof wat normaal is een natuurlijk aanzicht aanneemt. Een onzichtbaar instinct geeft aan de norm te volgen zoals een eeuwig instinct ons zegt de natuur te volgen. Maar is de natuur noodzakelijkerwijze gelijk voor iedereen? Deze vraag omtrent de universaliteit van de menselijke natuur of de eigenschappen van individuen is de vraag die gesteld wordt door de zogenaamde marginaal. Degene die leeft in de marge van de maatschappij is degene die geen gelijkenis vertoont, maar die zich differentieert, ja zelfs afwijkt. Hij is apart in verhouding met de norm. De marginaal is niet als iedereen. Hij past niet in de gietvorm, is zelfs anticonformist. Hij is het ongerijmd element in de samenleving, de zonderling, grillig, uitzonderlijk, het uitzonderlijke dat de regel bevestigt. Maar we mogen ons niet laten misleiden. De marginaal is niet aan de zelfkant omdat hij het wil, het gevolg van intentie of een bewuste beslissing, maar eerder doordat hij zelf ook aan een regel gehoorzaamt, zo niet aan de regel, dan wel aan een norm,zo niet de norm: hij volgt niet de natuur,maar hij volgt zijn natuur. De marginaal is zo een beetje als een monster. Hij gehoorzaamt aan de paradox van het monster dat tegelijk een natuurproduct is en een wezen dat de natuurwetten overtreedt. De marginaal is een sociaal monster: hij is het element van de samenleving dat deze samenleving loochent en verloochent. De marginaal is dus niet in klare taal de uitgeslotene. Hij is veeleer degene die afdwaalt binnen een sociaal gebied. Hij leeft op de rand. Hij is niet de uitgeslotene want moest hij het zijn, dan zou hij passen in een andere norm, of marginaal blijven, maar dan de marginaal van een andere samenleving. Dit is wat alle problemen van een samenleving maakt: de marginaal is niet de uitgeslotene. Misschien heeft hij enig nut in de samenleving? We tonen een monster, we wijzen op een marginaal. De marginaal is paradoxaal genoeg aanvaard binnen de samenleving, want hij maakt het mogelijk dat deze zich erkent als norm, hij is onmisbaar om aan te tonen wat je niet mag doen, om de regel te bevestigen en de zelfkant aan te klagen. Nadenken over marginaliteit kan dan onlosmakelijk in verband worden gebracht met het nadenken over waardeoordeel: een zelfkant aangeklaagd, is dit niet een afwijking? De norm als wet en de marge als afwijking Indien het normale tegengesteld is aan de pathologie, is het individu dat zich schikt naar de norm goed daar waar degene die zich aan de zijlijn bevindt slecht? Is een wettelijk gedrag noodzakelijkerwijs goed daar waar een afwijkend gedrag noodgedwongen slecht is ? Wat nadenken over de marginaliteit leert ons juist een beter begrip van de notie van waarden. Deze neemt uiteindelijk een heel andere betekenis naargelang het naar de norm of naar de marge refereert. Hoe zit het om te beginnen met het statuut van de waarde in het oogpunt van de norm? De norm denkt altijd dat het de waarde aan zijn kant heeft. Eén van de karaktertrekken van de norm is zijn goed geweten, de zekerheid aan de goede kant te vertoeven, in het beste gedeelte van de samenleving. Normaal zijn is geïntegreerd zijn in een samenleving, niet in de marge. In feite is de voorstander van de norm een beetje, op het sociale vlak, wat de rechtspositivist of, als men er voorkeur aan geeft, de voorstander van een juridisch positivisme, van positief recht, op het politieke terrein is. Voor het éne zowel als voor het andere, is het rechtvaardige het wetmatige, de norm is de wet. We definiëren dan als goed gedrag wat zich naar de geïnstitutionaliseerde wet schikt. De werkelijkheid van de wet, ziedaar wat moet gelden als gezag. De normativiteit van de wet is bijgevolg zijn essentiële kenmerk. De wet toont de te volgen weg, m.a.w. het juiste pad. Degene die aan de wet gehoorzaamt is normaal. De wetten zijn om zo te zeggen richtlijnen voor een eerzaam gedrag. De norm, dat is het goede. Uiteraard is het in de diepte van de definitie van de norm dat de definitie van de marge verschijnt: de marginaal heeft geen eerzaam gedrag, wel eerder een afwijkend gedrag. De marge,dat is het slechte. Is, in psychologisch oogpunt, een afwijkend gedrag niet iets dat apart staat van de aangenomen sociale norm? De marginaal is dus het onaannemelijke. Nochtans, werd gezegd, is hij aangenomen, want hij is niet uitgesloten. De marginaliteit steunt in feite op de paradox van de tolerantie: kunnen we, onder het voorwendsel van de tolerantie, komen tot het tolereren van het onduldbare? De marginaal is te vinden op de limiet van het duldbare. Hij klampt zich vast aan verwante figuren zoals de opstandeling, de dissident, de opruier, de weerspanneling, de rebel, de oproerling, de muiter, de ondeugende, de revolterende, en meer de revolutionair. Maar wat de bijzonderheid van de marginaal uitmaakt is niet zijn apolitieke karakter, incivisme of strijdlustigheid, maar eerder zijn a-socialiteit. De marginaliteit is zo een teken van abnormaliteit. Het is niet normaal niet sociaal te zijn. Het is tegennatuurlijk antisociaal te zijn. Zo is het fundamentele probleem dat de marginaliteit stelt dat het verschil tussen de natuur en de samenleving verkleint, tot op een eindpunt, dat er geen verschil meer is tussen het eerste en het laatste. Natuurlijk is wat zich geschikt heeft naar het sociale. In plaats van de samenleving als een verlengde van de natuur te zien, ziet de norm in de samenleving iets natuurlijks. De samenleving is voor de norm een tweede natuur geworden. De marginaal is bijgevolg degene die een scheur invoert in de autoriteit van de natuur of, zoals men wil, in de samenleving. Nochtans, dat de marge afwijking betekent is alleen denkbaar in het perspectief van de norm. Maar het blijkt onmogelijk, als we echt trachten te begrijpen wat de norm en wat de marge is, om niet vanuit het gezichtspunt van de marge te kijken. De logica van de normaliteit is een absolute waarde te geven aan de wet. De logica van de marginaliteit daartegen leert ons om de waarden ingesteld door de norm te relativeren. De norm als traditie en de marge als innovatie De marginaal pretendeert het systeem van waarden ingesteld door de norm in vraag te stellen. Maar wat kan precies een kritiek op de norm inhouden? De normaliteit, zoals gezegd, schept een wereld van conformiteit en gelijksoortigheid. Zo goed dat de norm het koninkrijk van de traditie creëert. De norm houdt eraan het oude te vrijwaren, maar tezelfdertijd de onbeweeglijkheid, de bestendigheid. En meer, de norm heeft een geprononceerde voorkeur voor de waarden van orde, regulariteit, strengheid. De consequentie is klaarblijkelijk dat het de eentonigheid, de verveling, de uniformiteit niet tegenhoudt. De norm is de eeuwige terugkeer van hetzelfde, het identieke, is het risico van het banale, het gemene. Het is tezelfdertijd het risico om het individu in de massa te verliezen. Binnen zijn normatief karakter zetelt ook een starheid en een hardheid die de marginaal niet kan verleiden. De norm,zoals gezegd,is dwangmatig,beteugelend. Er is een geweld van de norm dat weergalmt aan het geweld van de marginaal. De norm is aan de andere kant te structurerend in de ogen van de marginaal. Ze beklemt hem op haar manier. Ze versmacht letterlijk de marginaal. Door te moeten zijn zoals iedereen voelen we ons niet meer leven. Het goed geweten van de normale mens maakt het ongeluk van de marginaal. Voor hem is de normaliteit uiteindelijk de doodsteek. Normaal worden, als dat al mogelijk zou zijn voor een marginaal, zou als een opoffering zijn, een kruisweg. De normaliteit is zowat de moraliteit. En de marginaal,zoiets als de antichrist. Vluchten van de last van de moraal en de duizendjarige traditie is de bestaansreden van de marginaal. De traditie is voor hem een teken van regressie. Het is een tegenwaarde. De traditie is een herkende waarde, een zakelijke waarde. De marginaal kan zich niet tevreden stellen met deze droge zakelijkheid. Waar de marginaal op aandringt is de creatie van een nieuw waardesysteem. Hij wil het anticonformisme en de ongelijksoortigheid temidden de samenleving in de hand werken. Hij heeft als doel enkel de vrije baan te laten voor innovatie. Hij is voorstaander van het koninkrijk van de nieuwheid, het dynamisme, de beweging, de verandering. Wanorde, de onregelmatigheid, de asymmetrie, de fantasie zijn in zijn ogen waardevoller dan deze van de norm. De marginaliteit is een beurtelingse stap voorwaarts van de verschillen en de afwisseling. Want de marginaal kan zich niet constant losmaken van de norm. Hij doet opzienbarende daden. De marginaal is op zoek naar originaliteit. De marginalisatie schept tezelfdertijd een proces van zelfbestuur van het individu. De marginaal is een vrij mens. Vrij van alle dwang. Zijn eigen geweld is de kracht van de contestatie, van zichzelf heruitvinden. Maar het paradoxale zit in de karakteristiek van soepelheid. Deze soepelheid komt van zijn onverschilligheid jegens de wet. De wet boeit hem niet maar verveelt hem. Hij verkiest zijn vrijheid. Hij leeft op het ritme van zijn ademhaling: als hij niet zoals iedereen is, dan is het omdat voor er hem iets is dat meer telt dan de vorm, nl. het gevoel te leven. Om dit te bekomen moet hij zich afzijdig houden, moet hij vooruit vertrekken: de marginaliteit is avant-gardist. Zijn gelukzaligheid is de wanhoop van de normale mens. Want hij is het bewijs dat er niet één enkele weg, één enkel te volgen pad is. De marge is een opening naar mogelijkheden. Ze is een uitbarsting van het leven. Teken van een zwelgende en uitbundige volheid, een orgiastische en dionysische volheid. De marginaliteit is een amoraliteit (in het oogpunt van de marginaal) en de immoraliteit (in de oogpunt van de norm). De marginaal houdt van plezier en innovatie, het plezier van de vernieuwing. Want vernieuwing is voortgang. Ze is zijn dominerende waarde; een waarde die niet erkend te lijkt zijn. De pracht en de waarde van de subjectiviteit. Is de diepste wens van de marginaal uiteindelijk niet dat de marginaliteit de norm wordt? Is de paradox van de marginaal niet de wens, op een afgeleide wijze, dat de marge de wet vormt ? Een wereld van marginalen. Een samenleving in de marge. Een wegdrijvend volk. Omgekeerd,is de paradox van de norm niet profijt te halen uit de innovatieve kracht van de marginalen? Voedt de samenleving zich niet, als een Moloch, met de offers van de kinderen van de norm, welke de marginalen zijn? De waarheid van de marginaliteit ligt misschien in de anarchie, die paradoxaal het laatste oordeel van de norm velt: het is de samenleving die monsterachtig is, niet de marginaal, want zij is als een geheel dat teert op de dood van zijn delen.
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#48 |
Minister-President
Geregistreerd: 16 juni 2002
Berichten: 4.609
|
![]() Mijn stem heeft Stefan zeker!
__________________
Linkse Socialistische Partij |
![]() |
![]() |
![]() |
#49 | |
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 9 juni 2004
Locatie: mechelen
Berichten: 11.970
|
![]() Citaat:
Het zal ook de inwoners van Houthalen-helchteren deugddoen te weten dat huhn voormalige buregemeester nu een marginaal is. Of de mede-oprichter van AGALEV.
__________________
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#50 | |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() Citaat:
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#51 |
Banneling
Geregistreerd: 4 oktober 2006
Locatie: Berlaar
Berichten: 2.951
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#52 |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]() Liever marginalen dan de normale mens
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
![]() |
![]() |
![]() |
#53 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 oktober 2005
Locatie: geel 2440
Berichten: 27.815
|
![]() ![]() ![]()
__________________
In alles zit er wel wat waarheid ,je moet er enkel maar naar willen luisteren |
![]() |
![]() |
![]() |
#54 |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]() Zie tekst onderaan....
De notie omtrent normen is dubbelzinnig. Er zijn twee verschillende zaken te onderzoeken. De eerste betekent wat er moet zijn. In deze visie is de norm de tegenstelling van het feitelijke, zoals de orde van het voorschrift de tegenstelling is van het beschrijvende. We constateren feiten terwijl normen dwingen, vereisen of verbieden. Maar in een tweede betekenis kan de norm duiden op wat er is. De norm wordt in dat geval het feitelijke, in de zin van `wat we als normaal beschouwen, rijmt met het bestaan in de orde der dingen´. De norm verwijst dan niet naar de orde van de voorschriften of de wetten, maar veeleer naar de realiteit van wat er is: de regel, eerder dan de wet. Het is bovendien de oorspronkelijke etymologie van de term. In het latijn betekent normaal “winkelhaak, regel”. De regel duidt in dat geval minder op wat er moet zijn dan op wat er is, en wat meer is, duidt niet op wat niet kan zijn, het noodzakelijke, want de orde van de regel is nog verschillend van de eenvoudige orde van het feitelijke. Er zijn dus in werkelijkheid drie zaken te onderscheiden: het feitelijke,dat niks te maken heeft met de norm, de regel, die de norm aanduidt van wat er is, de reële norm, en uiteindelijk wat wij de ideale norm zouden kunnen noemen, m.a.w., de norm van wat er moet zijn. De notie van marge is éénzijdig, lijdt niet aan dubbelzinnigheid en is de tegenstelling van de norm, tegelijk wat zich niet aan de regel houdt, welke verschillend, speciaal, buitengewoon is, enz., en wat zich verzet tegen wat er moet zijn: de notie van marge betekent dus zelfkant en afwijking. Het probleem in de verhoudingen tussen de norm en de marge zit dus in de dubbelzinnigheid van de norm. Maar de paradox van de norm die aanduidt wat er is en wat er zou moeten zijn slaat onmiddellijk terug op de vraag van de definitie van de marge en de marginaliteit. Kunnen we ons houden aan een definitie van de marge als zelfkant in verhouding met de norm en het zich onthouden van elke vorm van waardeoordeel wat betreft de marginaliteit beschouwd als zijnde een afwijking? De norm als de regel en de marge als zelfkant We beschouwen als normaal wat dikwijls, regelmatig voorkomt. De norm verwijst naar de orde van het feitelijke,m.a.w. tegelijkertijd refereert het naar het banale, gemeenschappelijke, alledaagse. We komen te weten, in dit perspectief, wat normaal is in een gemeenschap met een analyse ervan vertrekkend uit een nauwkeurig statistisch oogpunt. In een gegeven gemeenschap is de regel dat een bepaalde houding wordt aangenomen, dat een gegeven gedraging gangbaar is. De regel is zo, wat bestaat in de orde van het gebruikelijke of de zeden. Normaal is wat we gebruikelijk vaststellen. De regel is bijgevolg wat maakt dat wij ons schikken naar de zeden en gewoonten van een land, een natie, een gemeenschap. Het individu treedt dan in een gietvorm. Hij ageert, denkt, voelt gelijk als men ageert,denkt, voelt in de gemeenschap waar hij zich bevindt. Het is het koninkrijk van de ideologie, de mode, het stereotype, de culturele uniformiteit, enz. De norm is derhalve wat de homogeniteit in de gemeenschap in de hand werkt, wat de gelijkenis bevordert in verhouding met de verschillen. Het is wat ervoor zorgt dat we geen vragen stellen, of liever, dat we ons niet steeds dezelfde vraag stellen: ben ik normaal, en zo niet, wat kan ik doen om het te worden ? Er is iets dat bang maakt tegenover wat niet conform is met de rest van de gemeenschap. De norm komt zo over als dwangmatig, zelfs al is ze niet normatief in de zin van een voorschrift. De norm eindigt met vereisen wat in het begin maar voorstellen waren. Uit de simpele vaststelling van wat er is, kan het individu kan niet voorkomen eruit af te leiden, alsof het een verplichting is, wat hij moet doen. Het individu voelt zich verplicht door de norm, alhoewel deze niets vereist. Het is de kracht van de hoeveelheid. Het is een kwantitatief argument. In feite gebeurt alles alsof wat normaal is een natuurlijk aanzicht aanneemt. Een onzichtbaar instinct geeft aan de norm te volgen zoals een eeuwig instinct ons zegt de natuur te volgen. Maar is de natuur noodzakelijkerwijze gelijk voor iedereen? Deze vraag omtrent de universaliteit van de menselijke natuur of de eigenschappen van individuen is de vraag die gesteld wordt door de zogenaamde marginaal. Degene die leeft in de marge van de maatschappij is degene die geen gelijkenis vertoont, maar die zich differentieert, ja zelfs afwijkt. Hij is apart in verhouding met de norm. De marginaal is niet als iedereen. Hij past niet in de gietvorm, is zelfs anticonformist. Hij is het ongerijmd element in de samenleving, de zonderling, grillig, uitzonderlijk, het uitzonderlijke dat de regel bevestigt. Maar we mogen ons niet laten misleiden. De marginaal is niet aan de zelfkant omdat hij het wil, het gevolg van intentie of een bewuste beslissing, maar eerder doordat hij zelf ook aan een regel gehoorzaamt, zo niet aan de regel, dan wel aan een norm,zo niet de norm: hij volgt niet de natuur,maar hij volgt zijn natuur. De marginaal is zo een beetje als een monster. Hij gehoorzaamt aan de paradox van het monster dat tegelijk een natuurproduct is en een wezen dat de natuurwetten overtreedt. De marginaal is een sociaal monster: hij is het element van de samenleving dat deze samenleving loochent en verloochent. De marginaal is dus niet in klare taal de uitgeslotene. Hij is veeleer degene die afdwaalt binnen een sociaal gebied. Hij leeft op de rand. Hij is niet de uitgeslotene want moest hij het zijn, dan zou hij passen in een andere norm, of marginaal blijven, maar dan de marginaal van een andere samenleving. Dit is wat alle problemen van een samenleving maakt: de marginaal is niet de uitgeslotene. Misschien heeft hij enig nut in de samenleving? We tonen een monster, we wijzen op een marginaal. De marginaal is paradoxaal genoeg aanvaard binnen de samenleving, want hij maakt het mogelijk dat deze zich erkent als norm, hij is onmisbaar om aan te tonen wat je niet mag doen, om de regel te bevestigen en de zelfkant aan te klagen. Nadenken over marginaliteit kan dan onlosmakelijk in verband worden gebracht met het nadenken over waardeoordeel: een zelfkant aangeklaagd, is dit niet een afwijking? De norm als wet en de marge als afwijking Indien het normale tegengesteld is aan de pathologie, is het individu dat zich schikt naar de norm goed daar waar degene die zich aan de zijlijn bevindt slecht? Is een wettelijk gedrag noodzakelijkerwijs goed daar waar een afwijkend gedrag noodgedwongen slecht is ? Wat nadenken over de marginaliteit leert ons juist een beter begrip van de notie van waarden. Deze neemt uiteindelijk een heel andere betekenis naargelang het naar de norm of naar de marge refereert. Hoe zit het om te beginnen met het statuut van de waarde in het oogpunt van de norm? De norm denkt altijd dat het de waarde aan zijn kant heeft. Eén van de karaktertrekken van de norm is zijn goed geweten, de zekerheid aan de goede kant te vertoeven, in het beste gedeelte van de samenleving. Normaal zijn is geïntegreerd zijn in een samenleving, niet in de marge. In feite is de voorstander van de norm een beetje, op het sociale vlak, wat de rechtspositivist of, als men er voorkeur aan geeft, de voorstander van een juridisch positivisme, van positief recht, op het politieke terrein is. Voor het éne zowel als voor het andere, is het rechtvaardige het wetmatige, de norm is de wet. We definiëren dan als goed gedrag wat zich naar de geïnstitutionaliseerde wet schikt. De werkelijkheid van de wet, ziedaar wat moet gelden als gezag. De normativiteit van de wet is bijgevolg zijn essentiële kenmerk. De wet toont de te volgen weg, m.a.w. het juiste pad. Degene die aan de wet gehoorzaamt is normaal. De wetten zijn om zo te zeggen richtlijnen voor een eerzaam gedrag. De norm, dat is het goede. Uiteraard is het in de diepte van de definitie van de norm dat de definitie van de marge verschijnt: de marginaal heeft geen eerzaam gedrag, wel eerder een afwijkend gedrag. De marge,dat is het slechte. Is, in psychologisch oogpunt, een afwijkend gedrag niet iets dat apart staat van de aangenomen sociale norm? De marginaal is dus het onaannemelijke. Nochtans, werd gezegd, is hij aangenomen, want hij is niet uitgesloten. De marginaliteit steunt in feite op de paradox van de tolerantie: kunnen we, onder het voorwendsel van de tolerantie, komen tot het tolereren van het onduldbare? De marginaal is te vinden op de limiet van het duldbare. Hij klampt zich vast aan verwante figuren zoals de opstandeling, de dissident, de opruier, de weerspanneling, de rebel, de oproerling, de muiter, de ondeugende, de revolterende, en meer de revolutionair. Maar wat de bijzonderheid van de marginaal uitmaakt is niet zijn apolitieke karakter, incivisme of strijdlustigheid, maar eerder zijn a-socialiteit. De marginaliteit is zo een teken van abnormaliteit. Het is niet normaal niet sociaal te zijn. Het is tegennatuurlijk antisociaal te zijn. Zo is het fundamentele probleem dat de marginaliteit stelt dat het verschil tussen de natuur en de samenleving verkleint, tot op een eindpunt, dat er geen verschil meer is tussen het eerste en het laatste. Natuurlijk is wat zich geschikt heeft naar het sociale. In plaats van de samenleving als een verlengde van de natuur te zien, ziet de norm in de samenleving iets natuurlijks. De samenleving is voor de norm een tweede natuur geworden. De marginaal is bijgevolg degene die een scheur invoert in de autoriteit van de natuur of, zoals men wil, in de samenleving. Nochtans, dat de marge afwijking betekent is alleen denkbaar in het perspectief van de norm. Maar het blijkt onmogelijk, als we echt trachten te begrijpen wat de norm en wat de marge is, om niet vanuit het gezichtspunt van de marge te kijken. De logica van de normaliteit is een absolute waarde te geven aan de wet. De logica van de marginaliteit daartegen leert ons om de waarden ingesteld door de norm te relativeren. De norm als traditie en de marge als innovatie De marginaal pretendeert het systeem van waarden ingesteld door de norm in vraag te stellen. Maar wat kan precies een kritiek op de norm inhouden? De normaliteit, zoals gezegd, schept een wereld van conformiteit en gelijksoortigheid. Zo goed dat de norm het koninkrijk van de traditie creëert. De norm houdt eraan het oude te vrijwaren, maar tezelfdertijd de onbeweeglijkheid, de bestendigheid. En meer, de norm heeft een geprononceerde voorkeur voor de waarden van orde, regulariteit, strengheid. De consequentie is klaarblijkelijk dat het de eentonigheid, de verveling, de uniformiteit niet tegenhoudt. De norm is de eeuwige terugkeer van hetzelfde, het identieke, is het risico van het banale, het gemene. Het is tezelfdertijd het risico om het individu in de massa te verliezen. Binnen zijn normatief karakter zetelt ook een starheid en een hardheid die de marginaal niet kan verleiden. De norm,zoals gezegd,is dwangmatig,beteugelend. Er is een geweld van de norm dat weergalmt aan het geweld van de marginaal. De norm is aan de andere kant te structurerend in de ogen van de marginaal. Ze beklemt hem op haar manier. Ze versmacht letterlijk de marginaal. Door te moeten zijn zoals iedereen voelen we ons niet meer leven. Het goed geweten van de normale mens maakt het ongeluk van de marginaal. Voor hem is de normaliteit uiteindelijk de doodsteek. Normaal worden, als dat al mogelijk zou zijn voor een marginaal, zou als een opoffering zijn, een kruisweg. De normaliteit is zowat de moraliteit. En de marginaal,zoiets als de antichrist. Vluchten van de last van de moraal en de duizendjarige traditie is de bestaansreden van de marginaal. De traditie is voor hem een teken van regressie. Het is een tegenwaarde. De traditie is een herkende waarde, een zakelijke waarde. De marginaal kan zich niet tevreden stellen met deze droge zakelijkheid. Waar de marginaal op aandringt is de creatie van een nieuw waardesysteem. Hij wil het anticonformisme en de ongelijksoortigheid temidden de samenleving in de hand werken. Hij heeft als doel enkel de vrije baan te laten voor innovatie. Hij is voorstaander van het koninkrijk van de nieuwheid, het dynamisme, de beweging, de verandering. Wanorde, de onregelmatigheid, de asymmetrie, de fantasie zijn in zijn ogen waardevoller dan deze van de norm. De marginaliteit is een beurtelingse stap voorwaarts van de verschillen en de afwisseling. Want de marginaal kan zich niet constant losmaken van de norm. Hij doet opzienbarende daden. De marginaal is op zoek naar originaliteit. De marginalisatie schept tezelfdertijd een proces van zelfbestuur van het individu. De marginaal is een vrij mens. Vrij van alle dwang. Zijn eigen geweld is de kracht van de contestatie, van zichzelf heruitvinden. Maar het paradoxale zit in de karakteristiek van soepelheid. Deze soepelheid komt van zijn onverschilligheid jegens de wet. De wet boeit hem niet maar verveelt hem. Hij verkiest zijn vrijheid. Hij leeft op het ritme van zijn ademhaling: als hij niet zoals iedereen is, dan is het omdat voor er hem iets is dat meer telt dan de vorm, nl. het gevoel te leven. Om dit te bekomen moet hij zich afzijdig houden, moet hij vooruit vertrekken: de marginaliteit is avant-gardist. Zijn gelukzaligheid is de wanhoop van de normale mens. Want hij is het bewijs dat er niet één enkele weg, één enkel te volgen pad is. De marge is een opening naar mogelijkheden. Ze is een uitbarsting van het leven. Teken van een zwelgende en uitbundige volheid, een orgiastische en dionysische volheid. De marginaliteit is een amoraliteit (in het oogpunt van de marginaal) en de immoraliteit (in de oogpunt van de norm). De marginaal houdt van plezier en innovatie, het plezier van de vernieuwing. Want vernieuwing is voortgang. Ze is zijn dominerende waarde; een waarde die niet erkend te lijkt zijn. De pracht en de waarde van de subjectiviteit. Is de diepste wens van de marginaal uiteindelijk niet dat de marginaliteit de norm wordt? Is de paradox van de marginaal niet de wens, op een afgeleide wijze, dat de marge de wet vormt ? Een wereld van marginalen. Een samenleving in de marge. Een wegdrijvend volk. Omgekeerd,is de paradox van de norm niet profijt te halen uit de innovatieve kracht van de marginalen? Voedt de samenleving zich niet, als een Moloch, met de offers van de kinderen van de norm, welke de marginalen zijn? De waarheid van de marginaliteit ligt misschien in de anarchie, die paradoxaal het laatste oordeel van de norm velt: het is de samenleving die monsterachtig is, niet de marginaal, want zij is als een geheel dat teert op de dood van zijn delen.
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
![]() |
![]() |
![]() |
#55 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 oktober 2005
Locatie: geel 2440
Berichten: 27.815
|
![]() Enkel teksten van guerin lees ik
![]()
__________________
In alles zit er wel wat waarheid ,je moet er enkel maar naar willen luisteren |
![]() |
![]() |
![]() |
#56 |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]() Ne dakloos is een marginaal,niet?Wel,ik hou meer van marginalen dan van normalen.
![]()
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
![]() |
![]() |
![]() |
#57 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 21 oktober 2005
Locatie: geel 2440
Berichten: 27.815
|
![]() Citaat:
![]()
__________________
In alles zit er wel wat waarheid ,je moet er enkel maar naar willen luisteren |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#58 |
Minister
Geregistreerd: 8 mei 2005
Berichten: 3.659
|
![]()
__________________
De profiteurs,dat zijn deze met zwembaden in hun tuinen,te veel autos op hun opritten enz |
![]() |
![]() |
![]() |
#59 |
Banneling
Geregistreerd: 18 april 2004
Berichten: 20.937
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
#60 |
Parlementslid
|
![]() Eeuh... echte links-extremisten zijn anarchistisch!
__________________
Take sides. Neutrality helps the oppressor, never the victim. Silence encourages the tormentor, never the tormented. - Elie Wiesel. |
![]() |
![]() |