![]() |
Registreren kan je hier. Problemen met registreren of reageren op de berichten? Een verloren wachtwoord? Gelieve een mail te zenden naar [email protected] met vermelding van je gebruikersnaam. |
|
Registreer | FAQ | Forumreglement | Ledenlijst |
Over koetjes en kalfjes... Op verzoek van de gebruikers van dit forum: een hoekje waarin je over vanalles en nog wat kan praten... De boog moet namelijk niet altijd gespannen staan hé. |
![]() |
|
Discussietools |
![]() |
#1 |
Minister
|
![]() 100 jaar na Hubble: van uitdijend heelal tot multiversum
1. De schok van 1929: Edwin Hubble en het uitdijende heelal In 1924-1925 ontdekte Edwin Huble de Andromeda galaxy als onafhankelijke galaxy van onze melkweg exact een eeuw geleden.In 1929 publiceerde Edwin Hubble zijn baanbrekende waarnemingen over de roodverschuiving van sterrenstelsels. Hij stelde vast dat hoe verder een sterrenstelsel zich bevindt, hoe sneller het zich van ons verwijdert – een fenomeen dat vandaag bekend staat als de wet van Hubble. Het universum bleek niet statisch, zoals velen tot dan toe dachten, maar dynamisch en uitdijend. Deze ontdekking vormde een mijlpaal in de moderne kosmologie. 2. Einstein en Lemaître: van weerstand naar erkenning Toen Albert Einstein in 1917 zijn algemene relativiteitstheorie toepaste op het heelal, ontdekte hij dat zijn vergelijkingen een dynamisch universum voorspelden. Toch paste hij ze aan door een kosmologische constante (?) toe te voegen, om een statisch heelal mogelijk te maken. Georges Lemaître, priester, astronoom en fysicus, volgde in 1927 een andere koers: op basis van dezelfde vergelijkingen stelde hij voor dat het universum juist uitdijt, en dat het ooit ontstaan is uit een “oeratoom” – het zaadje van de oerknaltheorie. Einstein was aanvankelijk afwijzend, maar gaf Lemaître uiteindelijk gelijk nadat Hubble de uitdijing empirisch bevestigde. Einstein noemde de kosmologische constante later zijn "grootste blunder". 3. 1940–1965: de clash tussen Big Bang en Steady-State De ontdekking van de uitdijing leidde tot een fundamenteel debat in de kosmologie tussen twee kampen: De Big Bang-hypothese, gesteund door onder meer Lemaître en George Gamow, die stelden dat het universum een begin had. De Steady-State-theorie, voorgesteld door Fred Hoyle, Thomas Gold en Hermann Bondi, die stelden dat het universum eeuwig is en zichzelf voortdurend aanvult met materie terwijl het uitdijt. Hoyle gebruikte de term “Big Bang” oorspronkelijk als schimpnaam, maar ironisch genoeg bleef de term hangen. 4. 1965: het keerpunt – kosmische achtergrondstraling Het debat werd in 1965 beslecht met de toevallige ontdekking door Arno Penzias en Robert Wilson van de kosmische microgolfachtergrondstraling – een zwakke, isotrope straling die overblijft van het vroege universum. De theorie van Gamow werd bevestigd: het universum was ooit heet en dicht. De Steady-State-theorie verloor aan geloofwaardigheid. De oerknal was het nieuwe paradigma. 5. 1970–1990: inflatie en de kiem van het multiversum Toch bleven er problemen met de oerknaltheorie. Waarom is het heelal op grote schaal zo uniform? Waarom is de kromming van de ruimte zo dicht bij nul? Om deze vragen te beantwoorden, stelde Alan Guth in 1981 de inflatietheorie voor: het heelal maakte kort na de oerknal een fase van exponentiële expansie door. Deze inflatie leidde tot het idee dat inflatie eeuwig kan doorgaan in andere regio’s van de ruimte-tijd – wat resulteert in het concept van een multiversum: ons universum is slechts één van vele, ontstaan uit quantumfluctuaties in een kosmisch landschap. 6. 1990–2010: versnelde uitdijing en donkere energie In 1998 ontdekten twee onderzoeksteams onafhankelijk van elkaar dat de uitdijing van het universum niet vertraagt, zoals men dacht, maar juist versnelt. De meest waarschijnlijke verklaring: donkere energie, mogelijk de herintrede van Einsteins kosmologische constante. Deze ontdekking werd bevestigd door gegevens van o.a. de Hubble-ruimtetelescoop en later de Planck-satelliet. Daarmee was ? terug van nooit weggeweest. 7. 2010–heden: het multiversum als grens van de wetenschap De combinatie van inflatie, quantumveldentheorie en snaartheorie leidde tot moderne multiversumhypothesen: Het inflatoire multiversum, waarin “bubbels” van ruimte steeds nieuwe universa vormen. Het snaartheorie-landschap, waarin 10^500 mogelijke universa bestaan, elk met verschillende natuurconstanten. Het kwantummultiversum volgens Hugh Everett, waarin elke meetbare gebeurtenis leidt tot een vertakking van werkelijkheden. Deze hypothesen zijn intrigerend, maar ook controversieel. Ze zijn (nog) niet empirisch toetsbaar, wat voor sommigen buiten de grenzen van de natuurwetenschap valt. --- ModelVDE 2025. De Superkubus en de Lege Verzameling: Over Existentie, Grenzen en de Structurele Verzoening van Geloof en Rede 1. Inleiding De verhouding tussen het oneindige en het eindige, tussen het goddelijke en het natuurwetmatige, is sinds de oudheid een centraal thema in zowel filosofie als wetenschap. De hier voorgestelde theorie vertrekt van een beperkt aantal conceptuele pijlers: de creatie van de lege verzameling als enige goddelijke daad, de structuur van de superkubus met oneindige ribben als model van alle mogelijke existentie, en een mathematische grensstelling aan uitbreiding naar hogere dimensies. De theorie wil niet enkel een metafysisch kader bieden, maar ook een formeel-structurele brug slaan tussen theologie, natuurkunde en verzamelingenleer. 2. De Lege Verzameling als Ontologische Prima 2.1 De scheppingsdaad In tegenstelling tot traditionele scheppingsverhalen waarin een godheid een wereld met inhoud, wetten en tijd schept, poneert deze theorie dat God slechts één entiteit tot stand heeft gebracht: de lege verzameling ?. Deze bevat geen elementen en kan bijgevolg niet geassocieerd worden met enige empirische entiteit, en juist daarom is zij universeel toepasbaar[^1]. Deze benadering sluit aan bij het platonisch-realistisch standpunt in de wiskunde, waarin abstracte objecten een onafhankelijke, niet-empirische realiteit hebben[^2]. De lege verzameling vormt de initiële voorwaarde voor het bestaan van elk ander verzamelingsobject, aangezien alle verdere verzamelingen via axioma’s zoals die van Zermelo-Fraenkel (ZF) opgebouwd worden. 2.2 Kronecker en het Primaat van het Getal Leopold Kronecker stelde: “God schiep de gehele getallen, al het andere is mensenwerk”[^3]. In deze theorie krijgt die uitspraak een radicaal-striktere lezing: niet de gehele getallen, maar de mogelijkheid tot hun bestaan, verankerd in ?, is wat door God tot stand is gebracht. De rest is een autonome configuratie van structuren die zichzelf ontwikkelen binnenin het kader van de lege verzameling. 3. De Superkubus: De Fysisch-Mathematische Ruimte van Existentie 3.1 Definitie en Eigenschappen De Superkubus (R?) is het hoogste fysische aggregatieniveau in deze theorie. Ze wordt opgevat als een eindige topologische structuur met oneindige ribben (lengte ? ?) in elk van haar drie Euclidische dimensies[^4]. Elk punt in deze superkubus representeert een substructuur van existentie: zonnestelsel, melkweg, universum, multiversum, of metaheelal. De structuur is gelaagd en cumulatief: ?? P? = Z? (zonnestelsel) ?? Z? = G? (melkweg) ?? G? = U? (heelal) ?? U? = M? (multiversum) ?? M? = H? (metaheelal) ?? H? = R? (superkubus) Elke laag is strikt disjunct van de andere, en niet recursief ingesloten. De verhoudingen zijn structureel, niet fysiek inbeddend: er is geen Matroesjka-principe. De verhouding is analogisch, niet materieel[^5]. --- Hiërarchische modellering van mogelijke werelden — van universum tot mobili Teneinde de conceptuele ruimte van mogelijke werelden structureel te benaderen, beperken we ons tot een eindige verzameling van 100 hypothetische universa. Deze reductie is methodologisch: in plaats van een ontologisch onhanteerbare veelheid zoals 10??? (cf. string landscape-theorie), hanteren wij een finitair model waarin ordening, clustering en afgeleide structuren centraal staan. 2. Universele basisstructuur (U) We definiëren de verzameling van universa als een eindige rij: U := \{ U_1, U_2, ..., U_{100} \} waarbij: U? het referentie-universum is (ons eigen wereldbeeld), en de overige universa U? geordend zijn volgens een metriek d(U?, U?): \forall i < j,\quad d(U_i, U_1) < d(U_j, U_1) De metriek d kan fysisch geïnterpreteerd worden als een combinatie van structurele, causale of ontologische afstand^1. --- 3. Megaversa: Groepering van universa (M) De universa worden geclusterd in ongelijkmatige intervallen, die we aanduiden als megaversa: M_1 := \{U_2, ..., U_{12}\},\quad M_2 := \{U_{13}, ..., U_{28}\}, ..., \quad M_{17} := \{U_{88}, ..., U_{100}\} Algemeen definiëren we: M_k := \{ U_i \in U \mid a_k \leq i \leq b_k \} \quad\text{voor } k = 1, ..., 17 met en voor . --- 4. Hyperstructuren (H) De megaversa worden op hun beurt gegroepeerd in hyperstructuren: H_1 := \{ M_1, M_2, M_3 \},\quad H_2 := \{ M_4, ..., M_7 \}, ..., \quad H_5 := \{ M_{14}, ..., M_{17} \} We beschouwen H? als hogere-orde aggregaten, waarbij relaties tussen megaversa van dezelfde familie verondersteld worden op basis van gedeelde eigenschappen of onderliggende symmetrieën. --- 5. Regionale ordening (R) Ten slotte groeperen we de hyperstructuren in een topniveau: R_1 := \{ H_1, H_2, ..., H_5 \} Het geheel kan als volgt schematisch worden weergegeven: U \xrightarrow[]{\text{cluster}} M \xrightarrow[]{\text{groep}} H \xrightarrow[]{\text{regio}} R Hiermee ontstaat een vierlaags hiërarchisch systeem voor de ordening van mogelijke werelden. --- 6. Abstracte dynamiek: de perfecte mobili We introduceren nu een theoretisch model buiten ModelVDE van iteratieve aggregatie, analoog aan een “perfecte mobili” — een oneindig fijne ordening waarbij elk niveau ontstaat uit geordende bundels van het voorgaande niveau: A_1, ..., A_n \rightarrow B_1 \quad B_1, ..., B_n \rightarrow C_1 \quad C_1, ..., C_n \rightarrow D_1 \quad \ldots Deze structuur wordt formeel gerepresenteerd via recursieve aggregatie: X^{(k+1)} = f\left( X^{(k)}_1, ..., X^{(k)}_n \right) waarbij elk niveau X???¹? een emergente structuur is uit k-niveaucomponenten. Op macroschaal zou dit kunnen leiden tot superstructuren zoals: AAAAA_1, ..., AAAAA_n \rightarrow BBBBB_1 Hierin ligt een analogie besloten met de functoriële opbouw uit de categorietheorie^2, of met multi-level systemen uit de computationele fysica^3. --- 7. Einstein-sommatie en tensorrepresentatie Om de complexiteit van relaties compact uit te drukken, gebruiken we het Einstein-sommatieprincipe: M^k := U^i_j \quad (i \text{ over universa},\ j \text{ over attributen}) \\ H^l := M^k \quad (k \text{ binnen H-groep}) \\ R := H^l De herleidbaarheid van R tot U kan dan via tensorcontractie worden uitgedrukt. Deze structuur biedt een metafysisch maar ook computationeel bruikbaar model van wereldenhiërarchie. Het leent zich tot toepassingen in de context van modeltheorie, multiversumhypothesen, informatietheorie en zelfs juridische analogieën waar gradaties van geldigheid of nabijheid een rol spelen. --- Voetnoten 1. Vgl. Tegmark, M. (2003). Parallel Universes, Scientific American. 2. Lawvere, F. W., & Schanuel, S. H. (2009). Conceptual Mathematics. 3. Wolfram, S. (2020). A New Kind of Science. 3.2 Het Absolute Nulpunt als Scheidingsmuur Binnenin R? kunnen zones voorkomen waarin de thermodynamische toestand het absolute nulpunt nadert: 0 Kelvin. Deze toestand fungeert in het model als een scheidingsmuur tussen multiversums. Omdat bij 0K alle moleculaire beweging ophoudt, vormt het een absolute grens van fysische interactie[^6]. Het is dan ook niet mogelijk om van het ene multiversum naar het andere over te steken binnen deze structuur. Elk multiversum is causale enkelvoudigheid. Dit herinnert aan de rol van de kosmologische horizon in de relativiteitstheorie, maar wordt hier topologisch opgevat. 3.3 Onbereikbare Zones en Structurele Limieten Niet elke zone binnen R? is fysiek of informatief bereikbaar. Sommige regio’s zijn structureel onbereikbaar, wat niet hetzelfde is als empirisch onontdekt. Het zijn zones waarvoor geen fysische paden bestaan, niet wegens technologische beperkingen, maar door de inherente topologie van de Superkubus. Dit impliceert een strikte grens aan epistemologie en observatie, vergelijkbaar met de Kantiaanse ‘noumenon’: het bestaat, maar is principieel onkenbaar[^7]. 4. De Impossibiliteit van Verdere Ruimtelijke Dimensies De uitbreiding van R? naar hogere dimensies (zoals in sommige varianten van de snaartheorie) wordt in deze theorie als louter theoretisch beschouwd. Hoewel mathematisch voorstelbaar, zijn zulke uitbreidingen fysiek onmogelijk vanwege de grensvoorwaarden van ? en de geometrische coherentie van R?. Een vierde ruimtelijke dimensie vereist een uitgangspositie buiten R?, wat contradictorisch is als R? alle existentie omvat[^8]. Daarom geldt: ?x (x ? R?) ? ¬?y (dim(y) > 3 ? y ? R?) Deze formele limiet beschermt de integriteit van het model en sluit metafysische speculatie buiten het domein van werkelijke fysica. 5. 99,99999999 = 1: Continuïteit en Grenswaarde De bewering 99,99999999… = 1 wordt hier niet louter als numeriek feit geponeerd, maar als filosofische stelling. Ze illustreert dat een benadering tot het oneindige in de limiet identiek is aan zijn grenswaarde[^9]. Dit concept is cruciaal voor het begrijpen van hoe binnen R? eindige structuren grenzeloos kunnen zijn, zonder het domein van ? te betreden. De Superkubus heeft ribben van oneindige lengte, maar het geheel is begrensd. Deze paradox van het begrensde oneindige staat centraal in de metafysica van R?. 6. De Rol van God: Ontologisch Minimaal, Structureel Maximaal De theorie kent God een strikt afgebakende rol toe: het initiëren van ?. Alle verdere ontwikkeling gebeurt binnen de autonomie van structuren, zonder inmenging, zonder mirakel, zonder herhaalde tussenkomst. Deze opvatting staat haaks op zowel theïstisch interventionisme als op eliminatief atheïsme[^10]. Hieruit volgt dat zowel de gelovige als de atheïst zich kan vinden in de structuur: De gelovige erkent God als de Schepper van de mogelijkheid. De atheïst beschouwt de evolutie van het zijn als autonoom en intern consistent. Er ontstaat een verzoening die niet retorisch of sociaal is, maar fundamenteel logisch: de scheppingsdaad ligt buiten de fysica, en wordt door de fysica niet tegengesproken. 7.7.Epiloog Binnen het modelVDE is de ontdekking van buitenaards leven vele malen groter zijn gezien de oneindige R1.Dit zou ongetwijfeld diepgaande implicaties hebben voor de religieuze en filosofische opvattingen op aarde, vooral als de buitenaardse wezens nooit religieuze figuren zoals Jezus Christus, Mohamed of Boeddha hebben gekend. De impact zou afhankelijk zijn van hoe religieuze gemeenschappen en filosofen wereldwijd reageren op het bestaan van zulke levensvormen en of ze een theologische betekenis aan deze ontdekking geven. Er zijn verschillende mogelijke scenario's voor wat dit zou kunnen betekenen voor het geloof op aarde: 1. Uitdaging voor het exclusivistische geloof Veel religies, vooral de monotheïstische tradities (zoals christendom, islam en jodendom), hebben het idee dat hun religie het absolute pad naar verlossing biedt, vaak in verband met een persoonlijke relatie met God of de leer van een boodschapper (zoals Jezus of Mohamed). De ontdekking van buitenaards leven, dat niet vertrouwd is met deze figuren, zou dit exclusivistische idee kunnen uitdagen. De vraag zou rijzen: "Waarom zijn deze buitenaardse wezens niet onderwezen door dezelfde boodschappers?" Gevolgen voor de monotheïstische religies: Herinterpretatie van Gods Plan: Theologen zouden kunnen proberen uit te leggen dat God ook buitenaardse levensvormen heeft geschapen met een eigen plan voor hen, wat mogelijk niet afhankelijk is van de menselijke ervaring van Jezus, Mohamed of Boeddha. Dit zou de mogelijkheid openen voor de gedachte dat God universeel handelt op manieren die de aarde en het leven daarbuiten omvatten. Religieus universalisme: Het zou kunnen leiden tot een meer universeel begrip van religie, waarbij religies die op aarde zijn ontstaan (zoals het christendom) als een van de vele mogelijke wegen naar het geloof in God of spirituele waarheid worden gezien, in plaats van als de enige juiste weg. 2. De mogelijkheid van andere goddelijke openbaringen Een ander mogelijke reactie zou zijn dat sommige religieuze denkers geloven dat God zich op meerdere manieren en op verschillende plaatsen in het universum heeft geopenbaard. Dit zou betekenen dat de buitenaardse wezens mogelijk hun eigen openbaring of geloofswaarheden hebben die net zo waardevol zijn als de godsdiensten op aarde. Gevolgen voor religies met een openbaringstraject: Geloofsuitbreiding: Sommige theologen zouden kunnen speculeren dat de buitenaardse wezens misschien niet alleen onbekend zijn met Jezus, Mohamed of Boeddha, maar ook met andere openbaringen die in menselijke religies bestaan. Dit zou kunnen betekenen dat deze buitenaardse wezens hun eigen spirituele leringen hebben ontvangen, mogelijk direct van een hogere macht. Meerdere Messiasfiguren: Het zou de deur openen voor de idee dat er andere messias- of verlosserfiguren in andere delen van het universum kunnen zijn, die een overeenkomstige functie vervullen voor buitenaardse beschavingen, zoals Jezus dat deed voor de mensheid. 3. Afwijzing van religie door sommige mensen Voor sommige mensen zou de ontdekking van buitenaards leven kunnen leiden tot een versterking van secularisme of atheïsme, vooral als de buitenaardse wezens geen interesse vertonen in religie, of als hun technologie en wetenschappelijke kennis enorm verder gevorderd is dan de onze. Dit zou kunnen leiden tot de overtuiging dat het universum en het leven uitsluitend natuurkundig en wetenschappelijk verklaarbaar zijn, zonder de noodzaak van een geloofsgrond of een bovennatuurlijke kracht. Gevolgen voor atheïstische en seculiere opvattingen: Versterking van atheïsme: Sommige atheïsten zouden kunnen beweren dat de ontdekking van buitenaards leven het idee van een persoonlijke god nog verder ondermijnt, vooral als de buitenaardse wezens geen religieuze ideeën hebben of zelfs geen interesse vertonen in spirituele zaken. Onderscheid tussen wetenschap en religie: Dit zou het idee kunnen versterken dat wetenschap en religie twee losstaande domeinen zijn, en dat het bestaan van intelligent leven buiten de aarde geen invloed hoeft te hebben op de overtuigingen over religie of een hogere macht. 4. Versterking van een kosmisch of panteïstisch wereldbeeld Een andere mogelijke reactie zou zijn dat de ontdekking van buitenaards leven kan bijdragen aan een kosmisch of pantheïstisch wereldbeeld, waarbij het universum zelf wordt gezien als een levend, spiritueel geheel, waarin alle vormen van leven met elkaar verbonden zijn. Dit zou de menselijke ervaring in een breder kosmisch perspectief plaatsen. Gevolgen voor kosmisch denken: Pantheïsme en kosmisch bewustzijn: Sommige religieuze of spirituele stromingen zouden kunnen pleiten voor een herinterpretatie van de Godsidee, waarbij God niet slechts een god van de aarde is, maar een universele kracht die in alles en overal aanwezig is, inclusief andere planeten en beschavingen. Eén universele waarheid: Buitenaards leven zou een groter gevoel van verbondenheid tussen alle levensvormen in het universum kunnen bevorderen, wat kan leiden tot een nieuw spiritueel paradigma waarin alle religies als delen van een grotere kosmische waarheid worden gezien. 5. Mogelijke ethische en theologische vragen De ontdekking van buitenaards leven zou ook enorme ethische en theologische vragen met zich meebrengen: Zonden en verlossing: Hebben buitenaardse wezens een zondeval of een verlossingsproces vergelijkbaar met de mens? Moeten zij ook "gered" worden zoals christenen geloven dat mensen dat moeten? Hoe verhoudt hun morele en spirituele status zich tot die van de mens? Goddelijkheid en moraal: Als buitenaardse wezens een andere morele code of levenswijze hebben, kan dat leiden tot fundamentele vragen over de universele ethiek van religies en of die ethiek ook op hen van toepassing is. Samenvatting: De ontdekking van buitenaards leven zou ongetwijfeld leiden tot grote theologische, filosofische en ethische discussies op aarde. Het zou kunnen leiden tot herinterpretaties van religieuze leerstellingen, maar ook tot afwijzing van traditionele religieuze overtuigingen. De reactie zou afhangen van de aard van de ontdekking, hoe de buitenaardse wezens zich verhouden tot religie en spirituele zaken, en hoe individuen en religieuze gemeenschappen de relatie tussen de aarde en het bredere universum begrijpen. Het zou de religieuze horizon van de mensheid aanzienlijk kunnen verbreden, met de mogelijkheid om religie te zien als een universeel fenomeen dat verder gaat dan onze planeet. 8.Conclusie Het huidige multiverse model is beperkt tot M1 binnen het modelVDE.Tevens geld Ramujans sommatie = -1/12 binnen R1. Het modelVDE biedt een coherente structuur waarin metafysische oorsprong, fysische beperking en mathematische ordening samenvallen. Door het gebruik van formele verzamelingsnotaties, logische limieten en thermodynamische principes ontstaat een model van existentie dat zowel ruimte laat voor geloof als voor autonome rede. De Superkubus is geen bewijs van een hogere macht, noch een toevalssysteem zonder zin; zij is de mathematisch gefundeerde ruimte waarin alles mogelijk is – behalve het breken van haar eigen structuur. Besluit: van één wereldbeeld naar vele werelden Hubble opende honderd jaar geleden een deur naar een groter heelal. Wat begon als een uitdijing werd een explosie aan theorieën: van het ‘oeratoom’ van Lemaître tot de vertakkende universa van Everett. In één eeuw evolueerde het menselijk denken van een stabiel universum naar een kosmische diversiteit waarin alles mogelijk lijkt – maar niet alles bewijsbaar is. Wat ooit werd afgedaan als ‘geloof’ (zoals bij Lemaître), werd wetenschap. En wat vandaag als ‘wetenschap’ geldt, schuurt opnieuw tegen filosofie. De cyclus van kennis herhaald zich. Paul.Van der Es --- Voetnoten [^1]: Vergelijk de rol van de lege verzameling in de Zermelo-Fraenkel-verzamelingsleer, waaruit via operaties alle verdere verzamelingen worden opgebouwd. [^2]: Zie Plato, Timaeus, en hedendaags: Gödel's verdediging van mathematisch platonisme. [^3]: Kronecker, L. (1887). Citaat herhaald in Bourbaki’s Éléments de mathématique. [^4]: Dit model sluit qua vorm aan bij de wiskundige n-kubus, maar kent een extrapolatie van riblengte tot ?. [^5]: Het ontbreken van fysieke inbedding sluit aan bij het onderscheid tussen topologie en geometrie. [^6]: Zie thermodynamische grondwetten, in het bijzonder de derde wet: bij 0 K nadert de entropie een minimum. [^7]: Kant, I. (1781). Kritik der reinen Vernunft. [^8]: Vergelijk deze grens met de Banach-Tarski-paradox in hogere dimensies: mathematisch mogelijk, fysiek niet realiseerbaar. [^9]: Analyse van limietwaarden in de reële getallen: lim(x??) (1 - 1/10^x) = 1. [^10]: Voor een structureel gelijkaardige benadering: Stephen Jay Gould’s non-overlapping magisteria (NOMA).
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven |
![]() |
![]() |
![]() |
#2 |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 7 januari 2005
Berichten: 28.428
|
![]() Mocht ik het gelezen hebben zou ik misschien zeggen dat het heel interessant was.
Maar ik ga het niet lezen. Als TS niet eens de moeite kan doen om zijn licht te laten schijnen op de tekst die hij hier plakt ga ik er ook geen moeite voor doen. Jammer maar helaas.
__________________
It's just a ride. |
![]() |
![]() |
![]() |
#3 |
Minister
Geregistreerd: 22 maart 2016
Berichten: 3.078
|
![]() Vreemd. Ik lees nergens iets over micro-wezentjes..
|
![]() |
![]() |
![]() |
#4 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 7 januari 2005
Berichten: 28.428
|
![]() Citaat:
Enig interessante dingen tegen gekomen? Ook al werden de micro-wezentjes weer maar eens schromelijk over het (veel te kleine) hoofd gezien?
__________________
It's just a ride. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#5 | |
Minister
Geregistreerd: 22 maart 2016
Berichten: 3.078
|
![]() Citaat:
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#6 | |
Secretaris-Generaal VN
Geregistreerd: 7 januari 2005
Berichten: 28.428
|
![]() Citaat:
Seffens ga ik het ook nog moeten lezen...
__________________
It's just a ride. |
|
![]() |
![]() |
![]() |
#7 |
Minister
|
![]() Model VDE
Is bijzonder intrigerend en doet denken aan een schematische hiërarchie van werelden, clusters en meta-structuren — vergelijkbaar met ideeën uit de multiversumtheorie, settheorie, kansverdelingen over modelruimten en zelfs bepaalde interpretaties van topologische of algebraïsche structuren in de fysica. 1. Universele Indexering Om het model aanschouwelijk te maken stelt men 100 universa voor: U?, U?, ..., U???, waarbij U? ons eigen universum is, en de rest (U?–U???) geordend is volgens afstand tot U?. We definiëren: U = {U?, ..., U???}, waarbij er een afstandsfunctie bestaat: d(U?, U?) < d(U?, U?) indien i < j. --- 2. Clustering tot Megaversa (M) ModelVDE groepeert de universa in intervallen: M? = {U?, ..., U??}, M? = {U??, ..., U??}, ... M?? = {U??, ..., U???}. Formeel: Definieer een partitie: M? ? U \ {U?}, zodat U = ? M? ? {U?}, en M? ? M? = ? voor k ??* j. --- 3. Hyperclusters (H) Het model groepeert de M-sets tot H-groepen: H? = {M?, M?, M?}, H? = {M?, ..., M?}, ... H? = {M??, ..., M??}. => H? is dus een verzameling megaversa: H? = {M?, ..., M?} zodat uiteindelijk: R? = {H?, H?, ..., H?} --- 4. Einstein-sommatie en abstractie Je kan gebruik maken van Einstein-sommatie om abstracte relaties weer te geven zonder expliciet te sommeren: Bijvoorbeeld: U?? met i het universum, j de clusterindex. Relatie binnen megaversa: M? = ?? U?? (met j over universa binnen M?). Relatie binnen hyperclusters: H? = ?? M? (met k over indexen van megaversa in H?). Uiteindelijk: R = ?? H? --- 5. De perfecte mobili Het model beschrijft een meta-dynamiek: A? ... A? = B? B? ... B? = C? enzovoort tot AAAAA? ... AAAAA? = BBBBB? Hier lijkt het model te verwijzen naar structurele recursie of hyperfunctionele aggregatie — een cascade waarbij hogere structuren ontstaan uit bundels van lagere aggregaten. Dit doet denken aan: Kolmogorov-complexiteit hyperstructures (Baas, 2006) category theory met levels van morphisms Indien A? een elementair systeem is, en A?...A? ? B? dan kunnen we dit beschouwen als: B? = f({A?}), en analoog: C? = f({B?}), tot B? = f?({A?}) --- 6. Mogelijke fysische inspiratie Het model sluit aan bij: Tegmark’s niveau IV multiversum (alle mathematisch consistente structuren bestaan), Loop quantum gravity en causal sets (bij structuurvorming), Algebraïsche topologie en sheaf theory voor hiërarchische ruimte-bouw, En zelfs Gödel-achtige hiërarchieën: hogere ordeningen van bewijs- en consistentieniveaus. ---
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven |
![]() |
![]() |