Politics.be Registreren kan je hier.
Problemen met registreren of reageren op de berichten?
Een verloren wachtwoord?
Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam.

Ga terug   Politics.be > Themafora > Maatschappij en samenleving
Registreer FAQForumreglement Ledenlijst

Maatschappij en samenleving Dit subforum handelt over zaken die leven binnen de maatschappij en in die zin politiek relevant (geworden) zijn.

Antwoord
 
Discussietools
Oud 20 september 2012, 18:47   #1
Den Duisteren Duikboot
Perm. Vertegenwoordiger VN
 
Den Duisteren Duikboot's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 10 januari 2003
Berichten: 13.400
Standaard Koppen: autisme 'overgediagnostiseerd'

Vanavond op Een in Koppen, 20u40:

In Vlaanderen komt twee keer zoveel autisme voor, vergeleken met de rest van de wereld. Op zijn minst is dat vreemd. Wordt de diagnose te snel gesteld? En hoe stel je autisme of officieel autismespectrumstoornis (ASS) het best vast?

Yaro (11) en Jonathan (21) leven met autisme. Omdat ze normaal begaafd zijn is dat minder opvallend. Yaro volgt het gewoon lager onderwijs, Jonathan heeft sinds kort werk bij Volvo Gent. "Het is een onzichtbare handicap, je kan niet altijd op begrip rekenen", zegt Jonathan.

Een diagnose van ASS vereist een uitgebreid multidisciplinair onderzoek, de wachtlijsten hiervoor zijn lang. Volgens pedagoog Peter Vermeulen is de druk te groot om te snel een diagnose te stellen. "Het gevaar bestaat dat de diagnose aan waarde verliest en dat kinderen en jongeren die echt hulp nodig hebben uit de boot vallen", aldus Vermeulen.

donderdag 20 september 2012


Bron: http://www.een.be/programmas/koppen/...diagnosticeerd

Een tijdje geleden schreef ik onderstaande tekst. Ik kon er niet toe besluiten hem hier te publiceren. Ik vreesde immers dat ik te veel nadruk legde op de problemen die autisten vaak hebben met een gebrek aan structuur. Maar naar aanleiding van de Koppen-reportage werp ik hem nu toch maar voor de leeuwen...


Van externe dwang naar onderhandeling: waarom autisme lijkt toe te nemen

Autisme is een begrip dat de voorbije decennia met een steeds ruimer cluster van psychologische verschijnselen wordt verbonden. Waar psychologen vroeger erg zuinig waren met de diagnose ‘autisme’, lijkt ze anno 2012 een passepartout geworden.

Zeker, de definitie is verruimd - als een bepaalde, afwijkende manier waarop de hersenen functioneren – maar waren er vroeger dan evenveel autisten als vandaag? Zou autisme een even wijd verbreid verschijnsel zijn geweest in de jaren zestig als we toen al de definities van vandaag hadden gehanteerd?

Die vraag is uiteraard moeilijk te beantwoorden. Persoonlijk denk ik van wel. Maar er is een belangrijke evolutie die mijns inziens bevorderlijk was voor een schijnbare toename, los van de herdefiniëring. Deze evolutie zal ik hier kort belichten.

Tot in de jaren vijftig waren omgangsvormen tussen mensen onderhevig aan duidelijke, strikte regels. De maatschappelijke rollen die we vervulden – de rol van dokter, onderwijzer, agent, maar ook van moeder, vader, grootouder – waren scherper afgelijnd. De grenzen van het toelaatbare waren niet onderhandelbaar. Ze lagen vast in kant-en-klare afspraken. De autoriteit van een onderwijzer sprak je niet tegen, noch als leerling, noch als ouder. Een kind groeide op in een ‘bevelshuishouding’: doe dit en laat dat en anders zwaait er wat.

Vanaf de jaren zestig worden regels en grenzen steeds meer ter discussie gesteld. Alles wat naar externe dwang neigt, wordt kritisch onder de loep genomen. Er ontstaat een zekere informalisering in de intermenselijke relaties: in de haardracht, de kleding, het taalgebruik en in de omgang tussen de seksen, tussen onderwijzers en leerlingen, tussen ‘bazen’ en werknemers, tussen burgers enerzijds en politici en vorsten anderzijds. En tussen burgers onderling. De Nederlandse socioloog Abram de Swaan spreekt van een overgang van ‘bevelshuishouding’ naar ‘onderhandelingshuishouding’.

De samenleving wordt meer egalitair, zowel in materieel, economisch en sociaal-cultureel opzicht. In die context groeit bijvoorbeeld de ‘bourgeoisificatie van de arbeidersklasse’ terwijl de jonge generatie bourgeois juist bepaalde omgangsvormen van de eertijds lagere sociale klassen gaat omarmen als een meer ‘authentieke’ levenswijze. Grenzen worden diffuser en beweeglijker. Er zit meer speling op. Wat hoort en wat niet hoort – de etiquette - wordt steeds minder een kwestie van externe regeltjes, van bevelen van bovenaf, en steeds meer “onderhandelbaar”, al naargelang de situatie. Begrafenissen worden ‘persoonlijker’, minder ‘ritueel’; vaste patronen worden doorbroken. Van individuen wordt verwacht dat ze voldoende zelfdwang (interne dwang) aan de dag leggen om hun gedrag niet uit de hand te laten lopen. Regels zijn veel meer ‘ongeschreven’ en moeten ‘aangevoeld’ worden. Er zijn minder (en minder rigide) standaardmodellen voor gedrag. Individualisering, zelfontplooiing en emancipatie staan centraal.

Voor autisten is deze evolutie bepaald nadelig. Zij functioneren namelijk het best als er duidelijke regels zijn, een klare orde, waarin alles een tamelijk voorspelbaar beloop kent. Niets heerlijkers voor een autist dan een dokter die doktertje speelt, die doet wat van een dokter wordt verwacht: onderzoeken, diagnosticeren en de rekening opmaken. Geen praatjes over het weer, geen grapjes om een of ander ijs te breken.

Ook 'nieuwigheden’ halen de voorspelbaarheid onderuit, maar in deze evolutie gaat het niet zomaar om ‘verandering’. Gewone nieuwigheden kunnen immers aangeleerd worden: het zijn gewoon andere – maar nog steeds extern voorgeschreven - regels. Wat werkelijk nieuw is sinds (vooral) de jaren zestig is het verdampen van een geregelde orde tout court. Het menselijke verkeer wordt experimenteel, een voortdurend aftasten van grenzen, een zoeken van situatie tot situatie naar wat wenselijk en opportuun is.

Voor zulke situaties deinzen autisten terug. Ze gaan zich verkrampt opstellen. Ze kijken de kat uit de boom tot er een of ander patroon zichtbaar wordt dat als handleiding kan dienen voor de eigen deelname aan het sociaal verkeer. Het is de vluchtigheid die beangstigt en onzeker maakt, maar vooral: de onduidelijkheid, want alles wat eertijds in duidelijke regels was gegoten, hangt nu af van de willekeur van het moment.

Door deze evolutie zijn autisten dan ook veel zichtbaarder dan vroeger. Hun onzekerheid en onbeholpenheid valt op. Niet zij zijn veranderd, ook niet hun aantal, maar hun zichtbaarheid: hun rigiditeit ‘vloekt” met een wanordelijke wereld van flexibiliteit, fluïditeit en tactiliteit. Daar komt bij dat het vermogen tot sociale interactie – communiceren, ‘netwerken’ – met name in de arbeidssfeer in belang is toegenomen. Aan de ‘band’ in een fabriek valt een autist niet op: bandwerk steunt op herhaling en systematiek. Op een receptie, waar alles vrijblijvender is, valt een autist des te meer op. En daarom zijn ze (schijnbaar) met meer dan vroeger.

Alzo mijn hypothese...

Laatst gewijzigd door Den Duisteren Duikboot : 20 september 2012 om 18:48.
Den Duisteren Duikboot is offline   Met citaat antwoorden
Oud 20 september 2012, 20:08   #2
Rudy
Secretaris-Generaal VN
 
Rudy's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 24 november 2004
Locatie: Mechelen - Oostende
Berichten: 38.975
Standaard

Soms heb ik de indruk dat al wie zich niet sociaal opstelt als autist wordt beschouwd.
Rudy is offline   Met citaat antwoorden
Oud 21 september 2012, 14:56   #3
parsprototem
Banneling
 
 
Geregistreerd: 9 februari 2012
Berichten: 3.630
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Den Duisteren Duikboot Bekijk bericht
Vanavond op Een in Koppen, 20u40:

In Vlaanderen komt twee keer zoveel autisme voor, vergeleken met de rest van de wereld. Op zijn minst is dat vreemd. Wordt de diagnose te snel gesteld? En hoe stel je autisme of officieel autismespectrumstoornis (ASS) het best vast?

Yaro (11) en Jonathan (21) leven met autisme. Omdat ze normaal begaafd zijn is dat minder opvallend. Yaro volgt het gewoon lager onderwijs, Jonathan heeft sinds kort werk bij Volvo Gent. "Het is een onzichtbare handicap, je kan niet altijd op begrip rekenen", zegt Jonathan.

Een diagnose van ASS vereist een uitgebreid multidisciplinair onderzoek, de wachtlijsten hiervoor zijn lang. Volgens pedagoog Peter Vermeulen is de druk te groot om te snel een diagnose te stellen. "Het gevaar bestaat dat de diagnose aan waarde verliest en dat kinderen en jongeren die echt hulp nodig hebben uit de boot vallen", aldus Vermeulen.

donderdag 20 september 2012


Bron: http://www.een.be/programmas/koppen/...diagnosticeerd

Een tijdje geleden schreef ik onderstaande tekst. Ik kon er niet toe besluiten hem hier te publiceren. Ik vreesde immers dat ik te veel nadruk legde op de problemen die autisten vaak hebben met een gebrek aan structuur. Maar naar aanleiding van de Koppen-reportage werp ik hem nu toch maar voor de leeuwen...


Van externe dwang naar onderhandeling: waarom autisme lijkt toe te nemen

Autisme is een begrip dat de voorbije decennia met een steeds ruimer cluster van psychologische verschijnselen wordt verbonden. Waar psychologen vroeger erg zuinig waren met de diagnose ‘autisme’, lijkt ze anno 2012 een passepartout geworden.

Zeker, de definitie is verruimd - als een bepaalde, afwijkende manier waarop de hersenen functioneren – maar waren er vroeger dan evenveel autisten als vandaag? Zou autisme een even wijd verbreid verschijnsel zijn geweest in de jaren zestig als we toen al de definities van vandaag hadden gehanteerd?

Die vraag is uiteraard moeilijk te beantwoorden. Persoonlijk denk ik van wel. Maar er is een belangrijke evolutie die mijns inziens bevorderlijk was voor een schijnbare toename, los van de herdefiniëring. Deze evolutie zal ik hier kort belichten.

Tot in de jaren vijftig waren omgangsvormen tussen mensen onderhevig aan duidelijke, strikte regels. De maatschappelijke rollen die we vervulden – de rol van dokter, onderwijzer, agent, maar ook van moeder, vader, grootouder – waren scherper afgelijnd. De grenzen van het toelaatbare waren niet onderhandelbaar. Ze lagen vast in kant-en-klare afspraken. De autoriteit van een onderwijzer sprak je niet tegen, noch als leerling, noch als ouder. Een kind groeide op in een ‘bevelshuishouding’: doe dit en laat dat en anders zwaait er wat.

Vanaf de jaren zestig worden regels en grenzen steeds meer ter discussie gesteld. Alles wat naar externe dwang neigt, wordt kritisch onder de loep genomen. Er ontstaat een zekere informalisering in de intermenselijke relaties: in de haardracht, de kleding, het taalgebruik en in de omgang tussen de seksen, tussen onderwijzers en leerlingen, tussen ‘bazen’ en werknemers, tussen burgers enerzijds en politici en vorsten anderzijds. En tussen burgers onderling. De Nederlandse socioloog Abram de Swaan spreekt van een overgang van ‘bevelshuishouding’ naar ‘onderhandelingshuishouding’.

De samenleving wordt meer egalitair, zowel in materieel, economisch en sociaal-cultureel opzicht. In die context groeit bijvoorbeeld de ‘bourgeoisificatie van de arbeidersklasse’ terwijl de jonge generatie bourgeois juist bepaalde omgangsvormen van de eertijds lagere sociale klassen gaat omarmen als een meer ‘authentieke’ levenswijze. Grenzen worden diffuser en beweeglijker. Er zit meer speling op. Wat hoort en wat niet hoort – de etiquette - wordt steeds minder een kwestie van externe regeltjes, van bevelen van bovenaf, en steeds meer “onderhandelbaar”, al naargelang de situatie. Begrafenissen worden ‘persoonlijker’, minder ‘ritueel’; vaste patronen worden doorbroken. Van individuen wordt verwacht dat ze voldoende zelfdwang (interne dwang) aan de dag leggen om hun gedrag niet uit de hand te laten lopen. Regels zijn veel meer ‘ongeschreven’ en moeten ‘aangevoeld’ worden. Er zijn minder (en minder rigide) standaardmodellen voor gedrag. Individualisering, zelfontplooiing en emancipatie staan centraal.

Voor autisten is deze evolutie bepaald nadelig. Zij functioneren namelijk het best als er duidelijke regels zijn, een klare orde, waarin alles een tamelijk voorspelbaar beloop kent. Niets heerlijkers voor een autist dan een dokter die doktertje speelt, die doet wat van een dokter wordt verwacht: onderzoeken, diagnosticeren en de rekening opmaken. Geen praatjes over het weer, geen grapjes om een of ander ijs te breken.

Ook 'nieuwigheden’ halen de voorspelbaarheid onderuit, maar in deze evolutie gaat het niet zomaar om ‘verandering’. Gewone nieuwigheden kunnen immers aangeleerd worden: het zijn gewoon andere – maar nog steeds extern voorgeschreven - regels. Wat werkelijk nieuw is sinds (vooral) de jaren zestig is het verdampen van een geregelde orde tout court. Het menselijke verkeer wordt experimenteel, een voortdurend aftasten van grenzen, een zoeken van situatie tot situatie naar wat wenselijk en opportuun is.

Voor zulke situaties deinzen autisten terug. Ze gaan zich verkrampt opstellen. Ze kijken de kat uit de boom tot er een of ander patroon zichtbaar wordt dat als handleiding kan dienen voor de eigen deelname aan het sociaal verkeer. Het is de vluchtigheid die beangstigt en onzeker maakt, maar vooral: de onduidelijkheid, want alles wat eertijds in duidelijke regels was gegoten, hangt nu af van de willekeur van het moment.

Door deze evolutie zijn autisten dan ook veel zichtbaarder dan vroeger. Hun onzekerheid en onbeholpenheid valt op. Niet zij zijn veranderd, ook niet hun aantal, maar hun zichtbaarheid: hun rigiditeit ‘vloekt” met een wanordelijke wereld van flexibiliteit, fluïditeit en tactiliteit. Daar komt bij dat het vermogen tot sociale interactie – communiceren, ‘netwerken’ – met name in de arbeidssfeer in belang is toegenomen. Aan de ‘band’ in een fabriek valt een autist niet op: bandwerk steunt op herhaling en systematiek. Op een receptie, waar alles vrijblijvender is, valt een autist des te meer op. En daarom zijn ze (schijnbaar) met meer dan vroeger.

Alzo mijn hypothese...
Goed dat je het toch hebt geplaatst. Ik zit op dezelfde golflengte. Helemaal.

Stel dat je de maatchappij ervaart als chaotisch, dan ga je zoeken naar hechte structuurelementen., de seizoenen bv. Of je gaat weekenden en feestdagen nivelleren met werkdagen. En je gaat afstand nemen van die chaotische maatschappij om soberder en structureler te leven wat tot gevolg kan hebben dat je een asociaal beeld van jezelf ophangt terwijl je in feite heel sociaalvaardig bent.

Soms denk ik dat 'autisme' een term zou kunnen zijn om mensen te 'bepalen' die gewoon de structuur en de rust nodig hebben zoals die er was 100 jaar geleden.

Er zijn mensen die openbloeien wanneer ze alleen zijn (schapenhoeders bv) en die verkwijnen in een groep.

In de westerse maatschappijen en elders ook ligt de nadruk momenteel op teamwork, flexibiliteit, soepelheid, groepsgedoe en all-round tasking. Voor sommige mensen is dat een nachtmerrie-scenario. Maar de maatschappij houdt er geen rekening mee. Iedereen krijgt de boodschap dat je het beste gedijt via sociaal contact. En de dosering ervan bepalen ze ook even.

Wat mij is bijgebleven was een reportage over een man in Australië die niet anders deed dan elke dag op zijn eentje in volle natuur omheiningen te inspecteren op slijtage en openingen. Die man vertelde dat hij een keer in de stad was gegaan en dat heel onaangenaam vond. Op de stoep liepen er mensen achter en voor hem, en hij heeft zich heel die tijd ingehouden om de mensen voor hem niet weg te schoppen.
Is die man nu een autist? Ik denk het niet. Maar stel dat hij een job had op een werkvloer waar mensen in en uit lopen en telefoons rinkelen, en om de zoveel dagen een werkmemo in zijn kastje ligt, dan is die man een vogel voor de kat.
Over structuur gesproken... die is superbelangrijk. Zowel dieren in het wild, als gedomisticeerde dieren, en planten hebben structuur nodig en leven in functie van die structuur. De mens ook, maar het lijkt alsof de experimentatiefase van de pubermens uitgesmeerd wordt over een heel mensenleven en een infrastructuur heeft gekregen in de maatschappij.

Ik ben er haast van overtuigd dat de maatschappij een zeer grote lacune heeft; ze biedt geen bestaansmogelijkheid aan mensen die structuur, ruimte en stilte nodig hebben (zoals vroeger), en ik spreek over mensen die capaciteiten hebben en zelfs innoverend kunnen zijn op de arbeidsmarkt.

Eigenlijk is 'autisme' een vrij hulpeloze term.

Ik heb trouwens geen enkele literatuurschrijver gekend die in groepsverband zijn boek/haar boek heeft geschreven. Schrijven is een strakke structuur volgen: de zinnen vormen een tekst en in de zinnen zit een strakke structuur van onderwerp, werkwoord, bijwoordelijke bepalingen. Er is de interpunctie. En elk woord bestaat uit letters (beperkt alfabet). En de zinnen samen vormen een tekst. Speling is mogelijk maar het blijft een strakke structuur.

Zijn schrijvers autisten? Ik denk het niet.

Over de term 'autisme' moet nog veel nagedacht worden, is mijn indruk.
parsprototem is offline   Met citaat antwoorden
Oud 21 september 2012, 16:31   #4
Scherven A. Mok
Banneling
 
 
Geregistreerd: 21 april 2008
Berichten: 12.832
Standaard

Om autisme tegen te gaan is het voor de duidelijkheid nodig vrouwen die geen hoer zijn een hoofddoek te laten dragen.
Scherven A. Mok is offline   Met citaat antwoorden
Oud 21 september 2012, 17:50   #5
Nynorsk
Secretaris-Generaal VN
 
Nynorsk's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 3 juni 2003
Berichten: 24.102
Standaard

Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Den Duisteren Duikboot Bekijk bericht
Vanavond op Een in Koppen, 20u40:

In Vlaanderen komt twee keer zoveel autisme voor, vergeleken met de rest van de wereld. Op zijn minst is dat vreemd. Wordt de diagnose te snel gesteld? En hoe stel je autisme of officieel autismespectrumstoornis (ASS) het best vast?

Yaro (11) en Jonathan (21) leven met autisme. Omdat ze normaal begaafd zijn is dat minder opvallend. Yaro volgt het gewoon lager onderwijs, Jonathan heeft sinds kort werk bij Volvo Gent. "Het is een onzichtbare handicap, je kan niet altijd op begrip rekenen", zegt Jonathan.

Een diagnose van ASS vereist een uitgebreid multidisciplinair onderzoek, de wachtlijsten hiervoor zijn lang. Volgens pedagoog Peter Vermeulen is de druk te groot om te snel een diagnose te stellen. "Het gevaar bestaat dat de diagnose aan waarde verliest en dat kinderen en jongeren die echt hulp nodig hebben uit de boot vallen", aldus Vermeulen.

donderdag 20 september 2012


Bron: http://www.een.be/programmas/koppen/...diagnosticeerd

Een tijdje geleden schreef ik onderstaande tekst. Ik kon er niet toe besluiten hem hier te publiceren. Ik vreesde immers dat ik te veel nadruk legde op de problemen die autisten vaak hebben met een gebrek aan structuur. Maar naar aanleiding van de Koppen-reportage werp ik hem nu toch maar voor de leeuwen...


Van externe dwang naar onderhandeling: waarom autisme lijkt toe te nemen

Autisme is een begrip dat de voorbije decennia met een steeds ruimer cluster van psychologische verschijnselen wordt verbonden. Waar psychologen vroeger erg zuinig waren met de diagnose ‘autisme’, lijkt ze anno 2012 een passepartout geworden.

Zeker, de definitie is verruimd - als een bepaalde, afwijkende manier waarop de hersenen functioneren – maar waren er vroeger dan evenveel autisten als vandaag? Zou autisme een even wijd verbreid verschijnsel zijn geweest in de jaren zestig als we toen al de definities van vandaag hadden gehanteerd?

Die vraag is uiteraard moeilijk te beantwoorden. Persoonlijk denk ik van wel. Maar er is een belangrijke evolutie die mijns inziens bevorderlijk was voor een schijnbare toename, los van de herdefiniëring. Deze evolutie zal ik hier kort belichten.

Tot in de jaren vijftig waren omgangsvormen tussen mensen onderhevig aan duidelijke, strikte regels. De maatschappelijke rollen die we vervulden – de rol van dokter, onderwijzer, agent, maar ook van moeder, vader, grootouder – waren scherper afgelijnd. De grenzen van het toelaatbare waren niet onderhandelbaar. Ze lagen vast in kant-en-klare afspraken. De autoriteit van een onderwijzer sprak je niet tegen, noch als leerling, noch als ouder. Een kind groeide op in een ‘bevelshuishouding’: doe dit en laat dat en anders zwaait er wat.

Vanaf de jaren zestig worden regels en grenzen steeds meer ter discussie gesteld. Alles wat naar externe dwang neigt, wordt kritisch onder de loep genomen. Er ontstaat een zekere informalisering in de intermenselijke relaties: in de haardracht, de kleding, het taalgebruik en in de omgang tussen de seksen, tussen onderwijzers en leerlingen, tussen ‘bazen’ en werknemers, tussen burgers enerzijds en politici en vorsten anderzijds. En tussen burgers onderling. De Nederlandse socioloog Abram de Swaan spreekt van een overgang van ‘bevelshuishouding’ naar ‘onderhandelingshuishouding’.

De samenleving wordt meer egalitair, zowel in materieel, economisch en sociaal-cultureel opzicht. In die context groeit bijvoorbeeld de ‘bourgeoisificatie van de arbeidersklasse’ terwijl de jonge generatie bourgeois juist bepaalde omgangsvormen van de eertijds lagere sociale klassen gaat omarmen als een meer ‘authentieke’ levenswijze. Grenzen worden diffuser en beweeglijker. Er zit meer speling op. Wat hoort en wat niet hoort – de etiquette - wordt steeds minder een kwestie van externe regeltjes, van bevelen van bovenaf, en steeds meer “onderhandelbaar”, al naargelang de situatie. Begrafenissen worden ‘persoonlijker’, minder ‘ritueel’; vaste patronen worden doorbroken. Van individuen wordt verwacht dat ze voldoende zelfdwang (interne dwang) aan de dag leggen om hun gedrag niet uit de hand te laten lopen. Regels zijn veel meer ‘ongeschreven’ en moeten ‘aangevoeld’ worden. Er zijn minder (en minder rigide) standaardmodellen voor gedrag. Individualisering, zelfontplooiing en emancipatie staan centraal.

Voor autisten is deze evolutie bepaald nadelig. Zij functioneren namelijk het best als er duidelijke regels zijn, een klare orde, waarin alles een tamelijk voorspelbaar beloop kent. Niets heerlijkers voor een autist dan een dokter die doktertje speelt, die doet wat van een dokter wordt verwacht: onderzoeken, diagnosticeren en de rekening opmaken. Geen praatjes over het weer, geen grapjes om een of ander ijs te breken.

Ook 'nieuwigheden’ halen de voorspelbaarheid onderuit, maar in deze evolutie gaat het niet zomaar om ‘verandering’. Gewone nieuwigheden kunnen immers aangeleerd worden: het zijn gewoon andere – maar nog steeds extern voorgeschreven - regels. Wat werkelijk nieuw is sinds (vooral) de jaren zestig is het verdampen van een geregelde orde tout court. Het menselijke verkeer wordt experimenteel, een voortdurend aftasten van grenzen, een zoeken van situatie tot situatie naar wat wenselijk en opportuun is.

Voor zulke situaties deinzen autisten terug. Ze gaan zich verkrampt opstellen. Ze kijken de kat uit de boom tot er een of ander patroon zichtbaar wordt dat als handleiding kan dienen voor de eigen deelname aan het sociaal verkeer. Het is de vluchtigheid die beangstigt en onzeker maakt, maar vooral: de onduidelijkheid, want alles wat eertijds in duidelijke regels was gegoten, hangt nu af van de willekeur van het moment.

Door deze evolutie zijn autisten dan ook veel zichtbaarder dan vroeger. Hun onzekerheid en onbeholpenheid valt op. Niet zij zijn veranderd, ook niet hun aantal, maar hun zichtbaarheid: hun rigiditeit ‘vloekt” met een wanordelijke wereld van flexibiliteit, fluïditeit en tactiliteit. Daar komt bij dat het vermogen tot sociale interactie – communiceren, ‘netwerken’ – met name in de arbeidssfeer in belang is toegenomen. Aan de ‘band’ in een fabriek valt een autist niet op: bandwerk steunt op herhaling en systematiek. Op een receptie, waar alles vrijblijvender is, valt een autist des te meer op. En daarom zijn ze (schijnbaar) met meer dan vroeger.

Alzo mijn hypothese...
Ik denk dat dat zeker één aspect heel grondig belicht.
Een ander aspect is dat men nu meer de neiging heeft om die mensen te helpen integreren in de samenleving. Ik heb een tijd in de 'autismesector' gewerkt, en wat me opviel bij oudere mensen (60+) met autisme, die pas onlangs een diagnose hadden gekregen, is dat hun capaciteiten door de omgeving schromelijk onderschat werden. Normaal begaafden die ingeschat worden als mentaal gehandicapt, bijvoorbeeld, of bepaalde vaardigheden die nooit opgemerkt zijn geweest. Bij een kind dat wat 'raar' doet kijkt men tegenwoordig niet alleen naar zwaktes maar ook naar sterktes: het is niet omdat je autistisch bent dat je geen ingenieur kan worden. Men stimuleert het kind om toch 'zo ver mogelijk' in het leven te komen. Ik denk dat mensen met autisme vroeger gewoon veel vaker werden weggestopt. In instellingen voor mentaal gehandicapten, in de psychiatrie onder de noemer psychose, of ze bleven bij de zus en haar man inwonen en hielpen daar wat.
In ieder geval werden ze serieus ondergediagnosticeerd, en een aantal van hen werd gewoon uit de samenleving "verbannen". De vraag is natuurlijk of al dat geïntegreer van tegenwoordig voor iedere persoon met autisme wel de juiste weg is...
__________________
Nynorsk is offline   Met citaat antwoorden
Antwoord



Regels voor berichten
Je mag niet nieuwe discussies starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag niet bijlagen versturen
Je mag niet jouw berichten bewerken

vB-code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit
Forumnavigatie


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:22.


Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be