Heeft een managementvennootschap nog zin?

De Informant · 16 februari 2012, 11:09

Auteur :Ellen Cleeren (http://netto.tijd.be/fastsearch?query=Ellen Cleeren)

--------------------------------------------------------------------------
Managementvennootschappen zijn voor heel wat Belgische managers geruime tijd bijzonder in trek geweest. Werken via een vennootschap levert fiscale en sociaalrechtelijke voordelen op. Maar de huidige regering heeft die voordelen aanzienlijk ingeperkt. We zetten de belangrijkste evoluties op een rij.

Met een managementvennootschap konden bestuurders en bedrijfsleiders hun belastingen optimaliseren. Maar door de besparingsmaatregelen van Di Rupo I kwijnen de voordelen weg. Specialisten twijfelen of het nog zinvol is om een managementvennootschap op te richten.

Woning
De managementvennootschap koopt een woning en stelt die gratis ter beschikking van haar zaakvoerder voor privédoeleinden. Het beschikken over een woning vormt een belastbaar ‘voordeel van alle aard’ voor de zaakvoerder. De waarde van dat voordeel wordt forfaitair vastgesteld op basis van het kadastraal inkomen (KI) van de woning. Omdat het KI de huurwaarden per 1 januari 1975 weerspiegelt, besloot de regering de formule aan te passen. Als die aanpassing in werking treedt, zal de belastbare waarde dichter de reëele huurprijs benaderen.

Pensioentoezeggingen
Voortaan moeten alle pensioentoezeggingen worden toevertrouwd aan een pensioenfonds of aan een verzekeringsmaatschappij tegen een premietaks van 4,4 procent. Individuele pensioentoezeggingen ten voordele van een zelfstandige bedrijfsleider kunnen niet meer via een interne provisie in het bedrijf worden opgebouwd. De onderneming kan die contanten dus niet meer gebruiken om haar beroepsactiviteiten te financieren. Voor heel wat kmo’s is dat een streep door de rekening.

Bij wijze van overgangsmaatregel mogen bedrijven de bestaande interne provisies in de vennootschap houden. Die bestaande provisies worden onderworpen aan een eenmalige taks van circa 2 procent. Indien bedrijfsleiders de interne bestaande provisies toch zouden externaliseren, dan betalen ze voor 2015 een premietaks van 1,75 procent, na 2015 is dat 4,4 procent.

Roerende voorheffing op dividenden
Tot nu kon de uitkerende vennootschap een roerende voorheffing inhouden van 25 procent (standaardtarief) of 15 procent (verlaagd tarief). Uitkeringen tegen het verlaagd tarief van 15 procent zullen niet meer mogelijk zijn. Die zijn sinds 1 januari 2012 vervangen door het verlaagde tarief van 21 procent. Die dividenden zullen ook nog onderworpen worden aan een bijkomende belasting van 4 procent voor zover het totaal ontvangen roerend inkomen (intresten en dividenden) de grens van 20.020 euro per jaar overschrijdt (bedrag van toepassing voor aanslagjaar 2013).

Liquidatie
Het tarief van 10 procent roerende voorheffing voor liquidatiedividenden blijft bestaan. De manager moet bij liquidatie wel nog een paar andere fiscale aspecten in acht nemen, zoals een eventuele belasting op alle onbelaste meerwaarden. Bovendien is de liquidatie definitief: de vennootschap wordt ontbonden en houdt op te bestaan. Liquidatie is dus een ingrijpende transactie, die weloverwogen moet gebeuren. Ook moet de manager rekening houden met de nieuwe antimisbruikbepalingen. Het kan niet de bedoeling zijn om gewone dividenduitkeringen stelselmatig te vervangen door een liquidatie van de vennootschap, gevolgd door de oprichting van een nieuwe vennootschap voor het uitoefenen van gelijkaardige activiteiten.

Bedrijfswagen
Ook het gebruik van een bedrijfswagen die aangekocht of geleased werd door de vennootschap en waarvoor de vennootschap alle onkosten betaalt, is in hoofde van de manager een voordeel van alle aard (VAA). De waarde van dat voordeel wordt voortaan berekend op basis van de cataloguswaarde bij de eerste inschrijving, de CO2-uitstoot en de leeftijd van het voertuig.

De luxevoertuigen worden zwaarder aangepakt. Hoe groter het voordeel in natura in hoofde van de manager, hoe meer personenbelasting hij moet betalen. Dat verhoogt de effectieve belastingdruk.

Voor de (management)vennootschap verandert er iets. Autokosten zijn voor een vennootschap slechts beperkt aftrekbaar. Het percentage van de aftrekbaarheid varieert tussen 50 en 120 procent (voor elektrische wagens). Brandstofkosten zijn voor 75 procent aftrekbaar.

Het deel van de autokosten dat niet aftrekbaar is, vormt een verworpen uitgave en wordt aan de belastbare basis van de vennootschap toegevoegd. Bovenop de bestaande verworpen uitgaven komt er nu een extra verworpen uitgave voor de autokosten. Die nieuwe verworpen uitgave bedraagt 17 procent van het nieuwe voordeel in natura. De managementvennootschap kan tegen dat bedrag geen fiscale verliezen en andere aftrekken afzetten. Concreet wordt die nieuwe verworpen uitgave de minimale belastbare basis van de vennootschap. Want ook al heeft een vennootschap verliezen, toch zal ze belasting betalen op de nieuwe verworpen uitgave.

Herkwalificatiespook
Als een transactie als hoofddoel belastingontwijking heeft, dan kan de fiscus de transactie herkwalificeren naar een handeling die wel beantwoordt aan de economische realiteit. Het is aan de belastingplichtige om het tegendeel te bewijzen. Hij moet dan bewijzen dat de transactie wel degelijk is ingegeven door een economische realiteit. Allerhande vruchtgebruik-, erfpacht- en opstalconstructies waarbij de vennootschap onroerende goederen verwerft om ze nadien over te dragen aan de manager met als hoofddoel de meerwaardebelasting op die overdracht te omzeilen, zullen wellicht door die antimisbruikbepaling harder worden aangepakt.

Ook de overgang van werknemer naar zelfstandige via de oprichting van een managementvennootschap wordt strenger aangepakt. Als iemand niet langer als werknemer werkt, maar als zelfstandige dienstverlener via de managementvennootschap (wat een besparing van socialezekerheidsbijdragen kan opleveren), is het cruciaal dat alles goed onderbouwd is, en dat alle gevolgen van het nieuwe zelfstandigenstatuut aanvaard worden. U mag niet in de schijnzelfstandigheid terechtkomen. Anders dreigt het herkwalificatiespook.

Amon_Re · 16 februari 2012, 12:08

Gezien dat onze minister van de Noordzee het nog steeds doet zou ik zeggen.... JA

16 februari 2012, 11:09	#1
De Informant Banneling Geregistreerd: 21 december 2011 Berichten: 245	Heeft een managementvennootschap nog zin? Auteur :Ellen Cleeren (http://netto.tijd.be/fastsearch?query=Ellen Cleeren) -------------------------------------------------------------------------- Managementvennootschappen zijn voor heel wat Belgische managers geruime tijd bijzonder in trek geweest. Werken via een vennootschap levert fiscale en sociaalrechtelijke voordelen op. Maar de huidige regering heeft die voordelen aanzienlijk ingeperkt. We zetten de belangrijkste evoluties op een rij. Met een managementvennootschap konden bestuurders en bedrijfsleiders hun belastingen optimaliseren. Maar door de besparingsmaatregelen van Di Rupo I kwijnen de voordelen weg. Specialisten twijfelen of het nog zinvol is om een managementvennootschap op te richten. Woning De managementvennootschap koopt een woning en stelt die gratis ter beschikking van haar zaakvoerder voor privédoeleinden. Het beschikken over een woning vormt een belastbaar ‘voordeel van alle aard’ voor de zaakvoerder. De waarde van dat voordeel wordt forfaitair vastgesteld op basis van het kadastraal inkomen (KI) van de woning. Omdat het KI de huurwaarden per 1 januari 1975 weerspiegelt, besloot de regering de formule aan te passen. Als die aanpassing in werking treedt, zal de belastbare waarde dichter de reëele huurprijs benaderen. Pensioentoezeggingen Voortaan moeten alle pensioentoezeggingen worden toevertrouwd aan een pensioenfonds of aan een verzekeringsmaatschappij tegen een premietaks van 4,4 procent. Individuele pensioentoezeggingen ten voordele van een zelfstandige bedrijfsleider kunnen niet meer via een interne provisie in het bedrijf worden opgebouwd. De onderneming kan die contanten dus niet meer gebruiken om haar beroepsactiviteiten te financieren. Voor heel wat kmo’s is dat een streep door de rekening. Bij wijze van overgangsmaatregel mogen bedrijven de bestaande interne provisies in de vennootschap houden. Die bestaande provisies worden onderworpen aan een eenmalige taks van circa 2 procent. Indien bedrijfsleiders de interne bestaande provisies toch zouden externaliseren, dan betalen ze voor 2015 een premietaks van 1,75 procent, na 2015 is dat 4,4 procent. Roerende voorheffing op dividenden Tot nu kon de uitkerende vennootschap een roerende voorheffing inhouden van 25 procent (standaardtarief) of 15 procent (verlaagd tarief). Uitkeringen tegen het verlaagd tarief van 15 procent zullen niet meer mogelijk zijn. Die zijn sinds 1 januari 2012 vervangen door het verlaagde tarief van 21 procent. Die dividenden zullen ook nog onderworpen worden aan een bijkomende belasting van 4 procent voor zover het totaal ontvangen roerend inkomen (intresten en dividenden) de grens van 20.020 euro per jaar overschrijdt (bedrag van toepassing voor aanslagjaar 2013). Liquidatie Het tarief van 10 procent roerende voorheffing voor liquidatiedividenden blijft bestaan. De manager moet bij liquidatie wel nog een paar andere fiscale aspecten in acht nemen, zoals een eventuele belasting op alle onbelaste meerwaarden. Bovendien is de liquidatie definitief: de vennootschap wordt ontbonden en houdt op te bestaan. Liquidatie is dus een ingrijpende transactie, die weloverwogen moet gebeuren. Ook moet de manager rekening houden met de nieuwe antimisbruikbepalingen. Het kan niet de bedoeling zijn om gewone dividenduitkeringen stelselmatig te vervangen door een liquidatie van de vennootschap, gevolgd door de oprichting van een nieuwe vennootschap voor het uitoefenen van gelijkaardige activiteiten. Bedrijfswagen Ook het gebruik van een bedrijfswagen die aangekocht of geleased werd door de vennootschap en waarvoor de vennootschap alle onkosten betaalt, is in hoofde van de manager een voordeel van alle aard (VAA). De waarde van dat voordeel wordt voortaan berekend op basis van de cataloguswaarde bij de eerste inschrijving, de CO2-uitstoot en de leeftijd van het voertuig. De luxevoertuigen worden zwaarder aangepakt. Hoe groter het voordeel in natura in hoofde van de manager, hoe meer personenbelasting hij moet betalen. Dat verhoogt de effectieve belastingdruk. Voor de (management)vennootschap verandert er iets. Autokosten zijn voor een vennootschap slechts beperkt aftrekbaar. Het percentage van de aftrekbaarheid varieert tussen 50 en 120 procent (voor elektrische wagens). Brandstofkosten zijn voor 75 procent aftrekbaar. Het deel van de autokosten dat niet aftrekbaar is, vormt een verworpen uitgave en wordt aan de belastbare basis van de vennootschap toegevoegd. Bovenop de bestaande verworpen uitgaven komt er nu een extra verworpen uitgave voor de autokosten. Die nieuwe verworpen uitgave bedraagt 17 procent van het nieuwe voordeel in natura. De managementvennootschap kan tegen dat bedrag geen fiscale verliezen en andere aftrekken afzetten. Concreet wordt die nieuwe verworpen uitgave de minimale belastbare basis van de vennootschap. Want ook al heeft een vennootschap verliezen, toch zal ze belasting betalen op de nieuwe verworpen uitgave. Herkwalificatiespook Als een transactie als hoofddoel belastingontwijking heeft, dan kan de fiscus de transactie herkwalificeren naar een handeling die wel beantwoordt aan de economische realiteit. Het is aan de belastingplichtige om het tegendeel te bewijzen. Hij moet dan bewijzen dat de transactie wel degelijk is ingegeven door een economische realiteit. Allerhande vruchtgebruik-, erfpacht- en opstalconstructies waarbij de vennootschap onroerende goederen verwerft om ze nadien over te dragen aan de manager met als hoofddoel de meerwaardebelasting op die overdracht te omzeilen, zullen wellicht door die antimisbruikbepaling harder worden aangepakt. Ook de overgang van werknemer naar zelfstandige via de oprichting van een managementvennootschap wordt strenger aangepakt. Als iemand niet langer als werknemer werkt, maar als zelfstandige dienstverlener via de managementvennootschap (wat een besparing van socialezekerheidsbijdragen kan opleveren), is het cruciaal dat alles goed onderbouwd is, en dat alle gevolgen van het nieuwe zelfstandigenstatuut aanvaard worden. U mag niet in de schijnzelfstandigheid terechtkomen. Anders dreigt het herkwalificatiespook.