Zitting van het CvdR in het teken van de strategie voor een duurzaam Europa en de uit

[Politics.be]

Het Comité van de Regio's zal tijdens de laatste zitting van zijn mandaatsperiode 2006-2010 vooral debatteren over de toekomst van de Lissabonstrategie en over de grotere rol die krachtens het Verdrag van Lissabon is weggelegd voor de regio's en steden van Europa. Deze zitting vindt plaats op 3 en 4 december in het Henri-Spaakgebouw van het Europees Parlement te Brussel.



Mededeling van de voorzitter



"De EU-Assemblee van regionale en lokale afgevaardigden zal tijdens de laatste zitting van zijn huidige mandaatsperiode een duidelijke visie presenteren op zijn toekomstige rol en verwachtingen op twee belangrijke terreinen, nl. de uitvoering van het Verdrag van Lissabon en de herziene Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid.



Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon krijgen de lokale en regionale overheden een grotere stem in het kapittel van de Europese beleidsvorming. Hiermee wordt een belangrijke stap gezet in de richting van de totstandbrenging van échte multilevel governance in Europa. Het Comité van de Regio's verheugt zich erop de bepalingen van het Verdrag samen met zijn institutionele partners uit te voeren en zal erop toezien dat de nieuwe rechten van de regio's en steden van Europa ten volle worden gerespecteerd.



Tijdens deze zitting zal ook worden gesproken over de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid na 2010; om deze strategie nieuw leven in te blazen is een bottom-up-aanpak geboden. Vooral in deze tijd van crisis moeten wij dubbel zo hard ons best doen om het juiste strategische kader te ontwikkelen voor langdurig economisch herstel. Dit is team work, waarbij alle bestuursniveaus hun partij moeten spelen en moeten worden geraadpleegd. De ervaring heeft ons geleerd dat het opleggen van ambitieuze EU-doelstellingen van bovenaf in de praktijk niet werkt.



Ik nodig u uit om ons debat te volgen en samen met ons te werken aan een beter en sterker Europa."Â



Luc Van den Brande (BE/EVP), voorzitter van het Comité van de Regio's




Praktische informatie voor de zitting

Donderdag 3 december, van 15 to 21 uur en vrijdag 4 december van 9 tot 13 uur en van 14.30 tot 19.30 uur.

Europees Parlement, vergaderzaal Paul-Henri Spaakgebouw, Wiertzstraat 43, Brussel
Voor de agenda van de zitting en de integrale versie van de ontwerpadviezen, klik hier.





CvdR stelt "strategie voor een duurzaam Europa" voor ter bevordering van groei en werkgelegenheid



Tijdens de decemberzitting maakt het Comité van de Regio's (CvdR) van de gelegenheid gebruik om, vooruitlopend op de Europese Raad van maart 2010, zijn standpunt ten aanzien van het programma voor groei en werkgelegenheid in de EU, ook wel bekend als de "Lissabonstrategie", bekend te maken. Op de agenda staat een initiatief advies van de hand van Christine Chapman (VK, PSE), lid van de Nationale Assemblee voor Wales, waarin het CvdR opnieuw pleit voor meer betrokkenheid van de lokale en regionale overheden bij nationale programma's ter bevordering van de economie en de werkgelegenheid. Mevrouw Chapman pleit in haar advies ook voor meer aandacht voor groei en werkgelegenheid in andere EU-strategieën, o.a. op het gebied van klimaatverandering, sociaal beleid en territoriale cohesie.



Chapman stelt een nieuwe "strategie voor een duurzaam Europa" voor, die gebaseerd is op de gedachte dat de hulpbronnen in de wereld niet onuitputtelijk zijn en dat er een prijskaartje hangt aan economische groei. "Vanuit economisch perspectief moet de nieuwe strategie gericht zijn op het ontwikkelen van de concurrentiekracht van Europa in de groene economie. Er moet een Europese strategie voor groene vaardigheden en groene banen komen, die niet alleen een kader biedt voor investeringen in vaardigheden en kennis die bijdragen tot een duurzame economie, maar ook de groeiende sociale kloof in Europa dicht. Ook vóór de economische crisis had Europa te maken met stijgende cijfers op het gebied van sociale uitsluiting en schrijnende armoede. In de nieuwe strategie moet met meer klem worden gewezen op de dringende behoefte aan een nieuw en krachtiger sociaal beleid."



Met het oog op de herziening van de EU-begroting volgend jaar en gezien het verzoek van sommigen om te snijden in het budget voor cohesie zegt Chapman in haar advies het volgende: "Europa's leiders zouden erop moeten toezien dat de EU haar financiële middelen voortaan vooral gaat besteden aan de verwezenlijking van de voornaamste doelstellingen van de nieuwe strategie. Daartoe kan op alle relevante beleidsgebieden van het EU-budget de succesformule van het 'oormerken' van de structuurfondsen voor de Lissabonstrategie worden toegepast." Zo kunnen ook de meer welvarende regio's van Europa blijven profiteren van structuursteun voor specifieke maatregelen ter bevordering van de lokale concurrentiekracht. (Klik hier voor een interview met Christine Chapman.)



In het verlengde hiervan zal ook worden gedebatteerd over een advies dat werd opgesteld door Marianne Fügl (AT/PSE), loco-burgemeester van Traisen, over de mededeling van de Europese Commissie inzake "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen - Anticipatie op en onderlinge afstemming van de arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeften". Ook zij wijst op de veranderingen die de overstap naar een "groene" economie teweeg zal brengen. Dit zal weliswaar nieuwe banen opleveren maar daarvoor zullen wellicht totaal andere onderwijs- en opleidingsvereisten gelden. In het advies wordt gepleit voor een flexibeler gebruik van EU-fondsen, met name het Sociaal Fonds, zodat de lokale en regionale overheden snel en doeltreffend kunnen inspelen op de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden. (Klik hier voor een interview met Marianne Fügl.)








CvdR begint met de toepassing van het Verdrag van Lissabon



Een ander belangrijk punt op de agenda voor de december-zitting is het Verdrag van Lissabon, dat een krachtige impuls geeft aan subsidiariteit en multilevel governance in Europa. Met de inwerkingtreding van dit verdrag op 1 december wordt de EU democratischer, transparanter en efficiënter en krijgen steden en regio's een betere status in het politieke EU-bestel. Bovendien krijgt het Comité van de Regio's door dit verdrag een sterkere positie tegenover de andere EU-instellingen, en dan met name het Europese Hof van Justitie en het Europees Parlement



Voor het eerst in haar bestaan bestempelt de Europese Unie "territoriale cohesie" – de harmonieuze ontwikkeling van alle deelgebieden – als een van haar fundamentele doelstellingen en erkent zij expliciet het lokale en regionale recht op zelfbestuur. Krachtens het nieuwe, in het verdrag verankerde subsidiariteitsbeginsel dient nieuwe EU-wetgeving de bevoegdheden van de Europese steden en regio's te respecteren en moet de Europese Commissie eerst een brede raadpleging houden voordat zij wetgevingsvoorstellen publiceert. Elk voorstel moet vergezeld gaan van een beoordeling van de financiële en administratieve impact die het zal hebben op nationale, regionale en lokale overheden. Deze impact moet zo gering mogelijk worden gehouden en dient in verhouding te staan tot de doelstellingen van het voorstel. Verder maakt het Verdrag van Lissabon het mogelijk dat regionale parlementen worden ingeschakeld bij de toepassing van het nieuwe mechanisme voor nationale parlementen om toezicht te houden op de naleving van het subsidiariteitsbeginsel ("gelekaartprocedure") en verplicht het het Europees Parlement om het Comité van de Regio's te raadplegen over alle belangrijke onderwerpen waarvoor zijn bevoegd zijn.



Het CvdR krijgt het recht om bij het Europese Hof van Justitie in beroep te gaan tegen nieuwe EU-wetgeving die in zijn ogen indruist tegen het subsidiariteitsbeginsel of om zijn eigen institutionele voorrechten en zijn institutionele rol. Met het Verdrag van Lissabon wordt ook de adviestaak van het CvdR versterkt en zal de mandaatsperiode van zijn leden voortaan vijf in plaats van vier jaar omvatten.



De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon maakt een wijziging van het reglement van orde van het Comité van de Regio's noodzakelijk. Zo moet daarin worden aangegeven hoe het Comité concreet te werk moet gaan wanneer het gebruik wil maken van zijn recht om naar het Hof van Justitie te stappen. Onder voorzitterschap van Karl-Heinz Lambertz (BE/PSE), ministerpresident van de Duitstalige gemeenschap in België, heeft een kleine groep CvdR-leden het afgelopen jaar bekeken op welke punten het reglement van orde moet worden gewijzigd. De heer Lambertz zal de bevindingen van deze ad hoc-groep tijdens de decemberzitting toelichten, waarna de voltallige vergadering zal worden verzocht om de voorgestelde wijzigingen goed te keuren. Krachtens het Verdrag van Lissabon bepalt de Raad de samenstelling van het CvdR op basis van een voorstel van de Commissie, dus de CvdR-leden zullen ook discussiëren over hun aanbevelingen inzake de zetelverdeling tussen de lidstaten na 2015.



In de geest van het Verdrag van Lissabon, dat de administratieve rompslomp wil verminderen, zal tijdens de december-zitting ook het Pakket "betere regelgeving" 2007-2008 goedkeuren. In dit ontwerpadvies, dat is opgesteld door Lord Graham Tope (UK/ALDE), Raadslid van de gemeente Sutton (graafschap Groot-Londen), wordt erkend dat er vooruitgang is geboekt, maar dat verdere verbeteringen nodig zijn. De voordelen van effectbeoordelingen voor nieuwe EU-wetsvoorstellen worden weliswaar onderkend, maar een punt van zorg blijft dat alle amendementen en wijzigingen op wetsvoorstellen die vervolgens door het Europees Parlement en de Raad worden aangebracht, verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor lokale en regionale overheden - iets wat wellicht niet helemaal goed wordt ingeschat door de beleidsmakers. Het baart het Comité verder zorgen dat de lidstaten nog altijd de neiging hebben om EU-wetgeving bij de omzetting daarvan in nationale wetgeving ingewikkelder te maken en daaraan overbodige voorschriften toe te voegen ('goldplating').





Voor uw persmap: de adviezen in het kort

Het lokaal en regionaal niveau en het Europese concurrentievermogen.


Christine Chapman, (lid van de Nationale Vergadering voor Wales, UK/PSE), volgens wie de overgrote meerderheid van lokale en regionale overheden in het duister tast over de algemene doelstelling van de huidige Lissabonstrategie" en over hoe efficiënt deze in de praktijk zal blijken te zijn, zal een toelichting geven bij een ontwerp van een initiatiefadvies over de Toekomst van de Lissabonstrategie na 2010. Zij wijst op de mogelijkheden voor investeringen en economische steun voor lokale en regionale overheden en draagt daarbij methoden aan om de Europese strategie voor groei en werkgelegenheid uit te bouwen. De EU zou een strategie moeten uitstippelen voor "groene" vaardigheden en "groene" banen. Met die strategie zouden de "randvoorwaarden worden geschapen voor investeringen in de vaardigheden en kennis die nodig zijn om een duurzame economie tot stand te brengen". Evenals in zijn Witboek over multilevel governance wijst het CvdR op het volgende: "de diverse bestuurslagen in Europa zou beter moeten gaan samenwerken en hun maatregelen beter moeten coördineren. Ook zou de regionale dimensie in de nieuwe strategie kracht moeten worden bijgezet".



Het concurrentievermogen van de Europese economie, die aan het herstellen is van de wereldwijde financiële crisis, moet weer worden opgekrikt. Marianne Fügl (locoburgemeester van Traisen, AT/PSE), wijst in dit verband op de arbeidsmarktmaatregelen die volgens lokale en regionale overheden nodig zijn. Ter stimulering van de nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen - anticipatie op en onderlinge afstemming van de arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeftenpleit het Comité voor een efficiëntere besteding van de middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) ten behoeve van regio's en gemeenten, zodat deze snel en direct kunnen beschikken over de benodigde gelden en het gebruik ervan beter kunnen coördineren.

Volgens de rapporteur dient de EU er ook voor te zorgen dat de bestaande financiële instrumenten (ESF, EFRO) worden aangepast om de veranderingen op de arbeidsmarkt efficiënt het hoofd te kunnen bieden.
De toekomstige vervoersnetwerken zijn van fundamenteel belang voor de territoriale samenhang in de EU en versterken de territoriale samenhang in de EU, terwijl ze ook zorgen voor een betere sociaaleconomische integratie en een duurzame ontwikkeling. Väino Hallikmägi (lid van de gemeenteraad van Pärnu, Estland, EE/ADLE) zal in dit verband zijn advies over een duurzame toekomst voor het vervoer: naar een geïntegreerd, technologiegeleid en gebruikersvriendelijk systeem toelichten. Verdere vereenvoudiging van de Europese financieringsprocedures is volgens hem nodig evenals meer samenhang tussen nationale en Europese financieringsprogramma's. Maar "ontwikkeling en financiering moeten juist zo worden opgezet dat een groot deel van de middelen naar de ontwikkeling van passende, duurzame oplossingen voor middelgrote en kleine steden en het omringende platteland gaat".



In zijn ontwerpadvies over de mededeling van de Commissie "Een nieuw partnerschap voor de modernisering van de universiteiten" dringt Mohammad Masood (lid van de gemeenteraad van Bradford, UK/EVP) op een betere dialoog tussen universiteiten en bedrijven aan, zodat de regionale overheden, die een primaire verantwoordelijkheid voor onderwijs en opleiding hebben, in staat zijn om dit potentieel te benutten. De lokale en regionale overheden spelen een sleutelrol bij het uitstippelen van strategieën ter ontwikkeling van onderzoek en innovatie in regio's. Vaak voeren ze het beheer over onderzoeksinstituten en dragen ze bij tot een innovatief klimaat. In veel landen is het bestaande rechts- en financiële kader echter nog altijd onvoldoende om uiniversiteiten die proberen samen te werken met het bedrijfsleven, hiervoor te belonen. Het komt zelfs voor dat pogingen in deze richting hierdoor worden ontmoedigd. Er moet daarom volgens de rapporteur worden gestreefd naar "het opzetten van partnerschapsstructuren waarin de belangrijkste lokale en regionale actoren en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de overheden en het hoger onderwijs met elkaar samenwerken om de onderlinge dialoog te bevorderen, bijv. door het organiseren van rondetafels en workshops, het opzetten van wetenschapsparken voor de overdracht van technologie en het organiseren van wetenschappelijk-culturele ontmoetingen en studentenmarkten".


Ten slotte wordt het Europese concurrentievermogen belicht vanuit het perspectief van de informatie- en communicatietechnologie. Ook de bijdrage die deze technologie kan leveren aan de levenskwaliteit van de burger en aan de lokale en regionale economie komt aan de orde in het advies van Luidvikas Žukauskas (gemeenteraadslid van het district Skuodas, LT/PPE) getiteld "ICT-infrastructuren voor e-wetenschap, een strategie voor O&O en innovatie op ict-gebied en onderzoek naar toekomstige en opkomende technologieën in europa". De rapporteur maakt zich sterk voor het concept van gebruikersgestuurde innovatie als een sleutelinstrument voor verbetering. Het wordt in steeds meer regio's en steden in heel Europa toegepast en heeft aangetoond te kunnen fungeren als belangrijke motor voor O&O-investeringen en markttoegang voor nieuwe innovatie. Het CvdR komt tot de conclusie dat de coördinatie te wensen overlaat als het aankomt op bijvoorbeeld onderwijs, innovatie, onderzoek, investering en het marktrijp maken van vernieuwende ITC-ideeën en dringt er bij de Commissie op aan hier in haar mededeling meer aandacht aan te besteden.




Het CvdR blijft zich inzetten voor het milieu

Met minder dan een maand te gaan voor de VN-Klimaatconferentie in Kopenhagen, waaraan het Comité van de Regio's zal deelnemen als lid van een delegatie van de Europese Unie, zijn de leden van het Comité nog altijd op zoek naar manieren om de klimaatverandering op lokaal en regionaal niveau te bestrijden. Zo zal de commissie DEVE de voltallige vergadering het ontwerpadvies voorleggen dat is opgesteld door haar voorzitter, Jerzy Zająkała (burgemeester van Łubianka, PL/UEN-AE), en dat gaat over beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur en afgedankte elektrisch en elektronische apparatuur (AEEA). Daarin wordt aangedrongen op het volgende: "In de nieuwe AEEA-richtlijn zou moeten worden bepaald dat nalevingsregelingen moeten voorzien in gepaste en permanente compensatie van de betrokken lokale en regionale overheden voor alle financiële en administratieve lasten die de tenuitvoerlegging van de Richtlijn met zich meebrengt." De rapporteur pleit tevens voor een "verplichte in plaats van een vrijwillige uitbreiding van de producentenverantwoordelijkheid met de kosten voor gescheiden inzameling van huishoudelijke AEEA."

Aquacultuur en visserij blijven belangrijke economische sectoren in veel Europese regio's. Maatregelen ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van de lokale en regionale overheden moeten ook worden gekoppeld aan milieuvriendelijke maatregelen in deze sectoren. Het Comité van de Regio's houdt daar rekening mee in zijn advies over het Groenboek van de Europese Commissie over een hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid van de heer Ramón LuÃ*s Valcárcel Siso (voorzitter van de autonome gemeenschap van Murcia (ES/EVP). De rapporteur beveelt in dit advies aan om selectievere en milieuvriendelijkere visserijtechnieken in te voeren, maar "bij de aanpak van deze problematiek dient echter wel rekening te worden gehouden met specifieke regionale kenmerken." Om de nodige voorwaarden voor een duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur te scheppen wijst de rapporteur de Europese Commissie er ook op dat er behoefte is aan "wetgeving ter invoering van een register voor de aquacultuurproductie, zodat overheidsinstanties op ieder moment kunnen weten hoe het met de productie gesteld is, welke pootvis mag worden uitgezet en waar deze vandaan komt, wat de uitzettingsdichtheid is en welke gezondheidsprogramma's er lopen."


Tot slot heeft het CvdR zich ook gebogen over het gebruik van natuurlijke hulpbronnen in Europa in de vorm van het ontwerp van initiatiefadvies van de heer Adam Banaszak (lid van de regioraad van Kujawië-Pommeren, PL/UEN-EA), die de balans opmaakt van het EU-bosbeleid en de 20/20/20-doelstellingen. In zijn ontwerpadvies stelt de rapporteur dat "het multifunctionele beheer van bossen moet worden bevorderd. Het gaat hier niet alleen om hun primaire functie – de houtproductie – maar ook om andere functies die economisch van groot belang zijn, zoals het toerisme, de jacht, de benutting van de bosbodemvegetatie in het algemeen en de winning van specifieke producten, zoals hars, looistof of kurk, in het bijzonder. Vergroting van de economische betekenis van deze niet-productiefuncties van bossen kan hand in hand gaan met een verhoging van de biodiversiteit van het natuurlijke milieu en is gunstig vanuit een oogpunt van plattelandsontwikkeling." Wat de mogelijkheden van de winning van biomassa ten bate van energieproductie betreft vindt de rapporteur dat de Europese steun voor het aanleggen van plantages met snel groeiende bomen voor de productie van energie "substantieel moeten worden verhoogd. Hierdoor zal het platteland gevitaliseerd worden: er wordt extra werkgelegenheid geschapen en bijgedragen tot de economische ontwikkeling van microregio's."



Handhaving van het subsidiariteitsbeginsel om de Europese wetgeving te verbeteren



De inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de benoeming van de Voorzitter van de Europese Raad, het nieuwe Europees Parlement en de nieuwe Europese Commissie: de Europese Unie heeft de afgelopen maanden allerlei institutionele veranderingen meegemaakt. Dit belet de Europese lokale en regionale overheden niet om nog eens te wijzen op de beginselen die ten grondslag moeten liggen aan het optreden van de Europese Unie. In dit licht komt Lord Graham Tope (raadslid van de gemeente Sutton, graafschap Groot-Londen, UK/ALDE ) met een ontwerpadvies over het pakket "betere regelgeving 2007-2008" in reactie op de mededeling van de Europese Commissie over vereenvoudiging en verbetering van de Europese wetgeving. In zijn streven om de samenwerking met de Europese Commissie voort te zetten staat het Comité van de Regio's in dit advies vooral stil bij de bescherming van het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel om te komen tot een eenvoudige wetgeving die gemakkelijk over te brengen is. In dit verband wordt in het advies gewezen op de zorgwekkende ontwikkeling dat de lidstaten "de neiging hebben om EU-wetgeving bij de omzetting daarvan in nationale wetgeving ingewikkelder te maken en daaraan overbodige voorschriften toe te voegen." Daarnaast bevestigt het Comité zijn commitment om "bij te dragen aan de effectbeoordeling van nieuwe wetsvoorstellen die een grote lokale en regionale impact hebben" om zo een impuls te geven aan overleg en uitwisseling van goede praktijken voordat er nieuwe wetgeving wordt ingevoerd.



Bescherming en onderwijs: het Comité van de Regio's zet zich in voor kinderen en jongeren



Na de conferentie over de bescherming van de rechten van het kind in november jl. zal de commissie CONST van het Comité van de Regio's deze zitting het ontwerpadvies van Jan Oravec (burgemeester van Štúrovo SK/EVP) over "Bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie" en "Voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers" voorleggen. In het advies wordt ingestemd met een integrale benadering van seksuele uitbuiting van kinderen, kinderpornografie en uitbuiting van kinderen in het kader van mensenhandel. De voorstellen in het advies beslaan alle mogelijke instrumenten, van bescherming van de slachtoffers, preventie en voorlichting tot vervolging van de daders. Zo wordt voorgesteld om de gemeentepolitie en de lokale politie "die het best de lokale situatie kennen en bijgevolg een doorslaggevende rol kunnen spelen bij het aan het licht brengen van criminele activiteiten" toegang tot databanken te geven en de nodige bevoegdheden om tegen dit soort criminele activiteiten op te treden.



Aangezien de Europese jeugd steeds meer toegang krijgt tot IT moet er een echt media-educatiebeleid komen. In zijn voorstel voor een initiatiefadvies over regionale standpunten inzake de ontwikkeling van mediageletterdheid en media-educatie in de EU vanuit regionaal perspectief herinnert András Szalay (gemeenteraadslid van Veszprém, HU/ADLE) eraan dat de lokale en regionale overheden vaak verantwoordelijk zijn voor de opname van media in de onderwijsprogramma's en dat zij dus moeten worden geholpen om projecten, programma's en handvesten op het gebied van mediageletterdheid te bevorderen. Daartoe wordt in het advies van de commissie EDUC van het CvdR verschillende concrete mogelijkheden verkend, zoals invoering van een geschikte organisatorische en professionele infrastructuur. Er wordt bijvoorbeeld voorgesteld "media-educatie-desks" te creëren volgens het model van de in het kader van het MEDIA -programma opgezette "media-desks" (of men zou het werkterrein van deze laatste kunnen uitbreiden). Ook zou de professionele adviestaak van de door de Commissie opgerichte groep deskundigen in media-educatie kunnen worden versterkt of verder kunnen worden ontwikkeld.





Actuele informatie en perscommuniqués over adviezen en rapporten van het CvdR zijn te vinden op de website van het CvdR (http://www.cor.europa.eu).



Dezelfde avond nog kunt u via Europe by Satellite de hoogtepunten van alle tijdens de zitting gevoerde discussies bekijken. U kunt zich daarvoor inschrijven via:

http://ec.europa.eu/avservices/ebs/schedule.cfm



Klik hier om meer te weten te komen over het werk en de standpunten van de fracties van het CvdR.






Website van het CvdR: www.cor.europa.eu



Het Comité van de Regio's

In de lidstaten zijn de decentrale overheden verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van ongeveer twee derde van de communautaire wetgeving. Het Comité van de Regio's is een adviesorgaan dat in 1994 is opgericht met als doel lokale en regionale politici inspraak te geven in het besluitvormingsproces van de Europese Unie. Het houdt jaarlijks vijf zittingen, waarbij zijn 344 leden hun stem uitbrengen over rapporten, "adviezen" genaamd, die worden opgesteld als reactie op wetgevingsvoorstellen. De Europese Commissie, die het initiatiefrecht heeft wat communautaire wetgeving betreft, en de Raad, die, doorgaans samen met het Europees Parlement, de definitieve inhoud van de regelgeving vaststelt, zijn verplicht het Comité van de Regio's te raadplegen inzake EU-wetgevingsvoorstellen op diverse beleidsterreinen, zoals werkgelegenheid, vervoer en milieu. Met het Verdrag van Lissabon gaat het Comité van de Regio's nog meer gewicht in de schaal leggen. Voortaan zal het altijd door het Europees Parlement moeten worden geraadpleegd over vraagstukken die voor lokale en regionale overheden van belang zijn. Bovendien zal het Comité van de Regio's in beroep kunnen gaan bij het Europese Hof van Justitie als zijn rechten worden geschonden of als een EU-wet naar zijn mening indruist tegen het subsidiariteitsbeginsel of voorbijgaat aan de bevoegdheden van lokale of regionale overheden.






Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met:



Athénaïs Cazalis de Fondouce

[email protected]



Chris Jones

[email protected]



Michael Alfons

[email protected]

Bron: politics.be